Op 26 oktober neemt Barcelona het op tegen Real Madrid. Aan de vooravond van de eerste Clásico van het seizoen: het levensverhaal van Fernand Goyvaerts, de enige Belg die zowel voor Barça als voor Real Madrid voetbalde en morgen 75 jaar geworden zou zijn.

Totaal onverwacht stapte jij mijn leven binnen. Er was geen weg terug.

Het fenomeen ‘Fernando’ die zonder zijn grote liefde ‘voetbal’ niet kon leven.

De onweerstaanbare, guitige, charmante Fernand die niet zonder zijn ‘liefde’ kon bestaan.

Voor alles ging je honderd procent en zonder omkijken. Ik ben je uiterst dankbaar.

Ik laat je nu een stukje los en geef je mijn onvoorwaardelijke liefde mee.

(Renée Vandermeersch, op het bidprentje van Fernand Goyvaerts, overleden in 2004)

Renée Vandermeersch, de eerste en nog altijd enige vrouwelijke spelersmakelaar in België, en sinds 1979 Fernand Goyvaerts‘ levensgezel, kent de verhalen over haar man. De beste Belgische voetballer. De rebel. Het enfant terrible. De schattige schelm. “Dat Fernand zo veel in zich verenigde, maakte hem zo speciaal. Fernand zag graag en wilde graag gezien worden, maar was tegelijk ook heel bescheiden. Als hij met spelers onderhandelde, dan sprak hij nooit over zijn voetbalverleden. Ik wel. En toen zei hij altijd: ‘Ik heb mijn manager meegebracht.'” (lacht)

Op het bureau staat de foto van haar man, meer dan negen jaar na zijn overlijden – na een tweede hersenbloeding – nog altijd héél aanwezig. Ze denkt terug aan hun eerste reis, in augustus 1979, naar Spanje, waar ze haar eerste voetbalwedstrijd – Betis Sevilla tegen Vasco da Gama – ooit zag. “In de tribune hoorde ik iemand vragen: ‘¿No es Fernando Goyvaerts?‘ Meer dan tien jaar na zijn vertrek uit Spanje werd hij nog herkend. On-voor-stel-baar! Een fantastische reis, waarin Fernand mij zijn hele traject toonde. De stadions, de mooiste plekjes, de restaurantjes…

“Voetbal was voor Fernand iets verhevens. Geen platte sport of commercie, maar kunst. Zelfs toen hij al spelersmakelaar was. Fernand was geen verkoper, maar had er vooral plezier in om talenten te ontdekken en te begeleiden. Toen hij Jean-Pierre Papin bij Valenciennes aan het werk had gezien, begreep hij niet dat Club zo lang aarzelde. ‘Zien ze dat nu niet?’ Voor Fernand ging het eigenlijk nog om het pure voetbal. Dat zegt alles over hem: getalenteerd, eigenzinnig, sociaal en écht.”

Vluchten voor de bommen

Februari 1945. België is bevrijd, maar vanuit het Duitse achterland en de nog bezette gebieden worden Belgische steden met V1’s bestookt. Het strategisch gelegen Antwerpen wordt het zwaarst getroffen, maar ook in Mechelen zaaien de Duitse bommen paniek en verdriet. Het huis van de familie Goy-vaerts is onbewoonbaar, Georges en Marie-Louise vluchten met hun twee kinderen – Fernand en zijn jongere broer Paul – naar Heist.

Het eerste jaar leeft het gezin van een bedrag dat het tijdens de Tweede Wereldoorlog in een kansspel heeft gewonnen, daarna opent vader op de zeedijk een patisserie. Vandermeersch: “Georges stamde uit een bakkersfamilie. Hij had nochtans een diploma als tandtechnicus, maar in die tijd moest je voor een dokter of tandarts werken en dat wilde hij niet.”

In de schaduw van de duinen sluit Goyvaerts een pact met de bal. Dagelijks trekt hij naar het strand, waar hij zijn techniek verfijnt, als een bezetene in het mulle zand loopt en tegen de hoge duinen aanrent. “Na schooltijd kwamen we samen om te voetballen”, zegt buurjongen Ivan Moerman, alias… Jimmy Frey. “Voetbal was ons leven en geluk.” De twee worden vrienden voor het leven. Vandermeersch: “De jongens van Heist, hé… Veel later ging Fernand met vrienden naar Jimmy’s optredens. Mannelijke groupies…” (lacht)

In het voorjaar van 1953 sporen Georges en de 14-jarige Fernand naar Brugge. Ze stappen te voet naar de Klokke, de van nostalgie doordrongen thuishaven van Club Brugge. Hij speelt een testwedstrijdje en mag meteen een aansluitingskaart tekenen. André Piccu: “Jeugdtrainer Fernand Devooght zei meteen dat Goyvaerts alle kwaliteiten had om naar de eerste ploeg door te stoten, iets wat ik in mijn lange loopbaan als jeugdsecretaris nooit meer heb gehoord.”

Wanneer Goyvaerts zich in 1954 kwalificeert voor de nationale finale van de Omloop van de Jonge Voetballer, mag hij het WK in Zwitserland bijwonen. Hij komt er onder de indruk van de Magische Magyaren, de Hongaarse nationale ploeg die achtereenvolgens Brazilië en Uruguay uitschakelt en slechts nipt (3-2) de finale van West-Duitsland verliest. Ferenc Puskás en Sándor Kocsis krijgen een plaatsje in zijn hart.

Het is midden de jaren vijftig wanneer Real Madrid aan zijn Europese veroveringstocht begint en vijf jaar na elkaar Europacup I zal winnen. Puskás, Alfredo Di Stéfano en de aalvlugge Francisco ‘Paco’ Gento doen Goyvaerts dromen. “Ik bestudeerde hun acties en probeerde hen te kopiëren.” En: hij vindt ook zélf bewegingen uit. Bal tussen de hielen nemen en over de tegenstander wippen, bijvoorbeeld, op het WK in 1998 (onterecht) de geschiedenis ingegaan als The Blanco Bounce, naar de Mexicaanse ‘uitvinder’ Cuauhtémoc Blanco.

Debuut

Eind december 1955, goed twee jaar na zijn intrede op de Klokke, wordt de zeventienjarige aanvaller door trainer Felix Schavy opgeroepen voor de bekerwedstrijd tegen Tienen. “En ik was te laat”, lachte Goyvaerts járen later. De Klokkemaakt kennis met een godenkind, dat de beslissende 2-1 tegen de netten trapt.

Het gezin, inmiddels verrijkt met een derde zoon Danny, verhuist naar Brugge, waar vader Georges de Saaihalle zal uitbaten. De horecazaak profiteert mee van Goyvaerts’ prille succes en wordt dé pleisterplaats voor Clubsupporters. “Is Fernand ier?

Ook naast het veld is Goyvaerts begenadigd. In het Brugse atheneum volgt hij Latijn-Grieks, samen met onder anderen Antoine Vanhove, Lucien Van Kersschaever en Francine De Gheselle, met wie hij in 1962 zal trouwen. Vandermeersch: “Fernand heeft nog twee jaar lichamelijke opvoeding aan de Gentse universiteit gestudeerd, maar omdat de combinatie met de trainingen onhaalbaar was, stapte hij over naar de Normaalschool in Torhout.”

Goyvaerts’ vrije rol in het WM-systeem van Schavy is hem op het lijf geschreven: zwerven van de ene hoek naar de andere, zo veel mogelijk in balbezit komen en dan met zijn techniek en startsnelheid het verrassingselement zoeken. De kranten voorspellen hem een gouden toekomst, mét een kritische noot: “Hij speelt te persoonlijk.”

Een bedenking die de opvolger van Schavy, Norberto Höfling, zich óók maakt. De Roemeen, zeven seizoenen geïndoctrineerd door het zakelijke Italiaanse profvoetbal, kiest voor een veldbezetting met twee spitsen. Goyvaerts voelt zich beperkt in zijn rol en zal vijf seizoenen op gespannen voet met zijn trainer leven.

Maar zelfs in een tactisch keurslijf blijft zijn ster fonkelen. Hij wordt door Constant Vanden Stock geselecteerd voor een interland in Parijs, waar hij op 1 maart 1959 – als speler in tweede klasse! – bij de Rode Duivels debuteert. In Brugge heeft hij in datzelfde jaar met vijftien doelpunten een belangrijk aandeel in de promotie naar eerste klasse, maar zijn fratsen – tijdens de wedstrijd op de bal gaan zitten, een penalty trappen met de punt van de schoen – worden door zijn trainer niet gesmaakt. In Höflings derde seizoen komt het tot een breuk. Op bezoek bij Anderlecht staat Goyvaerts eenzaam in de spits, hij krijgt amper een bal en gooit tijdens de rust woest de schoenen op de grond. Club verliest met 2-0, een paar dagen erna schorst het zijn sterspeler voor vier weken.

Goyvaerts, in De Goden van Club Brugge: “Ik stapte naar de trainerscabine en gaf Höfling een klap. Vervolgens begon hij te stampen, maar toen was het hek pas goed van de dam. Höfling was kansloos. Want: ik kon een behoorlijk stukje boksen, ik had ooit lessen gevolgd, het duurde echt niet lang voor Höfling op de grond lag.” De breuk is definitief.

Op 16 november 1961 schrijft Goyvaerts een… sollicitatiebrief naar Barça. Le professionalisme n’étant pas toléré en Belgique et sachant que Monsieur Ladislao Kubala est à la recherche de jeunes joueurs, je m’empresse de vous présenter mes services (…) Ma place préférée est celle d’intérieur gauche (…)

De club nodigt hem uit voor een trainingsweek, waarin hij indruk op de trainer maakt. “Spelers met zulke aangeboren talenten kunnen stervoetballers worden.” Barça wil hem een contract aanbieden, maar Club ligt maandenlang dwars. Vandermeersch: “In die hele cirque herken ik Fernand nog het best. Een droom hebben en ondanks alle tegenkantingen toch de kracht vinden om door te zetten. Voor Fernand was in het leven alles mogelijk.”

Op 14 augustus 1962, na een tournee door Zuid-Amerika, is Barcelona bereid om drie miljoen frank (75.000 euro) neer te tellen. Club bindt in. De Brugse voetballiefhebbers treuren, kwatongen beweren dat Goyvaerts’ vader een kwalijke rol heeft gespeeld. Vandermeersch: “Vader had er nochtans alle belang bij dat Fernand in Brugge zou blijven, want na zijn vertrek kwam er in de Saaihalle bijna niemand meer over de vloer. Dat zijn vader hem alle kansen heeft gegeven, is Fernand nooit vergeten. Hij heeft zijn ouders altijd financieel bijgestaan.”

Ex-Rode Duivel…

In een oefenwedstrijd tegen AEK Athene verovert de 23-jarige Goyvaerts de harten van de socios, maar er is een probleem: van de Spaanse federatie mogen er slechts twee buitenlandse profs op de spelerslijst staan, Barcelona heeft er… zeven. Het bestuur beslist om Goyvaerts, de goedkoopste, als ‘attractie’ in oefenwedstrijden uit te spelen. En toch: het leven is mooi. Een riant appartement met zwembad, vader geworden van een dochtertje – Nuria – én graag gezien.

Ook onder César Rodríguez moet Fernando wachten op zijn debuut in de Primera División. Op het veld van Shelbourne United toont hij nochtans wat hij in zijn mars heeft. “Goyvaerts was the most dangerous forward“, noteert The Irish Times, maar door een blessure verdwijnt El Rubio Belga – de blonde Belg – opnieuw uit de basis.

Hij keert even terug naar België, waar hij met een Europese selectie deelneemt aan de jubileumwedstrijd voor Martin Lippens. Constant Vanden Stock zal hem oproepen voor de interland tegen… Spanje. Maar dat gebeurt niet, Goyvaerts’ teller bij de Rode Duivels strandt op acht wedstrijden. Vandermeersch: “In die tijd naar het buitenland vertrekken werd als vaandelvlucht beschouwd.”

Onder de nieuwe Barcelonatrainer, Vicente Sasot, wordt hij halfweg het derde seizoen titularis. Wanneer hij na vijftien officiële matchen tot beste buitenlander van de competitie wordt uitgeroepen, haalt Real Madrid hem naar de hoofdstad. Iedereen is tevreden: Barcelona krijgt vier miljoen frank (100.000 euro), Club Brugge een miljoen, evenveel als het jaarloon van de 26-jarige aanvaller. Maar de voorbereiding start dramatisch. Na een week staat Goyvaerts met een knieblessure aan de kant, de clubdokter verwijdert de… amandelen. Pas in december wordt hij aan de meniscus geopereerd. Na een maandenlange revalidatie zit Goyvaerts in de tribune wanneer Real in Brussel Europacup I wint.

