“De coëfficiënt van ons clubvoetbal wordt stilaan problematisch.” De verkenning van het Russisch voetbal, toekomstig tegenstander van de Rode Duivels op het WK 2002.
Moskou rilt. Een koudegolf, afkomstig van Siberië, heeft de Russische hoofdstad in zijn klauwen. De temperaturen zakken van min tien tot min twintig graden, en dat is ook hier ongebruikelijk. Lada’s en Volga’s staan ingesneeuwd op straat, men kan zich niet van de indruk ontdoen dat die pas in de lente weer zullen starten – in het beste geval. Die zorgen hoeven de eigenaars van de luxueuze Mercedessen ernaast zich alvast niet te maken. Die zorgen en andere allicht evenmin : de intrede van de vrijemarkteconomie heeft de sociale verschillen in Rusland zichtbaar alleen maar verbreed.
Het Rode Plein ligt er vrij verlaten bij. Een trosje handelaars verbijt de polaire kou en klampt de verkleumde toeristen aan met souvenirs. Voor wat animatie moet je dezer dagen de winkelgalerijen induiken. Daar doen de Moskovieten hun kerstaankopen en tracteren zichzelf op een… ijsje. Nog lager onder de grond bevindt zich het mierennest van de metro. Daar valt het leven geen seconde stil. De metro van Moskou vervoert dagelijks acht miljoen passagiers. Dat is meer dan de metro’s van Londen en New York samen.
Wel stilgevallen is het Russische voetbal. De nationale competitie werd in november afgesloten. Het Spartak Moskou van trainer en tegelijk voorzitter en ook nog bondscoach Oleg Romantsev behaalde andermaal de titel.
De Russische voetbalfederatie houdt kantoor in het zuiden van Moskou, in een monumentaal gebouw vlakbij het Luzhniki-stadion. Het gebouw huisvest ook de federaties van de andere olympische sporten. Daar worden we opgewacht door Vladimir Rodionov, secretaris-generaal van de Russische voetbalbond. Aan de muur van zijn kantoor hangen tal van fanions – onder meer de vaandels van Marseille en Parma, die hier een finale van de Uefabeker speelden. Voor Rodionov torent een stapel papieren, die hij tijdens het gesprek klasseert en herklasseert.
Kan u zichzelf voorstellen ?
Vladimir Rodionov : Ik ben sinds 1992 secretaris-generaal van de Russische voetbalbond, dat is dus sinds de splitsing van de Russische Federatie. Voordien was ik bestuurslid van Lokomotiv. Daar was ik trouwens ook speler – een bescheiden verdediger, voor een nationale selectie haalde ik te weinig niveau – en jeugdtrainer.
Wat is hier de algemene mening over de WK-lottrekking, die Rusland in Groep H onderbracht ?
Volgens de publieke opinie is het een gemakkelijke groep. Zelf deel ik die mening niet. Ik ken de mogelijkheden van België en Tunesië en onderschat ze niet. En ik ben verschrikkelijk op mijn hoede voor Japan. Met een organiserend land moet je op een WK altijd opletten. Volgens mij is er geen uitgesproken favoriet in deze groep.
Wat denkt u van België ?
Ik moet toegeven dat België me op Euro 2000 ontgoocheld heeft. De prestaties tegen Zweden en Turkije waren ronduit teleurstellend. Ik herinner me ook de flater van jullie doelman nog levendig. Maar misschien is er sindsdien iets veranderd. De dubbele overwinning tegen Tsjechië verdient in ieder geval alle respect. De belangrijkste kwaliteit van België vind ik zijn spelintelligentie. Het team kan bijna perfect georganiseerd voetballen. Het individueel talent daarentegen laat te wensen over.
Maar u kent toch een paar spelers ?
Niet echt goed. Luc Nilis heeft zijn carrière beëindigd. De vorige generatie Belgische voetballers ken ik beter : Jan Ceulemans en Enzo Scifo waren echte wereldsterren. In de huidige ploegen lopen geen echte sterren rond.
Marc Wilmots ?
Misschien, ja. Maar het Russische voetbal sukkelt met hetzelfde probleem. We hebben ook geen vedetten meer zoals vroeger. Kijk naar het referendum van de Ballon d’Or. Bij de eerste vijftig valt geen spoor van een Russische voetballer te bekennen.
Hoe bereidt Rusland zich voor op het WK ?
Wij spelen maar drie vriendschappelijke wedstrijden. In februari in Ierland, in maart in Estland en in april in Frankrijk. Telkens buitenshuis dus, omdat het Russische klimaat ons niet toelaat om in goede omstandigheden voor eigen volk te spelen. Wel denken we eraan om in mei een toernooi in Moskou te organiseren. Behalve Rusland zouden daar drie ploegen aan deelnemen. We hebben Polen en Oekraïne uitgenodigd en we hopen dat we nog een Afrikaanse ploeg naar hier krijgen.
Twee weken voor het WK reizen we naar Japan af. Er is zeven uur tijdverschil tussen Moskou en Tokio. Nu ja, voor België is dat zelfs negen uur. We kregen een uitnodiging van Toyota, dat de ploeg graag zou ontvangen in hun sportcenter, maar daarover moeten we nog beslissen.
Oleg Romantsev is tegenwoordig bondscoach, maar ook trainer én voorzitter van Spartak Moskou. Is die cumul van functies niet vervelend ?
Neen. Bijna al onze internationals die in het buitenland spelen, zijn afkomstig van Spartak Moskou : Karpin, Mostovoi, Khokhlov, Onopko. Als zij terugkeren voor de nationale ploeg, keren ze als het ware naar de bron terug. De aanpassing aan het tactisch systeem van de Russische nationale ploeg verloopt telkens in alle soepelheid.
Maar zien de andere clubs, die spelers aan de nationale ploeg leveren, daar geen graten in ?
Welke spelers ? Er zitten drie internationals bij Lokomotiv, één bij Torpedo en één bij Dynamo. Dat is alles.
Momenteel is het winterstop in het Russische voetbal.
Dat klopt. De nieuwe competitie begint op 8 maart. Naar mijn mening is dat veel te vroeg, want de weersomstandigheden dreigen dan precies dezelfde als die van nu te zijn. Maar we zijn wel verplicht om zo vroeg weer te beginnen, want door het WK moet de competitie straks zes weken onderbroken worden. Bij vorige gelegenheden deden we dat niet. Ook als Rusland aan WK’s of EK’s deelnam, schortten we de competitie niet zo lang op. Maar we ondervonden toen dat de publieke belangstelling voor competitiewedstrijden in zulke perioden dramatisch daalde. Alle aandacht van het publiek en de pers was op dat EK of WK gericht.
Wat doen de voetballers tussen eind november en begin maart ?
De meeste clubs geven hun spelers enkele weken vakantie. Ze beginnen dan de voorbereiding met een stage in het zuiden van Rusland of in een Zuid-Europees land. Eind januari organiseren we elk jaar in Moskou een toernooi in zaal, waarop de de beste clubs van de vroegere Sovjet-Unie present zijn : de kampioenen van Oekraïne, Moldavië, Estland, enzovoort. Maar ik geef toe, de onderbreking duurt te lang. Vooral mentaal ligt dat niet gemakkelijk.
In de Champions League kwam Lokomotiv Moskou met 1-5 winnen bij Anderlecht.
Ik denk niet dat die score de onderlinge krachtverhouding weergeeft. De match verliep volgens een irreël scenario. In het begin van de match kreeg Anderlecht de beste kansen, maar kon die niet benutten. In de tweede helft vielen de doelpunten aan de andere kant. In Moskou zijn ze weken over die wedstrijd bezig geweest. Maar ondertussen is Lokomotiv wel al uitgeschakeld in de Uefacup. Gewipt door Hapoël Tel Aviv, daar moet ik toch ook geen tekening bij maken…
Die 1-5 houdt hoe dan ook een ernstige waarschuwing aan de Rode Duivels in.
