In de aanloop naar de vriendschappelijke wedstrijd tussen Tsjechië en België, een overzicht van de historische voetbalbanden tussen beide landen.
Momenteel zijn in de Belgische eerste klasse zeven Tsjechische spelers actief : Jan Koller (Anderlecht), Lucas Zelenka (Westerlo), Oldrech Parizek (Antwerp), Lambert Smid (Beveren), Daniel Zitka en Roman Vonasek (Lokeren) en Petr Vlcek (Standard). Lokeren zorgde recent voor een nieuwe golf Tsjechische spelers, maar ook vroeger speelden er al veel in België. De eerste was Ignace Russ, die tussen 1925 en 1932 drie keer voor Daring speelde.
In zijn spoor volgden 35 anderen. De bekendsten waren Josef Masopust (Crossing Schaarbeek, 1968/69), Ludo Cvetler (Standard, 1969-72), Alexander Horvath (Daring, 1970-72), Jozef Vacenowsky (AA Gent en Lokeren 1969-1972), Andrej Kvasniak (Racing Mechelen, 1971/72), Anton Ondrus (Club Brugge, 1981-83) en Zdenek Nehoda (Standard, 1983/84). Daarnaast gingen ook Tsjechische trainers in ons land aan de slag. De Franse Tsjech Louis Dupal eindigde met Club Brugge tussen 1964 en 1967 achtereenvolgens als dertiende, vijfde en tweede. Georges Sobotka werd met Charleroi tweede in 1968/69 en Ladislav Novak trainde een hele resem Belgische topklassers : Lokeren, Antwerp, Beerschot, Sint-Niklaas en RWDM.
Josef Masopust was een uitzonderlijke voetballer, zonder twijfel de stijlrijkste van zijn generatie. Hij was tweevoetig, beschikte over een uitstekende dribbel en een precies schot en kon het spel als geen ander verdelen. Na de wereldbekerfinale van 1962 in Chili, die door Tsjechië met 3-1 werd verloren van Brazilië, kreeg hij de Gouden Bal. Onlangs werd hij gelauwerd als beste Tsjechische voetballer aller tijden. Masopust beëindigde zijn carrière bij Crossing Schaarbeek, waar hij zeer nauwe vriendschapsbanden aanknoopte met een aantal families in Limburg. Van 1980 tot 1984 trainde hij trouwens Hasselt. Ook nu komt hij nog vaak naar ons land, want zijn dochter – die getrouwd is met een vroegere speler van Hasselt – woont in België.
Andrej Kvasniak, die eveneens de WK-finale speelde in Chili, belandde in 1972 bij tweedeklasser Racing Mechelen. Hij had talent zat, maar ook een uitgesproken voorkeur voor pilsjes en vrouwen. De 1m85 grote linkspoot was in staat subtiele tikjes te geven à la Rensenbrink, was voor de goal even koel als Erwin Vandenbergh en beschikte over een uitstekend kopspel. Samen met de Noor Todd Iversen – vader van de huidige Tottenhamspits – vormde hij een geducht spitsenduo, maar door zijn exuberante levensstijl schoot hij fysiek iets te kort. De komst van het sterke duo Masopust-Kvasniak kan beschouwd worden als een wederdienst van Tsjechië aan ons land. In 1930 trok de zeer talentrijke Raymond Braine – in ons land geschorst omdat hij een café uitbaatte – als eerste Belgische profvoetballer naar Sparta Praag.
Ook Alexander Horvath had veel talent, maar als gevolg van diverse blessures kon hij dat niet altijd tonen. Hij kwam bij Daring Molenbeek op het einde van het seizoen 1969/70, maar mocht niet aantreden in de met 6-1 verloren bekerfinale tegen Club Brugge. Met hem erbij als stopper was de nederlaag van de Brusselaars misschien niet zo uitgesproken geweest. Na zijn spelerscarrière was hij actief als jeugdtrainer bij RWDM, waar hij de huidige manager Freddy Smets onder zijn hoede had. Nadien werd hij trainer van de A-ploeg van RWDM en coach van La Louvière, Ache en Crossing Ganshoren.
De Rode Duivels speelden elf keer tegen Tsjechië en wonnen slechts drie keer. Ze speelden twee keer gelijk en verloren zes keer. Tsjechië scoorde in die partijen 21 keer en kreeg 13 goals tegen. De Tsjechen hebben ook een veel mooiere internationale palmares : een finaleplaats op het WK van 1962, een Europese titel in 1976 (5-4 in de strafschoppen tegen West-Duitsland met die onvergetelijke penalty van Panenka), een tweede plaats op het EK van 1996 en een derde plaats op het EK van 1980, toen België de finale verloor tegen Duitsland. Tsjechië eindigde ook nog als derde in de Confederations Cup van 1997. De kers op de taart was de olympische titel die het team in 1980 veroverde in Moskou.
