Afscheid van tennisicoon Rafael Nadal: hij plukte niet de dag, maar elk moment

Ondanks zijn jongensachtige gezicht en verlegen voorkomen leek Rafael Nadal op het terrein een roofdier. © AFP via Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Voor eigen volk, in de Davis Cup in Malaga, begint Rafael Nadal (38) volgende week aan zijn allerlaatste toernooi als proftennisser. Hij zal voor altijd herinnerd worden als de even strijdvaardige als zachtaardige gravelkoning.

Tijdens een diploma-uitreiking op de naar hem genoemde tennisacademie gaf Rafael Nadal in juni een speech voor de afgestudeerden. Hij haalde daarin een gesprek aan met zijn eeuwige rivaal en vriend Roger Federer tijdens de opnames van een reclamefilmpje. ‘Het ging over nalatenschap. We waren blij met de erkenning van ons palmares, maar vonden het nog belangrijker dat de toekomstige generaties ons zullen herinneren als goede mensen. (…) Ik zou jullie kunnen aanraden om influencers te zijn, maar ik geef de voorkeur aan de term leiders. Mensen zouden jullie moeten zien als voorbeelden. Niet alleen omdat jullie goede tennissers zijn, wel vanwege jullie menselijke waarden.’

De boodschap sloot aan bij wat Rafael Nadal vertelde in een interview met de Spaanse sportkrant AS, nadat hij op 10 oktober zijn afscheid had aangekondigd. ‘Ik haal het meest voldoening uit het feit dat ik mij gewaardeerd en geliefd voel. Ik heb altijd een zeer goede relatie gehad met mensen die mijn hele carrière dicht bij mij hebben gestaan, én met mensen op de ATP Tour met wie ik ooit heb gewerkt. Daar ben ik trots op.’

Het was ook de rode draad door de vele complimenten uit de tenniswereld. De bekende coach Darren Cahill: ‘Rafa heeft elke menselijke kwaliteit die je je kinderen wilt aanleren: vriendelijkheid, respect, loyauteit, generositeit, werklust…’ Jannik Sinner, de huidige nummer één van de wereld: ‘We weten allemaal hoe goed Rafa was als speler. Maar ik onthoud vooral de lessen die hij ons, jonge spelers, gaf als het grootste rolmodel in onze sport. Hoe we ons moeten gedragen, hoe we moeten omgaan met emoties in moeilijke situaties, hoe we de juiste mensen om ons heen moeten kiezen, en hoe we ondanks alle succes bescheiden moeten blijven.’

Nadal maakte er een erezaak van om op elk toernooi van alle medewerkers, van de kok tot de bewaking, de voornamen te leren.

Ferrari verkocht

Nadal hield zijn hele carrière voor ogen dat hij nooit beter was dan om het even wie, noch een tegenstander, noch een ballenjongen. Aan anekdotes geen gebrek. Nadat hij in 2008 zijn vierde Roland Garros had gewonnen, zocht hij bij vader Sebastian goedkeuring: hij wilde een Ferrari kopen. ‘Oké, maar pas als je ook Wimbledon wint’, zei die. Toen hij daar ook in slaagde, na een legendarische finale tegen Federer, kocht hij de sportwagen. Die zou vooral stof vergaren in de garage. Nadal verkocht hem niet veel later: het was een te groot teken van rijkdom en luxe, en daar wilde hij niet voor staan. ‘Ik vond mezelf belachelijk’, schreef hij in zijn biografie.

Datzelfde jaar merkte de Spanjaard in de kleedkamer na een vermoeiende training net voor de US Open dat hij een flesje water had laten staan. Hij onderbrak op slag een interview met twee journalisten, knoopte zijn veters weer vast en sprintte naar het terrein om het flesje in een vuilnisemmer te gooien. De arrogante tennisser die anderen de boel laat opruimen: met zo’n imago kon hij zich, zelfs op het toppunt van zijn carrière, niet vereenzelvigen.

Hoe lang nog voor de vechter in Rafael Nadal de eer aan zichzelf houdt?

