Kim Clijsters: ‘Ik heb mezelf nooit als een ster beschouwd’
Het aftellen is begonnen. De derde carrière van Kim Clijsters zal van start gaan in maart. Zeven jaar na haar afscheid van het proftennis staat de Limburgse voor de grootste uitdaging uit haar loopbaan.
Dit is de geschiedenis van een Kim-back, van een overkill aan slechte woordgrapjes, van een knie die de voorpagina’s haalt, van enige overtollige kilo’s. En tot slot van een rist argumenten die Kim Clijsters tot rede hadden moeten brengen. Op haar 36e – maar vooral na zeven lange jaren ver van de tenniscourts – waagt Clijsters een onwaarschijnlijke comeback, net op het moment dat ze zich op een carrière als coach leek toe te leggen. Het lijkt een onmogelijke of toch onredelijke gok, maar de Limburgse is onbezorgd en zweert dat ze terugkeert omdat ze zo van het spelletje houdt.
Je moest erbij zijn op de Kim Clijsters Academy op 15 januari om het te beseffen. Hoe blij Kim Clijsters was om daar te staan, om bekende maar vergeten gezichten te zien van journalisten die haar in een vorig leven naar alle uithoeken van de planeet hadden vergezeld. En om de kwatongen het zwijgen op te leggen. Objectief gezien zijn er maar weinigen die haar voornemen begrijpen. De uitdaging is dus enorm. Net als het spervuur aan vragen over de mogelijkheid om terug te keren op het hoogste niveau. Ze zweert dat ze geen obsessieve gedachten heeft. Ze lijkt tussen de lijnen zelfs aan te geven dat ze een stap terug zou zetten als het slecht loopt, de middelmatigheid zelfs zou omarmen. Het sleutelwoord? Geen druk!
Het zou een ontgoocheling zijn mocht ze er niet in slagen enkele wedstrijden te winnen.’ Carl Maes
Grand écart
Maar zal ze opnieuw een wedstrijd weten te winnen op het circuit? Sommigen betwijfelen dat, maar allemaal willen ze erin geloven. Om te beginnen Kim zelf. Haar entourage zegt zelfs dat ze alweer een grand écart heeft gedaan. Net zoals vroeger? Weinig waarschijnlijk. Maar tijdperken hoeven niet vergeleken te worden. Temeer daar ze in haar eerste twee carrières emoties teweeggebracht heeft zoals de Belgische sport er nog niet veel heeft gekend.
Als kampioene met 41 WTA-titels, waaronder vier grandslams en drie masters, is haar levensvreugde even groot als haar palmares. Rond het terrein doet veel aan de Kim van vroeger denken. De geamuseerde houding, de vlotte babbel en de glimlach zijn er nog altijd. Wat zal daarvan overblijven over zes maanden of een jaar, eenmaal het aanvankelijke optimisme is getoetst aan de realiteit van het tennisveld? Want je hoeft geen genie te zijn om vast te stellen dat de voormalige nummer één van het vrouwentennis niet veel te winnen heeft met haar comeback op het circuit. In tegenstelling tot andere atleten op hun retour, die gedreven worden door geldgewin, doet Clijsters het niet voor de centen. Haar academie (Kim Clijsters Academy of KCA), die begin 2014 werd opgericht, volstaat daarvoor ruimschoots.
Er moet dus een andere reden zijn die Kim Clijsters anno 2020 nog sprintjes doet trekken. Een die haar in mei vorig jaar overtuigde om aan te kloppen bij haar voormalige luitenant en trainer Carl Maes. ‘Het gebeurde hier, op de academie. Ze vroeg me om te gaan zitten, omdat ze iets belangrijks te vertellen had. En ik kan je zeggen: ik was inderdaad blij dat ik een stoel genomen had’, lacht Maes. ‘Het klopt wel dat we in het verleden wel eens grappend gezegd hadden dat zes maanden intensieve trainingsarbeid zouden volstaan om weer een match tegen de besten te kunnen spelen. Maar ik dacht altijd dat het maar om te lachen was…’
Achter de grapjes van kampioenen gaat soms een verborgen agenda schuil. Zonder het echt aan haar entourage te laten doorschemeren speelde Clijsters al langer met de gedachte aan een comeback. ‘De voorbije jaren heb ik daar inderdaad meermaals aan gedacht’, bevestigt ze. ‘Ik heb er met mijn man Bryan over gesproken en met Jada ( haar dochter, geboren in 2008, nvdr) ook een beetje. Soms met mijn team. En dan, op een dag, heb ik gezegd: oké, we gaan ervoor…’
Harde klappen
De romantische versie van het verhaal wil dat Kim Clijsters werd verleid door de lange houdbaarheid van Serena Williams op het hoogste niveau. ‘Zonder Serena had ze zich die vraag misschien niet gesteld’, zegt Carl Maes, die momenteel de rol van adviseur vervult. Hij nuanceert wel meteen: ‘Je mag niet vergeten dat er twee grote verschillen zijn tussen Kim en Serena. De eerste is dat Serena op haar topniveau een betere speelster was dan Kim, ook al heeft Kim Serena destijds enkele keren geklopt. De tweede is dat Serena hooguit een jaar afwezig is gebleven van het circuit.’
Kim ‘ietsje’ langer. Zeven jaar en vier maanden om precies te zijn. En omdat alleen een vergelijking met de lange levensduur van de jongste Williams geen steek houdt om de retour van Clijsters te verklaren, wordt er ook gefluisterd dat een traject à la Lindsay Davenport heeft meegespeeld in de afweging. De Amerikaanse – vroeger een concurrente maar sindsdien een vriendin van Clijsters – keerde een eerste keer terug in competitie in 2007, tussen twee zwangerschappen door en slechts enkele maanden na de bevalling. Later, in 2010, deed Davenport dat nog eens over, maar ditmaal alleen in het dubbelspel. Een voorbeeld voor Kim, maar niet noodzakelijk hetgeen de klik gaf, zoals ze toevertrouwde aan dit blad: ‘Er is geen externe factor die dit in gang gestoken heeft. Het is iets dat echt uit mezelf komt. Of uit mijn privékring. Wat voor mij bijvoorbeeld belangrijk was, is dat mijn kinderen nu allemaal naar school gaan, zodat ik hun dagelijks leven niet verstoor. Zij zijn van negen tot drie uur op school, ik op het tennis. Niemand heeft me gezegd: ‘Doe het, ik voel dat het kan.’ Maar evenmin heeft iemand gezegd: ‘Neen, doe het niet.’ We zijn profs: we werken, we boeken vooruitgang en we zien wel. Als Sam Verslegers, mijn fysio, me om een of andere medische reden had gezegd dat het onmogelijk was, dan hadden we alles stopgezet.’
Het avontuur kreeg een officieel karakter op 12 september 2019, bij de aankondiging van haar terugkeer in competitie. Sindsdien zweeg Kim in alle talen, met uitzondering van één interview in de Britse krant The Telegraph begin dit jaar. Ze verkoos de schaduw boven het voetlicht, zeker wanneer er harde klappen moeten geïncasseerd worden. De blessure aan de rechterknie die ze in de herfst opliep, is er daar een van. Die verhindert haar om het seizoen aan te vatten in Australië. Een eerste tegenslag, die de onzekerheid of we de Limburgse ooit in topvorm gaan terugzien, nog wat onzekerder maakt. ‘Ze zal nooit dezelfde atlete worden van vijftien jaar geleden’, verduidelijkt Maes. ‘Maar laten we wel wezen: het zou een ontgoocheling zijn mocht ze er niet in slagen enkele wedstrijden te winnen. Anderzijds keer je op je 36e ook niet terug om grandslams te winnen.’
Door haar statuut van gewezen nummer één van de wereld krijgt Clijsters het beschermde klassement dat ze graag wil. Dat is een luxe die haar toelaat om een programma à la carte samen te stellen. Volstaat dat om te vechten tegen de verglijdende tijd? Het vrouwentennis is flink veranderd de voorbije zeven jaar. In de tijd van Kim Clijsters en Justine Henin werd er al eens smalend gedaan over het gebrek aan tegenstand, maar de laatste seizoenen is de concurrentie toegenomen. Het tennis is fysieker en ook agressiever geworden, met speelsters die de bal veel harder slaan dan vroeger. ‘Kim gaat onder druk gezet worden, maar dat weet ze’, zegt Maes, die de laatste jaren gewerkt heeft met de Roemeense Sorana Cîrstea (WTA 74). ‘De returns gaan veel sneller tegenwoordig. Ze gaat dus vanaf het eerste punt aangevallen worden en daar zal ze zich uiteraard aan moeten aanpassen. We zullen vlug zien of ze de wapens heeft om daartegen te vechten.’
Niet meer dan plezant
Sommigen zien in de Olympische Spelen van komende zomer een uitgelezen kans voor Clijsters om zich in het dubbel te koppelen aan Elise Mertens, nummer 6 op de WTA-ranking in het dubbelspel en leerling van de Kim Clijsters Academy. Carl Maes spreekt dat niet tegen wanneer hij vertelt dat Kim al klaar is om met de besten mee te kunnen op een half veld: ‘Ik ga niks zeggen wat de bond nog niet beslist heeft, maar ik kan je garanderen dat als ze met Elise of iemand anders dubbelt, dat ze dan morgen al top tien van de wereld is en dat ze kan meedingen voor een medaille in Tokio of voor een grandslam dit seizoen. Maar ik herhaal: de focus ligt op het enkelspel. Het dubbelspel is een mooi plan B.’
Een luxe-uitweg indien het gewicht van de jaren het zou halen van het enthousiasme van een goed geolied collectief. De entourage van Kim mag dan wel de rangen sluiten, erop hameren dat het vooral om de uitdaging gaat en de druk minimaliseren die over vijf weken in Mexico onvermijdelijk op haar schouders zal rusten, maar een mislukking zou zeker traumatisch zijn voor een kampioene die nooit gewend is geweest aan nederlagen.
‘Ik denk niet aan het feit dat de mensen me met een vergrootglas gaan bekijken’, verdedigt Clijsters zich. ‘Ik ben nummer één van de wereld geweest, maar toen ik jong was en met Steffi Graf sprak, was dat net zoals ik nu met jullie spreek. Ik zet mensen niet op een voetstuk, dus doe ik dat zeker niet met mezelf. Ik ben een moeder van drie kinderen die een comeback maakt en een uitdaging aangaat. Het is plezant maar meer ook niet.’ De toekomst zal het uitwijzen.
‘Ik heb mezelf nooit als een ster beschouwd’
Dé hamvraag die heel het Belgische tennismilieu nu bezighoudt, is: is de voormalige wereldtopper Kim Clijsters bereid om een gewone speelster tussen de andere speelsters te worden? ‘Zo denk ik niet’, vertelt Clijsters ons. ‘Ik stel me nooit de vraag: wat als ik verlies? Of: wat zullen de mensen zeggen als ik er in de achtste of zestiende finales uit lig? Gewoon omdat ik me niet te goed voel om te verliezen. Ik weet dat dat zal gebeuren. Dat wist ik destijds ook al. Dat hoort bij de sport. Iets anders denken zou arrogant zijn.’
En hoogmoed, dat is waar, is nooit het handelsmerk van Kim Clijsters geweest. Acht keer kreeg ze de eretitel van ‘fairste speelster van het circuit’, een record. Kimmeke keert niet terug met de gedachte dat ze de tegenstand gaat wegblazen. Die mentaliteit zal haar helpen in de moeilijke momenten. ‘Ik heb mezelf nooit beschouwd als een ster in mijn sport. Zelfs toen ik nummer één van de wereld was, dacht ik zo niet. Wat mij enthousiast maakt, dat is de uitdaging. Wat voorbij is, telt niet meer. Ik ga hard werken en zie wel waar dat me brengt, maar ik maak me geen illusies.’