In november 1966 mag Fernando debuteren, maar door opeenvolgende spierblessures is de oogst na twee seizoenen mager – drie officiële wedstrijden – en vertrekt hij met vrouw en kinderen – Nuria en Silva – naar Elche CF, waar hij van trainer Alfredo Di Stéfano een vrije rol op het middenveld krijgt. “Goyvaerts is de motor en het brein van Elche”, klinkt het in de Spaanse pers. Niet veel later wordt hij door de legendarische trainer Helenio Herrera voor het wereldelftal geselecteerd en maakt hij aan de zijde van onder anderen Eusébio, Peter Bonetti, Sandro Mazzola en Gianni Rivera zelfs het derde doelpunt. Het clubje uit Valencia vecht een seizoen lang tegen de degradatie. Goyvaerts wil méér, verbreekt na een seizoen zijn contract, maar gokt verkeerd en zit in de zomer van 1968 zonder club.

Eerste makelaar

Een toevallige ontmoeting op het strand in Alicante, waar hij door Pancho Gonzalès tijdens een partijtje strandvoetbal wordt ontdekt, drijft Goyvaerts naar Frankrijk. De Argentijnse trainer van OGC de Nice wil met de 29-jarige aanvaller en de Franse internationals Marcel Aubour, Charly Loubet en Claude Quittet een gooi naar de landstitel doen, maar… degradeert. Goy- vaerts kan naar Real Mallorca, maar laat zich toch overtuigen om aan de Azurenkust te blijven en promoveert na een ijzersterk seizoen opnieuw naar de eerste klasse.

Na drie seizoenen keert Goyvaerts in de zomer van 1971 terug naar Brugge. UrbainBraems, met wie hij bij Club nog samen had gespeeld, is met… Cercle aan een indrukwekkend parcours bezig: in vier seizoenen van derde naar eerste klasse, met Prudent Bettens, Benny Nielsen én Goyvaerts hoopt de Zottegemnaar op een rustig seizoen. Club Brugge passeert voor de derde keer langs de kassa en vangt nog maar eens 300.000 frank (7500 euro), maar krijgt in de derby de rekening gepresenteerd. 1-0, doelpunt Goyvaerts. Pol Van Den Driessche: “Tijdens die match riepen de Clubsupporters voortdurend El Toro, El Toro. En toen Fernando scoorde, zette hij zijn twee wijsvingers op het hoofd. Toen leek hij pas echt op een stier.” (lacht)

De komst van Han Grijzenhout luidt een vervroegd vertrek in. De 34-jarige aanvaller verkast naar Lokeren, maar ook dat wordt geen succes. Goyvaerts neemt afscheid van het profvoetbal, begint opnieuw les te geven en mag bij derdenationaler White Star Lauwe nog wat uitbollen. Vandermeersch: “Fernand gaf toen training aan de jeugd, waar hij onder anderen Hein Vanhaezebrouck, Lorenzo Staelens, Rudy Ducoulombier en Bart Maes (op zijn zeventiende naar Club Brugge) heeft ontdekt. Fernand was een geboren trainer, maar hij had al vlug voor zichzelf uitgemaakt dat je als trainer altijd van clubs afhankelijk bent. En dat wilde hij niet.”

In 1979 neemt hij als speler-trainer van WS Lauwe afscheid van het voetbal en richt samen met zijn tweede echtgenote Govan Sports op. Vandermeersch: “Fernand heeft er bij de UEFA voor gepleit dat spelersmakelaars een licentie moesten behalen. In 1996 kreeg hij, als allereerste ter wereld, zijn licentie. Fernand was wel commercieel en zakelijk genoeg, maar puur jagen op geld? Neen. Hij is altijd zijn eigen weg gegaan en heeft nooit compromissen gesloten om zijn bankrekening op een perverse manier te spijzen. Ook op dat vlak lijken we enorm op elkaar. Gelijkgestemde zielen, ja. En dat zal zo blijven tot de dag dat ik bij Fernand in het graf kruip.”

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN: GF

“Voetbal was voor Fernand iets verhevens. Geen platte sport of commercie, maar kunst.” Renée Vandermeersch

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content