De doelman-dissident
Voor de laatste keer belichten we een memorabele anekdote uit de WK-geschiedenis. In de finale van 1954 werd het doel van Hongarije verdedigd door Gyula Grosics, de eerste ‘moderne’ keeper en een politieke dwarsligger.
Welke landen de finale van het WK 2018 zullen spelen, weten we nu nog niet, maar Hongarije zal daar niet bij zijn. Het is zelfs al van 1986 geleden dat het land zich kon kwalificeren. Een groot contrast met zestig jaar geleden, toen de Magische Magyaren de beste ploeg ter wereld waren.
Die status hadden ze verdiend door in november 1953 Engeland zijn allereerste thuisnederlaag tegen een continentaal team toe te dienen. Op Wembley werd het maar liefst 3-6 in wat men de Match van de Eeuw zou gaan noemen. Enkele maanden later, in mei 1954 en dus kort voor het WK, fileerden de Hongaren Engeland opnieuw, dit keer in Boedapest: 7-1.
De sterren van dat elftal waren Ferenc Puskás, Sándor Kocsis, Zoltán Czibor en József Bozsik. Zij speelden allemaal voor Honvéd, de ploeg van het leger, die door de communistische overheid gecreëerd was om de basis te vormen voor de nationale ploeg.
Maar op Wembley maakt het Engelse publiek ook kennis met doelman Gyula Grosics. De volledig in het zwart geklede Grosics verricht niet alleen enkele spectaculaire reddingen, hij verbaast de westerse voetballiefhebbers vooral door ver uit zijn doel te spelen.
Veel moderne doelmannen beheersen de kunst van het meevoetballen, denk maar aan Manuel Neuer. In de jaren 50 is dat evenwel ongezien, ze blijven doorgaans netjes in hun kleine rechthoek om de ballen uit het doelvlak te houden. Grosics daarentegen loopt ver uit de box om diepe ballen van de tegenstander te onderscheppen vooraleer die de spitsen bereiken. De commentator tijdens Engeland-Hongarije weet niet goed wat ervan te denken en beperkt zich tot een flegmatiek: ‘ Unorthodox, but effective.’
Het is enigszins toevallig dat Grosics in doel belandt. Hij wordt geboren in 1926 in een mijnwerkersfamilie in Dorog, 40 kilometer van Boedapest, bij de grens met Slovakije. Zijn moeder wil dat Gyula priester wordt. Hij is al in de leer gegaan wanneer de doelman van het lokale team naar de oorlog geroepen wordt en men Grosics vraagt om hem te vervangen.
Ook Grosics zou nog vechten in de Tweede Wereldoorlog, waarin Hongarije met nazi-Duitsland en de Asmogendheden tegen de Sovjet-Unie strijdt. Hij heeft het niet zo begrepen op de communistische ideologie en in 1949 – hij is dan al de nationale doelman – probeert hij naar het Westen te vluchten. Hij wordt gepakt en onder huisarrest geplaatst. Een jaar later krijgt hij, dankzij zijn voetbalkwaliteiten, eerherstel. Hij wordt ook bij Honvéd ondergebracht.
Fritz-Walter-Wetter
Vier jaar lang blijft Grosics met de Magische Magyaren ongeslagen. Als er ooit één huizenhoge favoriet was voor de wereldtitel, dan wel Hongarije in 1954 in Zwitserland. De 7-1 tegen Engeland is hun 27e wedstrijd op rij zonder nederlaag.
In de eerste groepswedstrijd op het WK verpletteren de Hongaren Zuid-Korea met 9-0. Daarna wordt West-Duitsland verslagen met 8-3, maar de Duitsers hebben niet hun sterkste elf opgesteld. Ze schoppen wel Puskás van het veld, de ster van Hongarije zal pas tegen de finale weer min of meer speelklaar geraken. Grosics neemt de match nogal lichtzinnig op en gaat niet vrijuit bij twee van de drie tegentreffers.
Het lijken faits divers, want na een beenharde kwartfinale tegen Brazilië en een oogstrelende halve tegen Uruguay, die beide op 4-2 eindigen, staat Hongarije in de finale. Opnieuw tegen West-Duitsland.
Het is die zondagmiddag geen stralend zomerweer in de Zwitserse hoofdstad, integendeel: het regent oude wijven. Ideale omstandigheden voor de Duitse kapitein Fritz Walter, die in de oorlog malaria heeft opgelopen en daardoor moeilijk hitte verdraagt. In Duitsland spreekt men zelfs van Fritz-Walter-Wetter wanneer de hemelsluizen opengaan.
De Hongaren laten het niet aan hun hart komen. In de openingsfase maakt de enigszins opgelapte Puskás al 1-0 en Czibor tekent wat later de 2-0 aan na een slechte terugspeelbal. Hongarije op weg naar de wereldtitel, daar twijfelt niemand aan.
Maar weer luttele minuten later schuift Max Morloch een lage voorzet in doel: 2-1. Nog voor de twintigste minuut weggetikt is, staat het gelijk. Helmut Rahn schiet een corner van Fritz Walter voorbij Grosics, die wel fel gehinderd wordt door linksbuiten Hans Schäfer.
In het vervolg van de wedstrijd zijn de betere kansen voor Hongarije, maar doelman Toni Turek staat pal. En dan is er minuut 84. Rahn krijgt een afvallende bal voor de voet, gaat met rechts naar binnen en trapt met links het leer in de hoek. ‘ Tor! Tor! Tor! Tor!’ De Duitse radioreporter Herbert Zimmerman is de extase nabij.
De ultieme gelijkmaker van Puskás wordt nog afgekeurd voor dubieus buitenspel en dan is het voorbij: West-Duitsland beleeft zijn Wunder von Bern, Hongarije verliest voor het eerst in 32 wedstrijden.
Verraad en spionage
De Hongaren reizen per trein terug naar Hongarije. Het is niet Puskás maar Grosics die het woord voert. ‘We hebben onze plicht gedaan’, zegt hij. ‘Zulke dingen gebeuren nu eenmaal in de sport.’
Aan de grens worden ze tegengehouden voor een officieel banket met de communistische leider van Hongarije, Mátyás Rákosi, die vooraf gezegd had dat Hongarije wereldkampioen moest worden. Rákosi stelt de spelers gerust: er zullen geen consequenties zijn. Grosics weet wat dat betekent: die consequenties zullen er zeker wél zijn.
Bij verlies is het vaak de doelman die de boter gegeten heeft. Gezien zijn voorgeschiedenis wordt Grosics gearresteerd en beschuldigd van verraad en spionage, vergrijpen waar de doodstraf op staat. Bij gebrek aan bewijs komt hij wel vrij, maar hij wordt verbannen naar het mijnstadje Tatabánya, niet ver van zijn geboorteplaats. Na meer dan een jaar krijgt hij gratie en mag hij weer voor Honvéd en de nationale ploeg spelen.
Wanneer eind 1956 de Hongaarse Opstand uitbreekt vluchten veel internationals naar het Westen. Puskás komt, na een juridische schorsing van 18 maanden, bij Real Madrid terecht, Kocsis en Czibor bij Barcelona. Bozsik blijft trouw aan Honvéd.
Grosics staat op de barricaden wanneer de tanks van de Sovjets Boedapest binnen rollen en verleent revolutionairen onderdak. Net als zijn ploegmaats tracht ook hij het land te ontvluchten, maar die poging mislukt. Hij wordt verplicht om tot het eind van zijn carrière in 1962 bij het kleine Tatabánya Bányás te voetballen. De nationale ploeg kan hem evenwel niet missen, Grosics speelt nog twee WK’s, in 1958 en 1962, maar zonder hun grote vedetten zijn de Magyaren dan lang niet meer zo magisch.
Gyula Grosics overleed op 13 juni 2014, één dag nadat het WK in Brazilië was afgetrapt.