Nadal maakte er ook een erezaak van om op elk toernooi van alle medewerkers – van de kok in het restaurant tot de bewaking – de voornamen te leren, hen zo aan te spreken, en hen bij het einde van het toernooi een voor een persoonlijk te bedanken. Tijdens langere interviews stond hij er ook op om zelf koffie of water in te schenken voor journalisten. En als er daarna nog een handtekeningsessie was gepland met kinderen, bleef hij tot iedereen was bediend.

Hoewel Nadal vaak geleefd werd, bleef hij altijd respectvol. Niet alleen voor mensen, ook voor zijn materiaal. In een profcarrière van 22 jaar en ruim 1400 wedstrijden sloeg hij op het terrein geen énkel tennisracket stuk. Zelfs die andere gentleman, Roger Federer, kan dat niet zeggen. Die attitude heeft de Mallorcaan te danken aan zijn oom Toni Nadal, die hem vanaf zijn kleutertijd coachte en hem leerde om op het terrein altijd positief te blijven. ‘Toen Rafa zes jaar was, heb ik hem gezegd: “Als je ooit met je racket gooit, coach ik je niet meer. Er zijn miljoenen kinderen op de wereld die zich geen racket kunnen veroorloven. Jij hebt wel dat geluk.”’ In het afscheidsinterview met de sportkrant AS haalde Nadal daarom ook het grote belang van zijn opvoeding aan. ‘Uiteraard heeft iedereen zijn karakter, maar de voorbeelden die je als kind hebt gehad vormen je als mens.’

Rafael Nadal: ‘Als je niet twijfelt, word je arrogant. Twijfelen is goed, het hoort bij het leven.’ © Getty Images

Durven twijfelen

Oom Toni leerde zijn neef in die jonge jaren nog een andere mentaliteit aan: ‘Ik heb altijd getennist met passie. Omdat ik het leuk vond, maar ook wegens een groot verantwoordelijkheidsgevoel om de dingen op de best mogelijke manier te proberen doen’, aldus Nadal. Het maakte hem gezond onthecht van te grote euforie na een zege, of van de frustratie na een nederlaag. ‘Ik heb altijd de beste willen zijn. Of in elk geval mijn best willen doen om de beste te zijn, vooral op het vlak van zelfmotivatie en zelfverbetering.’ Maar een obsessie is zijn palmares nooit geweest. Of zoals Nadal ooit in een ander interview zei: ‘Als je niet kunt verliezen, kun je niet genieten van het winnen, dus ik moet ze allebei accepteren.’ De reden ook waarom hij de talloze blessures die hem gedurende zijn hele loopbaan hebben geteisterd, nooit gezien heeft als een vloek. ‘Daardoor heb ik alle positieve dingen nog meer leren waarderen.’

Hoe slecht hij soms ook speelde, nooit liet de gravelkoning zich domineren door zijn emoties. Altijd en overal behield hij de zelfcontrole en concentratie, om elk punt met de hoogste intensiteit te kunnen spelen. Daarom hield hij ook vast aan zijn bekende rituelen: van een koude douche voor de match, over nipjes van zijn twee waterflesjes tijdens time-outs, tot zijn opslagroutine, waarbij hij onder meer aan zijn onderbroek trok. Geen dwangmatig bijgeloof, maar een manier om negatieve gedachten af te blokken en alleen op zijn tennis te focussen. Nooit dacht hij ver vooruit. Altijd aan het volgende punt, en als de match aflopen was aan de volgende partij, niet aan de toernooiwinst.

Dat hele mentale proces, om zeker in wedstrijden waarin hij op achterstand kwam toch een nieuwe, winnende tactiek te bedenken, was voor Nadal een van leukste aspecten van tennis. Comebackzeges verschaften hem naar eigen zeggen meer voldoening dan dominante overwinningen. Omdat hij er weer in geslaagd was de twijfels die altijd door zijn hoofd spookten te kanaliseren. Nadal liep daar niet van weg, hij omarmde ze. ‘Als je niet twijfelt, word je arrogant. Twijfelen is goed, het hoort bij het leven. Het betekent dat je toegewijd bent, dat je je constant afvraagt: hoe kan ik beter worden? Dingen kunnen niet uit zichzelf veranderen, je moet ze doen veranderen.’

Nadal plukte daarom niet de dag, hij plukte elk moment. Ook tijdens trainingen, die hij even intens en bloedserieus aanpakte als een match. Door die mentaliteit heeft de Spanjaard 22 jaar lang aan zijn tennis geschaafd, onder meer aan zijn zwakkere backband, zijn volleys en service. Cruciaal om zijn grote rivalen, eerst Roger Federer, later ook Novak Djokovic, te kunnen verslaan op hardcourt en gras. Dat de gravelkoning Nadal ook viermaal de US Open en twee keer de Australian Open en Wimbledon won, vindt hij even waardevol als zijn veertien (!) zeges op Roland Garros.

Ondanks een medische handicap zou Nadal 22 grand slams winnen.

Geen excuses

Op gravel, met doorgaans langere rally’s, was zijn nooit aflatende vechtlust wel nog zichtbaarder. Een andere les van oom Toni die hij elke keer weer in realiteit bracht: ‘Speel elk punt alsof het je laatste is.’ Zo hoefde hij achteraf nooit de reden van een nederlaag bij zijn motivatie te zoeken. Op zijn veertiende nam hij dat even te letterlijk op toen hij op een teamtoernooi in een match 6-0, 3-0 achterstond, nadat hij in alle voorgaande partijen iedereen had afgedroogd. Coach Toni was ongerust, tot hij zag dat Nadals racket gebroken was en hij hem opdroeg om een nieuw te nemen. Pas dan wisselde zijn neef. Toen Toni na de match vroeg waarom hij dat niet vlugger had gedaan, antwoordde die verbaasd: ‘Je hebt me toch altijd gezegd dat ik nooit excuses mag zoeken?’

Nadals lichaam liet hem soms en op het einde van zijn carrière helemaal in de steek, maar zijn vechtlust begaf het zelden of nooit. Al van toen hij als late tiener met de piratenbroek en zijn indrukwekkende biceps zijn racket hanteerde als een sabel. Ondanks zijn jongensachtige gezicht en verlegen voorkomen leek hij op het terrein een roofdier. Klaar om elk moment zijn tegenstander te verscheuren. Als tennis boksen is zonder bloed, zoals de legendarische tenniscommentator Bud Collins ooit zei, dan was Nadal op dat vlak de onbetwiste wereldkampioen. Voor de manier waarop hij schijnbaar verloren punten en matchen toch nog won, werd zelfs de term ‘Nadalada’ bedacht. Zoals de Spanjaard illustreerde tijdens de halve finale van de Australian Open in 2009, toen hij na middernacht een slopende vijfsetter uitvocht met zijn landgenoot Fernando Verdasco. Tijdens een rustpauze zag en pakte hij een rondvliegend paardenbloempluisje, waarop hij zijn ogen sloot en een wens deed. ‘Win de titel.’ Nadal won de marathonmatch van ruim vijf uur, én ook de finale, in een nieuwe vijfsetter, tegen Roger Federer.

Het was voor hem een manier van zijn, geloven en denken, iets wat een kampioen hoort te doen. Als je één man zou moeten kiezen om een wedstrijd voor je leven te winnen, zou hij het zijn. Het maakte Nadal, samen met zijn onberispelijk gedrag en bescheidenheid, immens populair.

Tegelijk wist hij dat hij er ooit een prijs voor zou betalen. Al van toen op zijn zeventiende het syndroom van Müller-Weiss werd vastgesteld, een zeldzame voetafwijking die hem volgens artsen zou beletten een profcarrière uit te bouwen. Tegen alle verwachtingen in zou hij uiteindelijk 22 grand slams winnen. Tot hij dit jaar moest vaststellen dat zelfs zijn innerlijke vuur niet opkon tegen Vadertje Tijd.

Zonder spijt en met veel dankbaarheid neemt Rafael Nadal volgende week in Malaga, voor eigen volk, afscheid als proftennisser. In de wetenschap dat hij zo veel heeft teruggekregen voor iets wat hij nooit als een opoffering heeft beschouwd, wel als een voorrecht.

De tennis-GOAT: de ongelooflijke carrière van Rafael Nadal in acht cijfers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content