Gastland België knokt volgende week in de Lotto Arena tegen Roemenië en Oekraïne voor een ticket in de kwartfinale van het EK. Voor het kleine futsalwereldje staat er veel op het spel: de sport wil eindelijk het hart van het grote publiek veroveren.
Ze liepen er toch lichtjes onwennig bij, de Rode Duivels Futsal, toen ze begin deze maand op de Football Battle in een toernooi met vijf profploegen en veel schijnwerpers terechtkwamen. Bij de presentatie van die Football Battle in het Antwerpse stadhuis was het ook hun bondscoach al overkomen. “Onderbreek me gerust als ik te veel praat,” zei hij toen, “ik ben het nog niet echt gewend om interviews te geven.” Alain Dopchie is die bondscoach, een 49-jarige industrieel tekenaar uit Ath. Het bondscoachschap? Dat is iets voor na zijn uren, net zoals de meeste spelers amateurs zijn.
De sport worstelt met een vreemde paradox, zegt Karim Bachar, ex-international en intussen coach van topclub FT Antwerpen. “Op recreatief niveau leeft het zaalvoetbal enorm. De sporthallen lopen elke dag vol en het lijkt wel alsof elk bedrijf tegenwoordig een eigen ploegje heeft. Toch slagen we er maar niet in om die enorme populariteit te vertalen naar een professionele competitie. Dit EK moet onze sport eindelijk op de kaart zetten.”
Bakermat Brazilië
De wieg van het Futsal ligt in Latijns-Amerika en de sport kwam begin jaren zeventig overgewaaid naar onze contreien. De regels zijn op maat gesneden van technisch en aanvallend voetbal, waar tactische discipline onmisbaar is maar creativiteit, improvisatie en snelheid van denken het verschil maken. Cristiano Ronaldo, Messi, Iniesta en Xavi, ze leerden de stiel allen in de zaal. Dichter bij huis geldt dat ook voor Moussa Dembélé, Axel Witsel en Nacer Chadli. Toeval of niet, in België ontwikkelde de sport zich vooral in Limburg, Antwerpen en Henegouwen, provincies waar aanzienlijke Italiaanse, Turkse en Marokkaanse migrantengemeenschappen neergestreken waren.
De grootste troef van zaalvoetbal is nog steeds zijn eenvoud: een zaal, een bal, tien man en je bent vertrokken. De titels worden in ons land al enkele jaren verdeeld tussen FT Antwerpen en het Henegouwse Châtelineau, de twee ploegen ook die de hoofdmoot van de Rode Duivels leveren. Tien jaar geleden was er in België met Action 21 Charleroi zelfs een Europese topclub, die meerdere Europese finales haalde en in eigen land tussen 2000 en 2010 tien van de elf titels pakte. Die prijzenregen viel samen met de komst van een ferm Braziliaans contingent. Liliu kwam tien jaar geleden met zes landgenoten over en is intussen Belgisch international. Alle favorieten voor het EK hebben trouwens een fiks Braziliaans tintje. “Brazilië blijft de referentie en het futsal is er ongekend populair”, zegt Liliu. “Elke zaal zit er vol, ook omdat de regering de sport actief aanmoedigt. Van Pelé tot Neymar, alle grote Braziliaanse sterren zijn ooit langs het zaalvoetbal gepasseerd. Bij grote clubs als Flamengo, Corinthians en Cruzeiro is de zaal een onmisbaar deel van de opleiding. In België is het net omgekeerd: mijn zoontje speelt bij Bergen en hij mag zelfs geen futsal meer spelen. Niet dat de club daar ooit een reden voor heeft gegeven. Het is mij nog steeds een raadsel waarom futsal in België maar niet van de grond komt.”
Uit idealisme
Topfavoriet voor het EK is Spanje, dat straks een vijfde Europese titel op rij aan zijn palmares kan toevoegen. Italië en Rusland zijn de grootste uitdagers. Er loopt een duidelijke breuklijn door de futsalkaart van Europa. Alle titelpretendenten komen uit Zuid-Europa en het voormalige Oostblok, traditionele voetbalgrootmachten als Frankrijk, Engeland en Duitsland ontbreken zelfs op dit EK. België gaat straks op zijn beurt op zoek naar de eerste zege op een EK sinds 1996. Als reekshoofd had ons land meeval met de loting. Oekraïne en Roemenië, respectievelijk 8e en 11e op de wereldranking, zijn stevige tegenstanders maar horen niet tot het favorietenkransje. De sterkte van de Belgen (28e) ligt in een ervaren blok met veel automatismen op clubniveau. Met aanvoerder Chaibai, Rahou, Dujacquier en de Brazilianen Pires de Carvalho en Lucio is er een vijftal van Châtelineau, Sababti, Hitou en El Ghaadauoi moeten de Antwerpse eer hooghouden. Het amateurstatuut zorgt wel voor een fysieke achterstand en verder is de aanval een vraagteken aangezien spitsen Rahou en Hitou door blessurelast een moeizame voorbereiding kenden.
