Belgische copiloot gidst Thierry Neuville naar wereldtitel rally: ‘Ik heb drie maanden intensieve logopedie gevolgd’

De Hyundai van Thierry Neuville en Martijn Wydaeghe: tegen 200 kilometer per uur door de Franse Rivièra. © getty images
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Weinig jobs zijn zo stresserend als die van copiloot in het rallyrijden. Martijn Wydaeghe is zo’n koele kikker. Samen met Thierry Neuville wil hij dit jaar de wereldtitel veroveren.

Met de mythische Rallye Automobile Monte-Carlo start deze week het nieuwe WRC-wereldkampioenschap. Wie daarbij aan de Disney-klassieker Herbie Goes to Monte Carlo denkt: er zullen bolides tegen 200 kilometer per uur door de Franse Rivièra razen, stuivend tussen sneeuw en steenslag. Volkswagen Kevers doen niet mee, de Belgische sportfan kijkt uit naar de Hyundai van Thierry Neuville. De 34-jarige Oostkantonner eindigde al vijf keer tweede in het wereldkampioenschap rally. Wordt dit eindelijk zijn jaar?

Neuville laat zich in de wagen bijstaan door West-Vlaamse knowhow. Sinds 2021 staat Martijn Wydaeghe uit Izegem hem bij als copiloot, al is de officiële term ‘rally-navigator’. ‘Weinigen zullen copiloot beschouwen als een droomjob, maar voor mij is het dat zeker wel’, zegt Wydaeghe, die verhuisde naar Andorra. ‘België is geen groot autosportland, maar in mijn streek leeft het rallyrijden wel. Van mijn tien jaar volgde ik mijn oudere broer naar de Rally van Ieper, of de Rally van Vlaanderen en de TBR Rally in Roeselare. Die wereld fascineerde me: de snelheid, de beheersing van de racers, de ruwe kracht van de wagens. Al heel jong stak ik in mijn kop dat ik van autosport mijn beroep wilde maken.’

Mijn spreekritme moet matchen met het ritme van de motor.

Oké, maar waarom dan copiloot?

Martijn Wydaeghe: Dat was een rationele keuze. Ik had het idee dat ik daar echt goed in kon worden. Vandaag weet ik dat het de juiste keuze was: als ik een ander pad had gekozen, had ik nooit de top van de autosport bereikt, zoals nu. Zelf racen heb ik nooit gedaan, zelfs niet om eens te proberen. Een goeie racer is er aan mij niet verloren gegaan. Ik kan het weten want ik heb vaak met topcoureurs in de wagen gezeten. Die mannen hebben iets speciaals.

Ik kom niet uit een autosportfamilie, ik heb mij in het geniep in het wereldje gewurmd. Van jongs af hing ik rond bij rallyteams, om er taakjes te doen waar niemand zin in had: waterflesjes ronddragen, tijden doorgeven, ruiten wassen. Terwijl ik verpleegkunde studeerde, behaalde ik ook mijn licentie als copiloot. De Belgische racers kenden me intussen, de eerste kansen kwamen.

U maakte uw debuut in het wereldkampioenschap aan de zijde van ondernemer Philip Cracco, die in 2020 is overleden. Was hij een goeie racer?

Wydaeghe: Ik herinner me hem als een getalenteerde gentleman driver, al zocht hij niet de limieten op zoals professionele rallyrijders doen. Maar dat was in zijn positie ook maar normaal.

Mijn eerste grote kans in de WRC is er bij toeval gekomen. Op 15 augustus 2013, de ochtend van de Rally van Staden, werd ik uit bed gebeld. Of ik alsjeblieft binnen een halfuur in Staden kon zijn, want de vrouw van de copiloot van Cracco was aan het bevallen. Vlug mijn racepak aangetrokken, en als de weerlicht naar Staden. Het klikte met Philip en we namen afscheid met de gebruikelijke woorden: ‘We spreken nog eens af.’ Bleek dat Philip dat letterlijk nam. Een paar weken later vroeg hij me als copiloot voor de WRC-rally van Frankrijk. Een fantastische leerschool voor een jongen van amper 21.

In 2016 ben ik bij Hyundai Motorsport beland, het team van Thierry Neuville. We kenden elkaar, maar er was nooit sprake van een samenwerking, tot Thierry onverwacht met zijn copiloot brak, drie dagen voor de start van het kampioenschap van 2021. Ja, dan aarzel je niet, natuurlijk. Op persoonlijk vlak klikte het direct, maar we hebben hard moeten werken om een geolied team te worden.

U volgde logopedielessen opdat Neuville u perfect kan verstaan.

Wydaeghe: Ik had al twee seizoenen gereden met Guillaume de Mévius, die ook Franstalig is. Toch vond Thierry dat hij bepaalde nuances bij mij miste, door mijn uitspraak. Wanneer ik long zei, in de betekenis van lang, verstond hij soms lent: langzaam. Of een bocht lang is of dat je hem langzaam moet nemen, maakt natuurlijk een groot verschil. Ik heb drie maanden intensieve logopedie gevolgd om mijn klemtonen precies te krijgen zoals Thierry ze wil. Hij mag geen moment twijfelen aan wat ik bedoel. Aarzelen betekent verliezen.

Een copiloot leest aantekeningen voor aan de racer. Wie maakt die notities en wat staat erin?

Wydaeghe: In de dagen voor de rally mogen wij twee keer over het parcours rijden. Niet met de competitiewagen maar met een normale auto, en je moet tijdens die verkenning de verkeersregels volgen, niet racen dus. Thierry dicteert wat hij ziet. Dat gaat over de afstand tussen de bochten, de snelheid die hij er denkt te kunnen halen, eventueel hoe lang de bocht is. Details over hoe het asfalt aanvoelt en of een bocht er vettig bij ligt, moeten er ook bij. De tweede verkenning dient om te dubbelchecken of we niks gemist hebben, nadien bekijken we de beelden die we maakten met onze on-boardcamera. Daarna blok ik op die notities, want je reageert sneller als je het parcours vanbuiten kent. Er is in de autosport al zo veel wat je kan verrassen – lekke banden, het weer – dat je de voorspelbare zaken absoluut onder controle moet houden.

Tijdens de rally hou ik de richtlijnen zo zakelijk mogelijk, met ingekorte zinnen. ‘100 links 150’ betekent bijvoorbeeld: over honderd meter komt een bocht waarvan we denken dat we er 150 kilometer per uur kunnen rijden.

Zouden ze u kunnen vervangen door een pratende gps?

Wydaeghe: (lacht) Nee, er komt wel meer bij kijken. Het ritme van de race kun je niet voorspellen. Wij rijden op gewone wegen, in weersomstandigheden die alle kanten op kunnen. Mijn job is het om het wedstrijdritme te voelen en mee te bepalen. Wanneer ik gewaarword dat we hard gaan, en onze notities misschien te pessimistisch waren, dan moet ik mijn richtlijnen versnellen. Mijn spreekritme moet matchen met het ritme van de motor.

Bent u dan naar de weg aan het kijken en in gedachten mee aan het te sturen?

Wydaeghe: Daar is geen tijd voor: de snelheid ligt te hoog om uit het raam te kijken. Het parcours ken ik uit mijn hoofd, dat aanvoelen van snelheid gebeurt instinctief. Ik ken de wagen, ik weet hoe die optrekt en ik weet hoe Thierry rijdt.

Je neemt de beste beslissingen wanneer je het nuchter bekijkt. Een copiloot moet erg kalm zijn. Focus is belangrijk, net als werkijver. Iedere rally is een examen waarbij je genadeloos door de mand valt als je voorbereiding niet voldoet.

© Photonews

Hoe verschilt jullie Hyundai i20 van de exemplaren die je op de openbare weg ziet?

Wydaeghe: Eigenlijk is het alleen qua uitzicht dezelfde wagen. De enige standaardstukken zijn de achterlichten, al zitten er andere ledlampen in. In feite bouwt Hyundai Motorsport een nieuwe auto die ze de look van de originele wagen geven. Van het chassis tot de gordels en de ramen: het is allemaal speciaal voor de rally ontworpen.

Het wereldkampioenschap begint deze week met de Rally van Monte-Carlo, een naam als een klok.

Wydaeghe: De moeilijkste rally van het seizoen, vooral door het weer. Midden januari kun je in de streek rond Monaco stralende zon hebben, maar regen, hagel of sneeuw kunnen evengoed. Het kan je zelfs allemaal overkomen in één rit. Het is schipperen en hopen dat je de juiste keuzes maakt bij de afstelling van de wagen.

De rally bestaat sinds 1911 en is intussen mythisch. Bepaalde chronoritten worden al 80 jaar op hetzelfde parcours gereden. Iedereen kijkt uit naar de Col de Turini, een berg met haarspeldbochten die ieder jaar in de rally zit. Je komt boven tussen dolle toeschouwers, terwijl overal vuurwerk knalt. Kippenvel!

De Col de Turini zit vaak in Parijs-Nice en is steevast goed voor ernstige valpartijen. Wielrenners vinden het er al gevaarlijk. Wat moet dat in een rallywagen zijn?

Wydaeghe: Dat valt wel mee. De snelheid ligt laag, door al die bochten. Wanneer er ijs of sneeuw ligt, wordt het lastiger, maar ongevallen zijn zeldzaam. Iedere rallyrijder kent de Turini als zijn broekzak.

Eind 2021 crashten jullie bij een oefenrit, naar verluidt een val van 30 meter.

Wydaeghe: Het kan zelfs nog dieper zijn geweest. Bij een testevent misten we onze bocht en stortten pardoes een ravijn in. De auto landde op zijn dak in een rivier. Door de klap brak ik mijn sleutelbeen, maar dat voelde ik pas toen ik mezelf door het raam trok. Thierry is dertig meter omhooggeklommen, mij zijn ze met de helikopter komen ontzetten. Onze wagens zijn zo veilig dat je zelfs aan zo’n zware crash niks ernstigs overhoudt. Drie weken later zat ik opnieuw in de auto.

Wordt Thierry Neuville in 2023 eindelijk wereldkampioen?

Wydaeghe: Met die ambitie stappen we het seizoen in. 2022 was lastig. In de eerste rally’s lagen we duidelijk achter met de ontwikkeling van de wagen, maar tijdens het seizoen hebben we de kloof kunnen dichten. Ik verwacht een evenwichtig kampioenschap. In 2022 domineerde Toyota, maar het lijkt erop dat Ford en wij bij Hyundai nu even sterk zijn. Thierry hoort zonder twijfel bij de beste rijders ter wereld: de wereldtitel zit er zeker in. Kalle Rovanperä van Toyota en Ott Tänak van Ford worden de voornaamste concurrenten.

Er is dit jaar geen Belgische manche. Ieper zit niet meer in het WRC.

Wydaeghe: Ieper is de voorbije twee seizoenen last minute in het WK gekomen, door het wegvallen van een andere rally, maar zoiets gebeurt waarschijnlijk geen drie jaar op rij. Jammer. Alle rijders vonden het een prachtige race. Ik hoop dat de organisatie ooit terugkeert.

De appetijt bij de politiek zal niet groot zijn. Rally staat in een slecht daglicht na dodelijke ongevallen in de Rally van de Condroz, met publiek dat in de verboden zone stond.

Wydaeghe: Tragisch, want zulke ongevallen zijn vermijdbaar, als iedereen zich aan de regels houdt. Het vraagt investeringen en inspanningen, maar het is perfect mogelijk om veilige rally’s te organiseren. Het WRC bewijst dat jaar na jaar. (Er vielen in de 21e eeuw drie doden te betreuren in het WK rally: in 2005 en 2006 liepen crashes dodelijk af voor twee copiloten, in 2017 verongelukte een toeschouwer bij de Rally van Monte-Carlo, nvdr).

Sinds vorig seizoen wordt het WRC verreden met hybride wagens, maar vroeg of laat zullen het wellicht elektrische auto’s worden?

Wydaeghe: Elektrisch rallyracen lijkt voorlopig onmogelijk, met de snelheden en de afstanden die wij rijden, tenzij er een grote sprong komt in de capaciteit van de batterijen. We rijden nog zeker drie seizoenen met hybride auto’s. Elektrische mobiliteit heeft de toekomst, maar ik ben niet overtuigd dat de auto-industrie alleen zal inzetten op elektrische motoren. Wagens op waterstof kunnen een interessant alternatief zijn.

De hybrides waarmee we nu rijden, zijn al een stap in de goede richting. Ze sturen fijn, zijn gunstiger voor het milieu, maar ze behouden het overdonderende van een echte rallywagen. Onze hybrides hebben meer vermogen, maar ze zijn ook zwaarder, makkelijk 80 kilogram meer dan de vorige generatie wagens. Dat voel je, maar de extra elektrische kracht, die heel agressief doortrekt, compenseert het. De racers klagen niet. Vraag een rijder hoe de auto beter kan en hij zal altijd zeggen: meer snelheid.

Martijn Wydaeghe

1992: geboren in Izegem

2013: WRC-debuut in de Rally van Frankrijk, met Philip Cracco

2014: copiloot van Freddy Loix, Mats van den Brand, Chewon Lim, Guillaume de Mévius en Craig Breen

2021: copiloot van Thierry Neuville, wint de rally’s van Ieper en Catalonië en 3e in het WK

2022: wint de rally’s van Griekenland en Japan, 3e in het WK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content