Drie flinke dertigers maken onder elkaar uit wie zich de beste tennisser aller tijden mag noemen. En een kloeke moeder van 37 botst in haar zoektocht naar eeuwige roem telkens weer op jong geweld.
De rug had weer opgespeeld en natuurlijk was hij ontgoocheld, maar Roger Federer stelde liefhebbers van pure elegantie na zijn vroege exit op de US Open tegen Grigor Dimitrov meteen gerust. ‘Ik kom terug. Zeker weten.’ Om opnieuw voor de prijzen te spelen. Nochtans: in januari 2018 won de 38-jarige Zwitser zijn laatste grand slam, de zeven andere majors gingen naar Novak Djokovic (4) en Rafael Nadal (3). De voorbije vijf seizoenen konden alleen Stan Wawrinka (2) en Andy Murray (1) zich even tussen The Big Three wroeten, maar voor de rest: voorspelbaarheid. 17 op 20.
Op Wimbledon miste Federer een gouden kans – twee matchballen – en bleef hij steken op 20 grand slams, in New York zette Nadal zijn teller op 19 en de kans is groot dat de 33-jarige Spaanse gravelkoning volgend jaar in Parijs op gelijke hoogte van The Swiss Maestro staat. En zo krijgt het mannentennis er opnieuw een boeiende discussie bij: wie wordt nummer één aller tijden? Wie mag zich, toch in cijfers, straks G(reatest) O(f) A(ll) T(ime) noemen? Federer, Nadal of toch nog Djokovic, de jongste (32) van de drie. De Servische nummer één van de wereld won op Wimbledon zijn 16e grand slam en lijkt na zijn aanslepende blessureleed en motivatieproblemen helemaal terug. Als Nole fit blijft, zou het niet eens verrassend zijn dat hij in de volgende vier of seizoenen een handvol slams wint. En iedereen voorbijgaat.
Bij de dames jaagt Serena Williams, die in september… 1999 in New York haar eerste grand slam won, op het record van 24 grandslamzeges van Margaret Court. De 37-jarige Amerikaanse won in januari 2017 de Australian Open – haar 23e slam -, maar na de geboorte van haar dochter (september 2017) blijkt ze kwetsbaar. Ze speelde nog vier finales, maar ging telkens de boot in. En tegen vier verschillende speelsters, tekenend voor de verhoudingen in het damestennis.
De voorbije vijf seizoenen werden de twintig grandslamtitels verdeeld over elf (11!) speelsters: Williams (5), Angelique Kerber (3), Garbiñe Muguruza (2), Simona Halep (2) Naomi Osaka (2), Flavia Pennetta (1), Caroline Wozniacki (1), Jelena Ostapenko (1), Sloane Stephens (1), Asleigh Barty (1) en Bianca Andreescu, de 19-jarige Canadese die enkele weken geleden op de US Open Williams verraste. Out of the blue. Net zoals Osaka vorig jaar in New York en Barty in Parijs. Niemand die nog durft te voorspellen of Andreescu, van wie de roots in Roemenië liggen, een blijvertje is.
Ze begon het seizoen als nummer 107 op de ranking en exact een jaar geleden dobberde ze zelfs rond de 240e plaats, maar na winst op de US Open staan alleen Barty, Karolina Pliskova, Elina Svitolina en Osaka hoger. En zo beleefde Canada een van de mooiste sportzomers in zijn geschiedenis. Een eerste NBA-titel (Toronto Raptors) en een eerste grandslamtitel.
