Marc Coucke, na de verrassende nederlaag tegen STVV: ‘Als je al 45 jaar supporter van KV Oostende bent, dan ben je wel wat gewend.’ Een gesprek over jongensdromen, voetbal, Sinterklaas en… Ljubljana.

Het is al een flink een stuk in de nacht wanneer de laatste gasten uit het businessgebouw hun weg naar de parking zoeken. Ze hebben weer een ouderwets feestje, aflevering ik-weet-niet-hoeveel, achter de kiezen. De klanken van Goeiemorgen morgen en Baby baby van Nicole en Hugo zijn al lang uitgestorven, de nederlaag van KV Oostende tegen STVV al helemaal vergeten. De eerste tweets van Marc Coucke zijn ook al gepasseerd. De muziek is beter dan de match. Eentje aan het adres van Michel Verschueren: Al was onze match vandaag nog zo slecht, we gaan volgende week toch ons best doen op @rscanderlecht!

‘We zijn hier in de eerste plaats om ons te amuseren’, had de voorzitter een paar uur voor de wedstrijd al gezegd. ‘Als je al 45 jaar supporter van KV Oostende bent, dan ben je wel wat gewend. (lacht) Degraderen, tweede klasse, derde klasse, verliezen in Virton… Ik ben nog van de oude garde: ik vind een 0-1 op Westerlo geweldig. Feest! Maar van nieuwe supporters hoor je dan: ‘Ja, maar ik heb toch veel slechte passes gezien.’ Een wezenlijk verschil. Vroeger gaven we applaus als er eens een goede pass werd gegeven.’

Ontspannen, zoals altijd, oog voor detail en omgeving. Hij stopt even met praten, wenkt zijn jongste dochter Alysée en wijst naar de overkant van de straat, waar een dakwerker in de goot zit. ‘Kijk Alyséetje, er zit daar iemand op het dak. Hij is aan het oefenen voor Sinterklaas.’ (lacht) We vragen of hij voor de portier van het Brussels Media Center, waar dit blad wordt gemaakt, nog even een handtekening op een toegangsticket wil zetten. ‘Een supporter van KV Oostende? Moet er een boodschap bij?’ Hij neemt een pen en krabbelt: VOOR DE PORTIER! Marc Couckenbak. ‘Goed zo?’ Humor, medicijn tegen de verzuring.

U bent blijkbaar trots op uw geuzennaam ‘Couckenbak’?

MARC COUCKE: ‘Leuk, toch? Maar toen we op 1 in de Vlaamse top tien stonden, liep het uit de hand. We hebben ons nummer voor 4000 man op Oostende Koerse begraven. Tot we met KV Oostende ergens op achterstand staan en de supporters van de tegenpartij dat nummertje beginnen te zingen. Zalig! Zoals op AA Gent, waar de stadionomroeper bij een 2-1-stand zei: ‘Het is vandaag geen Couckenbak, maar wel vollen bak.’ Ik kon erom lachen, maar ze hebben hem ontslagen. Toen het 2-2 werd, zijn we in de eretribune met een man of tien recht gesprongen en hebben we nog eens zot gedaan. (begint te zingen) ‘Het… is… weer… Couckenbak!’ Dat is toch geestig?’

Geen voorzitter die het voetbal beter kan relativeren dan Marc Coucke.

COUCKE: ‘De omschrijving van Johan Cruijff is prachtig: de belangrijkste bijzaak ter wereld. Maar, en dat moet ik wel toegeven, na winst begin je met een ander gevoel aan de week. Je voelt je beter, al moeten we blijven beseffen wat we wel en niet kunnen. De doelstelling was rond de zevende of achtste plaats te eindigen, volgend seizoen willen we in play-off 1 proberen te geraken. We zitten een jaar voor op schema, al denk ik dat dit ons plafond is.

