Rafael Nadal: ‘Ook de besten uit de tennisgeschiedenis hebben een vervaldatum’
De koning van Roland Garros maakt tijd vrij voor een babbel. Over het succes maar ook over de dip die hij moest zien te overwinnen.
De ontmoeting met Rafael Nadal (33) vindt plaats in twee episodes. De eerste keer worden we ’s nachts ontvangen, nadat Nadal zijn twaalfde Coupe des Mousquetaires de hoogte in heeft gestoken. De tweede keer is de ochtend erop, in het hotel in het centrum van Parijs waar hij altijd verblijft, dicht bij de Eiffeltoren. Hij heeft goed geslapen, het feestje is binnen de perken gebleven. Hij heeft een korte broek aan en ziet er gelukkig uit, relaxed ook na het zoveelste succes. Maar dit succes kende een moeilijke voorgeschiedenis, veel moeilijker dan velen zich kunnen inbeelden.
Zeg eens eerlijk: had je anderhalve maand geleden gedacht dat je Roland Garros weer zou winnen?
Rafael Nadal: ‘Neen, maar ik hield vol omdat ik geloofde dat ik hier vandaag kon staan. Op bepaalde momenten moet je beslissingen nemen en jullie weten allemaal wat er met mij de afgelopen achttien maanden gebeurd is. Het was niet alleen mijn knie waar ik problemen mee bleef hebben, maar ook nog andere zaken ( Nadal verwijst naar andere fysieke kwaaltjes waar hij het afgelopen jaar last van had, nvdr) en dat was te veel. Op een gegeven moment blijf je jezelf maar pushen tot je niet meer verder kunt, omdat het frustrerend is niet voluit te kunnen trainen en zo het niveau te halen dat nodig is in competitie.’
In maart overwoog ik om dit seizoen te stoppen en mijn lichaam een beetje te laten herstellen.
Rafael Nadal
Hoe groot was de mentale blokkade?
Nadal: ‘Na Indian Wells ( in maart, nvdr) had ik een serieuze dip. In mijn hoofd zaten verschillende alternatieven. Eén ervan was dit seizoen stoppen om te zien of mijn lichaam een beetje zou herstellen en om niet van de ene blessure in de andere te blijven sukkelen. Een andere optie was om voort te doen, maar met een andere dynamiek, want ik zat in een negatieve spiraal en ik zag geen licht op het einde van de tunnel.’
Wat was het kritieke punt?
Nadal: ‘Na mijn gewonnen wedstrijd in de tweede ronde van het ATP-toernooi in Barcelona tegen Leonardo Mayer ( 6-7, 6-4, 6-2, nvdr), zat ik eigenlijk aan de grond. Toen maakte ik een belofte aan mezelf: ik zei tegen mezelf dat ik de nodige energie zou blijven opbrengen en de problemen zou aanvaarden om in het gravelcircuit de concurrentie aan te gaan. Want uiteindelijk zijn voor mij de graveltoernooien in Madrid, Barcelona, Rome en Parijs het mooiste gedeelte van het jaar. En nadat ik die belofte aan mezelf maakte, kon ik verder. Ik ben erin geslaagd om wat ik visualiseerde in realiteit om te zetten en om me te focussen op de kleine progressiepunten die ik elke dag zag. Op die manier ben ik tot een zeer hoog niveau gegroeid. Ik heb belangrijke stappen gezet sinds ik tegen Dominic Thiem verloor in Barcelona en daarna zette ik de ultieme stap in het toernooi van Rome ( dat hij won, nvdr).’
Leven met pijn
Je hebt het toch weer geflikt op Roland Garros. Ben je nu tot alles in staat?
Nadal: ‘Ik heb mezelf nooit tot iets in staat gezien. Ik ben blij dat ik iets speciaals heb kunnen bereiken en natuurlijk is de weg die ik afgelegd heb iets om verder te zetten, niet om nu plots te stoppen. Wat ik ga proberen, is goed te zijn in de toernooien waarin ik goed wil zijn. Vanuit die gedachtegang ga ik ook naar Wimbledon. Daarna zien we wel wat er gebeurt.’
Heb je ooit getwijfeld aan de waarde van wat je al bereikt hebt?
