Het huis van wantrouwen
Monumenten die afbrokkelen, resultaten die een duik nemen en jongeren die andere oorden opzoeken. Anderlecht is verder dan ooit afgedreven van zijn tradities en beleeft een van de meest bewogen periodes in zijn geschiedenis. Een terugblik op de afgelopen twaalf maanden van chaos op alle verdie-pingen van het paars-witte huis.
Hij stamelt bijna en zijn woorden missen overtuiging. Onherkenbaar is Wouter Vandenhaute voor wie al eens onder vier ogen met hem heeft gesproken. Privé praat de voorzitter van Anderlecht met de zelfverzekerdheid van een visionair en een aanstekelijke overtuiging. In het tv-programma La Tribune, de voetbaltalkshow van de RTBF, doet hij een poging om de crisis bij zijn Sporting te ontmijnen. De gewezen mediaman bevestigt zijn ambitie en geeft zijn fouten toe. Het lijkt wat op een radeloze minnaar die ten aanzien van een groot publiek zijn liefde moet verklaren. Misschien is het omdat hij niet in zijn moedertaal spreekt. Waarschijnlijker is het omdat hij eronder lijdt dat hij als verantwoordelijke wordt aangezien voor de malaise bij de club die hij zozeer in het hart draagt.
Het is veel te gemakkelijk geworden om prof te worden bij Anderlecht. Als je enkele goede wedstrijden gespeeld hebt bij de U15, dan krijg je al snel een contract.’ EEN ANCIEN VAN DE CLUB
Zijn medewerkers zijn het erover eens. De liefde van Wouter Vandenhaute voor RSC Anderlecht valt niet in tijd of geld uit te drukken. De voorzitter is totaal geëngageerd. Soms misschien zelfs té. Dat vond bijvoorbeeld VincentKompany, die gewend is aan de Britse realiteit, waar een voorzitter zich normaal gesproken niet laat zien in de kleedkamer. In moeilijke tijden praat de sterke man van Sporting graag met zijn spelers. Hij wil hen helpen en probeert te begrijpen waarom het niet draait. Zo komt het dat hij na de slechte reeks van januari 2022 (een 4 op 12 die de plaats van paars-wit in de top vier op de helling zet) informatie begint in te winnen over Felice Mazzu, de coach tegen wie zijn ploeg net voor de tweede keer dat seizoen verloren heeft, door een slim genomen vrije trap en een voortreffelijke afwerking van Casper Nielsen.
Ook al wordt er in de loop van het seizoen nooit over een mogelijk vertrek van Kompany gesproken, de huidige coach van Burnley voelt wel dat de spanning sinds het begin van 2022 is toegenomen. De bekerfinale, die met de strafschoppen verloren gaat, is een tegenvaller zowel door het resultaat als door het parcours naar de Heizel zonder noemenswaardige tegenstander (La Louvière, Seraing, Kortrijk en Eupen). En play-off 1 wordt wel gehaald, maar er is een miraculeus gelijkspel van Cercle Brugge tegen Gent nodig om Anderlecht niet naar de vijfde plaats te doen tuimelen. Op het einde van de rit staat paars-wit wel op het podium, maar hoger dan die derde plaats mocht het nooit dromen, terwijl de routiniers in de kleedkamer nochtans aangeven dat de kern de kwaliteiten heeft om kampioen te spelen.
Allemaal redenen waarom de spanning tussen de bestuurskamers en het oefenveld alsmaar toeneemt en de gewezen kapitein van Manchester City een gebrek aan erkenning voelt voor het geleverde werk. Vandenhaute en zijn toenmalige rechterhand Peter Verbeke mogen dan al voor Kompany en niet voor Frankie Vercauteren gekozen hebben toen een samenwerking tussen beiden aan het eind van de zomer van 2022 niet langer mogelijk bleek, ondertussen is er veel water naar de zee gevloeid, zijn de dingen niet meer wat ze waren en staat Anderlecht voor een ommekeer. Terwijl de sportieve cel veeleer in het buitenland op zoek gaat naar een opvolger van Vince the Prince, kiest Vandenhaute finaal voor Felice Mazzu, die met Union ondertussen vier opeenvolgende zeges heeft geboekt tegen Sporting. De woorden die Kompany bij zijn aanstelling uitsprak aangaande de clubcultuur, namelijk dat ‘de volgende coach niet in een defensieve 5-3-2 en met lange ballen moet komen spelen’, klinken opeens helemaal achterhaald.
Schaduwspel
Het is misschien een kwestie van licht. Want op het moment dat Felice Mazzu en zijn staf hun koffers neerzetten in Neerpede, begrijpen ze al snel dat hun voorganger wel de troeven van een visionair had, maar ook een aantal energievretende en tijdrovende trekken. Toen hij zelf zijn staf moest samenstellen, bijvoorbeeld, stootte Kompany bij sommige potentiële assistenten op een njet, omdat ze niet overtuigd waren door de onbuigzaamheid van zijn methodes of omdat ze het te wazig vonden wat ze echt zouden kunnen bijdragen. Daarentegen had hij met een persoonlijke aanpak wel veel succes bij potentiële nieuwe spelers, of dat nu buitenlandse beloften waren zoals Sergio Gómez of routiniers uit de Belgische eerste klasse zoals Lior Refaelov. Kompany nam met zijn persoonlijkheid veel ruimte in en door de aanstelling van een nieuwe sportieve baas konden anderen hun plekje in de zon verwerven. Felice Mazzu heeft een heel ander profiel, maar de voorzitter was ervan overtuigd dat het aanstellen van een peoplemanager ervoor zou kunnen zorgen dat de spelersgroep, die al twee jaar vastzat in een strak tactisch keurslijf, een zekere bevrijding zou voelen, die synoniem zou zijn met een nieuwe stap op de terugweg naar de top. De start, waarvan de historische cijfers in alle media worden belicht en die leidt tot een kwalificatie voor de groepsfase van de Conference League – die het jaar ervoor nog werd gemist – lijkt er dus op te wijzen dat het plan van paars-wit er goed uitziet.
De blessure van Adrien Trebel is evenwel een flinke streep door de rekening. Niet zozeer vanwege zijn intrinsieke kwaliteiten maar vooral omdat hij bij uitstek het verlengstuk van de ideeën van Mazzu is op het veld en tegelijkertijd een van de weinige oude rotten in een flink verjongde kleedkamer. Ook meer en meer zelf opgeleide spelers komen weer aan de poort van de eerste ploeg kloppen, daar waar ze onder Kompany, die gemiddeld slechts twee jongens van Neerpede in de ploeg zette, verre van titularissen waren. Omdat de omstandigheden het vragen – zoals de financiële realiteit van een club die nog altijd in de schulden zit – zetten spelers als Mario Stroeykens en Kristian Arnstad de stap van de postformatie naar het basiselftal. De sportieve ambities zijn nochtans dezelfde gebleven. Maar niet de resultaten.
Dat de jeugd opnieuw een belangrijkere rol gaat spelen, is een uitdrukkelijke wens van de club. Wanneer ze geen verdere stap kunnen zetten in hun carrière, dreigen heel wat pareltjes van Neerpede bij elke onderhandeling de club te verlaten om hun avontuur elders voort te zetten. Dus wordt hun de mogelijkheid gegeven om niet alleen bij de grote jongens mee te doen maar zelfs kernspelers van het Brusselse spel te worden. Maar Anderlecht, dat vastgeroest is in het midden van het klassement, waardoor eerst Mazzu en nadien interim-coach Robin Veldman hun job als T1 verliezen, moet vaststellen dat er een probleem is met de jongeren uit zijn kweekvijver. In januari verlaten de beloften Julian Duranville (Dortmund) en Enock Agyei (Burnley) veel te vroeg het nest, net als eerder Konstantinos Karetsas en Anouar Ait El Hadj naar Genk vertrokken, en dat wijst op een diepgeworteld probleem. Op Neerpede zouden er wel meer zijn die aan vertrekken denken. Een begeleider van jonge talenten stelt het als volgt: ‘Het geeft wat de indruk van ‘redde wie zich redden kan’. Iedereen wil weg, want ze voelen op alle niveaus de instabiliteit van de club. En dat is geen probleem van vandaag. Het vertrek van Vincent was gewoon het omhakken van de boom waardoor men het bos niet zag.’
Twijfels omtrent Neerpede
Als het huis op instorten staat, raak je beter niet aan de fundamenten. Wouter Vandenhaute voelde blijkbaar een toenemende druk toen hij de positie van Jean Kindermans, hoofd van het opleidingscentrum, in vraag stelde. De sterke man van Neerpede krikte het niveau van de jeugd flink op toen hij een vijftiental jaar geleden, samen met Peter Smeets, Philippe Collin wist te overtuigen om het Purple Talents-programma te lanceren. De samenwerking met de Brusselse scholen en een sterk netwerk dat van overal talenten naar de hoofdstad haalde, brachten na verloop van tijd een bedrag op van negen cijfers, dankzij de verkoop van Romelu Lukaku, Youri Tielemans, Leander Dendoncker en Jérémy Doku, om er maar enkelen te noemen. Goed tien jaar later hebben bepaalde gebeurtenissen het effect van een elektroshock op een monument dat moet gereanimeerd worden.
Toen hij Anderlecht verliet voor Ajax, zei wonderkind Rayane Bounida – ook al was het niet de voornaamste reden voor zijn vertrek – dat een van de zaken die hij meegenomen had in zijn besluit de moeilijkheid was om school en trainingen te combineren op de club zelf, zoals dat in andere topopleidingscentra het geval is. Andere talenten die erover denken om Neerpede te verlaten, wijzen op de medische begeleiding die tekortschiet, de afwezigheid van een duidelijke contactpersoon of het gebrek aan een project voor hun toekomst. Nu is de kwestie vertrekkend talent niet alleen een probleem bij Sporting. Kijk maar naar Noah Mbamba, Mika Godts of Sekou Diawara die recent van bij andere Belgische topclubs naar het buitenland vertrokken. Maar het belang dat paars-wit wil geven aan zijn lokale kweekvijver, vergroot de onvrede.
Samen met Brian Riemer is Jesper Fredberg nu nog de enige die het sportieve beleid van Sporting Anderlecht bepaalt.
Wanneer de oorzaken van het probleem moeten aangewezen worden, lopen de meningen uiteen. Sommige anciens zeggen dat de club zijn roots de laatste jaren kwijtgeraakt is. ‘Er is niemand met een paars hart meer in deze club’, zegt er een. ‘Het zou niet veel anders zijn mochten ze de club aan een buitenlandse investeerder verkocht hebben.’ Volgens anderen heeft Jean Kindermans het moeilijk met de noodzakelijke modernisering en rust hij te veel op zijn lauweren van het verleden. De eersten halen als voorbeeld Lukaku, Tielemans of Doku aan en de positieve financiële balans. De anderen wijzen erop dat de club in een recenter verleden Bilal El Khannouss is kwijtgeraakt en de Pool Jakub Kiwior liet vertrekken – na een voorbereiding met de profkern werd die door René Weiler te licht bevonden. Of ze wijzen erop dat er een kortstondige passage van Emilio Ferrera aan het hoofd van de U21 nodig was om Alexis Saelemaekers of Sebastiaan Bornauw te zien doorbreken (terwijl de huidige coach van de Gentse U23 wel Mike Trésor naar de uitgang geduwd heeft). Het is moeilijk om de objectiviteit in te schatten van deze nogal vooringenomen getuigen, maar het feit dat er zoveel onenigheid is, volstaat om de groeipijnen te schetsen van een opleidingscentrum dat voor een groot deel zou teren op zijn reputatie en op de bekwaamheid van zijn scouts die de beste jongeren moeten opduikelen in alle uithoeken van het land.
Die interne meningsverschillen verhinderen dat de duidelijkheid waar de jonge talenten om vragen, er komt. En degenen die desondanks blijven, stellen vaak op jonge leeftijd al hun eisen in de vorm van financiële en sportieve garanties. Rijkelijke tekenpremies, eisen qua speeltijd bij de profs en contracten van korte duur die de poort openlaten voor een vroegtijdig vertrek naar het buitenland maken de evenwichtsoefening in de Brusselse bestuurskamers eerder tot een kamikazeactie. ‘Ik ben er niet van overtuigd dat jonge spelers te allen prijze aan boord houden het verstandigste was dat we konden doen’, analyseert een ancien van de club. ‘Het is tegenwoordig veel te gemakkelijk geworden om prof te worden bij Anderlecht. Als je enkele goede wedstrijden gespeeld hebt bij de U15 en er is wat belangstelling voor je, dan krijg je al snel een contract.’
Om een exodus te vermijden neemt Sporting het risico om zijn kern flink te verjongen om zo meer kansen te geven aan Neerpede. Felice Mazzu betaalt die evolutie cash.
