‘Blij om deel te zijn van een familie’

© BELGAIMAGE - JASPER JACOBS

Door de 4×400-meterploeg, die vorige winter werd opgericht, kenden Cynthia Bolingo en Camille Laus een uitstekend seizoen 2018. Hun carrières, die tot dan toe wat in het slop zaten, werden (opnieuw) gelanceerd.

Een zonovergoten terras aan de voet van het Atomium en twee stralende gezichten. Camille Laus en Cynthia Bolingo hebben die blik van gelouterde atleten die niet bang meer zijn voor de toekomst. Na het EK in Berlijn zijn ze gerustgesteld dat ze prestaties kunnen leveren op het hoogste niveau. Met de vierde plaats van een estafetteploeg waar we duidelijk de grenzen nog niet van gezien hebben, bewezen deze twee vrouwen dat ze gelijk gehad hebben om te vechten. Jaren van spartelen om er te komen, in de wachtkamer van de Belgische elitesport. Over enkele dagen worden ze op Lanzarote voorgesteld samen met heel het Belgische team. Een primeur voor Camille Laus, een onverwachte comeback voor Cynthia Bolingo, twee jaar na de Olympische Spelen. Het bewijs dat een carrière voor iemand van 25 soms nog maar net (her)begint.

Willen we echt het hoogste niveau bereiken, dan moet elk meisje individueel progressie boeken.’ Cynthia Bolingo

Hoe verklaren jullie het dat twee atletes die sinds het begin van hun carrière 100 en 200 meter lopen, op hun 25e plots ontploffen op de 400 meter?

CamilleLaus: ‘Zelf heb ik ook nog eens aan verspringen gedaan in 2013. Ik heb een periode doorgemaakt dat ik stagneerde op de 100 en 200 meter en ik had zin om wat anders te proberen. Uiteindelijk denk ik dat het duidelijk is dat ons aller prestatiepiek dit jaar te verklaren is door de estafette. Dat heeft niks te maken met die waaraan we in het verleden konden deelnemen. We hebben de 4×100 gelopen bij de juniores, maar dat was niet echt een project dat van ons was. Hier is het echt een estafetteploeg die we van a tot z opgebouwd hebben en we hebben echt goesting om daarbij te zijn. Ik denk dat dat onze kracht is.’

CynthiaBolingo: ‘Wat vaststaat is dat we dankzij die estafette niet gewoon atletes zijn die de 400 meter lopen en gedaan. Dit project houdt daar niet op. Camille heeft het initiatief genomen, maar ze heeft dat zo gedaan dat alle meisjes er net zoals zijzelf deel van kunnen uitmaken en dat maakt zeker het verschil. We hadden allemaal al wel ervaring met estafette, maar er was nooit een gemeenschappelijk goesting zoals deze keer. Er is heel snel een positieve energie ontstaan tussen ons.’

Cynthia Bolingo
Cynthia Bolingo© BELGAIMAGE – JASPER JACOBS

Je zegt dus eigenlijk dat je individuele resultaten, een halve finale in Berlijn, er niet zouden gekomen zijn zonder de estafette?

Laus: ‘Er was van bij het begin die wil om voor elkaar te vechten. Dus ja, ik denk niet dat er een geheim is, het is echt die chemie tussen ons die er indirect voor gezorgd heeft dat we ons voor de eerste keer allemaal samen geplaatst hebben voor een individueel kampioenschap. Ik denk ook dat het feit dat we eerst met de estafetteploeg de kwalificatie voor Berlijn hadden binnengehaald, iedereen individueel bevrijd heeft. Als je dan ziet dat Cynthia, die eerst niet echt dol was op de 400 meer, er nu ven begint te houden…’ ( lacht)

Bolingo: ‘Het is niet dat ik mijn debuut maak in die discipline, maar vreemd genoeg moet ik ze nog wat leren kennen. En ik begin me langzaam – maar echt heel langzaam – ook te amuseren… ( lacht) Aanvankelijk liep ik de 100 meter, nadien ben ik overgestapt op de 200 en nu doe ik de 400. Wie weet loop ik over enkele jaren de 800?’ ( lacht)

Vierde plaats

Hoe en wanneer is het idee voor deze estafetteploeg ontstaan?

Laus: ‘In januari was ik op stage in Tenerife met Anne Claes. We vonden het spijtig dat er niet meer animo was voor de estafette, dus begonnen we van alles te bedenken om een eventuele 4×400-meterploeg op poten te zetten. Gezien de resultaten van het Belgisch kampioenschap indoor, waar we alle drie op het podium stonden, vonden we dat de tijd rijp was om zoiets te organiseren. Op 4 maart van dit jaar hebben we alle atletes hier bijeengebracht aan het Atomium, samen met hun coach, en hen uitgelegd wat we wilden doen. Het doel op dat moment was zelfs niet Berlijn, maar de Spelen van Tokio in 2020. ‘

Bolingo: ‘We hadden al wel de bedoeling om ons te kwalificeren voor Berlijn. Maar gewoon de kwalificatie en niks meer…’

Laus: ‘Ja, maar daar geloofde ik eerlijk gezegd niet eens in, want me moesten 3’29 halen, het Belgisch record met andere woorden. We hadden er wel zin in, maar ik dacht dat we meer tijd zouden nodig hebben. Maar dan lopen we 3’31 in onze eerste wedstrijd, twee seconden boven dat record. Dat wilde dus zeggen dat elk meisje maar een halve seconde beter moest doen. Dat was het moment dat we allemaal dachten: dit is haalbaar. En uiteindelijk hebben we alle grenzen verlegd, tot die vierde plaats in Berlijn.’

Hebben jullie die vierde plaats gevierd of was er toch wat spijt dat jullie net naast een medaille gegrepen hadden?

Bolingo: ‘Ik ben door alle soorten emoties gegaan. We hadden onszelf overtroffen, maar tegelijk was niemand van ons al zo dicht bij een internationale medaille geweest en het zou een enorm staaltje poker geweest zijn om als onbekenden daar aan te komen en met een medaille naar huis te gaan.’

Laus: ‘Oké, een vierde plaats op drie tienden van het podium, dat is een goeie reden om ontgoocheld te zijn, maar toen we onze tijd zagen ( 3’27.69, een nieuw Belgisch record, nvdr), zeiden we toch dat het ongelooflijk was. Zoiets op enkele maanden verwezenlijken, dat is fantastisch. Ook al eindigden we op de meest ondankbare plaats, ik denk dat we het recht niet hadden om teleurgesteld te zijn.’

Bolingo. ‘En toch waren we dat! En gelukkig dat we dat waren… Dat bewijst dat we zin hebben om nog beter te doen.’

Lieve Borlées

Camille, jij vertelde voor de Memorial Van Damme dat je verrast was hoe stimulerend de goeie resultaten van de vrouwelijke 4×400-meterploeg waren: ‘Tot dan leefde ik vooral mee met de resultaten van de anderen.’ Ben je je dit jaar eindelijk bewust geworden van je eigen potentieel?

Laus: ‘Ik kom van heel ver, ja. Ik ging voortdurend naar Kevin ( Borlée, haar partner, nvdr) en de anderen kijken bij de grote kampioenschappen, maar ik zat altijd wat gefrustreerd op de tribunes omdat het ook mijn droom was en ik die tot dan nog niet had kunnen realiseren.’

Cynthia, jij daarentegen hebt al de kans gekregen om mee te doen aan de Olympische Spelen in Rio, zonder evenwel ten volle van dat evenement te kunnen genieten. Is die ontgoocheling door de goeie resultaten van dit seizoen eindelijk verteerd?

Bolingo: ‘Ik heb moeilijke momenten gekend na de Spelen. Ik heb er zelfs aan gedacht om te stoppen, maar de estafette heeft me nieuwe dingen laten ontdekken. Ik was er nooit in geslaagd om op D-Day te presteren bij de grote kampioenschappen. Ik kwalificeerde me geregeld, zoals voor Rio, maar op de dag dat het moest gebeuren tekende ik nooit present. In Berlijn heb ik eindelijk het beste van mezelf kunnen geven ( een persoonlijk record in de reeksen van de 400 meter: 51’69, nvdr) op het moment dat het moest. Mentaal was dat een enorme opsteker.’

Ik focus niet op het record van Kim Gevaert. Ik ben bang dat ik dan blokkeer.’ Camille Laus

En daardoor hebben jullie zin om nog hoger te mikken. Het Belgisch record (51’45) van Kim Gevaert op de 400 meter breken, dat is een must?

Bolingo: ‘Dat zou super zijn, ja, maar ik denk dat het belangrijk blijft dat we ons niet met elkaar gaan vergelijken omdat we elk onze eigen ontwikkeling doormaken, een andere manier van leven hebben en ook andere trainingsomstandigheden.’

Laus: ‘Het is niettemin een mooi doel. Wanneer je maar vier honderdsten van een bepaalde tijd verwijderd bent ( Camille Laus heeft een persoonlijk record van 51’49, nvdr), dan wil je die natuurlijk verbeteren, maar ik focus daar niet op. Ik ben bang dat ik blokkeer als ik me te fel op een tijd richt. 2018 was nog maar het eerste jaar dat ik voluit op die afstand getraind heb, dus ik denk dat ik nog een mooie progressiemarge heb. Maar ik weiger om het een obsessie te laten worden.’

Camille Laus
Camille Laus© BELGAIMAGE – JASPER JACOBS

Camille, jij traint sinds 2011 met het team van Jacques Borlée. Is het niet moeilijk om met de Borlées te trainen wanneer je zelf geen Borlée bent?

Laus: ‘Neen, want het zijn lieve mensen en ze geven je nooit het gevoel dat je het vijfde wiel aan de wagen bent. Voor mij was het echt een voorrecht om met hen te trainen. Ik moest naar Brussel voor mijn studies en Jacques stelde me voor om me bij zijn groep te voegen. Een erg professionele infrastructuur met verzorging, kine, psychologen, alles wat Jacques geregeld heeft voor zijn kinderen. Voor mij was dat perfect: ik had nog niet dat hoge niveau maar ik kon wel gedurende jaren trainen zoals een atleet van topniveau. De resultaten kwamen er wel niet meteen, maar als die jaren werk renderen nu wel. Jacques is een uitstekende coach, maar ook door omringd te zijn met uitzonderlijke atleten heb ik veel kunnen stelen met mijn ogen. En nu probeer ik de schema’s die tot succes leiden te herhalen.’

Deel van de Cheeta’s

Jullie gaven het al aan: het doel is nu Tokio 2020. Waar liggen eigenlijk de limieten van dit estafetteteam?

Bolingo: ‘Willen we echt het hoogste niveau bereiken, dan moet elk meisje individueel progressie boeken. Dat is de basis, anders riskeren we rond dezelfde tijden te blijven hangen.’

Laus: ‘Om een stap vooruit te zetten, zullen we een groter reservoir nodig hebben. Dat zagen we dit jaar al met de blessure van Margot Van Puyvelde. Als Anne Claes, die kort na onze halve finale al haar finale op de 400 meter horden moest afwerken, geweigerd had om met ons te lopen, dan was er geen estafette geweest. Het is dus duidelijk dat we nog twee meisjes van hoog niveau extra nodig hebben om in de toekomst wat meer gerust te zijn.’

De hele estafetteploeg van Berlijn is uitgenodigd om in november op stage te gaan naar Lanzarote. Deel uitmaken van dat Belgisch team, is dat een extra motivatie om ’s ochtends op te staan?

Laus: ‘Ik ga echt niet elke ochtend naar de training terwijl ik tegen mezelf zeg: je maakt deel uit van het Belgische team! ( lacht) Wat mij elke keer weer een boost geeft, is dat ik deel uitmaak van de Cheeta’s.’

Bolingo: ‘Dat is zo. Dankzij de Cheeta’s zijn we blij dat we deel zijn van een familie. De groep die we gecreëerd hebben vormt een stimulerende kring want je boekt niet alleen progressie voor jezelf maar ook voor de anderen. Het is geweldig dat we erin geslaagd zijn om een ploeg op te richten.’

Een gemengde ploeg op de OS van Tokio?

Net als basketbal met drieën, karate, surfen, muurklimmen, skateboarden en baseball/softbal is de 4×400 meter gemengd in juni 2017 officieel opgenomen als toekomstige discipline voor de Olympische Spelen van 2020 in Tokio met als doel die ‘jonge en stedelijke’ sporten te promoten, aldus Kit McConnell, directeur sporten van het IOC. Een goede gelegenheid voor België om een team te maken met de Tornado’s en de Cheeta’s? ‘Dat zou technisch gezien al mogelijk zijn vanaf het WK in Doha’, zegt Camille Laus. ‘Ik ben er alleen nog niet goed uit hoe wat ons moeten organiseren boven op onze individuele wedstrijden en de gewone 4×400. Ik denk dat het onmogelijk is om alles te lopen.’ We kunnen ons evenwel moeilijk inbeelden, gezien de recente resultaten van de Cheeta’s en de ervaring van de Tornado’s, dat het BOIC zo’n kans zou laten schieten. ‘Het zou uiteraard een geweldige ervaring zijn’, zegt Cynthia Bolingo enthousiast. ‘Zeker omdat we een reservoir hebben waarmee we kunnen roteren.’

Eenzelfde geluid bij Camille Laus, die net als Anne Claes het voordeel heeft dat ze al met de broers Borlée en Jonathan Sacoor traint bij de groep van JacquesBorlée. ‘Door de Tornado’s hebben wij zin gekregen om onszelf te overstijgen. Natuurlijk geeft het een boost als je mensen in je omgeving goed ziet presteren, maar ons doel is wel onze eigen weg te gaan. Volgens mij is het een discipline die ons veel plezier kan geven, maar persoonlijk heb ik geen zin om de 4×400 bij de meisjes te laten vallen voor een gemengde 4×400. ‘ Dat is alleszins duidelijk. De heren zullen overtuigingskracht nodig hebben om de Cheeta’s tot een gezamenlijk avontuur te verleiden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content