‘De VAR is de toekomst van het voetbal’
Sinds de komst van de VAR is de kritiek op de scheidsrechter verschoven richting ‘video assistant referee’. Dat was niet de bedoeling van het proefproject dat in 2017 van start ging. Communicatie is cruciaal en dus werkt het Professional Refereeing Department van de voetbalbond mee aan een VRT-programma over de VAR. ‘Hopelijk beseffen de kijkers dat we geen robots zijn.’
‘Ik ben al in vele landen geweest, maar ons VAR-centrum is veruit het mooiste dat ik ooit zag.’ Scheidsrechter Bram Van Driessche was onlangs vol lof over de hypermoderne regiekamer die zich in het nationaal oefencentrum in Tubeke bevindt. In het ‘VAR Replay Centre’ bekijken de videorefs voetbalmatchen en herbekijken ze wedstrijdfasen aan de lopende band. De VAR zit er naast een operator en een assistent-VAR (een A-VAR). De operator moet zo snel mogelijk de beste beelden selecteren om ze even snel te kunnen checken. De A-VAR moet constant naar de livebeelden kijken en ziet dus wat de mensen thuis zien. Terwijl hij dat doet, kan de VAR efficiënt een check uitvoeren. De VAR is de patron van het team.
Een foutenmarge van nul bestaat niet.’ CHRISTOF DIERICK
‘Alles is daar aanwezig om in optimale omstandigheden een professionele VAR te kunnen zijn’, vindt Van Driessche. ‘Een garantie op geen fouten maken is het niet, maar de omstandigheden zijn in geen enkel opzicht te vergelijken met de beginjaren, in de busjes op de parking van stadions. Gelukkig hebben we ook op dat vlak gigantische stappen gezet.’
Die busjes deden hun intrede in 2017. Intussen worden ze ingezet in de Hongaarse voetbalcompetitie. Een drietal busjes keert nog één keer per seizoen terug, op de laatste speeldag van de competitie wanneer alle wedstrijden in de Jupiler Pro League tegelijkertijd moeten afgewerkt worden en het VAR Replay Centre even te klein is. ’En soms gebruiken we de busjes voor de opleiding van nieuwe VAR’s’, zegt voormalig scheidsrechter Christof Dierick die de VAR coördineert. ‘Dat gebeurt vaak tijdens vriendschappelijke wedstrijden in stadions waar er geen kabels liggen richting Tubeke.’ Samen met Stephanie Forde, Operations Director van het Professional Refereeing Department, is Dierick grote pleitbezorger van de VAR.
De eerste match die de VAR heeft geanalyseerd vanuit het VAR Replay Centre hier in het bondsgebouw in Tubeke, was tijdens de supercup op 17 juli 2021. Landskampioen Club Brugge nam het toen op tegen bekerwinnaar Racing Genk.
Stephanie Forde: ‘Het was de eerste ruimte in het nieuwe bondsgebouw die afgewerkt was op dat moment. Voor de rest was het hier nog een bouwwerf. We hielden ons hart vast of alles optimaal zou werken. Maanden ervoor hebben we alle tests in de stadions uitgevoerd en we hebben de scheidsrechters klaargestoomd om de VAR-teams samen te stellen. Maar om het dan officieel in een wedstrijd te laten gebeuren, dat was toch nog iets anders. Het was de eerste keer dat een captatiefirma alle beelden naar het Replay Centre moest sturen. Er kon wel een en ander misgaan. Maar alles verliep die eerste keer prima.’
Christof Dierick: ‘Ik was toen zelf nog scheidsrechter. Het was alleen al een hele belevenis om tot hier te komen. Dat lag hier vol slijk. Maar uiteindelijk was dat wel een hele verbetering ten opzichte van de busjes.’
Wat is het grote verschil met de wat aftands ogende busjes waarover soms smalend werd gedaan?
Dierick: ‘Je vormt nu één groep omdat je in het Replay Centre de andere VAR-scheidsrechters tegenkomt van de andere wedstrijden. Je zit dus als een VAR-team samen in dezelfde ruimte. Op de clubs zat je in het busje naast het stadion te wachten tot de wedstrijd begon. Hier is dat toch een beetje gemoedelijker, maar door de accommodatie ook professioneler uiteraard. Technologisch is het ook veel indrukwekkender dan in de busjes.’
Forde: ‘Meer en meer landen schakelen nu over naar een Replay Centre zoals het onze. Het vergt wel een forse investering. Niet alleen in het gebouw en de technologie, maar ook de kost per wedstrijd ligt hoger dan voor de busjes. Zo lopen er kabels vanuit alle stadions naar hier. Ikzelf ben ook nog VAR-scheidsrechter geweest ten tijde van de busjes. Het enige wat je nu wel mist, is de wedstrijdbeleving. Je kon de scheidsrechters voor de match ontmoeten en ook de mensen van de club. Dat heb je natuurlijk niet meer.’