De nieuwe revolutie
Door de Karolingse coach naar de hoofdstad te halen droomde Wouter Vandenhaute ervan dat die zijn successen van bij Union zou herhalen. In die mate dat de ex-coach van de Zebra’s koppig leek vast te houden aan zijn 3-5-2 van bij geel-blauw, hoewel hij in het Lottopark heel andere profielen – zowel tactisch als psychologisch – ter beschikking had dan in het Dudenpark. Voor de spelers stond de extreme moderniteit van de coaching van Kompany in schril contrast met de emotionele kracht van zijn opvolger. Na een serie slechte resultaten was de conclusie dat de transplantatie mislukt was. Mazzu leek wat geel-blauw bloed in zijn ploeg te willen injecteren en stelde de club daarom het profiel voor van Koki Machida toen er een linksachter moest aangetrokken worden. Uiteindelijk opteerde Anderlecht voor een grotere naam met de meer ervaren maar minder snelle Jan Vertonghen. Die werd gekoppeld aan een Zeno Debast die ook niet meteen bekendstaat om zijn snelheid.
De jongeren van het huis slagen er niet in het ritme vol te houden, voor een stuk omdat ze overschat zijn door het bestuur, maar ook omdat ze vele jaren alleen maar geprezen werden om hun talent en met te veel tegelijk voor de leeuwen werden gegooid om de sportieve en financiële balans van de club in evenwicht te houden. Na de terugkeer uit Londen en de nederlaag op West Ham – de zevende van het seizoen dan al – ziet Peter Verbeke zich genoodzaakt om zijn staf samen te roepen voor een vergadering tijdens dewelke hij uiteenzet hoe kritiek de situatie is. Meteen daarna moet de CEO gedwongen rust nemen en is het Vandenhaute die de teugels in handen neemt bij de zoektocht naar een nieuwe sportief directeur.
Die zoektocht staat los van de gezondheidsproblemen van Verbeke. Integendeel, de CEO stelde in de zomer zelf al een lijst van een dozijn profielen op voor de lastige sportieve leiding, die moeilijk te combineren valt met het dagelijks bestuur van een groot bedrijf als RSC Anderlecht. Bij Brugge, Genk of Antwerp hebben ze overal een duo CEO-sportief directeur en Verbeke wil hetzelfde bij Sporting. Een van de mannen op die lijst, ene Jesper Fredberg, ontmoet Vandenhaute en Verbeke in Londen, in de marge van die bewuste uitwedstrijd tegen de Hammers. De Deen was opgevallen door zijn knappe resultaten aan het hoofd van een bescheiden club als Viborg. Die werd een referentie dankzij haar sportief directeur, die een goede mix bezit van overtuigingskracht om gerenommeerde spelers aan te trekken, flair om talenten die onder de radar gebleven zijn op te waarderen en het behoud van een uitgesproken clubmentaliteit, bijvoorbeeld door spelers aan te moedigen om in de stad te komen wonen en zich op die manier verbonden te voelen met het lokale leven. Fredberg, die door zijn verwezenlijkingen in eigen land bijna een koning was geworden, besloot na besprekingen met Vandenhaute – bij afwezigheid van Verbeke – om de uitdaging aan te nemen. Toen Verbeke terugkeerde, gaf de Deen aan de CEO te kennen dat diens toekomst zich ver van Neerpede zou afspelen. Samen met zijn nieuwe coach Brian Riemer is Jesper Fredberg voortaan de enige die het sportieve beleid van Sporting Anderlecht bepaalt.
Zijn eerste contacten met de kweekvijver van paars-wit doen terugdenken aan de passage van Emilio Ferrera in de hoofdstad. Net als hij slaat Fredberg een hardere toon aan: als je niet voor Anderlecht wilt spelen, dan vertrek je maar. Een houding die al opviel in Denemarken, waar enkele spelers van Viborg zonder pardon uit de kern werden gezet omdat ze openlijk hadden gesproken over hun verlangen om te vertrekken. Fredberg, die het Brusselse project opnieuw in de steigers moet zetten, belooft dat de eerste effecten tegen volgende zomer zichtbaar zullen zijn. Dan zullen er volgens zijn naaste medewerkers grote veranderingen doorgevoerd zijn, zowel op het veld als daarbuiten. In het Lottopark begint de revolutie dus opnieuw. Zowel de fans als de aandeelhouders hopen dat dit dan de laatste zal zijn.