WK snooker: niets voor jonge spelers
Op het WK snooker voerde de oudere generatie opnieuw de boventoon. Wanneer zullen de jongeren de scepter zwaaien?
De ‘oudjes’ blijven het snooker overheersen, met name tijdens de WK’s. Dat was in de jongste editie, die afgelopen maandagavond (na de deadline van dit magazine) eindigde met een finale tussen Mark Selby en Shaun Murphy, niet anders. Hoewel zesvoudig winnaar en nummer één van de wereld, Ronnie O’Sullivan (45), verrassend werd uitgeschakeld in de achtste finale, net als viervoudig wereldkampioen John Higgins (45), waren zes van de acht kwartfinalisten ex-winnaars van het WK in The Crucible – een primeur.
Wedstrijden tussen drievoudige wereldkampioen Mark Williams (46) en Mark Selby (37). Tussen Judd Trump (31) en Shaun Murphy (38), de titelwinnaars van 2019 en 2005. Tussen Neil Robertson (39), de wereldkampioen van 2010, en Kyren Wilson (29), de runner-up van het WK 2020. En tussen Stuart Bingham (44), de titelhouder van 2015, en Anthony McGill (30), die verrassend Ronnie O’Sullivan uitschakelde. Hij en Wilson zijn ook de laatsten die prof werden, in 2010. Trump deed dat in 2005. Robertson, Murphy, Selby en Bingham maakten hun profdebuut nog voor de eeuwwisseling. En Williams, samen met O’Sullivan en Higgins, zelfs al in 1992.
De jongste generatie kan dus moeilijk doorbreken. Slechts één speler uit de top zestien van de World Ranking startte zijn profcarrière in het laatste decennium: de Chinees Yan Bingtao. Die kroonde zich in januari, op zijn 21e, tot de op een na jongste winnaar ooit van het prestigieuze Masterstoernooi, maar werd in de achtste finale van het WK kansloos uitgeschakeld.
De vraag is: waarom blijft die oudere generatie domineren? Het antwoord is complex. Na de boom van snooker in de jaren tachtig bereikte de nieuwe generatie in de jaren negentig heel vlug de wereldtop. O’Sullivan won al in 1993 zijn eerste UK Championships, een jaar nadat hij prof werd. Higgins en Williams moesten slechts zes jaar wachten om hun eerste Triple Crown-toernooi te winnen (WK, Masters of UK Championships). Mede door de vele hoogwaardige amateurtoernooien waardoor zij al op heel jonge leeftijd tegen semiprofessionals konden oefenen. En al ‘ match-ready‘ waren toen ze overstapten naar de prof. Klaar om de oudere generatie ( Steve Davis, Jimmy White en co) meteen het vuur aan de schenen te leggen. Neil Robertson, Shaun Murphy, Mark Selby en Stuart Bingham volgden korte daarna in hun voetsporen en sindsdien domineren zij de snookerwereld, ook omdat ze hun niveau bleven opkrikken. Sommigen, zoals Ronnie O’Sullivan, ook op conditioneel vlak.
Een ander aspect is de beperkte toestroom van talent in het Verenigd Koninkrijk, de bakermat van het snooker. De reden: veel minder snookerclubs in vergelijking met de jaren tachtig/negentig, en dus een kleinere vijver. Sinds Judd Trump is in Engeland zelfs niemand richting de wereldtop gevloeid. Snooker verloor bij de jongeren steeds meer van zijn aantrekkingskracht, mede door de vereiste, urenlange, monotone trainingsarbeid.
Vreemd genoeg werd snooker het jongste decennium wel mondialer, vooral door een boom in het Oosten. Het WK voor U21-spelers is sinds 2011 alléén gewonnen door Aziatische spelers, onder wie zes Chinezen. En ook tieners en jonge twintigers van het Europese vasteland zitten in de pijplijn, zoals de veelbelovende Belg Ben Mertens (16), of de Oekraïner Iulian Boiko, die vorig jaar de jongste prof ooit werd, op zijn vijftiende.
Het is alleen een kwestie van tijd voor die spelers, en met name de Chinezen, de snookerwereld overspoelen, met vissen uit een gigantisch grote vijver. In China worden zelfs heuse snookerstéden gebouwd. In 2016 was Ding Junhui al de eerste die de WK-finale haalde. Yan Bingtao zal allicht de volgende worden. En daarna nog vele anderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier