De Keniaanse hardloopcultuur: ‘Hier, op deze rode aarde, moet je pushen’

© Reuters
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Dit weekend probeert de Keniaan Eliud Kipchoge een marathon in minder dan twee uur te lopen. Vorig jaar ging Sport/Voetbalmagazine al op onderzoek uit in het hart van de Keniaanse hardloopcultuur. ‘Wij, Europeanen, maken van veel dingen onnodig een probleem.’

Het is 23 april 2016, de dag nadat in Nairobi de antidopingwet werd ondertekend, en in zijn kantoor in Eldoret monstert Elias Makori, regionaal redacteur van The Daily Nation, de kranten. Onder de kop ‘Doping is now criminalbenadrukt president Uhuru Kenyatta dat dit een voortzetting is van de inspanningen die de regering doet om bedrog en corruptie aan te pakken. Hij noemt de wet het bewijs dat Kenia honderd procent bereid is zich te schikken naar de internationale regelgeving in de sport.

Dat gebeurt wel vrij laat. Kenia liet eerst twee deadlines van het wereldantidopingagentschap WADA passeren en liep zo groot risico uitgesloten te worden van deelname aan de Olympische Zomerspelen in Rio de Janeiro. Het antidopingwetsvoorstel werd overigens ingediend door een parlementslid dat zelf loopt: Wesley Korir, winnaar van de marathon van Los Angeles in 2009 en die van Boston in 2012. En er was zware lobbying van de vereniging van professionele atleten nodig om toch maar niet de nieuwe deadline van 2 mei te laten passeren. Onder meer Asbel Kiprop, wereldkampioen 1500 meter, en Julius Yego, wereldkampioen speerwerpen, spraken harde taal.

In 2012 al toonde een documentaire van de Duitse tv-zender ARD dat er in Nairobi gemakkelijk epo te krijgen is. Maar dat nam de atletiekbond niet ernstig. Sindsdien was er een escalatie van dopinggevallen, een veertigtal al, en legden enkele atleten en ex-atleten verontrustende verklaringen af. Mathew Kisoria, in 2012 tijdens het Keniaanse kampioenschap 10.000 meter betrapt op het gebruik van anabole steroïden, bekende dat hij de inspuiting kreeg van een dokter die zei dat hij zich geen zorgen moest maken. Hij beweerde ook dat er in het land nog wel meer medici zijn die lopers van doping voorzien, al dan niet in ruil voor een deel van het prijzengeld. Moses Kiptanui, ex-wereldkampioen 3000 meter steeple, sprak van een dopingnetwerk, van managers die atleten aanzetten tot dopinggebruik en van corruptie bij het behandelen van dopingdossiers.

Maar Elias Makori, die in 2012 tot IAAF Word Sports Journalist of the Year werd verkozen, denkt niet dat er in Kenia geld is voor systematisch doperen. “Het gaat om individuele gevallen en niet bij de wereldtoppers die in het buitenland constant worden getest”, zegt hij. “Tot nu toe is er nog maar één vrij bekende naam betrokken gebleken: Rita Jeptoo, die drie keer de marathon van Boston won en drie keer die van Chicago. Feit is dat het gebrek aan besef van de Keniaanse autoriteiten een groot probleem is geweest en dat in dit land corruptie het allergrootste probleem is. Zolang dat niet verandert, zal het altijd een zware strijd blijven, want het betekent dat als je betaalt je ongestraft weg kunt komen. Door de nieuwe antidopingwet wordt het nu in elk geval mogelijk mensen voor het gerecht te brengen die atleten doping verkopen of toedienen. Straffen als drie miljoen Keniaanse shilling boete (zo’n 25.000 euro, nvdr) en drie jaar gevangenis kunnen het dopingprobleem helpen te verminderen, denk ik. Het belangrijkste nu is dat we naar de Olympische Spelen kunnen. Voor de rest is dat nog maar een begin. De volgende stap is dat het nieuwe antidopingagentschap een structuur en faciliteiten uitbouwt, want in Kenia is momenteel geen dopinglabo. Stalen moeten worden onderzocht in Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Zuid-Afrika of Spanje en zijn meer dan een dag onderweg.”

Wilson Boit Kipketer (L) omarmt zijn kompanen Moses Kiptanui (R) en Bernard Barmasai (L) na overwinning van de 3,000 meter steeplechase tijdens het WK in 1997.
Wilson Boit Kipketer (L) omarmt zijn kompanen Moses Kiptanui (R) en Bernard Barmasai (L) na overwinning van de 3,000 meter steeplechase tijdens het WK in 1997. © Reuters

HOME OF CHAMPIONS

We rijden met Elias Makori mee naar Iten, waar op zondagochtend in het Keellu Resort Centre, het hotel van wereldtopmarathonloper Wilson Kipsang, op zijn initiatief een evenement plaatsgrijpt. Naar aanleiding van de uitzending van de marathon van Londen zullen atleten er uitleg krijgen over onder meer de antidopingwetgeving. Het is nog vroeg in de ochtend en even buiten Eldoret passeren we Yobes Ondieki, in 1993 de eerste die de 10.000 meter in minder dan 27 minuten liep. Hij is coach nu en leidt een intervaltraining op de mooie, heuvelachtige weg naar het Home of Champions.

Elgeyo-Marakwet, met Iten als hoofdstadje, is een van de 47 districten van Kenia. Het ligt in het hooggebergte van de vroegere provincie Rift Valley Province, de regio van de Oost-Afrikaanse riftvallei. Dat is tussen het Turkanameer en het Victoriameer, gebieden waar de oudste sporen van de mensheid gevonden werden. “Hier zit meer looptalent samen dan waar ook ter wereld”, zegt Makori, “en meer dan zeventig procent ervan behoort tot de Kalinjin-stam.” Daar is intussen al veel onderzoek naar gedaan. Het kuitbeen van een Kalinjin zou lichter zijn en het lopen op blote voeten tot en met de lagere school zou het gevoel met de aarde versterken en voor de ontwikkeling van een economischer looptechniek zorgen. “Het is een combinatie van lichamelijke en mentale factoren die hen geschikt maakt voor hardlopen”, zegt Makori. “De meeste lopers komen uit zeer bescheiden boerenfamilies en moesten van kleins af grote afstanden over heuvels te voet afleggen naar de school en naar de akkers en de weides. Ze zijn gehard door het leven, eten sober wat de grond en het vee voortbrengen en op een hoogte van 2500 meter trainen zoals hier verbetert het uithoudingsvermogen.”

Het is volop regenseizoen, maar droog en zonnig in Iten. In het mytische Kamariny Stadium liepen al honderden kampioenen, binnen- en buitenlandse, en ook nu nog komen hier geregeld wereldtoppers als Wilson Kipsang (marathon), David Rudisha (800 meter) en Asbel Kiprop (1500 meter) trainen. We treffen er Yolo Nikolov, een Bulgaarse coach. Hij is er aan het werken met zijn jonge landgenoot Mitko Tsenov, de Europese U23-kampioen op de 3000 meter steeple. “Hier kan hij trainen met de besten ter wereld in zijn discipline”, zegt Nikolov. “Maar denk niet: ik kom hier een maand trainen en daarna zal ik vliegen. Het gaat niet alleen om de training, maar ook om de manier van leven. Daarom kwam Mo Farah (olympisch kampioen op de 5000 en 10.000 meter, nvdr) hier tussen de Kenianen leven. Wij doen het elk jaar zes maanden in twee periodes. Voor wie hier niet geboren is, is het heel zwaar op deze hoogte. Het is moeilijker om zuurstof op te nemen en die aanpassing vergt tijd. Ik vind ook: tartan maakt je benen lui. Hier, op deze rode aarde, moet je pushen. Die mannen doen hier ook niets anders dan trainen, eten en rusten. Ze gaan om acht uur slapen en staan om vijf uur fris op en gaan meteen lopen. Ook maken ze zich nergens druk om. Ze nemen de omstandigheden zoals ze zijn. Dit stadion is oud en versleten en de piste is enkele meters meer dan 400 meter, maar so what? Hun geest is vrij. Wij, Europeanen, maken van veel dingen onnodig een probleem. Ze eten hier ook minder en soberder dan wij en denken ook minder aan eten. Het is hun levenswijze die hen speciaal maakt. Als je twee jaar met hen leeft, zul je het begrijpen. Je lichaam en je geest verandereren en je prestaties verbeteren.”

