De spirit van de ijzeren flandrien: waarom België het Ironman-land bij uitstek is

Frederik Van Lierde won in 2013 als tweede Belg de Ironman van Hawaï. © BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Slechts acht landen vaardigen meer amateurtriatleten af naar de Ironman op Hawaï dan België. 62 ‘age groupers’ en nog twee profatleten uit ons land staan er zaterdag aan de start. Waarom is België het Ironmanland bij uitstek is

Het was een opvallend resultaat van een recent onderzoek dat werd gepubliceerd in Nature Scientific Reports: de langeafstandstriatleten uit de age groups (de leeftijdscategorieën voor amateurs) die gemiddeld de snelste tijd neerzetten, komen uit België. Ze werken die niet alleen snel af, maar doen dat in verhouding ook in grote getallen. Zoals zaterdag in de Ironman op Hawaï, het WK in de langeafstandstriatlon. Alleen uit de VS, Duitsland, Australië, Frankrijk, Groot-Brittannië, Spanje, Canada en Brazilië starten er meer triatleten op het eiland Kona. Maar die landen hebben een veel groter bevolkingsaantal.

Daarnaast is België ook nog altijd het enige land van minder dan twintig miljoen inwoners dat bij de mannen meer dan één keer de Ironman in Hawaï bij de profs heeft gewonnen, met de overwinningen van Luc Van Lierde en naamgenoot Frederik, in respectievelijk 1996/1999 en 2013. Verder hebben nog negen Belgische mannen en twee vrouwen een andere Ironman bij de profs een of meerdere keren gewonnen. Vanwaar dat succes en die populariteit?

1. Traditie

‘Een belangrijke reden is dat in de jaren tachtig, al kort na het ontstaan van de triatlonsport, in België atleten op die trein zijn gesprongen’, zegt Reinout Van Schuylenbergh, tot 2022 vijftien jaar lang technisch directeur topsport van de Vlaamse triatlonfederatie en vandaag privécoach van veel triatleten. ‘Denk maar aan pioniers als Mario Huys (ex-wereldrecordhouder op de dubbele triatlon, nvdr), Karel Blondeel (negenvoudig Belgisch kampioen en Europees kampioen in de jaren tachtig, nvdr), zijn grote rivaal Didier Volckaert, en bij de vrouwen Jeannine De Ruysscher. In de jaren negentig had je ook de bekende triatlons van Middelkerke en Brasschaat. En het Superprestigecircuit, met triatlons in onder meer Geel, Landen, Menen en Mol, die live op tv kwamen en waar veel buitenlandse toppers op afkwamen. Daar is een vruchtbare voedingsbodem gecreëerd, met Luc Van Lierde als grootste boegbeeld.’

Een nieuw kantelpunt kwam er toen die in 1996 zijn eerste zege in Hawaï behaalde. ‘Door die overwinning heb ik zelfs de stap naar de triatlon gezet’, zegt Frederik Van Lierde. ‘Ik trainde toen als 17-jarige zwemmer vaak met mijn gemeentegenoot Didier Volckaert en een groepje triatleten. Omdat ik ook uitblonk in de schoolcrossen, vroeg ik al een hele tijd mijn ouders om een koersfiets. “Ik wil triatlon doen.” Pas na Lucs zege kon ik ze over de streep trekken. Ook Rutger Beke, Marino Vanhoenacker, Bert Jammaer en Gerrit Schellens kregen zo een stimulans om vol voor een triatloncarrière te gaan. Niet alleen om deel te nemen, maar ook om Ironmans te wínnen – Luc had de lat immers heel hoog gelegd. Ikzelf won zo de Ironman van Hawaï in 2013, en in mijn spoor volgden dan triatleten als Bart Aernouts, Kenneth Vandendriessche, Pieter Heemeryck en Stenn Goetstouwers (die laatste twee nemen zaterdag deel in Hawaï, nvdr).’

2. Veel teams, clubs, en trainers

‘Tegelijkertijd met de sterke generatie triatleten die in de jaren tachtig en negentig opstond, groeiden ook profteams zoals het Lions-team van Paul Van Den Bosch, met Belgische toppers als Jan Jammaer, Danny Simons, Dirk Van Gossum, Kris Mariën enMarc Herremans’, vertelt Reinout Van Schuylenbergh. ‘Later richtte Bart Verhaeghe (de voorzitter van Club Brugge, nvdr) het Uplace-BMC Team op, waar in het begin veel Belgische triatleten aan de slag konden, zoals Bart Aernouts, Bert Jammaer of Tine Deckers. Die ploeg richt zich nu meer op buitenlanders, maar onze huidige profs, zoals Kenneth Vandendriessche, Pieter Heemeryck, Stenn Goetstouwers of Pamphiel Pareyn, kunnen wel nog altijd rekenen op privésponsors, via onder meer de clubs waar ze bij aangesloten zijn.’

‘Die clubs kenden het voorbije decennium ook een sterke groei’, zegt Van Schuylenbergh. ‘In Vlaanderen alleen zijn er intussen ruim honderd. Die hebben ook steeds meer goed opgeleide trainers, die de triatleten juist begeleiden. Naast de clubs zijn er ook veel privécoaches bij gekomen, zoals ikzelf. Die markt is zelfs heel concurrentieel geworden. De groei van coaches is onder meer te danken aan het werk van de triatlonfederatie die sterk heeft ingezet op opleidingsprogramma’s. Paul Van Den Bosch is daar al in de jaren negentig mee begonnen, Jul Clonen heeft dat als technisch directeur van de federatie nog meer ontwikkeld, en toen ik hem opvolgde, heb ik dat beleid voorgezet. Als je als federatie niet over de grootste budgetten beschikt, moet je dat geld zeer gericht inzetten. En dan is de investering in coaches een katalysator voor succes. Dat heeft zijn vruchten afgeleverd, op zowel prof- als amateurniveau.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ook opmerkelijk: ook de voormalige Ironmanwinnaars Luc Van Lierde en Frederik Van Lierde coachen al jaren binnen- en/of buitenlandse toppers. Die laatste door zelfs zijn naamgenoot, toen hij in 2013 de Ironman van Hawaï won. ‘Wij hebben veel te danken aan Jan Olbrecht, een wereldautoriteit op het gebied van trainingsleer in onder meer zwemmen en triatlon’, zegt Luc Van Lierde. ‘Jan was van bij het begin van mijn carrière mijn mentor – op fysiek en mentaal vlak – en begeleidde later ook Rutger Beke, Marino Vanhoenacker, Tine Deckers, Frederik Van Lierde. Alles wat ik over trainingsleer weet, heb ik van hem geleerd. Zo ben ik in 2010 zelf als coach begonnen. Ook andere Belgische coaches als Rob Woestenborghs en Pieter Timmermans gingen bij hem langs.’

3. Flandriengehalte in een beleveniseconomie

De laatste acht jaar heeft België met Jelle Geens en Marten Van Riel twee atleten die in de kwarttriatlon de wereldtop hebben bereikt, maar daarvoor leefde de korte afstand in België veel minder. ‘Mede omdat die pas in 2000 olympisch werd, en toen alle focus, door mijn zeges in 1996 en 1999, bij de meeste triatleten op Hawaï lag. Nog eens versterkt door de zege van Frederik Van Lierde in 2013’, verklaart Luc Van Lierde.

Niet toevallig schakelen Geens en Van Riel nu ook over naar het langere werk. Ze werden vorig weekend nog eerste en tweede in de T100-triatlon in Las Vegas. Die middenafstand moet de opstap worden naar de Ironmans, en het WK in Hawaï. ‘Die wedstrijd heeft in België nog altijd de grootste aantrekkingskracht’, zegt Reinout Van Schuylenbergh. ‘Als je de man in de straat vraagt naar triatlon, zal Hawaï vaak terugkeren in het antwoord. De lange afstanden (3,8 km zwemmen, 180 kilometer fietsen, en marathon lopen, nvdr) passen goed bij de Vlaamse flandrienmentaliteit, die je ook in het wielrennen ziet. Zwoegers en strebers die zeer competitief zijn en koste wat het kost hun doel willen bereiken. Niet alleen bij de profs, ook bij de amateurs. Triatlon kun je niet tussen de soep en de patatten doen, door de zware combinatie van drie sporten wordt het door al die uren trainen bijna een levenswijze.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Dat past perfect bij de beleveniseconomie die hier sinds 2010 sterk is gegroeid, en waarin duursporten een belangrijke plaats veroverden’, zegt Wim Lagae, hoogleraar sportmarketing aan de KU Leuven, die in zijn jongste boek Sneller, Groter, Gekker schrijft over onder meer zijn belevenissen als amateurtriatleet. ‘Mensen willen zich loskoppelen van de digitalisering, willen bewuster omgaan met tijd en gezonder leven. Nú genieten, nú beleven, het liefst ergens buiten in de natuur. En dan bestaat er geen intensere zintuiglijke ervaring dan lang afzien. Onder meer in een Ironman, want dat is nog extremer dan een marathon lopen. Daar kijken mensen al niet meer van op. Maar als je zegt: “Ik heb een Ironman afgewerkt, of me zelfs gekwalificeerd voor Hawaï’”, dan kun je daar nog mee uitpakken. Dan bewijs je dat je ondanks een druk beroep toch al die trainingen kunt inpassen. Het is voor de rijkere, hoogopgeleide middenklasse zelfs een statussymbool geworden. Kijk maar naar de businessclub Ironmanagers.’

Dat je als Belgische triatleet naar het buitenland moet reizen om je te kwalificeren voor de Ironman in Hawaï, is voor hen dan ook geen financiële belemmering. ‘In België hebben we veel sprint- en kwarttriatlons en een Ironman 70.3-triatlon in Knokke, op de halve afstand. Een officiële Ironman, op de lange afstand, is voor onze organisatoren te duur. Maar dat staat de populariteit en de groei van triatlon duidelijk niet in de weg’, zegt Reinout Van Schuylenbergh.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content