Door blessures en een vormcrisis verloor Bob Peeters (28) vorig seizoen zijn basisplaats bij Vitesse en miste hij het WK, maar de sportieve tegenslag is niets vergeleken met de dood van zijn vader.
Hij voelde zich gelukkiger dan ooit op een voetbalveld, zei Bob Peeters onlangs in Voetbal International. Dat was tijdens de voorbereiding, toen hij het gevoel had dat Mike Snoei, de nieuwe trainer van Vitesse, hem vertrouwen gaf. Inmiddels heeft Peeters opnieuw geen basisplaats meer in het Arnhemse elftal. “Als ik vorig jaar iets geleerd heb,” zegt hij, “dan is het wel dat alles in het leven een momentopname is. Van het ene op het andere moment kunnen er dingen gebeuren die alles ingrijpend veranderen. Hoewel het op momenten nog niet top is, voel ik dat ik op de weg terug ben. Alleen het echte vertrouwen om mezelf te zijn, om de Bob Peeters te zijn die bij Roda JC zo belangrijk was, ontbreekt nog. Dat zit tussen de oren, misschien wel vanwege de nasleep van vorig seizoen.”
Hoe moeilijk heb je het gehad in de tijd dat je niet speelde bij Vitesse ?
Bob Peeters : Dat is niet te beschrijven. Je denkt dat je mentaal ontzettend sterk bent, maar ineens ging het zó steil bergaf met me, dat ik echt aan mezelf begon te twijfelen. Een rare gewaarwording, want ik bulkte altijd van het zelfvertrouwen. Toen ik van Roda naar Vitesse ging kon ik de hele wereld aan. Ik leefde op een roze wolk, maar daar ben ik hard vanaf gevallen. Opeens ging ik met tegenzin naar de club en had ik zelfs geen trek om te spelen en te trainen. Dat is het ergste wat een voetballer kan meemaken.
Dat heeft bijna een jaar geduurd. In die periode sta je er voornamelijk alleen voor. Mijn dochtertje Saar werd in die tijd geboren, dus dat was een mooie afleiding, maar toch nam ik mijn problemen mee naar huis. Ging ik me op mijn vriendin afreageren, zonder dat ik het zelf besefte. Ze was me al snel zat. ‘Jij wilde toch naar Vitesse ?’, zei ze, ‘dan moet je er ook voor vechten.’ Ik had in die periode gewoon meer ballen aan mijn lijf moeten hebben door naar Koeman toe te stappen. Maar iets hield me tegen. Raar. Bij Roda had ik allang bij de trainer op kantoor gezeten, maar bij Vitesse en Koeman durfde ik ineens niet.
Wat neem jij Ronald Koeman kwalijk?
Niets eigenlijk. Als mens ben ik ongelooflijk gecharmeerd van hem geraakt. Ik heb weinig mensen ontmoet die na zo’n grote carrière als voetballer zo eenvoudig zijn gebleven. Het enige dat ik mezelf verwijt, is dat ik ruzie met hem had moeten maken. Ik had met mijn vuist op tafel moeten kloppen en zeggen : ‘Trainer, ik zit niet lekker in mijn vel, in het systeem dat we spelen rendeer ik niet.’ Dat klinkt nu heel simpel, maar het was voor mij een heel grote stap. Ik zeg niet dat ik geen ruziemaker ben, want met Erik Gerets, Martin Jol en Sef Vergoossen heb ik vaak genoeg gebotst, maar bij Koeman binnenstappen doe je niet zo snel.
Iedereen denkt dat ik blij ben dat Koeman nu bij Ajax zit, maar dat is niet zo. Ik kan hem recht in zijn ogen kijken. Toen bekend werd dat hij naar Ajax vertrok, was ik de eerste die hem een sms-je stuurde. En na zijn laatste wedstrijd met Vitesse, uit tegen FC Utrecht, ben ik gelijk op hem afgestapt. “Bedankt voor alles, trainer”, heb ik gezegd. Daar schrok hij van, hij dacht dat ik boos op hem was. Absoluut niet dus. Koeman kon er niets aan doen dat ik niet rendeerde in het systeem. Als mens heeft hij me nooit teleurgesteld.
Wist Koeman wel wat voor een spits hij destijds van Roda JC naar Vitesse haalde?
Dat denk ik wel, want de eerste vier maanden draaiden Amoah en ik fantastisch. De kranten schreven al over een koningskoppel en ik scoorde vijf keer in zeven duels. Het keerpunt was de thuiswedstrijd tegen Inter voor de Uefacup. We stonden 1-0 voor, maar kregen zeven minuten voor tijd de gelijkmaker tegen en werden uitgeschakeld. Sinds dat duel is Koeman voorzichtiger gaan spelen, met op het middenveld de punt naar achteren. Na die wisseling van het systeem haalden we inderdaad goede resultaten, maar op die manier kwam ik centraal voorin wel geïsoleerd te staan. Het publiek was ontevreden en reageerde dat op mij af.
Begrijp jij dat je eigen supporters je uitfluiten?
Ik heb het daar heel moeilijk mee gehad, maar ik snapte wel dat die mensen de Bob Peeters van Roda JC wilden zien. De relatie met de fans was zeer moeizaam, maar dat is het verhaal van mijn carrière. Waar ik ook speelde, de supporters en ik hebben altijd aan elkaar moeten wennen. Maar als ik nu bij Lierse of Roda binnenstap, rollen ze de rode lopen uit. Vooral in Kerkrade was ik God. Vitesse leek me sportief en financieel een flinke stap vooruit, maar ik geef nu toe dat ik die beslissing vaak heb betreurd. Er is een periode geweest dat ik de tijd wilde terugdraaien. Man, wat had ik een spijt ! Als Roda me toen had teruggevraagd, was ik blind naar Kerkrade gekropen.
In dat seizoen waarin zoveel fout ging miste je ook nog eens het WK. Was dat niet de grootste teleurstelling ?
Het WK was mijn hoofddoel, daarvoor moest alles wijken. Als ik niet geblesseerd was geraakt, had ik zeker in het vliegtuig gezeten richting Japan. Medisch gezien was ik op tijd fit voor het WK, maar ik miste wedstrijdritme en daardoor scherpte.
Achteraf gezien was ik blij dat ik het WK miste. Op 6 juni overleed plotseling mijn vader. Hij werkte als boomsnoeier, hing aan een veiligheidskabel die losraakte, viel achter op zijn hoofd en was op slag dood. Ik moet er niet aan denken dat ik op dat moment in Japan had gezeten, dan was ik gek geworden. Nu nog, maar ik was tenminste in de buurt. Ik kan het me nog herinneren als de dag van gisteren. Ik lag op de bank Frankrijk-Uruguay te bekijken toen mijn broer belde. Pa was uit een boom gevallen en overleden, en ik moest dat trieste nieuws vervolgens aan mijn moeder gaan vertellen. Mijn wereld was totaal ingestort.
Dat is voetbal ook niet belangrijk meer.
Wat maakt een verloren jaar bij Vitesse dan nog uit ? Niets is zo ingrijpend als de dood van een van je ouders. Als zoiets vroeger een bekende van je overkwam, vond je dat erg, maar je ging snel naar huis en dronk een kop koffie met je ouders. Nu overkwam het míj. Ik weet nog dat ik dacht : dit gebeurt dus echt iedereeen !
Na de dood komen de vragen. Ik had hem bijvoorbeeld nog graag gezegd dat ik zo’n fijne vader heb gehad, maar zulke dingen doe je niet, hè. Dat gebeurt eigenlijk alleen maar in films, terwijl het stom is dat we dat niet gewoon vertellen. Waarom zou je niet even tegen je ouders zeggen dat je van ze houdt ? Nu zeg ik : doen, straks is het te laat. Plannen heeft sowieso geen zin. Mijn ouders hadden onlangs nog een caravan gekocht. Ze zouden op de camping van Hoenderloo gaan staan, zodat ze me konden zien spelen in de voorbereiding.
Ach, voetbal… Ineens besef je dat van de ene op de andere dag alles anders kan zijn. Mijn broer werkte samen met mijn vader, die hem heeft opgeleid tot boomsnoeier. Een week na mijn vaders overlijden moest mijn broer terug het bos in. Zijn zagen elkaar vier keer per dag. En wat denk je van mijn moeder, die plotsklaps alleen is ? Ik weet wel dat mijn vader gelukkig is, al is hij dertig jaar te vroeg gestorven. Hij had drie prachtige kleinkinderen en zijn twee zonen hadden het ieder op hun eigen manier gemaakt in het leven. Mijn vader was mijn vriend. Soms zaten we drie, vier uur te vissen op de Oosterschelde en te ouwehoeren over vroeger. Als ze van de ene op de andere dag je beste vriend afpakken, dan is dat niet te bevatten. Het leven is keihard. Ik was ongelooflijk teleurgesteld dat ik het WK miste, maar na 6 juni denk ik dat het gewoon zo had moeten zijn.
Geloof je dat de dingen zijn voorbestemd ?
Dat kan toch niet anders ? Het feit dat ik uit vorm raakte, een blessure opliep, het WK miste, de dood van mijn vader… Ja, het is gewoon een klotejaar geweest en een reden zie ik niet. Nog niet. Maar het is te veel op het toeval te noemen. Ik ben veranderd en als mens sterker geworden. Ik snap nog steeds niet hoe ik mijn moeder heb kunnen vertellen dat mijn vader was overleden. Op zo’n moment krijg je zóveel kracht, dat snap je gewoon niet. Je blijft maar sterk. Er moest van alles gebeuren. Omdat het een ongeluk betrof, moest het parket erbij komen, de begrafenis moest geregeld worden, echt tijd om te rouwen was er niet. Die klap kwam later, toen ik thuis was. En komt nog, straks met kerst. Ik heb geleerd dat je nú van het leven moet genieten. Mijn vader en ik hadden een droom : samen met pensioen. Ik rond mijn 35ste, hij op zijn zestigste. We zouden samen een boot kopen en lekker gaan vissen. Zouden… Plannen maak ik inmiddels niet meer en om futiliteiten zal ik me ook niet meer druk maken. Ik heb leren relativeren.
Het leven gaat door.
Maar zal ook nooit meer hetzelfde zijn. Natuurlijk moest ook ik verder. Gelukkig waren de opnames van het WK-programma van de VRT al begonnen. Ik ben een week weggebleven, maar na heel lang twijfelen besloot ik terug te gaan. Achteraf ben ik daar blij om, want op die manier kon ik mijn zinnen verzetten en even over andere dingen praten. Natuurlijk dacht ik voortdurend aan het ongeval. En nog steeds is er geen dag voorbijgegaan zonder dat ik bij het opstaan als eerste aan mijn vader denk. Ik heb ook mijn slechte momenten, dan wil ik alleen worden gelaten.
Was het moeilijk je weer op voetbal te concentreren?
In het begin zag ik daar tegenop, maar uiteindelijk had voetbal een therapeutische werking. Opnieuw had ik andere dingen om aan te denken. Mike Snoei heeft mijn situatie ook meegepakt in zijn bespreking voor de eerste training. ” Tim Cornelisse is papa geworden, schitterend, maar Bob Peeters heeft zijn vader verloren”, zei Snoei. Vervolgens vroeg hij om een moment stilte. Op dat moment wist iedereen het en konden we verder. Voor Snoei had ik op dat moment heel veel respect, omdat hij de mens achter de voetballer niet vergeet. En zijn we in de eerste plaats niet allemaal mens ?
door Martijn Krabbendam
‘Waarom zou je niet even tegen je ouders zeggen dat je van ze houdt ?’
‘Zijn we niet in de eerste plaats allemaal mens ?’