Een kort sprookje
In Milaan-Sanremo wilde Marc Gomez gewoon even de aandacht op zich vestigen. Maar plots bleef hij uit een vlucht van dertien renners heel alleen over.
Marc Gomez begreep er niets van toen hij na zijn overwinning in Milaan-Sanremo op het podium stond. Met zijn zware bril en komisch voorkomen leek hij niet echt op een wielrenner. Wat was er met hem gebeurd? Gomez had Parijs-Nice gereden in de aanloop naar de Primavera en werd op iedere berg gelost. Vervolgens moest de dagbladbesteller voor de eerste keer in zijn carrière een topklassieker rijden. Hij droeg het hoogste rugnummer, 261. Het leek wel een sprookje. Gomez maakte deel uit van een kopgroep van dertien en bleef uiteindelijk in echt hondenweer alleen over. Het was dé wielerstunt van het jaar.
Tot voor die zege werd er vaak met Marc Gomez gelachen.
Helemaal zonder ambitie was Marc Gomez nochtans niet van start gaan. Hoewel hij bij de amateurs een zestigtal koersen had gewonnen, was de Fransman al 27 toen hij prof werd. Waarom niemand in hem interesse toonde, begreep hij niet goed. Was het omdat hij luidop verkondigde op mineraalwater te rijden in een periode dat niet iedereen die filosofie hanteerde? Via een relatie geraakte hij toch onder dak bij het bescheiden Wolber.
Maar Marc Gomez viel niet op, dus wachtte hij op een gelegenheid om die anonimiteit toch een beetje te doorbreken. Het was 20 maart 1982, een dag voor het begin van de lente. Rillend van de kou wachtte het peloton de start af, in het eerste uur regende het opgaves. Na acht kilometer koers vormde er zich een kopgroep van uiteindelijk dertien renners, met negen Italianen. Gomez was meegegaan. Wat had hij uiteindelijk te verliezen?
Het gebeurt in Milaan-Sanremo zelden dat de traditioneel vroege vlucht tot het einde standhoudt. Nu dus wel. Negen minuten voorsprong, vijf minuten, nog altijd drie minuten op twintig kilometer van het einde… Een voor een vielen de renners vooraan weg. Tot Gomez samen met zijn landgenoot Alain Bondue overbleef. Een renner met veel meer inhoud dan hij: twee keer wereldkampioen achtervolging, zilver op de Olympische Spelen van 1980 in Moskou. Beiden stormden de Poggio op, op zoek naar een afspraak met de wielerlegende en in de wetenschap dat de achtervolgers niet meer konden terugkeren. Maar net na de beklimming gleed Bondue weg en plofte op de grond. Iedereen verwachtte dat Bondue, een uitmuntend tijdrijder, snel weer zou aanpikken. Maar Gomez reed de snelste kilometers uit zijn carrière. Bondue werd tweede, Moreno Argentin won twee minuten later de spurt voor de derde plaats.
Tot voor die zege werd er vaak met Marc Gomez gelachen. Omdat hij koerste met ongeschoren benen, zich nooit kon laten masseren en een onverzorgde stoppelbaard droeg. Daar spotte niemand meer mee nadat hij iedereen op die voor hem memorabele dag een enorme kaakslag had toegebracht. Maar een wipplank naar een grote carrière was het niet. Gomez won dat jaar nog wel een rit in de Ronde van Spanje en droeg even de leiderstrui. En in 1983 deed hij van zich spreken toen hij in Carcassonne kampioen van Frankrijk werd. Een paar dagen later liep hij tijdens de Tour bij een val een bekkenbreuk op en was hij maanden out.
Zo doofde zijn carrière uit, al won Gomez in 1986 nog twee ritten in de Vuelta. Hij reed toen in Spaanse loondienst, bij Reynolds, waar hij in 1989 zijn carrière zou beëindigen. En Milaan-Sanremo? Hij reed de lenteklassieker nog vier keer en geraakte nooit meer in de eerste vijftig. Maar veel erger vond Gomez dat hij voor een banaal criterium eens een pilletje met amfetamines had gepakt en daarop werd betrapt. Hij die voor een zuivere wielersport pleitte, was toch één enkele keer uitgeschoven.
Marc Gomez
GEBOREN
19 september 1954 in Rennes (FRA)
PROF
van 1982 tot 1989