Nadal: ‘Neen, ik niet. Die fout heb ik nooit gemaakt. Op een bepaald moment merkte ik wel dat de mensen er al van uitgaan dat je gaat winnen en dat is gevaarlijk. Ik heb altijd de waarde ingezien van elk toernooi dat ik gewonnen heb, al spreken sommige toernooien meer tot de verbeelding dan andere.’
Carlos Moyà, je trainer, zei dat hij je nog nooit zo down had gezien. Klopt dat?
Nadal: ‘Ik had er weinig zin in, omdat ik nog maar eens een klein scheurtje had in mijn kniepees. Dat kon alleen maar opgelost worden met een behandeling en drie weken rust. Daarna moest ik beetje bij beetje weer opbouwen, maar met pijn, want dat is de realiteit. Dat is niet iets dat voorbijgaat, waarna je weer als nieuw kunt beginnen te spelen. Neen, ik speelde met pijn en dat is moeilijk. Op het terrein word ik dat afzien nooit beu, maar er komt wel een moment dat je die continue pijn beu wordt. Dat het vermoeiend wordt. En dan heb ik het over het eigenlijke leven. Altijd pijn hebben, dat is hard. Maandenlang stapel je die pijn op en als je dan bovendien van de ene blessure in de andere sukkelt… Ja, ik was down. Ik moest praten met mijn team en nadenken. Ik moest mijn innerlijke kracht terugvinden om voort te doen.’
Voelde je je in die periode soms niet alleen?
Nadal: ‘Ik heb me nooit ergens alleen gevoeld. Ik heb mijn vrienden, mensen die ik al ken van mijn drie jaar, en ik heb mijn team, dat nog altijd hetzelfde is als in het begin. Ik heb ook mijn familie in Manacor ( een stad op Mallorca, nvdr). Met hen heb ik dagelijks contact, dus neen, ik heb me nooit alleen gevoeld.
‘Wat wél zo is: wat ik meemaak, wat ik voel en waar ik door moet, dat doe ik alleen. Maar daarvoor heb ik ook de hulp van mensen nodig die me goed kennen en van me houden. Ik ben altijd goed omringd geweest.’
Niet meer winnen
Je verloor dit jaar maar twee sets op Roland Garros, tegen David Goffin in de derde ronde en in de finale tegen Dominic Thiem. Het overwicht was dus verpletterend. Hoe kijk je daarop terug?
Nadal: ‘Ik denk dat ik veel dingen goed gedaan heb en bijna niks slecht. Of mijn opslag goed was? Uitmuntend was het niet, maar het was goed, en op belangrijke momenten heb ik ook punten gemaakt met mijn opslag. Mijn backhand was gedurende heel het toernooi goed en de drive ook, mijn mobiliteit was weer goed… Ook het feit dat ik vijf weken op rij had kunnen spelen zonder onderbreking, had een invloed. Dat geeft je vertrouwen in je lichaam, dan kun je lopen en bewegen zonder angst.’
Je bent al vaak weer opgestaan na moeilijke momenten. Hoe doe je dat?
Nadal: ‘Ik weet het niet… Wanneer ik win, is niet alles ongelooflijk goed, en wanneer ik verlies, is niet alles nefast. Emotioneel gezien ben ik een redelijk stabiel persoon, met mijn ups en downs natuurlijk, maar nooit tot in het extreme. Dat helpt me gewoonlijk om zowel negatieve als positieve zaken te plaatsen en te aanvaarden.’
Toen je dit seizoen drie halve finales op rij bereikte, zei je dat je niet echt naar waarde werd geschat. Voelde je je ooit in vraag gesteld? Word je correct behandeld door de media?
Nadal: ‘In het algemeen denk ik dat de behandeling die ik krijg heel goed is. En ik probeer van mijn kant ook mijn best te doen. Ik probeer niet met een lelijk gezicht rond te lopen en me gepast te gedragen, zowel op als naast het terrein. Ik heb me altijd heel gerespecteerd gevoeld door de media. Wat ik in Madrid zei, was dat het voor de journalisten misschien weinig voorstelde dat ik de halve finale had gehaald, maar dat het voor mij op dat moment heel veel betekende. Dat was zeker geen verwijt naar de pers.
‘Wat ik wilde zeggen, is dat het normaal geworden is dat ik elf keer win in Montecarlo of in Barcelona. Dit jaar verloor ik er in de halve finales en leek dat wel een drama. Het was een manier om te zeggen dat ik in een moeilijk moment en ondanks alle problemen toch drie halve finales bereikt had. Dat kan weinig lijken, maar voor mij was het dat niet.’
Zijn de supporters er klaar voor om je op een dag niet meer te zien winnen?
Nadal: ‘Ik denk van wel. Er zullen altijd kampioenen zijn, of dat hoop ik toch. Ook de besten uit de tennisgeschiedenis hebben een vervaldatum. Dat zal ook bij mij zo zijn. Er zijn zelfs al verschillende keren geweest dat het leek alsof het zo ver was, maar ik sta hier nog. Als het moment daar is, zullen de mensen dat ook aanvaarden, net zoals ze dat bij iedereen deden.’
Akkoorden sluiten
Een jaar geleden vroeg je na je winst in Parijs openlijk om verkiezingen in Spanje. Die zijn er ondertussen geweest. Ben je tevreden nu?
Nadal: ‘Volgens mij moet er stabiliteit zijn om de dingen te laten functioneren en laat die stabiliteit nu net zijn wat er in ons land ontbrak om verschillende redenen. Nu is er gestemd en is er een winnaar ( de socialisten van de PSOE, nvdr), maar die zal een coalitie moeten sluiten. Wat volgens mij bereikt moet worden, is een algemene verantwoordelijkheid in het denken in Spanje en bij de Spanjaarden. Dat er niet meer louter gedacht wordt aan de persoonlijke voordelen van de partijen. In de periode waarin we nu leven, is het geen kwestie meer van één partij of twee, maar van veel partijen die elkaar moeten vinden en een akkoord sluiten waar iedereen beter van wordt.’
Vind je dat Spanje verdeeld is?
Nadal: ‘Extremen zijn niet goed in het leven. De manier om vooruit te gaan is met respect en verdraagzaamheid ten opzichte van de rest. Nu, we leven in een land met verschillende culturen en verschillende talen. Om dat te laten werken, moeten we van onszelf als land houden, met onze verschillende manieren van leven en onze verschillende opvattingen over de dingen. We leven in een wereld die meer neigt naar vereniging dan naar scheiding. Het is niet slecht dat er nu verschillende partijen of ideeën zijn, want op die manier kun je akkoorden sluiten die vroeger niet mogelijk waren, omdat er toen eenzijdig gedacht werd. Het enige wat we moeten doen, is onze verantwoordelijkheid opnemen en de blik naar de toekomst wenden.’
Alejandro Ciriza in Parijs
Een beetje privacy graag
Je hebt al veertien jaar een relatie met Xisca Perelló. Het nieuws dat jullie later dit jaar trouwen, lekte onlangs uit. Deed dat je pijn?
Rafael Nadal: ‘Mij persoonlijk deed dat geen pijn. Er wordt wel veel over gepraat. Ik heb gelezen dat ik daar verschrikkelijk boos over was, maar dat is niet waar. Het zijn zaken die we wel privé proberen te houden. Als het dan uitlekt, oké, voor mij blijft dat gelijk. Het punt is dat het daarna een heel circus wordt. We zijn het gewoon dat sociale media en de pers zaken publiceren die geen zin hebben of die helemaal niet waar zijn. En bovendien worden die woorden later niet teruggenomen. Maar ik heb er geen hoofdpijn van, neen.’
Rafa in cijfers
12
Won twaalf keer Roland Garros. Geen enkele tennisser won één grandslamtoernooi ooit zo vaak. In 2005 nam hij voor de eerste keer deel en won hij meteen (iets wat alleen Mats Wilander ook ooit presteerde).
24
Was op zijn 24e de jongste speler ooit die de vier grandslamtoernooien minstens één keer had gewonnen.
92
Percentage gewonnen wedstrijden op gravel over heel zijn carrière. Niemand doet beter.
4
Is samen met Novak Djokovic en Roger Federer de enige tennisser die vier keer of meer de finale van elke grandslamtoernooi haalde (5 x Australian Open, 12 x Roland Garros, 5 x Wimbledon en 4 x US Open).
20
Won in zijn carrière twintig keer van de nummer één van de wereld. Dertien keer was dat Roger Federer en zeven keer Novak Djokovic. Niemand deed beter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier