Vijf ultieme tips voor de perfecte landschapsfoto
Fotograaf Michiel Pieters heeft meer dan 118.000 volgers op Instagram en reist de wereld rond om de mooiste landschappen op beeld vast te leggen. Zijn vijf ultieme tips voor de perfecte landschapsfoto lees je hieronder.
1. Verken je locatie
Overal ter wereld, of dat nu in België of in het buitenland is, verken ik de locatie op voorhand. Dat is echt een must om te vermijden dat je ergens doelloos gaat rondwandelen op zoek naar een leuke plek. Voor mijn reis naar Canada zocht ik op Google Maps naar interessante locaties en daarvan maakte ik een checklist. Op die manier wist ik goed waar ik aan toe was toen ik daar aankwam. Maar je hoeft helemaal niet naar de andere kant van de wereld te reizen om mooie landschappen te fotograferen. Als beginnende fotograaf is het zelfs beter om in je eigen omgeving aan de slag te gaan. Die ken je het best, wat je de kans geeft om volop te experimenteren.
2. Het gouden uurtje
Er bestaat zoiets als het gouden uurtje, ofwel het beste tijdstip om foto’s te nemen. Dat is net na zonsopgang of net voor zonsondergang omdat het licht dan op zijn mooist is. Als je een foto neemt op het goede tijdstip, hoef je zelfs geen al te duur materiaal te hebben en is er bovendien weinig tot geen nabewerking nodig. Het gouden uurtje zorgt dus sowieso voor de meest naturelle foto. Natuurlijk kan je ook overdag aan de slag, maar ikzelf neem bijvoorbeeld nooit foto’s met blauwe lucht en zon. Als het bewolkt is, kan het wel.
3. Statief: ja of nee?
Dat is een persoonlijke keuze en hangt ook van de omstandigheden af. Als je niet graag veel gerief meesleurt, kan je je statief het best thuislaten. Wil je bijvoorbeeld een waterval fotograferen, dan kan een statief wel zeer handig zijn omdat je daarvoor sowieso een lage sluitertijd nodig hebt. Mijn houvast: is je sluitertijd onder 1/30ste per seconde, gebruik dan een statief. Anders is het niet echt nodig.
4. Twee types lenzen
Voor landschapsfotografie zijn een groothoek- en zoomlens de beste opties. Ik gebruik een Canon 24-70 mm F/2.8 zoomlens. Zo kan je breed genoeg fotograferen en ook net voldoende zoomen.
5. Manuele instellingen
De meeste camera’s hebben verschillende standen: M, AV, P, … Ik kies meestal voor AV. Dit houdt in dat ik mijn scherptediepte onder controle heb en de camera de rest doet. Wanneer ik mijn scherptediepte van bijvoorbeeld f2.8 naar f5.6 zet, zal de camera zelf de sluitertijd aanpassen zodat de foto nog steeds mooi belicht is. Ik ga meestal voor iets tussen f/5,6 en f11 zodat zowel de voor- als de achtergrond van de foto scherp is. Je kan ook het best je ISO-waarde zo laag mogelijk houden: tussen de 100 en 400. Aan 800 zal er mogelijk ruis in je beeld verschijnen. Indien je zelf wil experimenteren, gewoon doen! Het hoeft in het begin allemaal niet te technisch te zijn. Het is vooral belangrijk dat je je amuseert, dan komen de goede foto’s meestal vanzelf.
Wil je ook graag meer lezen over sportfotografie en vloggen? Lees dan de andere artikels in dit dossier.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier