Roland Garros: is de machtswissel in het mannentennis aangebroken?
Federer is al gestopt, Nadals pensioen nadert met rasse schreden, en Djokovic was zelden zo kwetsbaar als nu. Wordt de wissel van de macht op Roland Garros definitief voltrokken?
Bijna iedereen, ook de vrouw, zus en ouders van Rafael Nadal, huilde eind april in de Caja Magica, het volgepakte tennisstadion van Madrid. Niet omdat ‘Rafa’ net had verloren in de achtste finales tegen Jiri Lehecka. Wel omdat hij zijn allerlaatste match voor het thuispubliek had gespeeld. Een stapje dichter bij het einde van zijn carrière ergens in de loop van – of in het beste geval, aan het eind van – dit seizoen. Tot dat moment zal Nadal geen traan laten. In Madrid hield hij het zowat als enige droog. ‘Het is nu niet het moment om mijn emoties de vrije loop te laten. Ik wil nog een weg afleggen’, zei de Spanjaard, weliswaar met haperende stem.
Waar die weg heen zal leiden, weet niemand, ook hijzelf niet. Na Madrid nam Nadal deel aan het Masterstoernooi van Rome, waar hij al tien keer had gewonnen. Hij versloeg er eerst zeer moeizaam de Belg Zizou Bergs, en werd dan op een hoopje gespeeld door Hubert Hurkacz, de nummer negen van de wereld: 6-1, 6-3. Nadals zwaarste nederlaag op zijn geliefkoosde gravel sinds 2003, toen hij pas 16 was. Niettemin juichten ook in Rome duizenden fans hem hartstochtelijk toe toen hij over een loopbrug het stadion uit wandelde.
Minder explosief
Het nam de twijfels bij Nadal niet weg richting Roland Garros. Dat is samen met het olympische tennistoernooi in Parijs, op dezelfde locatie, hét doel van zijn comeback na anderhalf jaar blessureleed. Als je afgaat op zijn laatste nederlagen is de kans groot dat hij daar zijn 38e verjaardag, op de maandag van de tweede toernooiweek, niet zal vieren. Maar op Roland Garros, het grandslamtoernooi dat hij al veertien keer op zijn palmares heeft gezet, kan Nadal altijd net iets meer. Alleen moet hij het in de eerste ronde, als niet-reekshoofd, al opnemen tegen de Duitser Alexander Zverev, die onlangs het Masters 1000-toernooi van Rome won. Pech dus bij de loting.
Zelfs Nadals grootste fans geloven niet meer in een vijftiende zege in Parijs.
De kans op een mirakel in Parijs, een vijftiende zege voor Nadal, lijkt dus klein. Het is al een half wonder dat de Spanjaard überhaupt nog kan deelnemen. Een tennisser die nota bene als tiener al te horen kreeg dat hij een carrière mogelijk kon vergeten omdat hij leed aan de ziekte van Müller-Weiss, een zeldzame voetafwijking. Twee decennia en veel blessures later kan de Spanjaard kan nog altijd mokerslagen uitdelen met armen waar de spieren als kabels op liggen, maar een zeer mobiele, explosieve matador was hij de jongste weken niet meer.
Al gaf ‘Rafa’ gisteren wel aan dat hij sinds deze week weer ‘normaal kan bewegen’. In oefenmatchen op training maakte hij de voorbije dagen ook een goede indruk. Nadal sloot zelfs niet meer uit dat het zijn allerlaatste Roland Garros zou worden. Maar of dat fittere lichaam en optimisme voldoende zal zijn om de eerste ronde tegen Zverev te overleven? En indien dat toch zou lukken, dan nog zes matchen te winnen? Eén ding is zeker: als Nadal vroeg of laat zou sneuvelen, zullen er wel tranen vloeien.
Last man standing
We zullen pas later weten hoe symbolisch het was, maar daags na Nadal ging ook Novak Djokovic, tot vorig jaar de last man standing van de ‘Grote Drie’, in Rome onderuit: 6-2, 6-3 in de zestiende finales tegen de onbekende Alejandro Tabilo. Zijn snelste nederlaag ooit op gravel (in 67 minuten), zijn zwaarste nederlaag op een Masters 1000-toernooi sinds 2014 en zijn vroegste uitschakeling ooit in Rome, waar ‘Nole’ zes keer had gewonnen en zich altijd thuis heeft gevoeld. Tegen Tabilo leek Djokovic vervreemd van de strijder in zichzelf. ‘Ik raakte helemaal de weg kwijt’, zuchtte de apathisch ogende Serviër achteraf. Het gevolg van de metalen drinkbeker die twee dagen eerder vanuit de tribune per ongeluk op zijn hoofd was beland? Misschien, misschien niet. Djokovic noemde zijn prestatie wel ‘zorgwekkend’.
Al evenmin geruststellend: in het inderhaast ingelaste toernooi in Genève verloor hij afgelopen vrijdag opnieuw in een vroeg stadium, deze keer van de onbekende Tomas Machac, ondanks 6-0 winst in de eerste set. Al had hij daar vooral problemen met zijn maag.
De nederlagen zijn niettemin geen accidents de parcours: in de eerste vier maanden van het seizoen heeft Djokovic geen toernooi gewonnen, zelfs geen finale gespeeld, pas voor de tweede keer (na 2018) sinds zijn eerste volwaardige profseizoen in 2007. Met als grootste ontnuchtering het verlies in de tweede ronde van Indian Wells tegen de Italiaanse kwalificatiespeler Luca Nardi en in Rome tegen Alejandro Tabilo.
Op fysiek vlak staat Djokovic er nog, maar mentaal heeft hij het steeds moeilijker. Hij mist vrouw en kinderen.
Veelzeggend: Djokovic slachtofferde in april zijn coach Goran Ivanisevic, met wie hij vijf jaar had samengewerkt en tien grandslamtitels had gewonnen. Ze gingen zonder ruzie uiteen, al zei Ivanisevic dat het niet makkelijk is om samen te werken met de veeleisende Serviër – zeker als die meer verliest dan hem lief is. Djokovic nam daarnaast afscheid van Marco Panichi, zijn Italiaanse fitnesstrainer, die ook op mentaal vlak zeer belangrijk was. Hij werd vervangen door Gebhard Gritsch, met wie Djokovic tussen 2009 en 2019 werkte. De Serviër zoekt duidelijk naar een nieuwe aanpak – voorlopig zonder tenniscoach – en een nieuwe motivatie. Dat is nodig nu hij op basis van zijn palmares als de beste tennisser ooit wordt beschouwd, met de meeste grandslamzeges (24) op zijn erelijst.
Op fysiek vlak blaast Vadertje Tijd zijn 37-jarige lichaam minder hard naar de afgrond dan bij Federer en Nadal op die leeftijd. Maar ook het mentale aspect, in het verleden altijd het sterke punt van Djokovic, speelt mee. Volgens ingewijden heeft hij het steeds moeilijker om zijn vrouw Jelena, zijn dochter Tara en zoon Stefan achter te laten. Nadat hij begin dit jaar voor de Australian Open vijf weken Down Under had vertoefd, vertelde de Serviër over hoe hij hen had gemist. ‘Stefan is negen, Tara is zes jaar, elke week veranderen ze. Tara verloor haar eerste tand, en ik was er niet. ’ In een podcast bekende Djokovic vorige week ook dat hij wel nog hongerig is, maar soms ‘weinig zin heeft om te reizen en te spelen’, en dat hij ‘liever thuis wil zijn en een normaal leven wil leiden’.
Uniek verhaal
Het is te vroeg om te stellen dat Djokovic’ carrière de afdaling heeft ingezet. Die conclusie kun je pas trekken na Roland Garros, Wimbledon en de Olympisch Spelen, waar de Serviër de enige lacune in zijn palmares wil opvullen met een gouden medaille. Toch lijkt de dag van de definitieve machtswissel in het mannentennis niet veraf. Een troonsafstand van drie koningen, die samen een uniek verhaal in de sportgeschiedenis hebben geschreven: sinds Roger Federer in 2003 zijn eerste Wimbledontitel behaalde, wonnen hij, Nadal en Djokovic liefst 66 van de 82 grand slams, en 23 van de laatste 28. De enige die even, in 2016, hun vesting met succes bestormde, was Andy Murray, dankzij een titel op Wimbledon, op de Spelen in Rio en in de ATP Finals, gevolgd door 41 weken als nummer één op de ATP-ranking. Daarna viel de Schot terug, gekweld door een afbrokkelende heup.
Aan kandidaat-opvolgers uit de tussengeneratie geen gebrek, maar op de grand slams schoten ze bijna altijd te kort.
Dat Djokovic, Nadal en Federer ondanks hun fysieke problemen ook na hun 30e bleven domineren, had deels te maken met hun focus op de grand slams, waar ze met hun ervaring, tactisch vernuft en technisch meesterschap in matchen tot vijf sets moeilijker te kloppen waren dan in wedstrijden van maximaal drie sets op de kleinere toernooien. Er kwamen geregeld potentiële jongere opvolgers naar boven: Grigor Dimitrov, Alexander Zverev, Stefanos Tsitsipas, Daniil Medvedev, Dominic Thiem… Maar op de grand slams schoten ze bijna altijd tekort. Te wisselvallig in een toernooi van twee weken, over zeven partijen. Amper twee keer kon een speler geboren in de jaren negentig een grand slam winnen in het tijdperk van de ‘Grote Drie’ (alle drie geboren in de jaren tachtig): Dominic Thiem was de beste in de US Open van 2020 (de corona-editie zonder Federer en Nadal, waar Djokovic gediskwalificeerd werd), en Daniil Medvedev klopte de Serviër in de finale van de US Open 2021, waar Federer en Nadal ook afwezig waren.
Het aantal van de tussengeneratie is intussen overtroffen door twee spelers uit generatie Z, geboren na 2000. De Italiaan Jannik Sinner was de beste op de jongste Australian Open. De Spanjaard Carlos Alcaraz won Wimbledon in 2023 en de US Open van 2022, waarna hij ook, op een leeftijd van 19 jaar en 4 maanden, de jongste nummer één ooit op de wereldranglijst werd. Niet onbelangrijk: op Wimbledon versloeg Alcaraz tot veler verrassing Djokovic in de finale, en op de afgelopen Australian Open ging de Serviër in de halve finale voor de bijl tegen Sinner. Zulke symbolische nederlagen zijn belangrijk in de machtsoverdracht. Zo ontkiemde ook Federers immense populariteit toen hij in 2001 op Wimbledon als 19-jarige zevenvoudig kampioen Pete Sampras versloeg. Zoals de Amerikaan op zijn beurt als 19-jarige op de US Open van 1990 Ivan Lendl en John McEnroe de laatste pagina’s van hun tennisboek deed omslaan.
Blessureleed
Met Jannik Sinner en Carlos Alcaraz heeft de tenniswereld nieuwe vedetten. De roodharige Italiaan heeft de vloeiende sierlijkheid van Federer, en ook de energetische Alcaraz is een genot om naar te kijken. ‘Hij bezit de beste kwaliteiten van Federer, Nadal én Djokovic’, klonk het zelfs bij zijn doorbraak. Vraag is of hij en Sinner de immense druk als ‘de opvolgers van’ aankunnen en zowel fysiek als mentaal twee decennia aan de top kunnen blijven.
Wat dat betreft, is het blessureleed van Alcaraz niet geruststellend: hij miste het voorbije anderhalf jaar door een reeks spierscheuren, verrekkingen, ontstekingen en verstuikingen – in totaal tien blessures – de Australian Open (2023) en drie Masters 1000-toernooien. Na winst in Indian Wells in maart moest hij forfait geven voor de graveltoernooien van Monte Carlo, Barcelona en Rome met een blessure aan de rechterarm. Tussenin werd Alcaraz uitgeschakeld in de kwartfinale in Madrid.
Voormalige skiër
Die blessures zijn niet alleen te wijten aan overbelasting, vertelde zijn trainer Juan Carlos Ferrero eind vorig seizoen: ‘Je moet een professional zijn op én naast de baan. Trainen wanneer het moet, rusten wanneer het moet en plezier hebben wanneer het kan. Op dat vlak moet Carlos verbeteren.’ De Spanjaard beloofde beterschap, neemt voortaan overal zijn fitnesstrainer Alberto Lledó mee naartoe, maar de blessurelast is er niet op verminderd, integendeel. Intussen heeft hij zijn deelname aan Roland Garros wel bevestigd.
Dat geldt ook voor Jannik Sinner, die met een heupblessure moest afhaken voor het Masters 1000-toernooi van Rome, voor eigen publiek. De tol van een bijzonder druk voorjaar waarin de 22-jarige voormalige skiër uit Zuid-Tirol zich had ontpopt tot de beste tennisser ter wereld: 28 zeges tegenover slechts twee nederlagen, onder meer tegen Alcaraz in Indian Wells. Hij wordt de officiële nummer 1 van de wereld als Novak Djokovic op Roland Garros niet de halve finale haalt, omdat de Serviër dan een groot deel de punten van zijn zege van 2023 kwijtraakt. Als Sinner het tot de finale schopt, is hij zelfs sowieso verzekerd van de koppositie op de ATP-ranking. Ook als hij die finale zou verliezen van… Alcaraz.
Aan Djokovic om daar een stokje voor te steken en de langst verwachte dag, het definitieve einde van de ‘Grote Drie’, zo lang mogelijk uit te stellen.
- Rafael Nadal
- Jiri Lehecka
- Zizou Bergs
- Hubert Hurkacz
- Roland Garros
- Novak Djokovic
- Alejandro Tabilo
- Luca Nardi
- Goran Ivanisevic
- Marco Panichi
- Gebhard Gritsch
- Vadertje Tijd
- Australian Open
- Wimbledon
- Roger Federer
- Andy Murray
- Alexander Zverev
- Stefanos Tsitsipas
- Daniil Medvedev
- Dominic Thiem
- US Open
- Jannik Sinner
- Pete Sampras
- Ivan Lendl
- John McEnroe
- Juan Carlos Ferrero
- Alberto Lledó
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier