Ex-coach van Luca Brecel: ‘Hij heeft extreem veel zelfvertrouwen en gelooft oprecht dat hij alles kan’
Vanaf zaterdag verdedigt Luca Brecel zijn wereldtitel snooker in het Engelse Sheffield. Zijn ex-coach Chris Henry schat zijn kansen en zijn toekomst in.
Sinds kort werkt hij met Ronnie O’Sullivan, de beste snookerspeler ooit. In het verleden begeleidde Chris Henry (58) ook een ander snookericoon, Stephen Hendry, en latere wereldkampioenen als Shaun Murphy en Mark Selby. Een fameus palmares als coach, waar ook Luca Brecel (29) op staat. Henry had hem in twee periodes onder zijn hoede, toen de Limburger nog een beloftevolle tiener en jonge twintiger was. Vandaag houdt de Brit, die een Belgische vrouw heeft en al dertig jaar in het West-Vlaamse Varsenare woont, nog altijd contact met Brecel en zijn familie. Toen die vorig jaar zijn wereldtitel vierde in Maasmechelen, tekende Henry er ook present om hem te feliciteren.
U voorspelde al in 2008, toen Brecel pas dertien was, dat hij ooit wereldkampioen zou worden. U plakte er toen zelfs een jaartal op: 2021. U hebt gelijk en een beetje ongelijk gekregen.
Chris Henry: (lacht) De latere timing heeft me het meest verrast. Maar dát hij ooit de wereldtitel zou pakken, daar bleef ik wel van overtuigd. Luca is zo getalenteerd, zo speciaal. Na slechts één blik op de tafel weet hij exact wat hij moet doen, zoals Jimmy White en Alex Higgins indertijd, en nu ook O’Sullivan. Natuurtalenten die niet twee, maar vier, vijf shots vooruitdenken én het snel uitvoeren. Dat Luca pas in 2023 de titel behaalde, heeft slechts één reden: hij was niet altijd even gedreven, maakte niet de vereiste trainingsuren.
Des te opvallender was daarom dat hij in de weken voor het WK naar eigen zeggen amper of niet aan de snookertafel had gestaan en vooral darts had gespeeld. Hoe verklaart u dat?
Henry: Vier, vijf, zes uur per dag, zoals veel topspelers, zal hij niet hebben getraind, maar helemaal niet zou mij enorm verbazen. In ons brein creëren neurale verbindingen mechanische en visuele gewoontes. De mechanische software verlies je niet plots, zelfs niet als je twee weken niet traint. De visuele component breekt het eerst en het vlugst af. Dat beïnvloedt de touch and feel van een speler: héél precies afstanden kunnen inschatten. Cruciaal in het snooker om onder meer je witte bal telkens juist te positioneren voor de volgende pot.
Zelfs bij een toptalent als Luca kan dat vermogen afnemen. Wellicht zal hij dus minstens een uurtje per dag hebben getraind. Op lange termijn niet houdbaar, en verre van ideaal voor veel spelers, maar voor Luca toen net voldoende. Mede omdat hij voor het WK al veel matchen had gespeeld, qua mechaniek en techniek zat het dus goed.
Als Luca Brecel écht wil, kan hij nog meerdere keren wereldkampioen worden.
Zijn spannende eerste ronde, 10-9 winst tegen Ricky Walden, werd zo misschien een voordeel?
Henry: Zeker. En als hij toch een tikje ritme tekortkwam, dan maakte hij dat goed in de match. Zo kon hij ook lang wennen aan de specifieke, intieme omgeving van het Crucible Theatre in Sheffield, waar de toeschouwers heel dicht bij de spelers zitten. Bovenal was het ook een grote opluchting: voor het eerst in zijn carrière had hij die eerste horde van het WK genomen. Veel druk viel zo weg.
Hij had pas een nieuwe vriendin, die hem het hele toernooi bijstond. Was dat een positieve factor?
Henry: Absoluut, mede daardoor was hij zo ontspannen. Wie ooit verliefd is geweest, zal dat gevoel herkennen. Dan wil je je nieuwe geliefde imponeren. Als een mannetjespauw die met zijn kleurrijke staart zwaait. (lacht)
Zelfs toen Brecel in de kwartfinale tegen Ronnie O’Sullivan 10-6 achter kwam, leek hem dat niet te deren.
