Hoe Barry Hoban het eerbetoon aan Simpson stal

© BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Morgen, 13 juli, is het 50 jaar geleden dat Tom Simpson stierf op de Mont Ventoux. Zoals steevast wordt verteld, mocht daags na de dood van de Brit diens landgenoot Barry Hoban de rit winnen, maar dat blijkt een fabeltje.

In de Tourgids van Sport/Voetbalmagazine vertelde Vin Denson het volgens hem ware verhaal over het eerbetoon aan Tom Simpson. De nu 81-jarige Engelsman is de vergeten boezemvriend van Major Tom. Die ontmoette de dan twintigjarige Denson in 1956 voor het eerst tijdens een kwalificatiewedstrijd voor de ploegenachtervolging van de Olympische Spelen. De hechte vriendschapsrelatie tussen hen kiemde twee jaar later toen Vin zijn legerdienst deed in Yorkshire, de streek waar Simpson vandaan kwam en waar ze samen vele tijdritten reden. Hoewel ze als prof nooit ploegmaats in een merkenteam waren, trainden ze vaak samen. Onder meer in de Provence, waar Simpson een villa had en Denson dikwijls met zijn gezin verbleef. Maar ook in hun thuisbasis in Gent, waar Denson, op aanraden van zijn vriend, na een eerste passage als prof in Frankrijk naartoe trok en jarenlang een café openhield.

Omdat de Tour in 1967 weer met landenteams gereden werd, maakte Denson wel deel uit van de Britse ploeg, waarvan Simpson de kopman was. Toen die stierf op de 13e juli, was Vin kapot van verdriet. ’s Avonds bleek hij, zo vertelt Denson in de Tourgids, echter de enige van zijn ploegmaats die vond dat Team Britain uit de Tour moest stappen. ‘Barry Hoban wilde er niet van weten: ‘Als iemand sterft in een fabriek, sluit die fabriek toch niet?’ Ik reageerde: ‘In gódsnaam, Tom was toch geen arbeider die je drie maanden kent? Hij was als een broer voor mij.”

Densons protest baatte niet, en dus zette hij toch door. Bij de start van de volgende rit in Carpentras klampte Jean Stablinski, zijn Bicploegmaat, hem aan. ‘Alle kopmannen hadden besloten dat ik twintig kilometer voor de finish alleen mocht wegrijden, om zo de etappe te winnen. Ik kende Tom immers het langst, onze families waren close… Ik strubbelde tegen: ‘Tom had een normale rit gewild, geen rouwstoet.’ Maar Stablinski drong aan: ‘Dit is ónze keuze.’ Barry Hoban ging echter niet akkoord. ‘Denson is al 31, waarom zou hij, door die ritwinst, in veertig criteriums mogen starten? Zo’n etappezege zou ons, als jongeren, meer van pas komen.”

Denson ging er niettemin vanuit dat hij kon wegrijden, tot Hoban vijftig kilometer voor de finish plots demarreerde. ‘Ik dacht eerst dat hij moest plassen, maar Barry reed steeds verder weg. ‘We halen hem terug’, zei Stablinski. Dat wilde ik echter niet. Met de tv-camera’s op ons? De ene Engelsman jagend achter de andere? No way. Alsof we om de gouden ring van een overledene zouden vechten. ‘Laat hem zweten, ik heb toch geen zin om op het podium te staan.’ Na de finish vertelde Hoban dat hij ’toevallig’ was ontsnapt… Toen werd ik wel kwaad…’

Denson vindt het dan ook vervelend dat Hoban, die later trouwde met Simpsons weduwe Helen, nog altijd beschouwd wordt als diens beste vriend die de rit mocht winnen. ‘Ze kwamen zelfs niet echt goed overeen. Barry, drie jaar jonger, was heel ambitieus. Nooit wilde hij, tot ergernis van Tom, iets voor hem doen. Liever ging hij zijn eigen kans. Ook als hij daarvoor het eerbetoon van mij moest afnemen.’

JONAS CRETEUR

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content