Bedrijfscultuur in het voetbal
De vaststelling van de nieuwe CEO van de KBVB dat er een cultuurverandering nodig is, klinkt bekend in de oren.
Al voor de tweede week op rij werden we herinnerd aan een Sport/Voetbalmagazineverhaal van acht en een half jaar geleden met Yvan Vandamme, de toenmalige algemeen directeur van Cercle Brugge, over bedrijfscultuur in het voetbal. De eerste keer was toen we professor Ignaas Devisch op Sporza hoorden zeggen dat het voor hem in 2010 snel duidelijk was dat er in de profliga geen bereidheid was om ethiek in het hart van de werking van de clubs in te schrijven. De tweede keer was toen Peter Bossaert, de nieuwe CEO van de voetbalbond, stelde dat er nood is aan een cultuurverandering.
Het gesprek met Yvan Vandamme kwam er in de nasleep van een conflict tussen Charleroi en Cercle Brugge. Na hun onderlinge wedstrijd op 12 september 2009 (0-4) hadden er zich in de spelerstunnel incidenten voorgedaan en had Cercle klacht neergelegd wegens ‘bedreigingen en beledigingen’. In het scheidsrechtersverslag stond onder meer dat Mogi Bayat, toenmalig algemeen manager van de thuisploeg, door het dolle heen was, Cerclecoach Glen De Boeck te lijf wilde gaan en hem een stuk crapuul noemde.
Het was de tijd van de oprichting van een ethische commissie in de profliga en Yvan Vandamme sprak in dit blad de hoop uit dat het geen doodgeboren kind zou worden. Hij pleitte ervoor om zoals al in veel grote bedrijven het begrip ethisch of maatschappelijk verantwoord ondernemen effectief in te voeren. Het ontbreken van algemeen aanvaarde gedragsregels zorgde in het voetbal namelijk voor junglepraktijken, vooral in het ‘makelaarsgebeuren’, stelde hij vast. Ivan De Witte, toenmalige voorzitter van de profliga, had hij gevraagd aan welke normen en waarden de in de ethische commissie voorgelegde dossiers getoetst zouden worden, omdat elke club zijn eigen cultuur heeft en die van Charleroi onmiskenbaar anders is dan die van Cercle, vertelde hij. ‘Het is het volste recht van Mogi Bayat om met zijn kleurrijk taalgebruik en zijn enorme gedrevenheid mensen te overtuigen en zo zaken gerealiseerd te krijgen, maar de vraag is: is dit de bedrijfscultuur die we in het profvoetbal willen?’ vroeg hij zich toen in Sport/Voetbalmagazine af.
Het vervolg kennen we. Profligaleden ridiculiseerden hun eigen ethische code en de ethische commissie stierf een stille dood. Mogi Bayat werd spelersmakelaar en groeide uit tot de grootste van het land. Tot het federaal parket daar onlangs een einde aan stelde en de nood aan ethiek opeens weer een item werd.