#borntofly

© BELGAIMAGE

Met bovenstaande hashtag sloot Armand Duplantis (20) zijn social mediaposts af, nadat de Zweed in acht dagen tijd tweemaal het indoorwereldrecord polsstokspringen verbeterd had. Als een jongeman die geboren werd om te vliegen en op zijn zevende al de bijnaam Mondo kreeg, omdat hij ooit de wereld zou veroveren. Dertien jaar later is zijn tijdperk definitief aangebroken.

Oh, sometimes

I get a good feeling, yeah

Get a feeling that I never, never, never, never had before, no no

I get a good feeling, yeah

De song Levels van de Zweedse dj Avicii klinkt door de boxen wanneer Armand Duplantis op de meeting in het Poolse Torun het publiek nog een laatste keer ophitst. Met in gedachten: één centimeter hoger springen dan Renaud Lavillenie in 2014 (6m16), toen die het legendarische wereldrecord van Sergej Boebka scherper stelde – óók op de tonen van Levels. Bij het ontbijt heeft Duplantis nog een berichtje gekregen van de Fransman, die dan al voelt wat er ’s avonds zal gebeuren. ‘Goede dag gewenst, baby. Maar niet té goed.’

In de achtertuin van hun huis in Louisiana heeft vader Greg een kid cave gebouwd. Die bestaat uit onder meer een trampoline, klimtouwen en een polsstokspringstand.

Het wordt echter een memorabele dag voor de 20-jarige Zweed. Met een good feeling start hij zijn aanloop van twintig passen en zwiept hij zijn 1m81 grote lichaam over 6m17, als eerste atleet ooit. In extase klimt hij vervolgens op de tribunes om zijn moeder Helena innig te knuffelen en daarna – als ware hij dj Avicii himself – de dolenthousiaste toeschouwers met zijn handen nog meer op te zwepen.

‘Alles wat ik gedaan heb in mijn hele leven, is uitgemond in dit moment. Ik ben nog altijd aan het zweven, alsof ik een in fake world ben’, jubelt Duplantis achteraf. Later zal hij op Twitter ‘ WORLD RECORD!!!! #borntofly‘ posten. En op Instagram een foto van hem, als dj, op de tribune, met als bijschrift: ‘ Here’s to the ones who dream‘ (dit is voor diegenen die dromen). Dat die dromen soms uitkomen, bewijst Duplantis een goeie week later opnieuw, door in Glasgow over 6m18 te springen, met een rúíme marge. Om vervolgens op Instagram een foto van hem met opengesperde armen te posten, met – uiteraard – de hashtag #borntofly.

Geen toeval, die bijschriften over zijn lotsbestemming, want Armand droomt al sinds zijn vierde van het wereldrecord, als zoon van Greg Duplantis, een Amerikaanse ex-polsstokspringer die in 1991 zesde werd op de Memorial Van Damme en in 1993 een persoonlijk record van 5m80 vestigde. Bovendien krijgt Armand de genen mee van zijn Zweedse moeder Helena Hedlund, die in 1986 naar de VS verhuisde, om aan de Louisiana State University in Baton Rouge te studeren. Daar maakte ze als zevenkampster deel uit van het atletiekteam en als volleybalster van de LSU Tigers, en trouwde ze op 1 augustus 1987 met Greg Duplantis.

Twaalf jaar later, op 10 november 1999, wordt – na Andreas (nu 26) en Antoine (nu 23) – Armand geboren – in 2002 volgde ook nog Johanna. Vier sportieve kinderen, want Antoine werd vorig jaar als outfielder in het baseball gedraft door de New York Mets en speelde afgelopen seizoen voor dochterclub Brooklyn Cyclones, in de Minor League. Andreas was als student ook een polsstokspringer, met 5m42 als persoonlijk record, en ook zus Johanna, nu 17, lijkt in die discipline op een veelbelovende carrière af te stevenen.

Armand kreeg bij de geboorte echter het meeste Peter Pan-DNA mee. Een durfal al van in zijn peutertijd, wanneer hij met een luier om de poep hoog in een mirtestruik klimt, tot paniek van een voorbijganger die de hulpdiensten belt. Ook als hyperactieve kleuter leeft Armand zich volop uit, dán al in het polsstokspringen. Eerst in de living, met een bezemsteel en een poef als landingsplaats. De volgende jaren in de achtertuin van hun huis in een mondaine wijk in Lafayette, Louisiana (de staat ten oosten van Texas), waar vader Greg een kid cave gebouwd heeft. Die bestaat uit onder meer een trampoline, klimtouwen en een polsstokspringstand, inclusief een houten aanloopstrook van zo’n veertig meter, een aluminium stellage om de lat hoog te houden, een groot blauw valkussen en schuim op de aanpalende muur, om een mislukte landing op te vangen. De buren zagen zo – soms tot hun ergernis – de kleine Armand tot driemaal per dag hoog door de lucht vliegen, zelfs in het donker, want de springstand kon ook verlicht worden.

In de kid cave en op het veld naast het ouderlijk huis organiseert vader Greg ook miniatletiekmeetings. Zijn zonen kunnen er zich meten met de kinderen in de buurt, ook in American football- en baseballwedstrijdjes. Weliswaar met plezier voorop, nooit om hen richting een sport te pushen. Armand heeft echter geen duwtje nodig om helemaal verslingerd te raken aan zijn polsstok. Al op zijn zevende bestudeert hij video’s van ex-kampioenen en probeert hij de verschillende technieken allemaal uit. Van uiteraard Sergej Boebka, maar ook van Scott Huffman, een Amerikaan die in de jaren negentig bekend was om zijn aparte techniek. En zelfs van Cornelius Warmerdam, de laatste man die, in 1942, een wereldrecord met een bamboestok sprong.

Uitkomen tegen idool

Armands grootste idool wordt echter Renaud Lavillenie. Wanneer hij de Fransman in 2009 over 6m01 ziet vliegen, is hij op slag verliefd. Ondanks zijn kleine gestalte (1m77) jumpt die immers met veel snelheid en een perfecte techniek over grote hoogtes. Duplantis herkent zich zo in Air Lavillenie, want ook hij telt als kind jarenlang minder centimeters dan zijn leeftijdsgenoten. De Fransman zien springen geeft hem het vertrouwen dat hij later toch kan doorstoten tot de wereldtop.

Nochtans ís Armand dat al, want op zijn zevende vestigt hij zijn eerste officieuze wereldrecord, voor jongens van die leeftijd. Een Italiaanse vriend van vader Greg geeft hem daarom de roepnaam Mondo, Italiaans voor wereld, omdat hij die ‘ooit zal veroveren’. Geen boude voorspelling, want met vader als coach zet Duplantis tot zijn twaalfde elk jaar de beste sprong ooit neer (zie kader). Hij springt zich als dertienjarige zo in het oog van zijn idool Lavillenie. Die ziet hem in 2013, daags na zijn competitie in Reno (Nevada), over 3m97 jumpen. Een filmpje dat hij lang bewaart en later, tijdens een dubbelinterview voor de Memorial Van Damme 2018, aan Duplantis toont – tot diens grote verbazing.

#borntofly

Een droom van Mondo is dan al werkelijkheid geworden: in een competitie springen tegen zijn grote voorbeeld, wiens biografie hij verslond en van wie hij nog altijd een poster en gesigneerd shirt in zijn kamer heeft hangen. Dat lukt omdat de dertien jaar oudere Lavillenie na de Spelen van Rio 2016 zijn carrière verlengt en Duplantis ook als late tiener richting ongekende hoogtes vliegt. In april 2017, op zijn zeventiende, scherpt hij in Austin het wereldrecord bij de junioren aan tot 5m90, intussen uitkomend voor Zweden (zie kader). The New York Times noemt de wonderboy dan al de ‘ Tiger Woods van het polsstokspringen’. Sam Kendricks, de beste Amerikaan in de discipline, omschrijft het nog mooier: ‘ Mondo is helemaal uit zijn cocon gebroken. Now he is a freakin’ butterfly (vlinder). ‘

Met Kendricks was Duplantis een maand ervoor al een onlinechallenge aangegaan: in een halfuur vijfmaal over 5m50 springen. Voor een zeventienjarige verre van vanzelfsprekend – fysiek immers zeer belastend – maar Mondo klaart de klus met brio. Zelfs tíén keer, op elf pogingen, in… 28 minuten. Met dank aan zijn perfecte, vloeiende techniek die hem amper energie kost. Het filmpje gaat viraal, zoals ook dat van zijn sprong over drie meter het jaar ervoor een instant-hit op sociale media werd. Na een aanloop immers vanop een… hoverboard (een soort skateboard met twee grotere wielen). Mondo’s bijschrift bij het filmpje: ‘ The future is here. ‘ En die toekomst is: ‘De beste ooit worden!’, ervan overtuigd dat hij dat doel ook kan/zal verwezenlijken.

Geen utopie, blijkt al vlug, want na goud op het WK voor cadetten (2015), het EK (2017) en WK voor junioren (juli 2018) neemt hij in augustus 2018 deel aan het EK in Berlijn, zijn eerste grote seniorenkampioenschap. In een bijzonder hoogstaande competitie springt Duplantis als jongste ooit over de magische zesmetergrens, tot 6m05, vijf centimeter meer dan de Rus Timoer Morgoenov en tien meer dan… Renaud Lavillenie, wiens persoonlijke record hij evenaart. Alléén Sergej Boebka, die in 1994 zijn laatste outdoorwereldrecord (6m14) neerzette – vijf jaar vóór de geboorte van Duplantis – heeft dan ooit al hoger gesprongen.

Op een leeftijd van slechts 18 jaar en 275 dagen kroont de Zweed zich bovendien tot de jongste Europese kampioen op een kampnummer ooit. Al is de jongeman nog het meest blij dat hij op het podium vergezeld wordt van Renaud Lavillenie. Met zijn idool heeft hij in aanloop naar het EK immers twee weken in diens thuisbasis in Clermont-Ferrand getraind. Daar gaf de Fransman als een grote broer (dan 31 jaar) zijn wijsheid door aan Duplantis. Voor zover nodig, want iedereen prijst hem om zijn enorme kennis van het polsstokspringen.

Student/prof

Amper twee weken na zijn Europese titel opent in Mondo’s wereld een nieuwe deur: van de Lafayette High School stapt hij over naar de Louisiana State University in Baton Rouge, in navolging van zijn vader, moeder en twee broers. Een bewuste keuze om op zijn achttiende nog geen prof te worden en er in alle rust te kunnen trainen. Dat Duplantis met zijn schoolbeurs geen prijzengeld mag opstrijken of sponsors mag strikken – verboden voor collegestudenten in de VS – heeft hij er graag voor over. Als LSU Tiger in een paars-gouden shirt deelnemen aan de NCAA-meetings, daar heeft hij altijd van gedroomd. Groot is dan ook de vreugde als hij op het SEC Championships in zijn thuisstad Fayetteville, voor de ogen van de hele familie Duplantis, opnieuw over 6 meter springt.

Toch zal zijn periode aan LSU slechts één schooljaar duren, want in juni 2019 kondigt de Zweed aan dat hij prof wordt, met het oog op het WK in Doha en de Olympische Spelen in Tokio. In een lang Instagrambericht, getiteld LSU forever, neemt hij afscheid en vertelt hij over een fantastische tijd als student, over teamgenoten die hem in moeilijke momenten aangemoedigd hebben om te blijven verbeteren.

Tegelijkertijd maakt PUMA bekend dat het Duplantis onder contract gelegd heeft. Niet toevallig het kledingmerk waarmee Usain Bolt liep. Mondo wil immers in diens voetsporen treden, als hét uithangbord van de atletiek. De charismatische, nuchtere, welbespraakte jongeman is dan ook zeer gegeerd bij grote bedrijven. Via JRS Sports Management, het Zweedse atletenbureau dat ook de Noorse broers Ingebrigtsen, hoogspringer Mutaz Barshim en de Zweedse zwemlegende Sarah Sjöström begeleidt, sluit Duplantis later deals met Red Bull en met Omega Watches.

Toch verandert niet alles wat hij aanraakt meteen in goud. Op het WK in Doha, in oktober 2019, grijpt Mondo net naast de wereldtitel, omdat hij meer pogingen nodig heeft dan Sam Kendricks om over 5m97 te springen. Een extra motivatie voor Duplantis om in de winter keihard te trainen en zijn geliefkoosde gefrituurde gerechten – vaste kost in zijn collegejaar – in te ruilen voor groenten. Met succes: in zijn eerste indoormeeting, op 4 februari 2020 in Düsseldorf, vestigt hij ei zo na al een nieuw wereldrecord. Vier dagen en enkele technische bijstellingen later bereikt de Zweed in Torun, op tonen van dj Avicii, wel een next level: 6m17. En afgelopen zaterdag in Glasgow nóg een: 6m18. Om deze week in Liévin (woensdag) en Clermont-Ferrand (zondag) misschien zelfs 6m19 en de 6m20-grens te ronden – telkens goed voor een wereldrecordpremie van 30.000 dollar.

Een ding is zeker: als Duplantis in dit tempo progressie blijft maken – volgens kenners kan hij op termijn op 6m30 mikken – en op de Spelen in Tokio al op zijn twintigste goud verovert, dan wordt hij de meest fonkelende ster in het atletiekheelal. En zal de wereld helemaal aan de voeten liggen van Mondo, het jongetje dat daar, springend met zijn bezemsteel, al op zijn vierde van durfde te dromen. #borntofly

Volgens kenners kan Armand Duplantis op termijn op 6m30 mikken.
Volgens kenners kan Armand Duplantis op termijn op 6m30 mikken.© BELGAIMAGE

Keuze voor Zweden

Hij werd geboren in Lafayette, Louisiana, en heeft als zoon van een Amerikaanse vader en Zweedse moeder beide nationaliteiten. Toch maakte Armand Duplantis in 2015, op zijn vijftiende, de keuze om als atleet voor Zweden uit te komen. Daar ging hij in de zomer steevast op vakantie bij zijn grootouders en trainde hij bij de atletiekclub die zij leidden.

De nationale juniorencoach Jonas Anshelm liet er al snel zijn oog op hem vallen en belde een maandlang vader Greg Duplantis op. Zijn zoon moest absoluut voor Zweden kiezen, in navolging van diens broer Andreas. Vader, in de VS werkend als advocaat, kon daarenboven een job als trainer bij het Zweedse nationale team krijgen.

De jonge Armand twijfelde niet lang, begeesterd ook door de verhalen van moeder Helena, over haar verleden. Bovendien zou hij zich als Zweed makkelijker kunnen kwalificeren voor grote kampioenschappen. In tegenstelling tot in de VS, waar atleten zich telkens doorheen de verraderlijke trials moeten vechten. Dat hij op sociale media in Amerika nog altijd veel kritiek krijgt, laat hem koud.

In Zweden is Duplantis, die meteen na zijn keuze Zweeds begon te leren, intussen een megaster, hoewel hij er alleen tijdens het Europese atletiekseizoen verblijft, in Uppsala. Zo besteedde de populaire krant Aftonbladet liefst zéven pagina’s aan Mondo’s wereldrecord in Torun. En op de Skavsta Airport van Stockholm werd Duplantis daags erna onthaald als een volksheld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content