De Super Bowl in Las Vegas: een wrang huwelijk tussen sport en gokindustrie

Zondag vindt in het Allegiant Stadium de Super Bowl plaats. © Getty Images
Jeroen Dejonckere
Jeroen Dejonckere Freelancejournalist

Zondag strijden de Kansas City Chiefs en de San Francisco 49ers om de Super Bowl. De hoogmis van het American football vindt voor de eerste keer plaats in Las Vegas. In een mum van tijd is de stad uitgegroeid tot het sportmekka van de VS. Niet ondanks maar juist dankzij de gokwereld.

Op 15 december 2021 maakte Roger Goodell, de voorzitter van de National Football League (NFL), trots bekend dat Las Vegas de gaststad zou zijn van de 58e Super Bowl. In de aanloop naar de wedstrijd sprak Goodell vleiende woorden: volgens hem mag Vegas de titel van ‘Sportstown USA’ dragen. Het contrast met de visie uit het verleden kan niet groter zijn.

In 2003 had de toeristische dienst van Las Vegas miljoenen veil voor een reclame met de slogan ‘What happens here, stays here’, zonder enige verwijzing naar de talloze casino’s in de stad. Decennialang was Las Vegas ook in de Amerikaanse sport een blinde vlek. Niemand durfde zich de vingers te branden aan Sin City. ‘Over my dead body’ was dan ook het antwoord van David Stern, de legendarische baas van de National Basketball Association (NBA), toen toenmalig burgemeester Oscar Goodman voorzichtig een ballonnetje opliet over een eigen team. In 2007 ging de NBA lichtjes overstag door Las Vegas het All-Star Game te gunnen. Het evenement draaide uit op een fiasco: er werden honderden fans gearresteerd. Het was een zoveelste waarschuwing om uit de woestijnstad weg te blijven. De gokindustrie was een sluimerend gevaar voor de geloofwaardigheid van de sport, getuige daarvan het schandaal rond NBA-scheidsrechter Tim Donaghy, die jarenlang gokte op eigen wedstrijden.

Aan het beroemde casino van Caesars Palace wordt reclame gemaakt voor de Super Bowl. © Getty Images

Geen verbod meer

De kentering kwam zes jaar geleden. Toen verwees het Amerikaanse Hooggerechtshof de federale wet die sportweddenschappen in de VS grotendeels verbood naar de prullenbak. De major leagues, de vier grote Amerikaanse sportcompetities, maakten een ommezwaai: de NFL heeft ondertussen miljoenendeals met verschillende gokbedrijven. De lokroep van een sector die 115 miljard dollar per jaar genereert was te groot. Vier teams bieden fans nu zelfs de mogelijkheid om in het eigen stadion een gokje te wagen.

Las Vegas wierp de knuppel al eerder in het hoenderhok door de National Hockey League (NHL) warm te maken voor het ondenkbare. In 2017 streek voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis een major league-team neer in de woestijn. IJshockey in een stad waar de zomertemperaturen oplopen tot bijna 40 graden leek ten dode opgeschreven. Ondanks alle weerstand schreven de Golden Knights van meet af aan een succesverhaal, met een eerste titel vorig seizoen als kers op de taart.

De toon was gezet: zes jaar na de beslissing van het Hooggerechtshof biedt Las Vegas met de Raiders onderdak aan een NFL-team. En de honger is nog lang niet gestild. De major leagues beseffen immers dat Las Vegas een onontgonnen goudmijn is. Ook omdat het stadsbestuur gul de geldbuidel opentrekt. De kostprijs van het Allegiant Stadium, het stadion op een steenworp van de beroemde Strip waar zondag de Super Bowl wordt gespeeld, werd voor zo’n veertig procent opgehoest door de belastingbetaler. Na vier seizoenen in Vegas is de marktwaarde van de Raiders meer dan verdubbeld, en qua jaarlijkse inkomsten doet amper één team beter.

Het Allegiant Stadium is gelegen vlak bij The Strip, de beroemde straat in Las Vegas waar alle casino’s zijn gevestigd. © AFP via Getty Images

Toch blijft de innige relatie met Vegas wrang aanvoelen. De NFL verdient miljoenen aan de gokwereld, maar hanteert tegelijkertijd een streng maar verwarrend antigokbeleid ten opzichte van zijn werknemers. Spelers mogen privé gokken op andere sporten terwijl voor een teamdokter of coach nultolerantie geldt. Sinds het Hooggerechtshof sportweddenschappen uit de taboesfeer heeft gehaald, deelt het NFL-hoofdkwartier in New York met de regelmaat van de klok schorsingen uit aan spelers. Het devies luidt: eerder genezen dan voorkomen. Campagnes om spelers bewust te maken van de gevaren zijn er nauwelijks.

Samenwerken met de vijand

De sportconsumenten worden tegelijkertijd overspoeld door gokreclames, al steunt de NFL ironisch genoeg ook initiatieven om gokverslaving te bestrijden. De Amerikaanse sport pareert al die kritiek met één oneliner: hoe beter je samenwerkt met de vijand, hoe beter je hem kunt intomen. Dat de Super Bowl volgend jaar gespeeld wordt in de Caesars Superdome van New Orleans, een stadion gesponsord door een gokbedrijf, is dus geen toeval. De tijd dat de NFL dreigde een sterspeler te schorsen omdat hij een populaire nachtclub uitbaatte voor de gokwereld, is al lang voorbij.

De tijd dat de NFL dreigde een sterspeler te schorsen omdat hij een populaire nachtclub uitbaatte voor de gokwereld, is al lang voorbij.

Of het nu gaat over de gevaren op hersenschade, over de omgang met de talloze spelers die een strafblad hebben of over de gokindustrie: tegenover veel maatschappelijke thema’s neemt de NFL een dubieuze houding aan. Zo kreeg ze veel kritiek toen bleek dat de door tientallen vrouwen van seksueel grensoverschrijdend gedrag beschuldigde sterquarterback Deshaun Watson amper elf wedstrijden langs de zijlijn moest toekijken. Een speler die op een NFL-wedstrijd wedt, staat één seizoen aan de kant. Als zondag ruim honderd miljoen kijkers drie gokreclames zullen zien passeren verdienen de NFL en Las Vegas niettemin hun inzet dubbel en dik terug.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content