Het karretje van Erik
Liverpool-uit moest een van de hoogtepunten uit de Genkse voetbalgeschiedenis worden, maar soms lopen de zaken niet zoals je het verwacht. Rustig zal het dit seizoen in Genk wel niet meer worden.
Op de luchthaven van Beek, officieel Maastricht/Aachen Airport, staan vandaag vier vluchten gepland. Vanmiddag zijn er twee: één naar Alicante, en één naar Liverpool. In de vooravond is er nog een vlucht naar Malta.
Beek ligt in een ander land, maar dat wordt niet als dusdanig ervaren door de Genkenaren. Je ziet bij het opstijgen en het dalen de Genkse mijnterrils in de verte liggen, en de luchthaven ligt op amper 25 kilometer, minder dan een half uur rijden van de stad. Een handig vertrek- en aankomstpunt ook waar je de auto nog gewoon naast de terminal parkeert.
In de aankomsthal hangt een bord met als opschrift ‘ One Team One Dream.‘ Goed bedoeld, maar het oogt een beetje wrang, enkele dagen na de dreun die de Belgische landskampioen op het veld van de bescheiden tegenstander KAS Eupen kreeg. De droom die men voor het seizoen had, ontaardt stilaan in een nachtmerrie. Een team heeft Genk na drie maanden competitie nog altijd niet.
In de interviews op de luchthaven klinkt de ontgoocheling door, al laat de clubleiding nog in het ongewisse wiens aandeel in de foute start het grootst is: dat van de trainer of dat van de spelers.
Tot vorige week bleef het erg stil in en rond de Luminus Arena. Maar na de non-vertoning op Eupen, toen Genk na de 2-0-achterstand in minuut 22 in de resterende minuten geen reactie in huis had, klonk voor het eerst dit seizoen ‘ Mazzu buiten’. Iedereen die het huis kent, weet dat dat het moment is waarop boven in de tribune beleidsvoerders van de club ongemakkelijk heen en weer beginnen te schuiven. Zodra de tribunes zich roeren, moet er gauw iets veranderen, of het is ‘game over’.
Technisch directeur Dimitri de Condé sprak voor het vertrek naar Liverpool nog trainer én enkele sterkhouders in de ploeg flink toe. ‘Ik ben vooral ontgoocheld in de mentaliteit van een aantal spelers. Je kan op dit niveau je wedstrijden niet uitkiezen. We wilden absoluut niet dat de focus voor de Europese campagne ten koste van de eigen competitie zou gaan, maar het gebeurt toch.’
Voorzitter Peter Croonen krijgt al snel de vraag of het vertrouwen in Mazzu er nog is: ‘De trainer is een deel van het probleem, maar ook een deel van de oplossing. Op Liverpool moet niets, maar Gent is een goeie gelegenheid om te tonen wat we kunnen. Uit een tegenslag moet een topsporter energie halen om weer op te staan.’
Wie de strenge woorden niet heeft gehoord, ziet Genk Europees uit als een fijne familie-uitstap. De meeste bestuursleden hebben hun vrouw mee. Dimitri de Condé en de belaagde Felice Mazzu, die iedereen bij aankomst nog vriendelijk een hand komen geven, zijn in het gezelschap van vrouw en kinderen.
Dat Mazzu, die weet dat zijn positie in vraag wordt gesteld, bij aankomst op de John Lennon Airport van Liverpool spontaan voor een foto poseert waarop in het Engels ‘ Coach Stop‘ staat, vindt iedereen dan weer top. Dat is weer de echte Mazzu, die ze de laatste maanden té weinig gezien hebben.
Help
Een kilometer breed is de Mersey in het stadscentrum. De snel stromende rivier zorgt voor welgekomen frisse lucht en extra zuurstof voor de hersenen, en een goeie sfeer bij de ruim 3000 meegereisde Genkse fans, gewone supporters (2700) en vips. Goed voor een van de grootste volksverhuizingen die KRC Genk sinds zijn ontstaan 31 jaar geleden realiseerde. Een stad als Liverpool, met 864.000 inwoners na Londen (7,5 miljoen) en Birmingham (984.000) de op twee na grootste stad van het Verenigd Koninkrijk, absorbeert dat echter met gemak.
De Genkse supporters slenteren langs het Albert Dock, het bruisend hart van toeristisch Liverpool, en schuiven aan in het museum The Beatles Story. Het biedt inspiratie voor cynische grapjes. ‘ Help‘ is het Beatlesnummer dat het vaakst geciteerd wordt. ‘ The long and winding Road‘ is ook van toepassing.
Bestuursleden poseren met de vrouwen enthousiast aan het bronzen beeld van The Beatles aan de haven, recht tegenover het grote gebouw van de Cunard Rederij. De imposante building illustreert wat Liverpool groot heeft gemaakt: de haven met zijn vracht- en passagiersvervoer. Liefst negen miljoen mensen vertrokken tussen 1830 en 1930 vanuit Liverpool voor een 35 dagen durende overtocht naar Amerika, op zoek naar een beter bestaan.
Overal hoor je muziek en zie je verwijzingen naar de muzikale erfenis van deze stad. Niet alleen van The Beatles. Op de ferry die de Mersey bevaart klinkt ‘ Ferry, cross the Mersey‘ van een andere Liverpoolse groep, Gerry and the Pacemakers. Hun andere hit, ‘You’ll never walk alone‘, zal ’s anderdaags op een pakkende wijze voor de aftrap gezongen worden door heel het stadion.
Ook veel groepen die de muziekscene van de jaren tachtig domineerden worden hier geëerd: OMD, Echo and The Bunnymen, Frankie Goes To Hollywood en A Flock of Seagulls. Die avond wordt er ook gezongen op het persdiner in een lekker Braziliaans restaurant, door de Europese debutanten bij het Genkse persgezelschap. Dat is de gewoonte, zo wordt het voorgesteld, maar na afloop grijnst voorzitter Peter Croonen: ‘Een goed initiatief. Laten we daar voortaan een traditie van maken.’
Van een crisissfeer valt aan tafel niets te merken. Lekker eten en gezelligheid is de norm wanneer KRC Genk op reis gaat. Na het eten krijgt een dienster de vraag waar de habitués van Genkse Europese uitwedstrijden op wachtten: ‘Do you have a karreken?’ De jonge vrouw schrikt. ‘ A karreken?’ ‘ Yes, a karreken!’
CEO Erik Gerits laat, sportieve crisis of géén crisis, traditioneel na de maaltijd een dienstwagentje met digestieven aanrukken, maar dat hebben ze hier niet. Gerits is verbijsterd: ‘ What? You don’t have a karreken?’
Dus improviseren Croonen en Gerits en laten ze het beste uit de lokale bar aanrukken op een paar barkrukken. Even verdwijnt de sportieve crisis naar de achtergrond.
Genkse academie
De weg naar Anfield Road voert van het stadscentrum omhoog langs het amper anderhalve kilometer verderop gelegen Goodison Park, de thuishaven van Everton. Daar dient de parking aan het stadion vanavond als parkeerplaats voor de Champions Leaguewedstrijd van de buren, wegens op wandelafstand. Tot 1893 voetbalde Everton zelf op Anfield Road, tot de club na een dispuut met de eigenaar van de terreinen over een te dure huur verhuisde naar de huidige locatie. Waarop de overgebleven chairman met de drie resterende spelers en wat supporters op Anfield een nieuwe club oprichtte: Liverpool FC.
We moeten weer dominant worden en het Genk-DNA terugvinden. In veel wedstrijden hebben we dat niet.’ Sander Berge
Langs de buitenkant van het stadion, aan de kant van The Kop, staat een busker met een gitaar en versterker. Hij speelt, u raadt het nooit, You’ll never walk alone. Niemand die blijft luisteren. Blijven oefenen, blijven zoeken.
Blijven zoeken is ook wat Genktrainer Felice Mazzu doet. Niet onlogisch, zo lang hij de juiste oplossing op het veld niet gevonden heeft. Tegen een sterke tegenstander als vanavond kiest hij voor een 5-3-2. Een van de kranten, Het Belang van Limburg, had dat juist voorspeld. Wat Felice Mazzu dan weer boos maakte: hoe waren die te weten gekomen hoe hij zou spelen?
Iets waar een coach die goed in zijn vel zit, zich niet over zou opwinden. Maar zekerheid straalt Mazzu al een tijd niet meer uit. De wanhoop staat steeds vaker op zijn gezicht te lezen. Met de week ziet hij er een stuk ouder uit, merkt een ervaren clubwatcher op.
De avond tevoren luisteren enkele Genkse bestuurders aandachtig mee naar de persconferentie voor de match. Is Mazzu ontgoocheld in zijn spelers? ‘Nee’, zegt hij. ‘Het is ook mijn fout als we niet goed spelen. I’m not happy. ‘
Jeugd
Er is ook goed nieuws. Op de persconferentie van Liverpool roemt Jürgen Klopp de Genkse opleiding. Hij was onder de indruk van de foto’s van de spelers die hij in Genk zag en die intussen op het hoogste niveau acteren. ’s Anderdaags staan ook bij Liverpool – Genk, toch een heuse Champions Leaguewedstrijd, vier spelers aan de aftrap die hun opleiding in de Genkse jeugdacademie hebben gehad: Liverpoolspits Divock Origi en de GenkiesGaëtan Coucke, Bryan Heynen en Casper De Norre. Op de bank zitten er met Maarten Vandevoordt en Dries Wouters nog twee.
Het blijft niet bij vier in Genk gevormde spelers, op de vierde speeldag van de Champions League. Bij Real verdedigt Thibaut Courtois het doel, bij Manchester City speelt Kevin De Bruyne, bij Atalanta Bergamo Timothy Castagne. En bij Club Brugge valt Siebe Schrijvers in op PSG. Dat maakt liefst acht in Genk opgeleide spelers. Met Kalidou Koulibaly (Napoli) en Roeslan Malinovski (Atalanta) die ook via Genk gepasseerd zijn en aantreden met hun ploeg zijn dat er zelfs tien (nummer elf, Leon Bailey, zat afgelopen speeldag niet in de selectie bij Leverkusen).
Het is, ongeacht het wedstrijdverloop, weer een pluim op de hoed van de jeugdacademie, die ’s middags in de buitenwijken van Liverpool ook al indruk maakte. Op de terreinen van de Liverpool Football Youth Academy wint een erg volwassen voetballend Belgisch team verdiend, geeft ook de plaatselijke pers toe. En dat tegen een team waarvan vier spelers een week eerder in actie kwamen in de achtste finales van de Engelse League Cup. De Nederlandse verdediger Sepp van den Berg speelde met PEC Zwolle bovendien al 22 wedstrijden in de Eredivsie. In de plaatselijke wedstrijdverslagen krijgt de Genkse nummer zeven, Ilias Takidine, echter meer lof dan Liverpools rechtshalf Harvey Elliot. Die werd afgelopen zomer voor zeventien miljoen pond gekocht en is de jongste debutant ooit in de Premier League sinds hij in mei met Fulham aantrad, zestien jaar en dertig dagen oud.
Jeugdvoorzitter en cardioloog Johan Van Lierde wordt er zo lyrisch van dat hij spontaan in het dialect van zijn streek van afkomst, het Aalsters, begint te roepen, al snapt slechts een enkeling naast hem wat hij met ‘ troetens‘ en ‘ verdemméleren‘ bedoelt.
’s Avonds blijft de gevreesde pandoering uit. KRC Genk probeert zijn derde systeem van het seizoen uit, en die 5-3-2 zit niet alleen de loopwonderen op de flank, De Norre en Joakim Maehle, als gegoten. Ook de marktwaarde van centrale verdedigers Jhon Lucumí en Carlos Cuesta gaat een stuk omhoog, terwijl kapitein Sébastien Dewaest met zijn duelkracht in de Engelse pers goeie punten krijgt. Maar de beste man is, net als de vorige weken, opnieuw Sander Berge, die bij het verlaten van het veld door Jürgen Klopp gefeliciteerd wordt.
Berge, die velen op een dag in de Premier League verwachten, is na een aarzelende seizoenstart steeds beter gaan voetballen en zei na de matchen tegen Antwerp en Eupen spontaan dat het ‘ shit games‘ waren. Ook in Liverpool blijft hij eerlijk: ‘Vorig jaar speelden we op automatismen, moesten we zelfs niet nadenken. Nu moeten we iets nieuws vinden, weer dominant worden en het Genk-DNA terugvinden. In veel wedstrijden hebben we dat niet.’
Het nieuws van Klopps schouder- klopje voedt de geruchten dat Berge in januari de club zal verlaten. Een gerucht waar ze bij Genk niets van afweten, en niet meteen vrolijker van worden. Rustig zal het dit seizoen niet meer worden bij de Mijnclub. En dat is het ook de afgelopen jaren niet meer geweest.
KAA Gent
‘Heb je het een beetje naar je zin gehad?’, vraagt Erik Gerits na de terugvlucht. Een verrassende vraag van een CEO van een club in zo’n crisismoment. Het zegt veel over wat KRC Genk nog altijd is en ook wil blijven – los van de sportieve ontwikkeling die het doormaakt, als enige overgebleven vzw in het Belgische profvoetbal. Gerits: ‘Het is inderdaad niet de makkelijkste periode, maar wat heeft iemand eraan als we hier allemaal drie dagen met lange gezichten rondlopen? Niets, toch?’
Niet dat hij zich als de naïeveling van dienst wil gedragen. ‘We willen een warme familiale club blijven, maar volgend seizoen wel opnieuw Europees voetballen. Play-off 1 is dit seizoen gewoon een must.’
Dimitri de Condé kijkt bij de terugkeer met een dubbel gevoel terug op de Champions Leaguereis. ‘Aan de ene kant trots op onze prestatie, aan de andere kant goed om te zien wat we wél kunnen en hoe vaak we de laatste weken gefaald hebben om dat te brengen. Als je dit tegen Liverpool en Napoli kan, moet dat ook in de Belgische competitie mogelijk zijn. Het klopt dat de nieuwkomers nog geen meerwaarde hebben getoond, maar niemand heeft tot nu stabiel gepresteerd, ook de sterkhouders van vorig seizoen niet. Er is te weinig ontgoocheling na een nederlaag, te weinig drive om te willen scoren. Maar de excuses zijn op. We hebben ons in een situatie gevoetbald waardoor we tot de play-offs druk zullen voelen.’
Hij beseft wel hoe klein Genk nog is. ‘Liverpool kan een ploeg jaren houden en verder uitbouwen, wij zijn met ons model van opleidingsclub al blij als spelers anderhalf tot twee jaar bij ons blijven. De vraag is hoe we ons model stabieler kunnen maken, zodat we hen langer kunnen houden.’
Even verderop in de hal heeft voorzitter Peter Croonen niet het gevoel dat hij tijdens deze Europese verplaatsing extra druk op spelers en trainers heeft gelegd. ‘Bij een club als Genk is er altijd druk als je niet in de top zes staat. We hadden verwacht dat het even zou duren voor de mayonaise zou pakken, maar we hadden wel gehoopt dat we op dit moment al verder zouden staan qua stabiliteit en de nieuwe ploeg. Als we play-off 1 willen spelen, moet die stabiliteit wel gaan komen. We spelen te weinig goed voetbal en er is te weinig basis om ervan uit te gaan dat het allemaal wel in orde zal komen.’
Dat de enige reden waarom Genk de trainer nog niet ontsloeg, is omdat het geen plan-B had voor Mazzu, klopt niet, zegt Croonen. ‘Je kunt niet A zeggen zonder ook B te zeggen. We weten dat, als we een beslissing nemen, daar gevolgen aan verbonden zijn. Voor mij is de trainerszaak wit-zwart, nooit grijs. Op dit ogenblik is het nog steeds wit, anders hadden we de beslissing al eerder genomen.’
Twee dagen later stelt Het Laatste Nieuws in zijn weekendeditie de premisse voor de topper tegen KAA Gent wel scherp: ‘Niet winnen is het einde voor Mazzu.’
De wedstrijd van de waarheid kan voor de getergde thuisploeg en de trainer niet slechter beginnen. Al na twee minuten gaat het fout, en net wanneer Genk overeind lijkt te krabbelen, slaat een goed voetballend Gent meteen na rust met een nieuwe snelle goal de thuisploeg én Mazzu definitief knock-out.
Na de wedstrijd toonde een aangeslagen thuiscoach zich verbijsterd door het verschil tussen wat zijn ploeg tegen Gent toonde, en wat quasi hetzelfde team in dezelfde opstelling vier dagen eerder op Liverpool bracht. Dat verschil was frappant. ‘Dit was Genk onwaardig’, concludeert De Condé. Hij had al eerder vastgesteld dat het verhaal van Mazzu maar niet aanslaat bij zijn spelers. Niet door een gebrek aan kennis van het Nederlands, zoals vaak gedacht, maar door een gebrekkige beheersing van het Engels, waarmee hij zijn spelers (Engels is al jaren de voertaal op Genk) onvoldoende mee krijgt en raakt.
‘Vertrouwen en geloof, dat zijn de twee belangrijkste aspecten in het voetbal’, zegt Genttrainer Jess Thorup na afloop van de match.
Duidelijker kan een analyse van het verschil tussen beide blauw-witte ploegen op dit moment niet zijn.
Het Genkse bestuur weet wat te doen.
Wie zet de Genkse kentering in, en wanneer?
‘Je bent pas een succesvolle club als er wachtlijsten zijn’
Peter Croonen is een voorzitter die niet alleen naar Liverpool reist om daar lekker te eten en op de tribune te supporteren, maar ook om te leren. Hij was onder de indruk van wat hij zag en van wat Liverpools Amerikaanse CEO Peter Moore hem vertelde. ‘Knap vind ik hoe Liverpool een differentiatie maakt in zijn businessaanbod. Dat pakket is heel uitgebreid, met veel respect voor de eigenheid van de club. Ze vliegen bijvoorbeeld mensen speciaal in voor een wedstrijd.
‘In de Board Room vind je wel leden die bereid zijn enorm veel te betalen – veel meer dan wij ooit zouden kunnen vragen – maar dat tast de ziel van de wedstrijd niet aan. Als je in het stadion rondkijkt, is wat je ziet niet plat commercieel. Terwijl daar toch 8000 eters zijn, plus 2000 die buiten het stadion eten. Terwijl wij gemiddeld 1200 eters hebben, met een zeldzame uitschieter tot 2000. Elke match bij hen is uitverkocht. Hun probleem is dat de abonnees te loyaal zijn, nooit zegt iemand zijn abonnement op, waardoor er ook geen nieuwe abonnementen bij kunnen komen. Dat creëert schaarste, en dat trekt mensen aan. Je bent pas een succesvolle club als er wachtlijsten zijn. In België benadert op dit moment enkel Club Brugge dat.’