Knack Roeselare in de Europese bekerfinale volleybal: ‘Onze zaal zal koken’
Knack Roeselare speelt woensdagavond om 20u30 de finale van de CEV-cup tegen Modena. Een wedstrijd voor de geschiedenisboeken.
In de traditie van het Rode Leger (CSKA Moskou) en de Sovjet-spoorwegen (Lokomotiv Moskou) vernoemde ook Knack een sportteam naar zichzelf. Ons sponsorgeld wordt goed besteed. Knack Roeselare staat in de finale van de CEV-cup, de tweede Europese volleybalcompetitie, onder de Champions League. Om een kans te maken tegen de Italiaanse topclub Modena rekenen de West-Vlamingen op de vingervlugge passes van Stijn D’Hulst. De spelverdeler beseft dat het matchen voor de geschiedenisboeken zijn. ‘Het is 21 jaar geleden dat een Belgische club een Europese finale speelde. (Roeselare won in 2002 de Top Teams Cup, de voorloper van de CEV-cup, nvdr). We schrijven een gouden bladzijde in de rijke historie van Knack Roeselare’, zegt D’Hulst.
Hoe gaan jullie Modena kloppen?
Stijn D’Hulst: Zij zijn uiteraard favoriet. Een Italiaanse topclub met een budget dat vele malen hoger ligt dan het onze, vol internationale vedetten: alleen als we boven onszelf uitstijgen maakt Roeselare kans. Onze wapens zijn ons samenspel, onze focus, onze snelle opbouw en onze service. Goed opslaan wordt cruciaal tegen Modena. Zo’n sterke tegenstander moet je onder druk zetten, alleen dan ontstaan er gaatjes.
Het is al fantastisch om in de finale te staan, maar als je daar eenmaal bent, wil je winnen. Je speelt in je leven een paar matchen die later bepalen hoe je op je carrière terugkijkt. We móéten tegen Modena op de afspraak te zijn. Het wordt een aartsmoeilijke opdracht, maar dat was de halve finale tegen Piacenza ook.
Piacenza heeft Knack onderschat. Trapt Modena in dezelfde val?
D’Hulst: Dat denk ik niet. Van Piacenza had ik het een beetje verwacht. In dat sterrenteam dachten er vast een paar: vooruit dan maar, we moeten naar het kleine België… Modena is anders. Een rijke ploeg, maar wel goed uitgebalanceerd. Ervaren toppers zoals Earvin N’Gapeth en Bruno Rezende, respectievelijk een Franse olympische kampioen en de setter van de Braziliaanse nationale ploeg, worden gekoppeld aan jonge Italiaanse supertalenten. Bruno Rezende ken ik goed: we speelden samen bij Civitanova. Een enthousiaste, gepassioneerde speler, die iedere wedstrijd tot het uiterste gaat. Modena speelt naar zijn voorbeeld.
Hoe kijkt hij uit naar de match tegen Knack?
D’Hulst: Zodra de loting bekend was, begonnen we elkaar plaagstoten te sturen via WhatsApp. We wisten dat we elkaar pas in de finale konden tegenkomen, en Bruno stuurde bij iedere ronde: zorg ervoor dat je doorstoot, hè. Modena vindt het ongetwijfeld interessant om een finale te kunnen spelen tegen Roeselare, maar ze weten ondertussen dat wij stevig kunnen verrassen. We spelen eerst in Modena, maar de terugmatch van volgende week in Schiervelde wordt iets ongelooflijks. Uitverkocht in een paar uur tijd. Onze hal gaat koken.
Sinds corona zit er nochtans merkelijk minder volk in de zaal.
D’Hulst: Die trend treft het hele Belgische volleybal. We willen de mensen opnieuw tonen hoe leuk het is om te supporteren in een vol Schiervelde. De finale tegen Modena moet propaganda worden voor het Belgische volleybal.