‘Ik ben wel geschrokken van wat KV Oostende hier heeft teweeggebracht. We spelen voor een bijna uitverkocht stadion, ook al is zaterdagavond om 18 uur aan de kust een heel slecht moment. Het businessgebouw zit ook weer vol en er komen nog elke week nieuwe sponsors bij. In die mate dat we het seizoen niet met een budget van 11 miljoen euro – zoals vooropgesteld – maar van 12 miljoen zullen afsluiten. Toen ik de club twee jaar geleden overnam zaten we met een budget van 4 miljoen euro, volgend seizoen gaan we naar 15 miljoen. Dat is zeker haalbaar.’

Waar zit de rek dan?

COUCKE: ‘Ik weet het niet. Ik had dit al niet verwacht. We startten met een aantal grote sponsors, naar de normen van KV Oostende: 100.000 of 200.000 euro. Daarna kwamen de kleinere, die 10.000 of 20.000 euro voor businessseats of boarding betalen. Als je 100 zulke sponsors hebt, dan kom je ook aan paar miljoen. En: uit heel België! Als ze op het podium vragen wie er allemaal van Oostende is, dan gaan er weinig armen in de lucht. Het zakenleven in Oostende is heel beperkt, maar we zitten hier met mensen uit Brugge, Aalter, Gent en zelfs Wallonië. Om de veertien dagen 300 kilometer rijden om naar KVO te komen kijken, vroeger was dat ondenkbaar.’

Hoe kan dit bestendigd worden?

COUCKE: ‘Door het stadion te verbouwen, bijvoorbeeld. We konden er ook voor kiezen om ergens in de rand van Oostende een mini-Ghelamco Arena te bouwen, met kantoren en appartementen, maar dat wil ik niet. Ik zit hier niet om geld te verdienen, dit is voor mij geen businessproject. Ik wilde absoluut op deze locatie blijven. Dicht bij de zee, leuk en charmant.

‘We hebben onlangs nieuwe zitjes in de spionkop geplaatst, het Maes Pils Plein voor de supporters is een stukje overdekt, een paar weken geleden openden we de nieuwe fanshop. Er gebeurt bijna elke week iets. Volgend seizoen een nieuwe hoofdtribune, met 3800 nieuwe zitjes, 1250 businessseats en een mooie feestzaal. Wat we daarna doen, zien we wel. Moeten we de tribunes aan de kant van het businessgebouw aanpakken? Dat kleine tribunetje, waar misschien 40 supporters kunnen zitten, is van het niveau derde parochiale. (lacht) 12.000 supporters is onze limiet, denk ik, maar ik wil ook wel eens zien wat er gebeurt als het eens wat minder loopt.’

PROFESSIONELE STRUCTUUR

Zou het een ontgoocheling zijn mocht u play-off 1 alsnog mislopen?

COUCKE: ‘Nu wel. We moeten niet zeveren, die kans krijgen we misschien nooit meer. Herfstkampioen en 34 punten na 18 wedstrijden, terwijl je normaal gezien 47 punten moet hebben om in de top zes te eindigen. We zullen in de volgende 12 matchen toch wel 13 punten halen? Lukt dat niet, speel je op het schema van een degradatiekandidaat.’

Vorig jaar pakte AA Gent de titel, droomt u daar heimelijk van?

COUCKE: ‘Er is een wezenlijk verschil. AA Gent had meer budget, een grotere capaciteit en een bredere kern.’

KVO heeft ook 31 spelers.

COUCKE: ‘Ja, maar je moet naar het niveau kijken. Als wij geblesseerde of geschorste spelers hebben, zijn we kwetsbaar. Dat is tegen Antwerp en op KV Mechelen gebleken. Spijtig, maar het is een vaststelling. Het is al een wonder dat we met dertien, veertien spelers aan de top meedraaien. En: vier clubs hebben zich van de rest afgescheiden. Zelfs na een 0 op 9 staan we nog in de top vier. Mochten we van uit die positie aan play-off 1 kunnen beginnen, komt Ljubljana weer wat dichter.’

Ljubljana?

COUCKE: ‘Toen ze me twee jaar geleden vroegen wat ik binnen tien jaar met KVO wilde bereiken, dan zei ik: ‘Ooit eens Europees spelen. Ljubljana-KV Oostende, je zal verschieten hoeveel volk er zal zijn.”