Daar ben ik niet van overtuigd. Lokomotiv Moskou is de nationale ploeg niet. Het is zelfs geen exclusief Russische ploeg. Er lopen nogal wat buitenlandse spelers in de rangen van Lokomotiv rond. Te veel naar mijn smaak, trouwens. Zoals overal in Rusland, bovendien. Spartak Moskou, en dan spreken we toch over de kampioen van Rusland, stelde in sommige wedstrijden maar drie Russische spelers op. Er spelen momenteel 180 buitenlandse voetballers in de Russische competitie. Oké, de meesten komen uit gewezen Sovjetrepublieken, zoals Oekraïne of Wit-Rusland, maar er dweilen hier ook Joegoslaven, Brazilianen, Zuid-Afrikanen en Nigerianen rond. Dat wordt stilaan problematisch. Onze jongeren krijgen nog weinig kansen om zich in het eerste elftal van hun club te integreren.
Herinnert u zich nog de eerste niet-Sovjetvoetballers die in Rusland kwamen spelen ?
De eerste Brazilianen belandden bij Nizhni Novgorod, een kleine club. Maar lang zijn die niet gebleven, na hooguit zes maanden waren ze alweer vertrokken. Hier in Rusland denken ze dat alle Brazilianen baltovenaars zijn. Dat viel dus in dit geval ferm tegen, zo erg dat men begon te denken dat die spelers geen echte Brazilianen waren. Helaas was die tegenvaller niet van aard om de andere clubs te ontmoedigen in hun jacht op buitenlandse spelers.
Vormt het Russische klimaat geen te grote handicap voor Braziliaanse en Afrikaanse voetballers ?
Nee, ik stond zelf versteld van hun vermogen om zich aan te passen. Soms worden hier nochtans wedstrijden gespeeld bij een temperatuur van verschillende graden onder nul. Maar geen probleem, ze trokken een lange broek en handschoenen aan en ze trokken goed hun plan.
Zien we Spartak en Lokomotiv Moskou volgend seizoen terug in de Champions League ?
Zeker, ze zijn als nummer één en twee geëindigd. Maar ze moeten straks wel de derde voorronde van de Champions League passeren. Spartak en Lokomotiv hebben dit seizoen goed hun streng getrokken, maar de Europese resultaten van de andere Russische clubs waren niet om over naar huis te schrijven. Daar zouden we ons best eens vragen bij stellen, want onze coëfficiënt is aan het zakken. Op het niveau van de clubs staat Rusland pas als 26ste land van Europa genoteerd. Eén van de belangrijkste redenen voor die terugval is de exodus van onze beste spelers : die gaan stuk voor stuk in het buitenland hun talent verzilveren.
Deze trend valt natuurlijk moeilijk in te dijken, maar heeft wel een tanende belangstelling van het publiek voor het Russisch voetbal tot gevolg. Vooral in Moskou doet dit fenomeen zich voor. Geen wonder, er spelen zeven ploegen uit Moskou in de eerste klasse. Dat is veel te veel. Ik weet het wel, in Londen heb je dat ook, maar daar heeft dat een historische traditie en die Londense derby’s blijken een goede zaak voor het Engelse voetbal. Hier speelt Torpedo Moskou in het Luzhniki-stadion – en dat is dan nog het nationaal stadion – voor een gemiddelde van drie- à vierduizend toeschouwers. Kunt u zich de leegte in dat stadion voorstellen – het heeft 84.000 plaatsen ! Spartak is de populairste club, maar ook daar gaan de toeschouwersaantallen naar beneden. In de voorbije jaren kregen die geregeld twintigduizend kijkers over de vloer, maar in het afgelopen seizoen was twaalfduizend het maximum. Terwijl ploegen uit provinciesteden nog gemakkelijk dertigduizend toeschouwers lokken. U begrijpt dat ik wat graag meer topploegen uit de provincie zou zien. Maar dat is bijzonder moeilijk : de grootste Russische ondernemingen hebben hun hoofdzetel natuurlijk in Moskou.
De zoektocht naar sponsors is ook een nieuw gegeven in het Russische voetbal.
Dat is zo. In 1992 heeft het Russisch voetbal elke staatssteun verloren, dus moeten we ons sindsdien behelpen met privémiddelen. De Russische voetbalfederatie wordt gesponsord door een petroleumbedrijf. De meeste clubs ondervonden overigens weinig moeilijkheden bij het hengelen naar een sponsor. Er zijn aluminium-, gas- en petroleumbedrijven genoeg die graag wat bekender willen worden. In de agglomeratie van Moskou, op zo’n dertig kilometer van de stad, is er nu een nieuwe club : Saturn. Die club is zeer goed gestructureerd, beschikt over een excellente infrastructuur, op korte tijd zijn die geëvolueerd van een amateurclub naar een club in de eerste klasse. Saturn is één van de emanaties van de vrijemarkteconomie.
De enige club die er de laatste jaren in geslaagd is de heerschappij van Spartak Moskou te doorbreken, is Alania Vladikavkaz. Dat werd kampioen in 1995. Anderlecht heeft er nog tegen gespeeld in het kader van de Europabeker.
Het is een ploeg uit de Kaukasus, wat bij de internationale instanties nogal voor problemen zorgde. Want ook in België zullen jullie allemaal wel meteen de link leggen tussen de Kaukasus en Tsjetsjenië. Nochtans : Dortmund, Liverpool en Anderlecht hebben daar gespeeld en hebben geen enkel probleem gekend.
Dit seizoen lag dan weer de club Makhachkala aan de basis van moeilijkheden.
Ja, de Glasgow Rangers weigerden in Dagestan te gaan voetballen. De Uefa heeft dan beslist om deze confrontatie in één wedstrijd af te handelen, op een neutraal terrein in Warschau. Ik begrijp dat niet. Makhachkala neemt zonder enig probleem deel aan de Russische competitie. Op het vlak van veiligheid werden altijd alle garanties gegeven. Er was een escorte voorzien voor de spelers en de delegatie van de tegenstander, de scheidsrechters en de afgevaardigden van de Uefa. Maar sinds de aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten loopt iedereen met de daver op het lijf.
Volgens u is het niet gevaarlijk om in Makhachkala te gaan voetballen ?
Niet gevaarlijk, neen. Afijn, ik bedoel : niet gevaarlijker dan bijvoorbeeld in Israël te gaan voetballen.
Koestert u als secretaris-generaal een groot project ?
Jazeker, en wel de ontwikkeling van de jeugdopleiding. Sinds de opschorting van de staatssteun worden wij met een groot probleem geconfonteerd : hoe moeten we de jeugdscholen financieren ? De clubs investeren liever in hun eerste elftal en de sponsors willen meteen resultaten. We moeten alles opnieuw, van aan de basis, installeren. Ik droom ervan om met het voetbal naar de scholen te gaan. Maar dat vraagt veel inspanningen. Er moeten opleiders zijn, ballen, een uitrusting. Vroeger organiseerde de staat dat allemaal.
Het lijkt wel of u heimwee naar het oude regime hebt.
Naar bepaalde aspecten ervan dan toch. Voor een coach was het oude systeem een droom. Een coach had geen enkele kopzorg : hij diende zich alleen om het sportieve te bekommeren. Toen ik coach van de min-21-jarigen was, kreeg ik het programma van toernooien en voorbereidingsstages zo voorgeschoteld. Op die manier ben ik met mijn ploeg in 1990 Europees kampioen geworden.
door Daniel Devos