Op negentien jaar al speelde Frank Vercauteren (Anderlecht) een Europacupfinale. De kromme center van zijn al even kromme linkerbeen was zijn handelsmerk.
D aar is ‘em, daar is ‘em !Erwin Vandenbergh staat oog in oog met de Argentijnse doelman in de openingswedstrijd van het WK 1982 in Spanje. Hij scoort. Goooooal ! Goal ! Goal ! Kreten zijn het, uit de mond van Rik De Saedeleer, die in het Vlaamse collectieve geheugen staan gebrand. De voorzet vertrok van het onvolprezen linkerbeen van Frank Vercauteren.
Frank Frankie Vercauteren (Sint-Jans-Molenbeek, 28 oktober 1956) wordt ontdekt door broeder Grégoire van het Vierwindencollege. Buiten het medeweten van de familie, hevige supporters van Daring Molenbeek, lokt hij de straatvoetballer mee naar aartsvijand Anderlecht, die hem aansluit. Frank is negen jaar dan. Hij debuteert in de A-ploeg met een invalbeurt in 1975. Een jaar en twee knieoperaties later valt hij na een halfuur in voor de geblesseerde Ludo Coeck in de finale van de Europacup 2 tegen West Ham (4-2 winst). Hij is negentien.
“Frank profileerde zich meteen als een speler met toekomst”, weet ploegmaat Peter Ressel nog. “Als linksmidden stond hij op dezelfde kant als Rob Rensenbrink. Die twee begrepen elkaar. Als jonge speler moet je je dienstbaar opstellen en Frank deed dat uitstekend. Eigenlijk speelden wij toen allemáál in dienst van Rensenbrink.” Kwaliteiten heeft de jonge Vercauteren te over : technisch goed, tactisch slim, behoorlijk snel, prima traptechniek. “Niet te vergelijken met die van Rensenbrink uiteraard,” vult Ressel aan, “maar hij had wel iets wat Robbie níét had : inzet en werkkracht.”
Vercauteren zal vier EC-finales spelen met Anderlecht, waarvan hij er drie wint. Op zijn eerste landstitel moet hij wachten tot 1981, onder trainer Tomislav Ivic, die diepe indruk op hem maakt. “De beste linkervoet die ik ooit heb gezien in België”, zegt Kenneth Brylle, Brussels topschutter dat jaar. “En ik kan het weten : ik heb véél doelpunten gemaakt uit zijn gemeten voorzetten. Úren hebben we daarop getraind onder Ivic. Frank gaf zijn voorzetten op het juiste moment. Hij haalde zelden de achterlijn, maar trapte vaak al van aan de zestien meter. Erg moeilijk te verdedigen voor een tegenstander.”
Brylle overlaadt zijn vroegere collega met complimenten : enorme intelligentie, ongelooflijke mentaliteit, nooit uit op eigenbelang, keiharde werker. “Dat zie je ook aan hoe hij nu is als trainer”, zegt hij. “Technisch verfijnd zou ik hem niet durven noemen : hij had geen dribbel buitenom. Een ouderwetse linksmidden, kortom. Iemand die niet alleen kwam om te voetballen, maar ook om erover te discussiëren. Hoe vaak heeft hij niet met Ivic zitten praten over hoe het spelletje in mekaar zit !”
In 1983 wint Vercauteren de Gouden Schoen. Vier jaar later vindt Anderlecht hem, tot zijn grote ontgoocheling, geen nieuw contract waard en vertrekt hij langs de achterdeur naar Nantes. Nog drie keer wordt hij opgeroepen voor de Rode Duivels, voor het laatst in 1988 voor een oefenduel tegen Brazilië, zijn 63ste interland. “Mijn eerste seizoen in Frankrijk was ik, net als de ploeg, middenmoot”, verklaart de huidige Anderlechttrainer eerlijk dat einde. Zijn tweede seizoen is zijn beste : hij houdt de Argentijn en latere wereldkampioen Jorge Burruchaga uit de ploeg en wordt uitgeroepen tot assistkoning in de Franse hoogste klasse. De gelouterde flankspeler is ondertussen geëvolueerd naar een centralere, creatieve rol op het middenveld, achter de spits of links voor de verdediging.
Vercauteren besluit zijn carrière tussen 1990 en 1993 bij RWDM, in de rechterkolom en in relatieve anonimiteit.
door jan hauspie