Special Olympics-atlete Lies Gielis: ‘Tia Hellebaut is al even fel als ik!’
Lies Gielis, meervoudig medaillewinnares op de Special Olympics, klopte Yanina Wickmayer met haar forehand.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.
Ik had een spandoek opgehangen aan het terrein waar Yanina Wickmayer stond te spelen, met de tekst: ‘Hey Yanina, balletje slaan? Ik ben in topvorm.’ Dat hoorde bij een campagne van Special Olympics Belgium om unified-sporten te promoten. ‘Unified’ betekent dat atleten met en zonder beperking samen op het veld staan. Zo kwam het dat Sabine Appelmans en ik een wedstrijd tennisten tegen Yanina Wickmayer en Kim Lodewijckx, een andere atlete van de Special Olympics. Mijn grote idool Kim Clijsters was scheidsrechter.
Sabine en ik wonnen, na een tiebreak. Het tofste moment was toen ik Wickmayer passeerde met een forehand, mijn specialiteit. Daar was ik heel blij mee. Yanina gaf complimenten over mijn niveau en zei dat ze mij een goeie atlete vond.
Er stond veel volk aan de kant, maar zenuwachtig was ik niet. Ik word niet snel nerveus, want ik heb al veel belangrijke wedstrijden gespeeld. Ik deed mee aan de Wereldspelen van Athene, van Pyeongchang, Los Angeles en Abu Dhabi. In Pyeongchang droeg ik de vlag tijdens de openingsceremonie. Daar was ik erg trots op. Deze maand tennis ik op de Wereldspelen in Berlijn. Ik probeer voor een medaille te gaan, maar het wordt moeilijk, want ik kom uit in de hoogste reeks. Tennis is niet mijn enige sport. Ik doe ook aan tafeltennis, basketbal en skiën. Basketballen vind ik het leukst, omdat het een ploegsport is. Je moedigt elkaar aan en maakt veel plezier samen. Maar tennis is de sport waar ik het best in ben. Ik speel het al sinds mijn vijfde.
Om goed te presteren in Berlijn heb ik veel geoefend op korte balletjes die juist over het net vallen. En ik moet ook kalm blijven, zodat ik niet te veel dubbele fouten maak. Ik ben nogal fanatiek en kan niet goed tegen mijn verlies. Maar ik weet dat ik altijd mijn best doe, dus de teleurstelling is snel weer vergeten. Ik heb ook al een paar keer dubbelspel gespeeld met Tia Hellebaut. Die is al even fel als ik! Er was een match waarin Tia haar racket wegwierp uit frustratie omdat de tegenstander de hele tijd vervelende boogballetjes sloeg. Ik moest mijn lach inhouden toen ik haar racket ging oprapen. Normaal moet de unified-partner de sporter met een beperking oppeppen, toen was het andersom. Maar zodra ze gekalmeerd was, vond Tia het zelf heel grappig.