Henry: Wat Luca toen heeft gedaan, was ronduit sensationeel: tegen O’Sullivan, de beste speler ooit, zeven games op rij winnen. Dat had ik nog nooit gezien. En niet door plots anders te spelen, maar door O’Sullivan te counteren met zijn eigen wapens: agressief, aanvallend snooker. Op die manier bracht hij hem helemaal van zijn melk. Luca dacht: ik ga toch verliezen, en werd zo relaxed dat hij het allerbeste in zichzelf bovenhaalde.
Hoe keek de snookerwereld – fans, collega’s, analisten – naar zijn plotse succes?
Henry: Geloof me: al zijn collega’s weten welk immens talent Luca is. En hij had ook al grote toernooien gewonnen. Een eendagsvlieg kon je hem dus niet noemen. Het WK, met al die lange matchen over twee weken, kun je ook niet per toeval of met geluk winnen. De beste haalt het áltijd. Bovendien deed Luca dat met soms weergaloos snooker, niet door defensief, saai safety play. En hij is ook een charmante persoonlijkheid. Al die factoren creëerden veel appreciatie en enthousiasme.
Met als extra element dat Luca de eerste speler van het Europese vasteland werd die de wereldtitel veroverde. Niet onderschatten hoe speciaal en moeilijk dat is. Zeker omdat hij nooit het geijkte pad – naar Groot-Brittannië verhuizen en daar uren met de toppers trainen – heeft gevolgd. Meer zelfs: tijdens het WK reisde hij tussen de rondes door soms terug naar België. Typisch Luca, hij volgt zijn eigen weg.
Dit seizoen liep het tot dusver veel minder: pas 38e op de seizoensranglijst, vaak vroeg uitgeschakeld. Hoe komt dat?
Henry: De zogenaamde vloek van het Crucible Theatre: nog nooit heeft iemand die voor het eerst wereldkampioen werd, het jaar erna zijn titel verlengd. Onderschat niet wat dat teweegbrengt: veel meer aandacht van media en fans, invitaties voor exhibitietoernooien en feestjes… Zijn leven veranderde volledig. Vergeet ook niet dat Luca introvert van karakter is, graag tijd voor zichzelf heeft, of met zijn hechte vriendenkring en familie. Als je dan aan al die verplichtingen moet voldoen, is dat mentaal heel belastend. Mede daardoor ging hij minder trainen en minder toernooien spelen. Zo werd zijn touch and feel minder, miste hij meer lange ballen en verloor hij dikwijls de controle over zijn witte bal. Bovendien liggen de verwachtingen voor elk toernooi, als wereldkampioen, veel hoger. Elke tegenstander wil je ook kloppen.
Wat raadt u hem aan voor het komende WK?
Henry: Hetzelfde doen als vorig jaar: met een open, vrije geest zijn kenmerkende snooker spelen – agressief, aanvallend, snel. Voor een instinctieve speler als Luca is dat zeer belangrijk. Dat bespaart niet alleen veel mentale energie in zo’n lang toernooi, het is ook dé manier om in the zone te raken. Dan denkt hij niet meer écht na, maar voert hij bijna onbewust alles automatisch uit wat hij heeft geleerd, zonder invloeden van buitenaf. Het probleem is dat je niet zomaar kunt switchen naar die zone. Je brein moet daarvoor klaar zijn, en dat kan alleen als je dingen doet die je goed liggen. Ook belangrijk: wat doe je als je geest níét in die zone zit? Dan moet je ook kunnen focussen. Voor Luca is dat de grootste hinderpaal. Soms zit hij met zijn hoofd elders, waardoor hij zelfs de simpelste ballen mist en gefrustreerd wordt. Zijn concentratie is nowhere, terwijl je dat woord in tweeën moet delen: now en here. Denken aan dít moment, dít shot, want dat neemt alle stress weg.
Als hij uw raad opvolgt, welke prestatie verwacht u dan van hem?
Henry: Na zijn slechte seizoen zou je zeggen: weinig. Maar dat hij níét opnieuw de titel behaalt, daar zou ik ook geen geld op willen inzetten. Cruciaal wordt, zoals vorig jaar, de eerste ronde. Als titelverdediger speelt Luca de openingsmatch van het WK, met alle spotlights op hem. Overleeft hij dat, dan zal hij een mentale boost krijgen. En dan weet je met hem nooit. Dan kan Luca die vloek van The Crucible zomaar doorbreken. Bovendien heeft Luca, áls hij zich goed voelt, een extreem groot zelfvertrouwen: hij gelooft oprecht dat hij alles kan, ook een tweede keer wereldkampioen worden.
Hoe zal Brecel volgens u de komende jaren presteren?
Henry: Het WK wordt belangrijk voor zijn positie op de wereldranglijst: hij staat nu vierde, maar hij heeft dat hoofdzakelijk te danken aan de punten die hij vorig jaar met zijn wereldtitel heeft veroverd. Als hij nu wordt uitgeschakeld in de eerste ronde, vallen bijna al die punten weg, dreigt hij in 2025 uit de top zestien van de wereld te vallen en mag hij niet deelnemen aan enkele toptoernooien. Voor Luca is het belangrijk dat hij daar kan spelen, want zo kan hij zijn kleiner aantal trainingsuren compenseren. Dat was ook een van de problemen dit jaar: omdat hij mentaal vermoeid was, kon hij zich niet kwalificeren voor een paar toernooien en werd het moeilijk om ritme op te doen.
Als Luca zich in die top zestien kan handhaven en er écht voor wil gaan, dan twijfel ik er niet aan dat hij nog een wereldtitel zal behalen, meerdere zelfs. Hij wéét nu dat hij het kan. Bovendien zal hij nog lang meegaan, want hij is pas 29 jaar – relatief jong, in het snooker. Dé vraag is echter: wíl Luca de nodige trainingsuren maken? Hij heeft nog altijd een grote passie voor zijn sport, maar wil hij álles opzijzetten, of toch meer dan nu, om een van de beste spelers ooit te worden? Nu wordt hij soms omschreven als een ‘parttime professional’. Misschien neemt hij daar vrede mee. Dat hij van het leven kan genieten en af en toe een piek beleeft. Mogelijk blokkeert Luca zelfs als hij elke dag zes uur per dag zou trainen. Het is een heel dunne lijn.
Luca Brecel wereldkampioen snooker: hoe onze ergernis omsloeg in bewondering
Waarom is die training in een weinig fysieke sport als snooker zo belangrijk? Ook voor een supertalent als Luca?
Henry: In het Engels zeggen ze: ‘Practice makes perfect.’ (oefenen leidt tot perfectie, nvdr), maar dat klopt niet helemaal. Beter is: ‘Practice makes permanent.’ Dan kun je in je hersenen hechte verbindingen tussen de zenuwen creëren die je op automatische piloot én efficiënt handelingen laten uitvoeren. Te vergelijken met een auto besturen: na tienduizenden kilometers kun je ook rijden zonder dat je hoeft na te denken.
Hoe meer continue herhaling, hoe meer die neurale verbindingen geen draadjes, maar kabels worden. Zulke sterke gewoontes dat het makkelijker wordt om je zelfs tijdens de spannendste momenten in een match – wanneer je vlugger geneigd bent om je techniek te verwaarlozen – op je gemak te voelen.
Als Luca niet opnieuw wereldkampioen wordt, wie dan wel?
Henry: Ik ben bevooroordeeld omdat ik sinds kort met hem samenwerk, maar ik ga toch voor Ronnie O’Sullivan. Hij zal met acht wereldtitels alleen recordhouder worden. Hij heeft dit seizoen al enkele toernooien gemist, maar won wel de Masters, heeft zich fysiek goed verzorgd en zal mentaal fris aan het WK beginnen – voor hem zeer belangrijk. Met zijn allroundspel en ervaring in het Crucible Theatre wordt hij moeilijk te verslaan.
Bio Chris Henry
1965: Geboren in Whalley, Verenigd Koninkrijk.
Al 25 jaar coach/trainer in het snooker en golf, gespecialiseerd in neurowetenschappen.
Werkte in het verleden met toppers als Stephen Hendry, Jimmy White, Shaun Murphy, Graem
Dott, Peter Ebdon, Mark Selby enLuca Brecel, en vandaag onder meer met de jonge Belg Julien Leclercq, Ali Carter en met Ronnie O’Sullivan.
Woont met zijn Belgische vrouw Marie in Varsenare.
Lanceerde in 2022 6reds, een nieuwe keusport (een combinatie van american
pool en snooker).