Mo Farah op de London Anniversary Games 2016.
Mo Farah op de London Anniversary Games 2016.© Reuters

’s Avonds in het Keellu Ressort voegt Elias Kiptum, tweemaal winnaar van de marathon van Linz, daar nog een troef aan toe. “Als Kalinjin moet je op je zestiende de zwaarste beproeving doorstaan om man te worden”, zegt hij. “Je wordt voor anderhalve maand op blote voeten en alleen met een dierenhuid om je heen in de bush gestuurd en moet leven van wat je in de natuur vindt. Ik was samen met vier anderen en we vingen konijnen en zelfs een antilope. Dat helpt je om je in het latere leven aan de realiteit aan te passen, met pijn om te gaan en door elk proces heen te gaan.”

In Iten, zegt Kiptum, zijn er zeker tweeduizend professionele lopers. “Maar het kunnen er ook drieduizend zijn.” Van een duizendtal is er op elk moment wel altijd minstens één die ergens in de wereld aan een wedstrijd deelneemt. De anderen genieten van het dynamisch onderling ondersteuningssysteem in Iten. “Ze trainen met elkaar in grote groepen en helpen elkaar. De meeste mensen leven hier van de loopcultuur. Sommigen balanceren tussen boeren en lopen. Boeren om te eten en te overleven, lopen om misschien te kunnen investeren.”

KEELLU RESORT

Bidden is voor veel lopers een way of living. Het helpt hen geloof in zichzelf en een goede moraal op te bouwen, zullen we vernemen. Heel wat van hen doen ook een beroep op een pastor en op zondag gaan ze naar de kerk. Maar niet vandaag.

Vandaag is het London Marathon en al van zeven uur komen de eerste van enkele honderden lopers die er zullen opdagen het Keellu Resort binnengewandeld. Aan de achterzijde is met medewerking van het Mediheal Hospital in Eldoret een home voor medische check-ups ingericht. Lopers kunnen er hun bloeddruk en hun bloedsuiker laten controleren en met hun vragen bij een dokter terecht. Voor de meesten is het de eerste keer dat ze dit doen. Wie doorgaans niet aan drie maaltijden per dag geraakt, vraagt zich niet meteen af hoe het met het gehalte aan glucose in zijn bloedplasma is gesteld.

In de tent op de binnenplaats licht de Kenya Revenue Authority het belastingssysteem toe. Enkele lopers klagen dat ze twee keer worden belast op hun prijzengeld: in het buitenland en in eigen land. Na de uiteenzetting vraagt een welbespraakte jongeman hoeveel kosten je mag inbrengen als je na tien jaar investeren het elfde jaar eindelijk eens iets wint. Het antwoord is duidelijk, maar teleurstellend. “Je moet begrijpen dat de aangifte iets jaarlijks is. Thank you for the good question.”

De lezing over verzekeren, bankieren en investeren is meer dan nodig “om te helpen jullie dromen te realiseren”, horen we links en rechts. Plots veel geld verdienen verwoestte ook al het leven van atleten. Het grote voorbeeld daarvan is Samuel Wanjiru, de olympische marathonkampioen van 2008 die niet kon omgaan met zijn status en ten onder ging aan drank en vrouwen. Hij was pas 24 toen hij na een val van het balkon bij hem thuis in controversiële omstandigheden om het leven kwam. Of het om een ongeval, een moord of een zelfmoord ging, werd nooit duidelijk. Maar er zijn ook veel voorbeelden van hoe het lopen het leven van mensen en gemeenschappen positief beïnvloedde. Van lopers zelfs die in een half jaar door enkele wedstrijden in Europa konden verhuizen van een hut naar een bungalow met drie slaapkamers of daardoor landbouwgrond konden kopen voor hun familie. In Iten zijn de grootste investeerders lopers en ex-lopers. Wilson Kipsang, die olympisch brons won in Londen en een jaar later het wereldrecord brak, is een nieuwe kerk en een nieuwe school aan het bouwen. Gewezen langeafstandsloper Lorna Kiplagat, rolmodel voor Keniaanse vrouwen, bouwde er een trainingscentrum.

Samuel Wajiru, olympisch marathonkampioen van 2008.
Samuel Wajiru, olympisch marathonkampioen van 2008.© Reuters

Good morning, my name is Timothy Cheruiyot.”

Het is 10.45 uur en tijd voor de advocaat om de antidopingwet toe te lichten. “Ik zal proberen snel te gaan,” zegt hij, “want ik weet dat er een marathon is.” Maar de aandacht verslapt al snel en almaar meer lopers gaan kijken op de tv-schermen in de bar en in het restaurant, in die mate dat de moderator moet tussenkomen. “Ik weet dat de wedstrijd is begonnen, maar de uitzending begint pas om 11.20 uur Greenwich Mean Time”, zegt hij. “So check your watches, and just cool down.

Het eindigt met de Bank of Africa, die alle winnaars een voor een naar voren roept om te huldigen. Er lijkt maar geen einde aan de lijst te komen. Tot eindelijk het signaal wordt gegeven om naar de uitzending te kijken.

Thank you so much and God bless you.”

Ladies and gentleman check your position.

Emoties gaan up and down tijdens de uitzending. Vooral wanneer blijkt dat de plaatselijke lieveling Wilson Kipsang is gevallen en tijd verloor, omdat er bij een bevoorradingspost iemand op zijn linkervoet trapte. Maar ook Eliud Kipchoge, theeboer afkomstig uit het nabijgelegen district Nandi, blijkt in Iten een heel gerespecteerde kerel te zijn. Niet zo lang geleden pleitte hij nog voor de oprichting van een traumacentrum voor geblesseerde atleten, vernemen we. Het meest indrukwekkend zijn de blikken van veel van de aanwezige lopers op het moment dat Kipchoge van de concurrentie wegloopt. Hoe ze elke stap in zich opnemen en meebeleven, om ervan te leren en misschien op een dag zoals hem te zijn. Acht seconden maar komt Kipchoge te kort om het wereldrecord van Dennis Kimetto te breken. Stanley Biwott, wereldrecordhouder 30 kilometer, wordt tweede en Kipsang vijfde. Kimetto eindigt pas als negende. Sinds zijn verrassende wereldrecord twee jaar geleden is hij nooit meer op zijn beste niveau geweest. Het mysterie wordt almaar groter. Ook bij de dames staan twee Keniaansen op het podium: Jemina Sumgong (1) en Florence Kiplagat (3).

Meteen na de wedstrijd bereikt de speculatie over de mannenselectie van drie lopers voor Rio een hoogtepunt. Sowieso wordt de keuze van de atletiekbond controversieel. Dat kan haast niet anders met zo veel toptalent. “Voor Londen liepen 278 atleten de limiettijd”, zegt Elias Makori. “Maar voor Keniaanse marathonlopers zijn er belangrijker wedstrijden dan de Olympische Spelen.” Dat zijn de grote stadsmarathons in Europa, Amerika en Azië. Zeker ook die in Berlijn in september, die financieel interessanter is en door het snelle parcours meer kans biedt op een wereldrecord. “De meeste Kenianen lopen voor het geld. Daarom presteren we niet altijd sterk op kampioenschappen.”

Jemina Sumgong (1) en Florence Kiplagat (3).
Jemina Sumgong (1) en Florence Kiplagat (3).© Reuters

Na de uitzending volgen speeches van onder meer Monicah Rotich, ‘minister van Sport’ van de regio Marakwet. “Ze eert ‘de helden van Londen’ en benadrukt dat Iten ‘Home of Champions’ wordt genoemd omdat iedereen ter wereld er welkom is om te komen trainen, en omdat het er veilig, rustig, mooi en malariavrij is, en omdat de politici er ernstig zijn. “Ik hoop dat de nationale autoriteiten hier een dopinglabo zullen creëren,” besluit ze, “in de streek waar de meeste atleten komen trainen.”

Veel lopers stellen zich vragen. “Ze zijn bang dat ze iets toegediend zullen krijgen dat verboden is en dat ze een zware straf zullen oplopen”, zegt Robert Oluoch, een freelancejournalist die betrokken is bij de organisatie. “De meesten zijn niet naar school geweest en ook helemaal niet vertrouwd met de materie, in tegenstelling tot de topatleten die in het buitenland heel veel dopingtests ondergaan.” Verscheidene lopers klampen ons aan. Dat gebeurde ook al op straat. “Are you a manager?” Een blanke, een muzungu, wordt geassocieerd met geld en met kansen om een wedstrijd in Europa te gaan lopen. “Are you from Adidas?” We krijgen ook voorstellen om huishuur te betalen en supplementen op te sturen. Het gespreksonderwerp doping ligt moeilijker. Iemand zegt ons te weten dat er in Eldoret verboden stimulerende middelen te krijgen zijn. “Underground.” We komen ook iemand tegen die ons tegen betaling bij een of twee lopers kan brengen die ooit werden benaderd om doping te nemen en daar misschien anoniem over willen getuigen.

“Het dopingprobleem is gecreëerd door Europese managers”, zegt Robert Oluoch. “Zij brengen de doping hier. Hoe zouden Kenianen weten wat epo is en hoe het werkt? Er zijn Europese managers die heel corrupte methodes gebruiken om met hun lopers in Europa te kunnen lopen. Ze doperen hen en als ze gepakt worden, betalen ze de bond en de media om te zwijgen. Veel van de Kenianen die positief testen op dopinggebruik, weten niet hoe de doping in hun lichaam is geraakt. Veel van hen zijn heel timide, schuchter, bang om te spreken. Dat is de aard van mensen van de Kalinjin-stam. Als je hen een vraagt stelt, verwijzen ze je het liefst door naar hun manager. Met een evenement als dit hier laten we hen voelen dat ze belangrijk zijn. We brengen ze samen zodat ze met elkaar kunnen praten over hun prestaties, problemen en uitdagingen en zo vertrouwen in zichzelf en elkaar kunnen winnen. Zij zijn de beste voorbeelden en rolmodellen, niet de politici, zij zijn het die inspireren en Kenia op de internationale kaart zetten. Ze zien elkaar bovendien als lopers en niet als vertegenwoordigers van verschillende stammen en gemeenschappen. Op die manier spelen ze een belangrijke rol in het verenigen van alle Kenianen.”

Peter Rono na goud in Seoul 1988.
Peter Rono na goud in Seoul 1988.© Reuters

ST. PATRICK’S

In de St. Patrick’s High School in Iten staan bomen en bij iedere boom staat een bordje van een kampioen. We telden ze niet, maar het zijn er veel. Onder meer lezen we de namen van olympische kampioenen als Peter Rono (1988), Matthew Birir (1992) en David Rudisha (2012). Allemaal zijn het atleten die er met brother Colm O’Connell werkten, een Ierse missionaris die veertig jaar geleden op de school aankwam, daar een trainingsprogramma ontwikkelde en tot een veelgeprezen coach uitgroeide.

De plaats van afspraak is het Kamariny Stadium, maar door de hevige regenval ’s nachts ligt de piste te nat en wordt er uiteindelijk getraind op de aardeweg die naar het stadion loopt. We rijden in de wagen van broeder Colm mee in het spoor van een vijftigtal jonge atleten, meisjes en jongens, die zijn gerecruteerd in de regio. “Ik gebruik de ingrediënten die hier beschikbaar zijn”, vertelt hij. “Alle atleten zijn van eenvoudige, landelijke afkomst en eenvoud is de essentie van hoe je een groot atleet kunt worden. Hier is discipline nodig om te overleven en voor de meesten maakt lopen een integraal deel van hun leven uit sinds ze rechtop kunnen staan. Aan fysiologische voordelen hecht ik niet te veel belang, ook omdat er altijd uitzonderingen zijn die ons doen nadenken. Het gaat niet om the size of the dog in the fight, maar om the size of the fight in the dog. Mensen categoriseren op basis van fysieke constitutie is gevaarlijk. Waar het om gaat, is hoe je bent als volledige mens. Dat vraagt een holistische benadering. Er is al veel onderzoek gedaan naar een fysiologische verklaring voor het succes van de Keniaanse lopers, maar is er al iets gevonden? Not really.

Hij wijst ons op een van de meisjes die net voor ons uit lopen. “Als ervaren coach kan ik zien dat er dingen fout zijn met haar loopstijl”, zegt hij. “Maar is dat echt fout? Binnen vier jaar kan ze olympisch goud winnen. Je mag niet voorbijgaan aan de mentale benadering: talent om te focussen, motivatie, volharding, aanleg om met druk en mislukking om te gaan. Dit is ook het verhaal van de kracht van het doorbreken van het taboe dat atletiek niet voor vrouwen is. Van de power van het opbouwen van zelfvertrouwen, identiteit en status van mensen en gemeenschappen. Van de betrokkenheid van een jonge natie die zich op de wereldkaart wil zetten. Vergeet niet dat kort na de onafhankelijkheid Kenia op de Spelen van 1968 al zilver behaalde op de 4×400 meter en in 1972 zelfs goud. Dat gaf de psyche van het land een enorme boost. Het gaat ook om lopen voor erkenning, lopen om te reizen en lopen om in de VS te kunnen gaan studeren. Dit gaat ver voorbij de sport. Mijn trainingsprogramma’s zijn dan ook gebaseerd op mensen en niet op lopende machines. Ze zijn made in Kenya for Kenya. Ontwikkeld vanuit de lokale realiteit, in connectie met locals en gebaseerd op hun tradities, levenswijze en denkwijze. Misschien is het daarom dat het werkt”, lacht hij.

Op de terugweg wijst hij ons opeens op een man op een motorfiets. “Kijk, de wereldkampioen 3000 meter steeple van 1999 in Sevilla, Christopher Koskei. De broer van Stephen Cherono, wereldrecordhouder op de 3000 meter steeple die nu voor Qatar loopt en daar Saif Saaeed Shaheen heet.” Beiden passeerden ze door zijn selectie- en trainingssysteem, vertelt hij, en beiden zijn ze ook prominente boeren in Iten.

Voor een pronostiek voor Rio valt Colm O’Connell bij het afscheid niet te lijmen. “I’m a coach, not a bookie“, zegt hij. “Ik denk niet dat er iemand is die niét verwacht dat Kipchoge in Rio de marathon zal winnen. Maar zál hij ook winnen? Vergeet niet dat Kenia ondanks zijn dominantie in de marathon op de Spelen nog maar één keer de marathon won. Op het WK 2011 won het zeven keer goud, maar een jaar later in Londen maar twee keer: David Rudisha op de 800 meter en Ezekiel Kimboy op de 3000 meter steeple. Asbel Kiprock werd bijna onklopbaar gewaand, maar eindigde in de finale als laatste. Peter Rono was in 1988 een complete outsider maar hij won. Het hangt ervan af of je op dat moment mentaal honderd procent klaar bent.” Er is in elk geval weer grote hoop na de zeven gouden medailles vorig jaar op het WK in Peking. “Ja, en zelfs al wordt Rio een succes: het zijn niet noodzakelijk dezelfde Kenianen die zullen winnen. Op de 800 meter zijn er behalve Rudisha nog een dertigtal die de limiettijd voor Rio liepen. Daarom is Kenia een land van verrassingen.”

Saif Saaeed Shaheen.
Saif Saaeed Shaheen.© Reuters

EINDEXAMENS

Wilson Kipsang zullen we niet snel vergeten. Dezelfde dag nog dat hij uit Londen is teruggekeerd, maakt hij wat tijd voor ons. Na het gesprek zal hij met ons zelfs naar de kerk rijden die hij aan het bouwen is. Dat levert hem nog onverwacht plezier op ook. Vooral wanneer we over een wankele prikkeldraadomheining moeten kruipen en hij er in een wip overheen is en wij blijven haperen. Nadien zal hij een jongen met een bromfiets vragen om ons terug te brengen naar Keellu.

De voorlaatste wereldrecordhouder op de marathon ontvangt ons bij hem thuis, op de koer van een huisje in een verschrikkelijk hobbelig zijweggetje van de grote weg die doorheen Iten loopt. De stilte van de boerenbuiten wordt er alleen af en toe doorbroken door het geloei van een koe die vlakbij zit. Zijn mobiele telefoon zal geregeld vibreren en op het display zien we namen verschijnen als die van Daniel Komen, wereldrecordhouder 3000 meter, maar alleen voor een oproep van zijn vrouw zal hij ons even laten wachten. Hijzelf draagt nog sporen van de valpartij in Londen. Zijn vijfde plaats is wat ze is, zegt hij, al is dat in een land waar het niveau en de verwachtingen zo hoog liggen eigenlijk een teleurstellende prestatie.

If you beat me today, tomorrow I beat you. In Kenia houden we daarvan. Normaal doe ik hier de dinsdag speedwork met een hele hoop andere lopers, en allemaal willen ze mij kloppen’, lacht hij. ‘Zo veel enthousiasme voor de sport, zo veel competiviteit, zo’n wil om te trainen en sneller te lopen: ook daarom vind je hier zo veel talent. Waarom zouden topatleten niet samen trainen? Het creëert niveau, het helpt om telkens weer hard te trainen en elkaar te pushen om records te breken.Toen ik het wereldrecord brak, was Kipchoge tweede. Nu klopte hij mij. Dat accepteer je en je doet voort. De volgende keer win ik weer.”

Dat zal niet in Rio zijn. Zoals verwacht zitten hij en Dennis Kimetto, de laatste twee wereldrecordhouders, niet in de Keniaanse selectie. Maar dat komt dan weer niet slecht uit voor zijn universitaire studies criminologie. “In augustus”, lacht hij, “moet ik mijn eindexamens afleggen.”

DE FLUWELEN REVOLUTIE VAN WILSON KIPSANG

(34) is voorzitter van de Professional Athletes Association of Kenya (PAAK), de vereniging van Keniaanse profatleten die twee jaar geleden werd opgericht en intussen met haar impact op atleten, media, regering en atletiekbond een fluwelen revolutie in gang zette. “We pushten en boostten alle veranderingen”, zegt hij. “Ook de nieuwe sportwet en de antidopingwet. We lobbyen, maar organiseren ook forums, seminars en lezingen. We willen de atleten bewust maken van wat er in de sport omgaat. Daar hoort ook bij: wijzen op het belang van een dopingvrije sport en de gevaren van doping, en het promoten van een propere moraal, van transparantie en van integriteit. In het belang van de Keniaanse atletiek brengen we een aantal dingen aan het licht.”

Eind vorig jaar hield de PAAK op de kantoren van Athletics Kenya (AK) in Nairobi nog een protestactie met pancartes “om de atletiekbond te verbeteren”. Vooraanstaande bondsleden, onder wie de voorzitter, waren toen al beschuldigd van onder meer corruptie, fraude en het laten verdwijnen van sponsorgeld in eigen zak. Maar ze bleven zitten. Intussen zijn ze geschorst door de Internationale Atletiekfederatie (IAAF).

“Het systeem is niet goed”, zegt Kipsang. “We moeten eerst goede structuren ontwikkelen en mensen daarin dan goed laten functioneren. Daarvoor streven we naar een soepele relatie met alle betrokkenen: de atleten zelf, de bond, de regering, de managers enzovoort. Iedereen speelt een rol en het is belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt.” De PAAK vraagt ook een herziening van de statuten van de atletiekbond om atleten en ex-atleten een stem te kunnen geven in het bestuur. “Omdat wij weten en begrijpen voor welke uitdagingen atleten staan. Maar eerst moeten we ons als atletenorganisatie zelf nog beter structureren en alle thema’s bestuderen. Want atleten kregen hier nooit de kans om op zulke posities talent te ontwikkelen.”

Wilson Kipsang.
Wilson Kipsang. © Reuters

Zelf studeert hij criminologie aan de universiteit van Eldoret. “Een allroundstudie over waarom mensen misdaden begaan,” noemt hij het, “over menselijk denken en menselijk gedrag.” Hij engageert zich ook voor de Champions Walk For Peace, een initiatief om door dialoog en vergeving verzoening en vrede te brengen in een regio die geregeld getroffen wordt door etnisch geweld en gewelddadige veediefstallen. “We wandelen naar Turkana langs gemeenschappen die in strijd met elkaar leven en praten met hen over het belang van vrede voor hun ontwikkeling. Voor goede basisbehoeften, een goede opvoeding en een goede gezondheid. Voor een goed leven dus, voor hen en voor de komende generaties.”

Het grootste probleem zijn de culturele verschillen tussen de verschillende stammen, zegt hij: “Wat voor de ene goed is, is voor de andere slecht. Dat creëert conflicten en afscheiding.” Hij geeft een voorbeeld van de absurditeit ervan: “Als je wilt trouwen met een meisje moet je, om een goeie echtgenoot te zijn, haar vader koeien geven. Heb je die koeien niet, dan kun je niet met je geliefde trouwen en misschien ga je dan in naam van de liefde koeien stelen.”

In Iten is Wilson Kipsang directeur van een lagere school, leidt hij de financiering en de bouw van een kerk, is hij echtgenoot en vader van drie kinderen, en traint hij zo’n tweehonderd kilometer per week. Ook is hij ambassadeur van Afrika MasharikiFest, een jongerenplatform voor West-Afrikaanse integratie. Nochtans zijn er ook op de evenaar maar vierentwintig uren in een dag. Hij lacht. “Alles draait om innerlijk evenwicht vinden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content