Op 23 mei maakte Ilombe

In totaal 10.110 fans waren aanwezig tijdens het laatste duel in het Jules Ottenstadion, sinds 1920 het thuisstadion van AA Gent. De Buffalo’s wonnen de heenwedstrijd van de barrages voor Europees voetbal tegen Standard met 1-0. Het was een emotioneel moment, omdat na 93 jaar een streep werd getrokken door het verblijf in Gentbrugge. Sommige fans graaiden wat graszoden mee, de clubleiding en de stad Gent beloofden de zitjes te verkopen tegen een democratische prijs.

Wie is ’t die were triomfeert? Dat is den Agee Wie is ’t die aan de kop marcheert? Dat is den Agee Steek dat uit ulder koppen van den Agee te kloppen Let op supporters wij beginnen: ARAG! Het is den Agee die moet vandage winnen (refrein uit de Buffalomars, 1948)

De dag van de heenwedstrijd tegen Zulte Waregem voor de halve finales in de Cofidis Cup is het in de buurt van ‘den Ot’, zoals het oude onderkomen steevast wordt genoemd door de eigen aanhang, drie graden én er waait een krachtige koude wind. Vandaag is dit een hermetisch afgesloten site, waar dranghekken ervoor zorgen dat niemand nog de vlakte op kan. Een aantal borden maakt duidelijk dat het stadion stap voor stap wordt afgebroken. Opdrachtgever sogent (Stadsontwikkeling Gent) gaf sinds 2 september 2013 fase een van de sloop in handen van een aannemer uit Kieldrecht, die 120 werkdagen voorziet om die uit te voeren. We bekijken alles vanuit de Bruiloftstraat, vroeger het kloppend hart bij de thuisduels waar de spionkop in Tribune Twee zijn onderkomen had. Het grote elektrische hek staat er nog, de ticketverkooppunten ook (met gesloten rolluiken), net als het ijzeren gebinte van wat ooit een afdak was.

Op de achterkant van de voormalige tribune staat nog een houten bord in blauw-witte kleuren, met de foto’s van ‘Bekende Gentenaars’ Koen Crucke, Joke Van de Velde en Walter Capiau in het gezelschap van oud-speler Eric Viscaal. Ze steken de duim omhoog, met als boodschap ‘Nie Neute, Nie Pleuje, KAA Gent verwent’. Er lopen nauwelijks mensen voorbij, de stilte overheerst en de troosteloosheid regeert. Het enige café in de straat, Buffalo, is dicht. Navraag leert dat het al een tijdje geleden werd gesloten. Voor het raam van de woning naast café Buffalo hangt een sticker met als opschrift ‘propere buurt’, met daaronder de tekst ‘bedankt om ze mee proper te houden’. Drie huizen staan te koop, slechts één werd verkocht. Aangezien het Jules Ottenstadion plaats zal maken voor een woonwijk, vrezen enkele bewoners dat hun huis in waarde zal dalen, ook al omdat er sprake is van drie verdiepingen én de toename van sociale woningen. Eén bedrijf bevindt zich in de Bruiloftstraat, Moebius Design, een multidisciplinair ontwerpbureau dat werd opgericht in 2006.

Het huis waar het secretariaat was gevestigd en waar op het einde het water letterlijk binnen sijpelde, ging ook al volledig tegen de vlakte. “Het toeval wil dat ik er eergisteren nog in de buurt was en het niet kon laten eens te gaan kijken”, zegt directeur organisatie Dirk Piens, die in september alles – vrij geruisloos – overdroeg aan de stad. “Ik hoopte dat de Tribunes Twee en Vier nog intact zouden zijn, maar ze zijn compleet ontmanteld, alleen een dak blijft over. Door de bergen puin zie je nog amper de overblijfselen van een voetbalveld. Ik had liever dat ze alles in één keer plat hadden gelegd. Nu oogt het onwezenlijk triest. De stad kan ook niet anders, want door de trainingen en wedstrijden van de hockeyafdeling kan Tribune Drie pas in juni tegen de vlakte gaan. Alle mogelijke relikwieën zijn ondertussen weg, het Ottenstadion veranderde op korte tijd in een hoop schroot. Ik zou als buurtbewoner nog liever elke veertien dagen een voetbalwedstrijd hebben dan dit. Yolande, de mevrouw die onze broodjes nog altijd smeert en in de Bruiloftstraat woont, spreekt toch van nen vuijlen boel. (lacht) Voor mij is het alsof onze ziel er nog ligt. Die gebouwen mogen er zo snel mogelijk komen, zodat ik later in het parkje onze middenstip nog eens kan gaan bekijken.”

Wanneer verschijnt op het terrein d’equipe sterk, d’equipe fijn Van den Agee klinkt de echo van zijn supporters Buffalo De beste equipe van het land deed zij reeds bijten in het zand Hardnekkig, vol vuur, maar steeds fair Stelt Agee zich te weer De sterkste buigt voor haar de kop Agee geeft het nooit op (eerste strofe Buffalomars)

Terug naar de Brusselsesteenweg. Naast het Lukoiltankstation kondigt een spandoek de bouw aan van elf appartementen, vijf woningen en twee commerciële ruimtes. Even verder staan er op de voormalige oprijlaan, waar de slagboom openstaat, nog acht bomen. Aan de overkant van de straat staat de parking van restaurant ’t Nieuw Stadion, Brasserie Poer-Voe Lounge en Schoenen/fashionzaak Firelle propvol. “Ik kan me voorstellen dat het vertrek voor veel cafés een ramp was, maar voor mij was het eerder een goeie zaak”, vertelt eigenaar Patrick Mayens van ’t Nieuw Stadion. “Vroeger had ik veel annuleringen, vanwege de te grote drukte op zaterdag. Nu heb ik meer klanten die eerst op het gemak iets komen eten en dan naar de Ghelamco Arena trekken. Voorzitter Ivan De Witte, manager Michel Louwagie en commercieel directeur Patrick Lips komen hier regelmatig iets eten, soms zelfs twee tot drie keer per week. Ik heb niet de indruk dat de hele buurt nu opgelucht is. Zelf werd ik hier 51 jaar geleden geboren, ik heb niets anders gekend. Ik hoor toch dat velen die speciale voetbalsfeer hier wat mankeren.”

In het verlengde van het stadion op de Brusselsesteenweg is er niet ver van Brasserie-Lounge-Cocktailbar Falstaff ook Xaviers Sandwichbar, met op het buitenterras een Buffalo-indiaan in hout uitgesneden. Zijn blik oogt triest, in contrast met die van eigenaar Xavier Kirchhoff, een diehard-fan die zelf nog bij de duiveltjes van AA Gent voetbalde. Aan de muur hangt een kalender met de aankondigingen voor alle thuiswedstrijden, aan het grote raam van de straatkrant een groot kader met een spelerstruitje waarop handtekeningen én een foto prijken. “Een herinnering aan Glen Goethals, die drie jaar geleden verongelukte en voor wie we een stille optocht hielden”, zegt Xavier, terwijl op de achtergrond Radio Nostalgie weerklinkt. “Als horecaman ben ik teleurgesteld door de verhuizing, omdat ik tweemaal per maand toch serieus wat inkomsten verlies. Maar als supporter ben ik dolblij met die beslissing. Even voelde ik me deze zomer wat wees, maar het nieuwe stadion maakte veel goed. We hadden dat nodig om door te groeien tot een echte topclub. Den Ot is dood, maar nog niet helemaal begraven. Dat is een beetje ambetant, want je ziet er nog altijd iets van, ook al zijn het geringe overblijfselen. Ik vind het wel wijs dat ze binnen honderd jaar nog zullen weten dat hier in Gentbrugge ooit een voetbalstadion stond.

“Het grote voordeel voor mij is dat ik nu rustig naar het voetbal kan en eens een pintje mag drinken. Anders was het toch altijd rushen voor en na de thuisduels. Hier zat toch snel twee- tot driehonderd man. Ik heb dat gecompenseerd met de oprichting van een supportersclub. We leggen bussen in voor de verplaatsingen. Onze vriendengroep bleef zo samen, en dat is wat telt.”

Agee blauw-wit is onze leus dat ’s onze club, dat is ons keus Al is de tegenslag soms hard wij blijven trouw met ziel en hart Aan haar kleuren steeds gehecht, ja, wijl zij de zege bevecht Dra rijst voor haar aan ’t horizon lauwer en zegekroon Dan schallen bazuin en klaroen Agee is kampioen (tweede strofe uit de Buffalomars)

We stappen de Tennisstraat af, passeren in het begin het kantoor van Rydant Accountants en houden vijftig meter verder halt aan een reusachtige steen. Daar staat ingekerfd ‘Souvenir’. Aan de rechterkant staat volgend nog moeilijk te lezen opschrift: ‘Membres de l’ARAG morts pour la patrie’. Vijftien namen van personen worden vermeld voor de periode 1914-1918, met hun geboortedatum. Links is plaats voorzien voor 1940-1945, met elf gesneuvelden op de ‘champ d’honneur’, zes personen in de ‘camps de concentration’ en vijf mensen van de ‘résistance-libération’. Waar zou de nieuwe bestemming van deze gedenksteen liggen?

Terwijl die vraag nog nazindert, wordt onze aandacht getrokken door het geluid van spelende kinderen. Hier is de ingang van Tennis- en Hockeyclub Gantoise. Het clubhuis zit gezellig vol met veel ouders en grootouders, er wordt hier nog veel Frans gesproken. De kantine-uitbaatster spreekt over het vertrek van AA Gent als “het verlies van een grote broer”. Ze werkt hier al tien jaar. “Sinds ik hier begon, spraken ze almaar over een verhuizing, alleen gebeurde er nooit iets.” Meer info over de Gantoise heeft Tom De Bruyckere, sinds 1 januari 2013 algemeen voorzitter van de raad van bestuur. In de kantineruimte merken we twee indoorsquashterreinen, die werden omgebouwd tot speeltuin. Buiten werd er plaats gemaakt voor twee hockeyvelden, een kunstgrastennisveld (zonder net), twee gravelterreinen, een verwarmde ballonconstructie met twee indoorgravelbanen én een indoorveld met als achtergrond tapijt in een bijgebouw. Bij het binnenkomen liggen twee ongebruikte squashbanen én een houten staander met Buffalokop en de tekst ‘Supporter AA Gent’. Alles heeft duidelijk een opsmukbeurt nodig.

De Gantoise telt als grootste privésportclub momenteel 1200 leden en kreeg van de stad een alternatieve locatie aangeboden. Park Halfweg bevindt zich in de buurt van de Watersportbaan, maar het dossier zit volgens De Bruyckere nog vast. “Onze infrastructuur is wat verouderd. De stad toont interesse in onze gronden en stelt ons andere terreinen ter beschikking, maar zonder eigen accommodatie kunnen wij weinig aanvangen. Bovendien beschikken wij niet over voldoende financiële middelen om zelf opnieuw te bouwen. Wij streven daarom nog altijd naar een ruil van grond met accommodatie. Wij mikken op twee en een half hockeyterrein, zes tot zeven buitenvelden tennis én zes indoorvelden, een leuk clubhuis met bar, restaurant en faciliteiten voor onze kinderen. Maar hoe dan ook blijven we nog zeker drie jaar op deze plek.”

Het laatste woord is voor Heli Rombaut, een oud-apotheker die twee boeken schreef over AA Gent en in de Raf Verhaeststraat woont, op wandelafstand van het Jules Ottenstadion. “Het ziet er echt pover en triestig uit”, mijmert hij. “Een echt stort, andere woorden kan ik er niet voor vinden. Dat bezorgt mij een beklemmend gevoel.” ?

“Even voelde ik me deze zomer wat wees, maar het nieuwe stadion maakte veel goed.” Xavier Kirchhoff

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content