Foutenmarge
Is het concept van de VAR vandaag duidelijk genoeg voor clubs en supporters?
Forde: ‘In 2015 werd de VAR al getest in Nederland. En wij zijn heel snel daarna ook begonnen met onze research en het kiezen van providers en zo. We zijn gestart met drie thuiswedstrijden en drie uitwedstrijden per club die met de VAR gedaan werden. Dat was het VAR-experiment, zeg maar. Er waren wel richtlijnen van hogerhand, maar het was toch nog tasten in het duister. Alle federaties die aan het VAR-experiment deelnamen, moesten hun ervaringen delen met de International Football Association Board (IFAB). Dat leidde uiteindelijk tot het protocol waar nu ieder land zich aan moet houden. Dat is gericht op vier duidelijke pijlers: incidenten met rode kaarten, strafschoppen, doelpunten of een bestraffing van een verkeerde speler. Maar de zogenaamde ‘line of intervention’, was echt zoeken en vergelijken met andere landen. Daarom hebben we uiteindelijk met Christof Dierick ook een coördinator aangesteld om er een lijn in te krijgen en om meer en beter op te leiden. We zagen dat onze communicatie beter moest. Intussen is het geen experiment meer, het is de toekomst van het voetbal. Het is een mooie uitdaging voor Christof om de communicatie naar onze scheidsrechters verder uit te werken en te verbeteren.’
Dierick: ‘Het VAR-protocol is de basis en dat kent de buitenwereld natuurlijk niet. De modale voetbalsupporter weet nog te weinig wanneer de VAR wel of niet kan tussenkomen. Dat is het grote probleem, denk ik. Ik denk ook dat heel veel analisten en voetbalverslaggevers daar te weinig echte kennis van hebben. En de buitenwereld gelooft uiteraard wat er gezegd wordt.
‘Ik denk dat we dit seizoen wat penaltyfases betreft meer ‘factual’ beslissingen nemen. We moeten streven naar de filosofie: Is de beslissing op het terrein juist of fout? Wanneer dit niet zo is, moet de VAR tussenkomen. Het begrip ‘clear error’, waar zo dikwijls over wordt gesproken, is voor de voetballiefhebber een weinig tastbaar begrip. Het belangrijkste is dat onze VAR’s weten wat zij moeten doen. En we zullen altijd fouten maken. We hebben fouten gemaakt en we zullen dat in de toekomst nog altijd doen. Een foutenmarge van nul bestaat gewoonweg niet.’
De VAR maakt het voetbal eerlijker.’ STEPHANIE FORDE
Die illusie was er wel bij de lancering van de VAR. ‘De fouten gaan eruit’, werd toen gezegd.
Dierick: ‘De foutenmarge is al veel verkleind. Maar het zal nooit lukken om die helemaal tot nul te herleiden. Het blijft mensenwerk.’
De videoassistent moet de scheidsrechter op het veld behoeden voor ‘belangrijke en duidelijke missers’. Dat is de theorie. Hoe helder is dat in de praktijk?
Forde: ‘Het is de bedoeling dat die clear and obvious errors eruit gaan. En dan komt het uiteraard: wat is clear and obvious? Want in voetbal is er altijd ruimte voor interpretatie. Die grijze zone maakt het zo moeilijk.’
En dus zeggen de grote criticasters: schaf de VAR maar weer af, we hebben dat eigenlijk niet nodig. Vroeger had het voetbal meer charme.
Dierick: ‘Vroeger, dat was een andere manier van voetballen. Dat was nog eens te merken tijdens de wereldbeker in Qatar. Door de aanwezigheid van steeds meer technologie wordt er veel meer in detail naar voetbal gekeken en verwachten we dat er geen fouten meer mogelijk zijn.’
Qatar was de eerste wereldbeker met een chip in de bal die buitenspel halfautomatisch kon vaststellen. Binnenkort ook in België?
Forde: ‘Dat kan je niet organiseren voor een gewone competitie. Voor het automatisch afstellen van de buitenspeltechnologie zijn alleen al 8 tot 12 vaste camera’s nodig, enkel voor body part tracking van alle spelers en het hele softwaresysteem. Dit puur en alleen voor buitenspel. Dan heb je voor de rest nog geen enkele investering gedaan. Dat lijkt mij voor onze competities onbetaalbaar. Bovendien wordt bij ons momenteel een volledige wedstrijd momenteel gecapteerd met een aantal van tussen de vijf en twaalf camera’s.’
Hoe is het aantal foutieve wedstrijdbepalende beslissingen geëvolueerd sinds de introductie van de VAR in onze competitie?
Forde: ‘Dat is uiteraard naar beneden gegaan. In de eerste helft van dit seizoen hebben we al 87 VAR-interventies gehad op 153 matchen. Daarvan was 87,35 procent correct. Gemiddeld genomen zijn de laatste drie seizoenen ongeveer 85 procent van de wedstrijdbeoordelingen op het veld correct genomen. Als je die twee cijfers cumuleert dan kom je uit op een foutenmarge rond de twee procent. Uiteraard focussen de mensen graag op die twee procent. Dat begrijp ik ook. Maar wij kunnen alleen maar concluderen dat de invoering van de VAR het spel veel eerlijker maakt.’
Dierick: ‘De belangrijkste foutief genomen beslissingen op het terrein worden gecorrigeerd door de VAR. En oké, er zal altijd wel discussie zijn.’
Robots
Hoe gaan jullie daarmee om? Want er gaat zelden een voetbalweekend voorbij zonder discussie.
Dierick: ‘Voor onze VAR’s is het belangrijk dat ze lessen trekken voor de toekomst wanneer er een foute beslissing wordt genomen. Uit een kleine fout kan je leren en de volgende keer zal je wellicht nog aandachtiger zijn.’
Forde: ‘We proberen zo transparant mogelijk te communiceren. Sinds dit seizoen geven we ook feedback op de website over alle wedstrijdbepalende fases. De meeste discussies gaan over strafschoppen en rode kaarten. Wij moeten nu eenmaal een besluit nemen. Fout of goed. Over dat besluit is er ook intern niet altijd eensgezindheid. Dat is die grijze zone. Maar je moet uiteindelijk zeggen: oké, dan helt het toch meer over naar ‘het is correct’ of ‘het is niet correct’. Maar dan heb je nog altijd een paar collega’s die het niet eens zijn. De buitenwereld denkt dan dat iedereen daar volledig achter staat en dat het Refereeing Department een beetje blind is. Nee, wij hebben ook interne discussies en wij proberen ook een zo uniform mogelijke lijn vast te houden. En dat is niet altijd eenvoudig.’
Wil een scheidsrechter niet gewoon zijn match fluiten en met rust gelaten worden?
Dierick: ‘Zo was het vroeger. Toen ik mijn eerste wedstrijden met de VAR floot, beschouwde ik dat als iets foutiefs en dan was ik echt, eerlijk, de kluts kwijt. De eerste vijf minuten na een tussenkomst wist ik het even niet meer. Wij hadden toen ook nog een puntensysteem. En een tussenkomst van de VAR had negatieve impact op je punten. Dus dat veroorzaakte wel wat druk. Het had grote gevolgen. Nu is er geen puntensysteem meer zoals vroeger. Intussen is het ook niet meer zo dat het als foutief gezien wordt wanneer je naar het scherm gaat en jezelf corrigeert. Je krijgt eigenlijk een tweede kans. Het is een gewoonte geworden.’
Moet je dan als scheidsrechter het geluk hebben dat er geen VAR-tussenkomsten nodig zijn tijdens je match? Een match zonder tussenkomsten geeft veel meer voldoening.
Dierick: ‘Ik vond dat vroeger wel. Het belangrijkste is dat de scheidsrechter op het veld nog altijd de beslissingen neemt. Het voetbal verwacht dat ook. Anders wordt je autoriteit helemaal ondermijnd.’
Forde: ‘In Engeland is dat moeilijk verlopen bij de start van de VAR. De VAR zei: je móét penalty fluiten. Scheidsrechters op het veld zijn geen robots, hé. ’
Dierick: ‘Als je drie keer voor het scherm moet staan op een wedstrijd dan geeft dat soms wel een wrang gevoel uiteraard.’
Is er voldoende respect voor de scheidsrechter in het algemeen?
Forde: ‘Er zou wel wat meer respect mogen zijn vanuit de clubs, de spelers en de supporters. Scheidsrechters worden vaak nog altijd gezien als een noodzakelijk kwaad. Het respect voor de scheidsrechter is misschien toegenomen, maar de VAR wordt vaak geviseerd. Het wordt al aanvaard dat een scheidsrechter op het veld een fout kan maken want per slot van rekening is die toch maar mens. Maar die VAR is geen mens meer volgens velen. Die moet perfect zijn.’
Snoeiharde kritiek
‘VAR-chaos in Zulte Waregem-Anderlecht’, kopten de kranten in oktober 2022. Met een afgekeurd doelpunt, een discutabele penalty en een foutieve rode kaart had veldscheidsrechter Nicolas Laforge het niet onder de markt.
Forde: ‘We hebben hem achteraf ondersteund. Ik heb na die wedstrijd contact met hem opgenomen om te vragen hoe het met hem ging. We hebben ook een mental coach voor ondersteuning in zulke gevallen. Laat ons eerlijk zijn: een scheidsrechter kan een mindere wedstrijd hebben. Die kan eens slecht in zijn vel zitten.
‘Alleen kan je als scheidsrechter niet gewisseld worden. Het is natuurlijk wel zo dat de scheidsrechters in de Jupiler Pro League al een heel parcours hebben afgelegd. Die hebben een olifantenvel gekweekt.’
En dat is nodig, want de kritiek is soms snoeihard en heel persoonlijk. Een week na die bewuste match Zulte Waregem-Anderlecht is er Seraing-Union. Amani Lazare krijgt geel voor een schwalbe. De VAR (Nicolas Laforge) komt tussen en het wordt uiteindelijk een strafschop. In Extra Time zei Filip Joos: ‘Die moeten ze nu schorsen tot 31 maart en op 1 april mag ie terugkeren met een grote vis op zijn rug. Niemand vindt dit penalty.’
Dierick: ‘Dat was puur op de man. Dat is kritiek geven op de mens, op de persoon. En dat is volledig fout.’
Forde: ‘Dat kan niet door de beugel.’
Kan de communicatie tijdens een voetbalmatch niet beter, sneller en duidelijker?
Forde: ‘We zijn op dit moment bezig met hoe wij de mensen in de woonkamer en in de stadions beter kunnen informeren over wat er aan de gang is. Eventueel met pushberichten op de smartphones. Of een bericht op het grote scherm in de stadions waarop je dan leest: ‘checking penalty’ of ‘possible hands’. Daarna ook een boodschap met de finale beslissing. Zo wordt het sneller helder.’
Wat hopen jullie te bereiken met het programma over de VAR van de VRT?
Forde: ‘De mensen moeten begrijpen dat het meer is dan een voetbalmatch bekijken en af en toe eens iets zeggen in het oor van de scheidsrechter.’
Dierick: ‘Dat de kijkers beseffen dat we geen robots zijn. Dat het ondanks al die schermen en knoppen mensenwerk blijft. We willen de VAR op een menselijke manier in de huiskamer van de mensen brengen.’
Wie is wie?
Het is niet altijd even duidelijk wie er wat doet binnen het Professional Refereeing Department (PRD), zeg maar de scheidsrechtersafdeling van de voetbalbond. Een poging tot overzicht.
Herbert FandelDuitser, ex-topscheidsrechter en voorzitter Professional Refereeing Board, verantwoordelijk voor de strategie en ontwikkeling van de Belgische professionele arbitrage. Hij is ook voorzitter van het ProRef Committee, dat de verbinding moet maken tussen het PRD, de Pro League en de bredere voetbalwereld. In dat Committee zetelen ook de CEO’s van de KBVB en de Pro League.
Bertrand LayecFransman, technisch directeur PRD
Stephanie Fordeex-assistent scheidsrechter en operationeel directeur PRD
Frank De BleeckereHead of Referee Development en woordvoerder PRD. Hij is verantwoordelijk voor de opleiding en doorstroming van jonge refs en communiceert onder meer over beslissingen van scheidsrechter en VAR.
Christof DierickEx-scheidsrechter en VAR-coördinator. Hij staat in voor de opleiding, training en evaluatie van de videorefs.
Frédy FautrelFransman, ex-scheidsrechter en VAR-manager
Dieter De Naeyerhoofd van de ‘Referee Technology’ van het PRD
‘We ontvangen e-mails van coaches en spelers die zich excuseren’
Het Refereeing Department geeft vaak uitleg na de matchen, maar de kritiek is vaak: too little, too late.Stephanie Forde: ‘Wij willen onze communicatie veranderen, toegankelijker maken, menselijker maken. We willen ook onze scheidsrechters meer humaan naar buiten laten komen. En mensen echt tonen waar wij mee bezig zijn. Daarom staan wij weer enorm open voor de media.
‘We zouden bijvoorbeeld een scheidsrechter enkele dagen na een match waarin discutabele fases waren, aan een podcast kunnen laten meewerken waarin hij dan voorbij de eerste emotie toelichting heeft. Na een match is het vaak sensatie. We hebben al e-mails ontvangen van coaches en spelers die zich excuseren voor de uitspraken die ze gedaan hadden over de scheidsrechter of de VAR. Zo van: ‘Sorry, ik was te snel en te fel.’ Dat is begrijpelijk, maar dat versterkt wel telkens het beeld van een slechte arbitrage.’