Die titel kwam er zestig jaar na de – in een halve wedstrijd – verloren olympische finale in Antwerpen tegen België. Uit het gouden boek rond de vijftigste verjaardag van de Belgische bond lezen we : “Op het terrein van Beerschot roept de Engelse scheidsrechter Lewis voor een record aantal toeschouwers de volgende spelers bij zich. België : Debie, Swartenbroeckx, Verbeek, Musch, Hanse, Fierens, Van Hege, Coppée, Bragard, Larnoe en Bastin. Tsjechië : Lapka, Mac Hogier, Steener, Koletany, Persch, Seiffer, Sedlacez, Panda, Pila, Vanik en Svaja. De Belgen maken het eerste doelpunt via Coppée en verhogen hun voorsprong langs Larnoe. Vijf minuten voor de rust doet zich een spijtig incident voor. De geraakte Coppée moet buiten het veld worden gedragen en de scheidsrechter sluit een Tsjechische speler uit. Zijn ploegmaats zijn het met die beslissing niet eens, en trekken zich terug. Ze verlaten het veld en laten de overwinning aan de Belgen.”
Het beroep dat de Tsjechen later indienden, werd verworpen door de jury. Nadien gaven de Tsjechen met hun subtiele techniek de Belgen vijf keer na elkaar voetballes. In Luik bleef het in 1927 nog bij een gevleide 2-3 nederlaag, maar datzelfde jaar won Tsjechië in Praag met 4-0. In 1930 werd het in Antwerpen opnieuw 2-3, op de Heizel in 1955 1-3 en in Praag datzelfde jaar 5-2. De volgende 33 jaar speelden de landen niet meer tegen elkaar. In 1988 troffen ze elkaar in de kwalificatieronde voor het WK 1990. Het door vele afwezigen gehandicapt team van Guy Thys werd in Bratislava van het kastje naar de muur gespeeld, maar kon dank zij een enorme inzet toch de 0-0 op het bord houden. De terugwedstrijd werd een spektakelstuk voor 35.000 toeschouwers. Dankzij twee goals van Marc Degryse trokken de Belgen aan het langste eind : 2-1. Op een tweede zege tegen Tsjechië had België dus 69 jaar moeten wachten.
De overwinning werkte inspirerend want in de kwalificatieronde voor de World Cup van 1994 gingen de Rode Duivels voor het eerst ook in Praag winnen : 1-2 met twee doelpunten van de door Paul Van Himst weer opgeviste Alex Czerniatynski. Beslissend voor een plaats op de eindronde van het WK was de wedstrijd van 17 november 1993. Een nederlaag tegen de Tsjechen stond voor de Belgen gelijk met de uitschakeling, maar Filip De Wilde speelde de match van zijn leven en zorgde ervoor dat de Belgen zich via een scoorloze draw konden plaatsen. Voor de Tsjechen was het een historische wedstrijd want ze traden voor het laatst aan als de republiek Tsjecho-Slowakije. De laatste confrontatie tussen België en Tsjechië dateert van februari 1999, toen de debuterende Jan Koller in Brussel voor de 0-1-eindstand zorgde.
In de wedstrijden tussen Belgische en Tsjechische clubs in de Europabekers helt de balans over in het voordeel van de Belgen. De Belgische clubs kwalificeerden zich zeven keer (vijf keer Anderlecht, één keer Standard en één keer Beveren) en werden vijf keer uitgeschakeld (drie keer Anderlecht en twee keer Standard). De uitslagen :
Landskampioenen : 1966/67 Dukla Praag-Anderlecht (4-1; 2-1), 1967/68 Sparta Praag-Anderlecht (3-2; 3-3), 1972/73 Spartak Trnava-Anderlecht (1-0; 1-0), 1974/75 Slovan Bratislava-Anderlecht (4-2; 1-3), 1987/88 Sparta Praag-Anderlecht (1-2, 01), 1993/94 Sparta Praag-Anderlecht (1-2; 2-4);
Uefacup : 1977/78 Standard-Slavia Praag (1-0; 4-2), 1979/80 Standard-Boby Brno (1-2; 2-3), 1982/83 Boheminas-Anderlecht (0-1; 1-3), 1983/84 Anderlecht-Banik Ostrava (2-0; 2-2), 1987/88 Beveren-Bohemians (2-0; 0-1);
Beker voor Bekerwinnaars : 1972/73 Standard-Sparta Praag (1-0; 2-4).
Tijdens het seizoen 1966/67 scoorde Jan Mulder in de Tsjechische hoofdstad de openingsgoal voor Anderlecht, maar Dukla Praag won nog met 4-1. Ook thuis verloor Anderlecht. Mraz diende paars-wit met een tweede goal de genadeslag toe. Diezelfde speler was het jaar nadien weer aan het feest, nu met Sparta Praag. De uitschakeling tegen Trnava was verrassender. Na die drie nederlagen kon Anderlecht zich vijf keer op rij plaatsen ten nadele van een Tsjechische ploeg. Tegen Bratislava gebeurde dat wel pas in de laatste seconden, met een goal van Jean Thissen.
In 1972/73 kon Standard zich zonder Wilfried Van Moer niet doorzetten tegen het Sparta Praag van Josef Chovanec. Tijdens het seizoen 1977/78 had het Standard van Robert Waseige al vier jaar niet meer Europees gespeeld. De Europese vuurdoop van doelman Michel Preud’homme liep goed af : met goals van Asgeir Sigurvinsson en Harald Nickel schoven de Rouches Slavia opzij. Twee seizoenen later schakelde Brno, geleid door Josef Masopust, een Kansloos Standard uit. Beveren, met onder meer Rosez, Antoon Pfaff, Lambrichts en Lemoine schakelde in 1987/88 Bohemians uit dankzij twee doelpunten in de heenwedstrijd van de roodharige Engelsman Brian Fairclough.
door Henry Guldemont