Hoe kan het dat iemand die in zowat alle nationale jeugdselecties uitblonk en tot dezelfde categorie talenten behoorde als Eden Hazard en Christian Benteke anno 2013 nog steeds in de Jupiler Pro League voetbalt? Nill De Pauw, man in vorm bij Sporting Lokeren, legt zelf uit.
Nill De Pauw (23) steekt voor het eerst de neus aan het venster in 2007. In dat jaar vindt het Europese Kampioenschap voor U17 plaats in België. De jonge Duivels bereiken de halve finales, waarin ze uitgeschakeld worden door de latere kampioen Spanje en zijn toenmalige sterspeler Bojan Krkic. België teert in grote mate op zijn Gouden Driehoek, zoals jeugdcoach Bob Browaeys zijn spelers Christian Benteke, Eden Hazard en Nill De Pauw liefkozend noemt. De halve finale op het EK U17 betekent meteen ook een ticket voor het WK U17 een paar maanden later in Zuid-Korea. Opnieuw presteren de Belgen goed. Grote uitblinker van het toernooi: Nill De Pauw.
Browaeys: “Nill was de man die voor de verbinding zorgde tussen aanval en middenveld. Hij was een dominante factor in ons spel. Dat hij op die leeftijd een bijzonder inzicht in het vinden van ruimtes etaleerde, was zijn grootste kwaliteit.”
Ook De Pauw zelf bewaart bijzondere herinneringen aan die tijd: “Een fantastische periode. Hazard speelde op de tien, Benteke diep en ik op de acht. Die twee voor mij mochten zich uitleven. Ik liep dan wel de gaten dicht of zorgde voor aansluiting als we gevaarlijk konden zijn voorin… maar het was vooral dat eerste (lacht). Ik heb in de nationale jeugdploegen ook soms diep in de spits gespeeld, meestal als we voor een tweespitsensysteem kozen. Ik denk dat ik een ‘rotte’ spits was om tegen te spelen. Ik zocht vaak de diepte en pikte geregeld mijn goaltje mee.”
Enkele jaren later was De Pauw ook een vaste waarde bij de nationale belofteploeg van Jean-François de Sart, in 2011 werd hij er zelfs tot aanvoerder gebombardeerd. Het kenmerkt het parcours van De Pauw, opgeleid bij Lokeren, die in zowat alle nationale jeugdploegen uitblonk.
Maar waarom voetbalt hij dan nu, anno 2013, nog steeds op Daknam – met alle respect voor de evolutie die de Waaslanders de voorbije jaren maakten – en die andere twee in de Premier League bij Aston Villa en Chelsea?
Harde werker
Die vaststelling heeft Nill De Pauw ook al voor zichzelf gemaakt. “Het is raar. Ik was bij de beteren in de nationale jeugdploegen en ik bleef ‘de jongens’ volgen, ik zag Hazard en Benteke daar en daar. En mezelf bij Lokeren.
“Ik sta geregeld voor de spiegel en stel mezelf de vraag: mag je tevreden zijn met waar je nu staat? Heb je de juiste keuzes gemaakt? Dan zeg ik: ja. Ik kan mezelf weinig verwijten. Er zijn natuurlijk elementen waar je bij kan blijven stilstaan. De blessures, ja. (zie kader) En had ik bijvoorbeeld op jongere leeftijd naar een topclub moeten gaan in plaats van bij Lokeren te blijven?
“Er was in een bepaalde periode ook een groot verloop aan trainers bij Lokeren, dat was evenmin bevorderlijk voor mijn ontwikkeling. Pas de laatste vier seizoenen is de situatie stabiel in de club.”
Dat De Pauw, ondanks zijn schalkse en nonchalante uitstraling, een van de hardst werkende spelers is in de kern van Lokeren wordt door zowel ploegmaats als trainers bevestigd. Aanvoerder Killian Overmeire: “Nill is een echte winnaar, zelfs wanneer het om een stom spelletje gaat. Hij is helemaal niet de speelvogel voor wie mensen hem aanzien, hij verricht veel extra werk buiten de trainingen. Daarnaast is hij gewoon altijd vrolijk en goedgezind. Daarom ligt hij zo goed in de groep, iedereen komt met hem overeen.”
Don’t judge the book by it’s cover. De Pauw knikt. “Ik besef dat ik nonchalant overkom, maar iedereen die me echt kent, weet dat ik er alles voor doe. Dat ik in vrije weekends liever in België nog wat extra train dan dat ik een city trip doe.”
Dat zowel trainer Peter Maes als sportief directeur Willy Reynders zich de voorbije jaren hard toonde voor De Pauw, prikkelt hem. In een interview met dit blad bij aanvang van dit seizoen erkende Reynders dat het uitblijven van de grote doorbraak voor Nill De Pauw een van de grootste frustraties binnen de Waaslandse club is.
Reynders toen: “Dat is een wekelijks gevecht, ja. Nill heeft dat nonchalante in zijn spel. Je mag hem dat ook niet helemaal afnemen, maar het moet in functie zijn van het totaalconcept. Hij ziet zichzelf nog steeds als een nummer tien, terwijl ik denk dat hij dankzij zijn enorme loopvermogen een grote toekomst heeft als nuttige pion op de flank. Die knop moet hij omdraaien. Scholz is daar bijvoorbeeld de tegenpool van, die is op zijn 19 jaar al volwassen en weet perfect wat hij wil en wat hij kan.” Het waren woorden die aankwamen.
Rendement
Pas sinds de komst van coach Peter Maes is De Pauw zich gaan omvormen tot een vleugelspeler. Veelal vanop rechts. Zijn ex-coach Bob Browaeys vindt dat jammer: “Nill kan perfect infiltreren en zich vrijmaken. Die positie op de flank heeft zijn ontwikkeling deels afgeremd, denk ik. Centraal zou hij beter tot zijn recht komen en gevaarlijker zijn.”
De Pauw erkent dat de positiewissel een serieuze invloed had op zijn prestaties. “Vooral die eerste twee seizoenen onder Maes waren heel moeilijk. Ik ben niet het type dat dan gaan zeuren, maar het was een lange zoektocht voor mij op die nieuwe positie. Omdat ik geen typische winger ben die aan de zijlijn op de bal wacht om dan een actie te maken, heb ik mezelf van bij het begin andere eisen opgelegd. Ik moet compleet zijn op die positie. Defensief mijn werk doen en in balbezit van nut zijn. Zeker als ik later de stap wil zetten naar een fysiek meer veeleisende competitie is dat interessant.
“De balans was misschien wat scheefgetrokken, ik deed te veel in balverlies en te weinig in balbezit. Dit is nu mijn vierde seizoen op die positie en ik heb een bepaald evenwicht gevonden, maar ik beschouw mezelf nog steeds als een middenvelder. Eentje die vanop rechts diepgang brengt of afhaakt. Links of rechts maakt niet uit. Al kom ik vanop rechts misschien iets makkelijker voor doel.”
Toch blijft de kritiek op De Pauw, ondanks zijn onmiskenbaar talent (getuige een aantal wondermooie doelpunten, gaande van lange soloacties tot pegels in het dak van het doel) steeds dezelfde: te wisselvallig en te weinig rendement. In de voorbereiding zag het er zelfs even naar uit dat De Pauw volledig naast de ploeg zou vallen aangezien de afgeschreven Enes Saglik plots weer zijn kans kreeg en de nieuwkomers Hans Vanaken en Jordan Remacle flitsend uit de startblokken schoten. “Saglik was in vorm, begrijpelijk dat hij zijn kans kreeg”, nuanceert De Pauw. “De trainer weet bovendien ondertussen goed genoeg wat hij aan mij heeft.”
Feit is dat ‘Nill!’ zowat de meest gehoorde vloek is tijdens wedstrijddagen op Daknam. Om de haverklap roept Peter Maes zijn Belgische flankspeler tot de orde. “Maes zet graag druk op zijn spelers”, weet de beklaagde. “Bij sommigen werkt dat, bij sommigen niet. Alfred Finnbogason bijvoorbeeld kon daar niet mee om. Het is niet altijd eenvoudig om tijdens wedstrijden te presteren als hij zo op je kap zit. Soms haalt het je uit je concentratie. We hebben daar al over gesproken, maar mocht hij het anders aanpakken zou hij zichzelf niet zijn en zou de ploeg daar ook onder lijden. Ik weet dat hij het beste met me voor heeft, want zelfs als ik wat minder presteer blijft hij in mij geloven.”
Woelige periode
Er zijn er binnen de technische staf die minder hard zijn. Zoals Rudi Cossey. “Het voordeel van Nill is dat hij zelfs wanneer hij niet in de match zit voor de ploeg blijft werken”, sust de assistent van Peter Maes. Paradoxaal genoeg is het net die veeleisende speelstijl die hem al heel wat blessures opleverde.
Daar heeft de jonge Belg met Congolese roots (hij is geboren in Kinshasa, maar verhuisde al na een jaar naar België) ondertussen op geanticipeerd. “In het begin van mijn carrière kampte ik voornamelijk met hamstring- en spierblessures, ik ben dan preventieve oefeningen beginnen doen. Sinds een drietal jaren heb ik zulke spierblessures ook niet meer. De sleutelbeenbreuk die ik vorig seizoen opliep tegen Club Brugge kwam er gewoon door slecht neerkomen. Mijn zware blessure aan de knie in 2011 kwam er na een slecht contact met een tegenstander. Dat is pure pech. Maar ik weiger mijn gemoed daardoor te laten bepalen. Ik denk niet: how, oppassen, ik kan morgen weer geblesseerd raken. Als je zo begint te redeneren is dat het begin van het einde.”
Wel is het zo dat hij vaak te snel wilde terugkeren uit blessure. “In mijn pechjaar 2009/2010, toen ik vier blessures in één seizoen had, was dat het probleem: ik wilde er telkens te snel weer staan. Dat had ook te maken met de ploeg die helemaal niet draaide, ik wilde helpen.”
Want eigenlijk had 2009 al het jaar van zijn doorbraak kunnen zijn, dat gevoel leeft toch bij De Pauw. “De toenmalige trainer, Aleksandar Jankovic, maakte mij belangrijk. Net wat ik nodig had na een moeilijke periode onder Georges Leekens.”
Onder Jankovic, die De Pauw later het grootste talent met wie hij ooit werkte zou noemen, begon De Pauw knallend aan het seizoen 2009/2010. Hij startte de eerste twee speeldagen in de basis. Maar dan was er dus die zware knieblessure in een wedstrijd met de nationale beloften. “Het begin van een lange lijdensweg. Misschien ben ik toen ook niet genoeg beschermd door de medische staf. Maar ja, het was een woelige periode. Na Jankovic kwam Jacky Mathijssen, dan Emilio Ferrera en uiteindelijk Maes. Hij heeft van in het begin schoon schip gemaakt. Maes is zo verstandig geweest eerst een Belgische basis te leggen – dat geraamte staat er nog steeds. Ik heb me altijd deel gevoeld van die visie. Zoals het cliché luidt: het is pas wanneer een trainer niet meer op je roept dat je je zorgen moet maken.”
Transfer
De voorbije weken en maanden heeft Nill De Pauw de goede vorm weer te pakken. Tegen Club Brugge, KV Mechelen en in de beker tegen Waasland-Beveren hoorde hij telkens bij de uitblinkers voor Lokeren. Als hij zo blijft doorgaan – en blessurevrij blijft – komen straks ongetwijfeld weer geïnteresseerde clubs aankloppen. Twee zomers geleden meldde Club Brugge zich al eens, maar het stuitte toen op een te hoog prijskaartje voor De Pauw.
Met nog anderhalf jaar contract te gaan, behoort een afscheid van zijn Lokeren echter steeds meer tot de mogelijkheden. “Ik besef wel dat er een belangrijke periode aanbreekt voor mij. Ik zit al vanaf mijn twaalf jaar bij Lokeren en vanaf mijn zestien jaar in de eerste ploeg, uiteindelijk mag ik toch tevreden zijn met wat we in Lokeren neergezet hebben. Het winnen van de beker van België bijvoorbeeld, waarin ik toch beslissend kon zijn (De Pauw gaf de assist op het winnende doelpunt van Hamdi Harbaoui, nvdr). Bij mij verloopt het carrièrepad gewoon iets trager, dat is geen drama.”
DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: IMAGEGLOBE
“Het was een lange zoektocht voor mij op die nieuwe positie.”