Twee spelers zullen straks erg gemist worden. Er is het tragische verhaal van Yassine Achahbar, een grote belofte van FT Antwerpen die geschorst werd voor cannabisgebruik en vorig jaar zelfs in de cel belandde op verdenking van cocaïnesmokkel. Eveneens afwezig is dribbelwonder Karim Bali, die vorige maand zijn achillespees scheurde. Voor veel waarnemers had Bali een van de sterren van het toernooi kunnen worden. De grootste sterkte van deze selectie ligt verder in de groepsgeest, ondanks – of net door – de verschillende origines van deze multiculturele spelersgroep. Dopchie kent veel jongens nog van zijn tijd als beloftecoach en heeft een veel professioneler klimaat ingevoerd. De tijd is voorbij dat de videocassettes met scoutingbeelden pas na het EK arriveerden. Het aantal afzeggingen is onder zijn bewind fel gedaald en de vergoedingen zijn gestegen. ‘Een echte idealist’ noemen zijn spelers hem, die het met heel beperkte middelen moet zien te rooien. Dopchie komt zelf uit het veldvoetbal, maar wil nu een lans breken voor het futsal. “Ik voer een dagelijks gevecht om onze sport tenminste uit de onwetendheid te halen. Een beetje openheid van geest zou kunnen volstaan om de schotten tussen de sporten weg te halen. Je ziet een grote drop-out bij jeugdvoetballers die op hun 18e om een of andere reden niet voldoen. Gevolg: ze kappen volledig met de sport. Terwijl ze anders wel nog een toekomst zouden hebben in de zaal, als ze het futsal maar vroeg genoeg hadden leren kennen.”
Dopchies aanstekelijke enthousiasme en het thuisvoordeel in de Lotto Arena moeten de Rode Duivels straks vooruit stuwen. Vanaf de kwartfinales verhuist het toernooi naar het Sportpaleis. Lopen de Rode Duivels er op dat grotere podium nog bij, mogen ze van een geslaagd toernooi spreken. In de kwartfinale wacht met een klepper als Rusland of Portugal dan een aartsmoeilijke affiche.
Uit de vicieuze cirkel
Binnen het futsal leeft het idee dat het niveau er niet op vooruitgaat, zegt Jos Donders, secretaris van Futsal National België. “Er is een competitie met drie snelheden: de twee titanen aan de kop, dan enkele subtoppers en al de rest is al blij als ze het kopje boven water kunnen houden. Er is een vicieuze cirkel: geen enkele sponsor wil investeren voor wat lijntjes achter in de krant en als het futsal al eens de pers haalt, is het met dopingzaken of supportersrelletjes, wat het imago dan weer geen goed doet. Voor het positieve heeft men minder oog: geen enkele sport heeft zo veel betekend voor de integratie van allochtonen in ons maatschappelijk weefsel als het zaalvoetbal. Het lijkt er zelfs op dat net dat multiculturele karakter de sport media-aandacht kost. Op een schuchtere poging van de RTBF na is er nog maar heel weinig gedaan voor deze nochtans telegenieke sport. ‘Migranten kopen geen kranten’, heb ik ooit horen zeggen. Dus laten de media de sport ook maar links liggen.”
Het aantal spelers liep de afgelopen jaren ook terug, volgens de gegevens van professor sportbeleid Jeroen Scheerder. In Vlaanderen ging het van 34.600 spelers in 1999 naar 27.000 in 2009. Het zaalvoetbal schiet zichzelf bovendien in de voet doordat het de krachten maar niet kan bundelen. Er is niet alleen de concurrentie van het minivoetbal in Oost- en West-Vlaanderen, er is ook de kafkaiaanse situatie dat in een klein land als het onze naast de KBVB ook de Belgische Zaalvoetbalbond (BZVB) competities organiseert, met daarbovenop nog de wildgroei aan lokale verbonden. Iets dat veel spelers – zelfs internationals – handig uitbuiten om links en rechts een centje bij te verdienen. Er wordt nu voor de zoveelste keer gepoogd om die historisch gegroeide scheve situatie recht te trekken. Ook de KBVB zal uit zijn pijp moeten komen, zeker nu de FIFA ervoor ijvert om futsal op de agenda te zetten als olympische sport op de Spelen van 2020.
Daarnaast wordt ook nadrukkelijk naar de Belgische clubs gelonkt. In het buitenland hebben clubs als Barcelona en Benfica al lang een eigen futsalafdeling en ook Ajax heeft nu een oogje op de zaal. In België polste Asse-Gooik al eens bij RSC Anderlecht, maar de gesprekken staan al een tijdje on hold, zegt voorzitter Martin Baert. “Voor ons is die samenwerking een noodzakelijke voorwaarde om een groter draagvlak te creëren, voor hen de ideale manier om hun talenten verder te laten ontwikkelen. Het is een ideale win-winsituatie, maar wij blijven voorlopig vragende partij.”
International Ahmed Sababti van FT Antwerpen ziet het somber in. “We moeten ons de vraag durven stellen of België wel een echt sportland is, want er zijn maar twee sporten die hier tellen: voetbal en wielrennen. Andere disciplines ontdekken we pas als landgenoten succes halen. Als je voorbij de hypes kijkt, zijn er nog veel gebreken in ons topsportbeleid. België heeft talent zat, maar de structuren ontbreken. Ik ben er heel bang voor dat we na het EK zullen moeten vaststellen dat het futsal een gigantische kans heeft laten liggen.”
DOOR JENS D’HONDT – BEELDEN: LAURIE DIEFFEMBACQ / IMAGEGLOBE
“Ik voer een dagelijks gevecht om onze sport uit de onwetendheid te halen.” Alain Dopchie
“Van Pelé tot Neymar, alle grote Braziliaanse sterren zijn ooit langs het zaalvoetbal gepasseerd.” Liliu