Waarom geen grotere club?

COUCKE: ‘Ljubljana is altijd schoon.’ (lacht)

Dit had u in augustus 2013 niet verwacht?

COUCKE: ‘Neen. Ons eerste seizoen in eerste klasse startten we met 2 op 21… We pakten uiteindelijk 34 punten, evenveel als nu na 18 matchen. Dat is rap, hé. Er zat wel meteen visie echter. Ik heb tegen Luc Devroe gezegd: ‘Je moet niet met een speler afkomen die 5 miljoen moet kosten. En als je er een vindt van 500.000 euro, dan moet het erop zijn.’ Patrick Orlans is erbij gekomen, Wim Van De Vijver doet de financiële kant, Wim De Meyer sinds kort de communicatie. Ik ben goed omringd.’

Want: er was niets.

COUCKE: ‘Maar de club is wel naar eerste klasse gepromoveerd. Daarom: chapeau voor de mensen, vooral vrijwilligers, die hier voor mij waren. Ze hebben hun best gedaan, maar er was nood aan een professionele structuur. En: de meesten zitten hier nog altijd en hebben het aanvaard om voor een baas – topmensen – te werken. Die overgang is heel vlot verlopen.’

FELLE SUPPORTER

In welke mate weegt u zelf op het dagelijks bestuur?

COUCKE: ‘Heel weinig. Ik ben in 2015 slechts één keer in Oostende geweest als er geen match was. Eén keer! Ik weet dat ik op mijn medewerkers kan rekenen. Toen ik hoorde dat we iets aan onze fanshop moesten doen, hebben we dat intern besproken. Acht maanden erna kreeg ik een invitatie voor de opening. Ik heb geregeld telefonisch contact en om de twee maanden zitten we met het management rond de tafel, meestal bij mij thuis. Targets aanpassen, budgetcontrole, oplossingen zoeken. De volgende maanden zullen we nog moeilijke beslissingen moeten nemen.’

Zoals?

COUCKE: ‘Om er maar één te noemen: versterken we ons in januari of niet? Mochten we twee écht goede spelers binnenhalen, zullen we dan beter zijn of verstoren we het evenwicht? Nu voelt iedereen zich een beetje de kapitein van het schip, maar zou dat met de komst van nieuwe spelers ook nog zo zijn? Een moeilijke oefening, zeker met het oog op play-off 1. Een paar midweekmatchen en tien intense wedstrijden, waardoor de kans op blessures en schorsingen toeneemt. We hebben een sterke bank, maar als we een aantal spelers moeten missen, dan is de bank niet meer op het niveau van play-off 1. Dat is geen verwijt, uiteindelijk hebben we voor de middenmoot gekocht.’

U laat tijdens de winterstop geen enkele sterkhouder vertrekken?

COUCKE: ‘Dat weet ik niet. Als er een echt mooi bod komt… Voor Cyriac kan ik vermoedelijk nu al evenveel terugkrijgen als het totale geïnvesteerde bedrag, maar moeten we dat doen? We kunnen ook alles op dit seizoen zetten en hopen dat hij in mei nog iets meer waard is. Ik vind het wel fantastisch dat spelers als Akpala, Rozehnal of Cyriac hier komen spelen, zeker na een flauw seizoen.’

Omdat u hen mooie voorwaarden aanbiedt.

COUCKE: ‘Hmm… De spelers worden hier zéker niet overbetaald. Ze geloven in ons project en als een van die jongens een stap vooruit kan zetten, dan moet ik hen dat misschien ook eens gunnen. Als ik tegen iedereen zeg dat ze niet mogen vertrekken… Wij willen een springplank zijn, maar dat kan alleen maar als je spelers beter maakt. Daarom vind ik de staf, de omkadering en de begeleiding zo belangrijk. Toen Yves Vanderhaeghe zei wat er op het oefencomplex voor verbetering vatbaar was, schrok hij zich een bult toen het de week erna was opgelost. Een combinatie van professionalisme, dat ik hier heb binnengebracht, en het voluntarisme van vroeger.’

Nochtans wordt het succes van KV Oostende door de buitenwereld gereduceerd tot ‘het geld van Marc Coucke’. Stoort u dat?

COUCKE: ‘Neen. Ze hebben gelijk in de zin dat dat de katalysator was om dit in gang te zetten. Er moest vijf miljoen in spelers geïnvesteerd worden, vanaf dan konden we naar een break-even streven. Ik lees soms vreemde analyses. Meestal worden transfers meegerekend om te zeggen of een ploeg winst of verlies maakt, terwijl dat in de eerste plaats investeringen zijn: spelers stijgen meestal in waarde. Als een bedrijf een nieuwe fabriek bouwt, dan maakt het geen 20 miljoen verlies, hé. Neen, door die fabriek wil je de volgende jaren je ambities invullen.

‘Operationeel streven we naar een break-even en daar zijn we nu al in geslaagd. Meer zelfs, we stevenen af op een overschot van 500.000 euro. Maar mochten we in januari een speler van 1 miljoen kopen, dan schrijven jullie dat we 500.000 euro verlies hebben gemaakt. Dat klopt niet, hé, want dat overschot is er nog altijd, terwijl dat miljoen een investering is. Tenzij hij zijn been breekt.’

U bent een hevige supporter, die in de tribune roept en zelfs scheldt. In welke mate kan je dat scheiden als je een zakelijke beslissing moet nemen?

COUCKE: ‘Volledig! Ik ben fel, ja. Ze mogen van mij alles doen, behalve een micro naast mij zetten. Mijn dochters zeggen vaak: ‘Papa, welke woorden gebruik je nu?’ (lacht) Dan ben ik supporter, maar tijdens de week… We moeten nu van deze hoogconjunctuur proberen te profiteren.’

En duurzaamheid nastreven?

COUCKE: ‘Duurzaamheid, het perfecte woord. Stap voor stap. We krijgen de laatste maanden heel veel vragen van buitenlandse topclubs – Engelse en Italiaanse – om samen te werken. Ik houd dat voorlopig af, terwijl ik twee jaar geleden wellicht sneller ‘ja’ gezegd zou hebben. Ik wil eerst weten of die clubs het goed menen. Een speler die je huurt, hoe goed hij is, zal wellicht iets minder bij de club betrokken zijn en dat kan een negatief effect op de sfeer in de kleedkamer hebben.’

U woont op drie kilometer van de Ghelamco Arena en u zat ooit nog in de loges van Club Brugge: zou u hetzelfde kunnen doen bij die clubs?

COUCKE: (zucht) ‘Moeilijk in te schatten, maar ik ben bijna zeker van niet… Het zou mij nooit zo veel voldoening geven. Straks komen mijn broer, Guy, en mijn ouders, met wie ik hier 45 jaar geleden ook al zat. Toen ik een jaar of tien was, hoopte ik dat Oostende ooit eens een goede voetbalploeg zou hebben. Ik ging ook geregeld naar Club Brugge, waar ik nog in de vzw zat en dat meestal in een andere reeks dan KVO speelde. Alhoewel, die ene keer dat we in Brugge met 2-3 wonnen, is nog altijd mijn schoonste herinnering.

‘Voor de Europese matchen nodigden we altijd een man of twintig in de loges uit, waarna we met zijn allen naar een klein cafeetje in de binnenstad trokken. Pinten pakken, schlagers zingen… In feite deden we toen met 20 man wat we hier nu met 1000 man doen. Een jongensdroom.’

DOOR CHRIS TETAERT EN PETER T’KINT – FOTO’S CHRISTOPHE KETELS / BELGAIMAGE

‘We krijgen de laatste maanden heel veel vragen van buitenlandse topclubs – Engelse en Italiaanse – om samen te werken.’ MARC COUCKE

‘Toen het in Gent 2-2 werd, zijn we in de eretribune met een man of tien recht gesprongen om te zingen: ‘Het… is… weer… Couckenbak.’ Dat is toch geestig?’ MARC COUCKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content