Red Panthers willen uit de schaduw van de Red Lions treden: ‘Wij willen ook ooit op de Grote Markt staan’
De Red Lions hebben de voorbije jaren het Belgische hockey naar het zenit gedreven met een gouden EK, WK en Olympische Spelen. De Red Panthers, de vrouwelijke hockeyploeg, steekt nu ook de neus aan het venster. Een gesprek met trainer Raoul Ehren, kapitein Michelle Struijck en middenvelder Charlotte Englebert.
In het Argentijnse Buenos Aires worden dit weekend wedstrijden van de FIH Pro League, een internationaal hockeytoernooi, afgewerkt. De Red Panthers treden er aan tegen thuisland Argentinië. Onze nationale damesploeg bleef tot nu toe een beetje in de schaduw staan van de mannen, met twee gemiste kwalificaties voor de Olympische Spelen (2016, 2020) als pijnlijk dieptepunt. Maar op het EK 2021 was er een bemoedigende bronzen medaille. Er kwam ook een Nederlandse toptrainer en een nieuwe lichting jonge panters. We spraken in Buenos Aires met coach Raoul Ehren (die eerder Den Bosch 8 keer landskampioen maakte), kapitein Michelle Struijck en de 21-jarige middenvelder Charlotte Englebert.
Dit seizoen van de Pro League hebben jullie in de eerste matchen nipt verloren van Nederland en gewonnen van Duitsland. Wil dat zeggen dat de kloof met een topland als Nederland gedicht wordt?
Raoul Ehren: (nuchter) ‘Neen, daar zijn we nog ver van af. Nederland steekt met kop en schouders boven de rest uit. Vergeet niet dat er in Nederland meer dan 200.000 hockeyspelers aangesloten zijn bij de bond, in België met moeite 50.000. Ons eerste doel is aansluiting te zoeken met de subtop en daar zijn we stappen aan het zetten, in de eerste plaats op fysiek vlak door even sterk te worden als de Nederlandse meisjes. Momenteel staan we zevende op de wereldranking en op dat vlak is Argentinië, de olympische vicekampioen, een goede test.’
Hoe zou je de speelstijl van de Panthers definiëren? Waar heb je de nadruk op gelegd toen je hier aan de slag ging?
Ehren: ‘Ik denk dat de Panthers erg creatief zijn en ook snel. Toen ik hier pas aankwam, zag ik dat er aan de organisatie en de structuur moest gewerkt worden. Als de tegenstander in een match veertig keer in de buurt van je goal komt, wil dat zeggen dat je dichter bij elkaar moet gaan spelen. Ook tactisch hebben we gewerkt door zowel pressing te spelen als ons te laten inzakken. Ook Nederland doet dat, zich laten inzakken en op de counter spelen.
‘Ten slotte moeten we ook fysiek sterker worden, dus daar komen veel krachtoefeningen bij. We hebben ook veel jonge speelsters in de groep. Bij het laatste EK waren er dat niet minder dan zes, terwijl er bij Engeland amper twee waren. Bij Nederland was er geen één speelster van de U21.
Ons eerste doel is aansluiting te zoeken met de subtop en daar zijn we stappen aan het zetten.’
Bondscoach Raoul Ehren
Michelle en Charlotte, hoe zouden jullie de stijl van de nieuwe coach team omschrijven?
Michelle Struijck: ‘Er wordt enorm veel geanalyseerd, vooral met video. Wanneer wij na een match van het terrein stappen en gaan douchen, dan begint het werk van de staf pas. Ze bekijken heel veel fases die dan opgenomen worden in de tactische besprekingen voor de volgende match. De bedoeling is om ons spel minder voorspelbaar te maken en tussen de verschillende kwarten met een nieuw plan uit de kleedkamer te kunnen komen. Want de anderen passen zich natuurlijk ook aan. Zo spelen we soms met hoge pressing of laten ons terugvallen om zo een pass uit te lokken, die te onderscheppen en in de tegenaanval te gaan.’
Charlotte Englebert: ‘Het verschil met vroeger is dat de coach ons veel vrijer laat spelen, veel creatiever, hij geeft ons de structuur en dan vrijheid om binnen dat kader te bewegen.’
De boodschap is dat je je mag amuseren op het veld…
Englebert: ‘Ja we mogen ons amuseren en daarnaast hebben we veel op het fysieke aspect getraind, meer gym, lopen… Toen we een paar jaar geleden tegen Nederland moesten spelen, waren we aan het einde van de match pompaf. Ik zeg niet dat we nu al op gelijke hoogte staan met Nederland, maar fysiek houden we het veel langer vol. Hockey is een technische maar ook een erg fysieke sport.’
Jullie spelen zaterdag tegen de nummer 2 van de wereld: Argentinië.
Englebert: ‘De Argentijnse meisjes zijn eerder klein, maar erg snel en gespierd. Ze hebben een andere manier van spelen dan wij: individueler met meer dribbels en technische hoogstandjes. Ze hebben een aantal sleutelspelers als Majo Granatto en Agustina Albertario aan wie iedereen de bal geeft.
Een beetje als Maradona en Messi in het voetbal?
Englebert: Ja, zo is dat. Maar wij spelen meer als ploeg en dus is er meer een tactisch patroon. Het verschil met vroeger is dat we naar hier komen met het geloof dat we een goed resultaat kunnen neerzetten. Ik denk dat de jongeren in de ploeg veel meer vertrouwen hebben dan de oudere garde. Ik ben bij de nationale ploeg sinds 2019 en toen gaven we in oktober in China de kwalificatie voor de Olympische Spelen in extremis nog weg. Toen was er bij de Panthers veel frustratie en faalangst om in belangrijke matchen kopje onder te gaan. Je kon gerust spreken van een trauma na twee gemiste deelnames aan de Olympische Spelen. De jonge garde die er is bijgekomen heeft zelden een belangrijke match verloren en eindigde bij toernooien van de U-21 dikwijls op de tweede of derde plek. De jonge Panthers spelen zonder complexen.’
Dat doet denken aan het zelfvertrouwen dat de Red Lions etaleren. In welke mate kan je zeggen dat de mannelijke hockeyers een rolmodel voor jullie zijn?
Struijck: ‘Dat zijn zijn ze absoluut. Er is nochtans een groot verschil tussen mannen- en vrouwenhockey. Bij de mannen kunnen ze een hoge bal spelen die het hele terrein over vliegt. Bij de meisjes kunnen we met geluk tot aan de middellijn een hoge bal spelen. Bij de mannen is het dus een stuk fysieker. In dit geval is er ook een leeftijdsverschil. De Lions zijn van een duidelijk oudere generatie, ze bijna allemaal dertigers. Dus hebben we ook niet direct contact met hen.’
‘Maar afgezien daarvan zijn ze zeker een voorbeeld voor ons. Toen ze wereldkampioen werden en op de Brusselse Grote Markt werden ontvangen, zijn we met de ploeg ook naar daar getrokken en daar viel ons op hoeveel mensen in België het hockey volgden en enthousiast waren over de prestaties. Dat hadden we niet verwacht. En dan denk je natuurlijk: daar willen wij ook staan!’
De Lions zijn van een duidelijk oudere generatie, ze zijn bijna allemaal dertigers. Dus hebben we ook niet direct contact met hen.’
Michelle Struijck
Michelle, hoe ben jij bij het hockey terechtgekomen, toch geen evidente sport? Of komt het omdat je beide ouders van Nederlandse afkomst zijn?
Struijck: ‘Thuis zijn we met vier, drie meisjes en een broer, en die speelden allemaal hockey. Ik ben in de lagere reeksen begonnen samen met een nicht van me en zo groei je er al spelenderwijs in. Mijn grotere zussen zijn ook altijd rolmodellen geweest. Mijn zus Caroline heeft zelf bij de Panthers gespeeld maar ze zat niet in de selectie bij de kwalificatiewedstrijden voor de laatse Olympische Spelen. Daarna is ze ermee gestopt en heeft ze alles op haar studies geneeskunde gezet.’
Jij studeert nu zelf ook geneeskunde. Kunnen de Panthers dit semiprofstatuut combineren met studeren?
Struijck: Op de universiteit van Antwerpen heb ik een topsportstatuut, waardoor ik bijvoorbeeld de examens van januari op een ander moment kan afleggen en dus mee naar Argentinië kon. Tijdens het jaar komen we normaal ook elke dag samen in Wilrijk. Alleen de gymsessies worden ook in Gent in Brussel gehouden. Dan moeten de meisjes uit Wallonië niet zo ver rijden.’
Ehren: ‘Argentinië is een verplichte wedstrijd op onze Pro Leaguekalender en een verre reis, dus hebben we het aangename aan het nuttige gepaard en blijven twee weken. Dan kunnen we ineens met de hele groep samen zijn voor een langere tijd.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier