Met uitsterven bedreigd: de enkelhandige backhand in het tennis

De enkelhandige backhand van Roger Federer werd door Tennis.com uitgeroepen tot de mooiste in de geschiedenis van het tennis. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Deze week staat voor het eerst sinds 1973 geen enkele tennisser met een enkelhandige backhand in de top tien van de ATP-ranking. Waarom is die slag, nochtans een van de mooiste in het tennis, aan het verdwijnen?

Wie herinnert het zich niet, de oogverblindende enkelhandige backhand van Justine Henin? John McEnroe noemde het zelfs de ‘mooiste slag ooit in het tennis’. Hij vergeleek hem altijd met die van Roger Federer, die de ‘one hander’ ook tot een kunst verhief. Toen de website Tennis.com vorig jaar een all-time top twintig opstelde van de spelers (m/v) met de mooiste enkelhandige backhand stonden de Zwitser en de Belgische niet toevallig eerste en tweede in die ranking.

Beiden hadden ook idolen die hun backhand met één hand speelden. Henin wilde zo Steffi Graf en Stefan Edberg imiteren, tegen het advies van onder meer haar vader in. Federer was ook geïnspireerd door Edberg, en door diens generatiegenoten Boris Becker en Pete Sampras. De Zwitser had in zijn jonge jaren bovendien een Australische coach, Peter Carter, die sterk geloofde in de enkelhandige backhand.

Federer perfectioneerde de techniek en domineerde het mannentennis in het eerste decennium van deze eeuw, weliswaar vooral dankzij zijn forehand en opslag. Zijn backhand was veel minder een wapen waarmee hij zijn tegenstrevers van het terrein speelde. Toen hem in 2017, in de nadagen van zijn carrière, werd gevraagd of hij zijn kinderen een enkelhandige backhand zou aanleren, antwoordde hij dan ook neen. ‘In het proftennis zal de dubbelhandige slag in de toekomst domineren. Daarom zou ik mijn kinderen ook die slag aanleren.’

De Zwitser kreeg gelijk: deze week viel Stefanos Tsitsipas als laatste man met een enkelhandige backhand uit de top tien van de ATP-ranking, voor het eerst sinds dat klassement in augustus 1973 in het leven werd geroepen. De Griek viel terug naar plaats 11. Grigor Dimitrov, die andere topspeler met een enkelhandige backhand, bekleedt de 13e stek. Voor de volgende speler met zo’n slag, de Italiaan Lorenzo Musetti, moeten we al naar plaats 26 kijken.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Tijdperk afgesloten

Het was dus voorspeld, maar het blijft een zeer opvallende vaststelling. En al dan niet een definitieve breuk met het verleden. In 1218 van de voorbije 2612 weken (48 procent) bekleedde zelfs een speler met een ‘one hander’ de koppositie van de ATP-ranking. Van de 28 tennissers die nummer één van de wereld werden, waren er ook 11 met zo’n enkelhandige slag: Ilie Nastase, John Newcombe, John McEnroe, Ivan Lendl, Stefan Edberg, Boris Becker, Pete Sampras, Thomas Muster, Patrick Rafter, Gustavo Kuerten en, als laatste, Roger Federer.

Na diens pensioen waren Tsitsipas, Dimitrov, Dominic Thiem en Denis Shapovalov de laatste toptienspelers met een enkelhandige backhand. Eind 2021 stonden ze zelfs nog alle vier in de top tien. De laatste twee zijn sindsdien ver teruggevallen, de eerste twee kunnen de komende weken weer hun intrede maken in de top tien.

Toch is er een tijdperk afsloten. Misschien zelfs voorgoed, want van de 32 spelers van 24 jaar en jonger die nu in de top 100 van de ATP-ranking staan slaat er slechts één tennisser zijn backhand met één hand: Lorenzo Musetti. Ook de twee grootste jonge talenten, de Spanjaard Carlos Alcaraz (winnaar van Wimbledon in 2023) en de Italiaan Jannik Sinner (winnaar van de jongste Australian Open), gebruiken twee handen.

Dezelfde vaststelling kan je ook bij de vrouwen maken, en is daar zelfs nog frappanter: in de top 50 van de WTA-ranking staat er geen enkele tennisster met een enkelhandige backhand. In het tweede luik van de top honderd tel je er nog drie, van wie niet toevallig twee dertigers: de Duitse Tatjana Maria (36) op plaats 54, de Franse Dianne Parry (21) op plaats 63, en de Zwitserse Viktorija Golubic (31) op plaats 71.

Nadeel in powertennis van vandaag

‘De enkelhandige backhand is met uitsterven bedreigd, en een comeback binnen enkele jaren lijkt ook onwaarschijnlijk’, stelt Marc De Hous (57), voormalig coach van Kim Clijsters, commentator bij Telenet Play Sports, Eurosport en tennistrainer in TC Forest Hills in Wommelgem.

Opvallend: als hij zelf nog tennist, slaat hij zijn backhands met één hand. ‘Maar als ik nu jong was, zou ik altijd voor twee handen kiezen. Zoals we dat nu ook zowat alle jongeren aanleren. Voor een enkelhandige backhand heb je meer kracht nodig en bij veel tieners ontbreekt dat nog. Alleen als ze er echt niet in slagen om met twee handen hard te slaan, dan schakelen we over naar één hand.’

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ook de huidige, jonge topspelers zijn niet meer zo opgeleid, en dat heeft volgens De Hous één grote reden: ‘Het moderne powertennis, met veel hardere slagen en snellere services, tot boven de 200 kilometer per uur. Dat is deels het gevolg van de ontwikkeling van de rackets, die qua gewicht, stijfheid en zwaartepunt nog meer gepersonaliseerd en uitgebalanceerd worden, en van de evolutie van de snaren, waarvoor nieuwe kunststofmaterialen (grafiet, kevlar, composiet) worden gebruikt, al dan niet in combinatie met natuurlijke darmsnaren. De vergelijking met de houten rackets gaat zelfs niet meer op, dat is dag en nacht verschil.’

‘Door die hardere slagen zijn de voordelen van de enkelhandige backhand, met name een grotere reikwijdte, helemaal uitgevlakt door de nadelen’, zegt De Hous. ‘Als krachtige spelers tegenstanders met een enkelhandige backhand bestoken met diepe, hoge topspinballen, dan komen die gegarandeerd in de problemen. Dan moeten ze vaak terugvallen op een zachte slice, terwijl je met een dubbelhandige backhand die ballen wel nog met genoeg kracht kan retourneren. Novak Djokovic is daar een meester in, zelfs als hij een spreidstand à la Clijsters doet. Met twee handen kan je de topspinballen ook op een hoger contactpunt en dus vlugger terugslaan dan met één hand. Bij de return op een harde service is dat een groot voordeel.’

Sterkere borstspieren

De reden voor die minder krachtige enkelhandige backhandreturn is puur anatomisch volgens De Hous. ‘Als je met één hand slaat, gebruik je, door de rotatie bij de backhand, vooral je achterste rug- en schouderspieren. Die zijn minder sterk dan je voorste borstspieren. Daarom is een forehand altijd harder. Sla je een backhand met twee handen, dan kan je je linkerarm (bij een rechtshandige) als extra ‘krachtbron’ hanteren en creëer je ook een grotere romprotatie waardoor je automatisch harder slaat. We laten daarom rechtshandige jongeren op training soms backhands slaan met alléén hun linkerhand. Dat lukt meestal behoorlijk, terwijl enkelhandige backhandspelers, die altijd alleen hun rechterarm gebruiken, daar amper of niet in slagen.’

Carlos Alcaraz gebruikt een tweehandige backhand. © Getty Images

Conclusie: de enkelhandige backhand mag dan wel veel sierlijker ogen, in het moderne tennis kom je er tegen grote en krachtige spelers en speelsters mee in de problemen. ‘Tenzij er iemand met superieure technische kwaliteiten – een Federer 2.0 – zou opstaan, zie ik niemand meer in staat om met die slag de komende jaren de top vijf te halen, laat staan nummer één van de wereld te worden’, besluit De Hous.

De tennispuristen zullen het niet graag horen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content