Het kippenvelmoment van zwemmer Sidney Appelboom: ‘Al die prachtige ervaringen zijn voortgevloeid uit die ene dag’

Sidney Appelboom (links) © X
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Zwemmer Sidney Appelboom kwam zes keer een teennagel te kort.

Wel zes keer miste ik de kwalificatielimiet voor de Olympische Spelen van 1988 op minder dan vijf honderdste seconde. Vijf honderdste is een teennagel verschil, een zuchtje tijd zo kort dat mensen zich er amper iets bij voor kunnen stellen. Door omstandigheden had ik weinig kansen om me te kwalificeren. Ik studeerde en trainde in de Verenigde Staten. Daar zijn de meeste zwembaden aangelegd in yards, ze hebben niet de correcte afmeting om je te kunnen plaatsen.

Op twee Amerikaanse meetings met een gehomologeerd bad ging het mis. Er zat niks anders op dan de oceaan overvliegen en meedoen aan Europese wedstrijden. De Belgische zwemwereld kende mij niet. Zelfs op de wedstrijden raken was al een avontuur. Ik stippelde ellenlange trajecten uit per trein of zat op de achterbank bij coaches van wie ik toevallig wist dat ze ook die kant opreden.

De Mare Nostrum Swim Tour in het Zuid-Franse Canet-en-Roussillon was mijn allerlaatste kans. Het was intussen al juni 1988, drie maanden voor de Spelen van Seoel. Sergio Lopez, een goede Spaanse zwemmer die ik kende uit de States, deed ook aan mee de Mare Nostrum. Lopez was een van de grootste talenten van mijn generatie: hij zou in Seoel brons winnen. Toen ik als eerste finishte en zag dat Lopez ruim na mij aantikte, dacht ik: zal het dan nu eindelijk…?

De ontlading toen ik mijn tijd onder ogen kreeg, kan ik me nog zo voor de geest halen. Een beetje beduusd heb ik een grote televisie aangenomen die ik kreeg als winnaar – al bleek naderhand dat Franse televisietoestellen niet werken met de Belgische kabel.

Op de Spelen van Seoel zwom ik een Belgisch record en miste ik nipt de finale. Vier jaar later hoorde ik van Frank Raes dat de VRT mij graag wilde als commentator bij het zwemmen voor de Spelen van Barcelona. Als ik zelf meedeed, zou ik daar geen tijd voor hebben. Mijn vader was ziek en ik draaide al mee in zijn veilinghuis. Het zou sowieso kantje boord worden om me te plaatsen voor Barcelona ’92, dus was de beslissing om te stoppen niet moeilijk.

Intussen heb ik tien Olympische Spelen ter plekke meegemaakt, de meeste als analist, sommige als coach. Al die prachtige ervaringen zijn voortgevloeid uit die ene dag in Canet-en-Roussillon.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content