Red Lions in Antwerpen op zoek naar EK-goud: hoe een team van sterren een sterrenteam werd
Vanaf volgende week vrijdag gaan de Red Lions in Antwerpen op zoek naar hun eerste Europese titel. Na het WK-goud eind 2018 een mogelijk nieuw hoogtepunt van een klim richting wereldtop die twaalf jaar geleden begon. Kapitein Thomas Briels (31), die er toen al bij was, overloopt vijf sleutelperiodes.
EK 2007/Spelen 2008
’19 jaar was ik pas, toen ik in 2007 mijn debuut maakte in een groot toernooi, de Champions Challenge in Boom. Van die spelerskern zijn er vandaag alleen nog John-John Dohmen en Simon Gougnard bij. Héél láng geleden dus. ( lacht)
‘Het werd echter een afknapper: zesde en laatste. De Zuid-Afrikaanse bondscoach Gillet Bonnet kreeg daarop zijn ontslag, de Australiër Adam Commens kwam in zijn plaats. Hij moest ons in amper anderhalve maand klaarstomen voor het EK in Manchester. Niet eenvoudig, want alles wat wij nu als vanzelfsprekend beschouwen probeerde hij in die korte tijd in de groep te slijpen: opbouwen, patronen lopen, pressen met de hele ploeg … En niet te vergeten: we waren nog allemaal onbezoldigde amateurs, hé. Vrienden die er samen op uittrokken en gezelschapspelletjes speelden …’
Mijn speech op het WK heeft iets losgemaakt, veel jongens zeiden dat dat een sleutelmoment was.
Thomas Briels
‘In een oefenmatch drie weken voor het EK werden we tegen dé ploeg van toen, wereldkampioen Duitsland, dan ook compleet weggespeeld: 9-0! Een noodzakelijke wake-upcall, want op het EK liep het veel beter: 2-2 in de groepsfase tegen Engeland én Duitsland, 6-0 winst tegen Tsjechië. In de halve finale gaf Nederland ons echter opnieuw een lesje: 7-2. Waarna we voor het brons weer tegenover de Duitsers stonden.
Een schijnbaar onmogelijke opdracht, maar we geloofden erin. En terecht. Bij 3-3 scoorde Jérôme Truyens vier seconden voor het einde de 4-3. Voor het eerst sinds 1976 geplaatst voor de Olympische Spelen! Een enorme ontlading voor de ‘oudere’ spelers, nadat die de kwalificatie voor Athene 2004 hadden misgelopen, door een tegengoal in de slotseconden … Van dat trauma waren ze eindelijk verlost. Ik keek als jonge gast mijn ogen uit: ‘Wat gebeurt hier? Mag ík naar de Spelen?’
‘In aanloop naar Peking werd de professionalisering opgeschroefd: meer mensen in de staf, een teambuilding in de Ardennen, sessies in een hittekamer, tactische videoanalyses, een mental coach, Alain Goudsmet … Twee spelers van de nieuwe, talentvolle generatie, Félix Denayer (18) en Cédric Charlier (20), sloten toen ook aan.
‘Zonder grote verwachtingen trokken we echter naar Peking. Deelnemen vonden we al supercool. Dat bleek ook: negende, met slechts één zege in de poulefase. Met Felix heb ik toen de finale bijgewoond tussen Spanje en … Duitsland. Een ongelofelijk hoog niveau. ‘Dat zullen wij nooit kunnen’, zei ik tegen Félix. ( lacht) Toch smaakte de ervaring van die Spelen naar meer. Weliswaar met het besef dat we nog véél werk hadden.’
Olympische Spelen 2012/EK 2013
‘Eén man geloofde er wel rotsvast in dat we ooit een olympische finale zouden bereiken: bondsvoorzitter Marc Coudron. Al in 2010 zei hij dat de Red Lions in Rio 2016 minstens een medaille zouden behalen en ooit wereldkampioen zouden worden. Veel mensen verklaarden hem gek, maar Marc is een visionair. Toen we vorig jaar effectief die wereldtitel veroverden, heb ik hem meteen een berichtje gestuurd: ‘Marc, deze is ook voor u.’
‘Met een nieuwe trainer, Colin Batch, een nieuwe mental coach, Jef Brouwers, en een nieuwe fysiek trainer, Mick Beunen, belandden we na Peking in een stroomversnelling. Via een vierde plaats op het EK 2011 mochten we weer naar de Spelen, in Londen 2012. Daar eindigden we ‘slechts’ als vijfde, na een derde stek in de poule des doods, met Nederland en Duitsland. Twee nederlagen, 1-3 en 1-2, maar telkens heel close. Met meer zelfvertrouwen hadden we misschien zelfs de halve finale gehaald. Pas erna kwam het besef dat we niet zó ver meer van die absolute top zaten. ‘Als we nog meer op details werken, is een medaille in Rio geen utopie.’
‘Dankzij de nieuwe Nederlandse bondscoach Marc Lammers werd de begeleiding daarna steeds professioneler, met onder meer zelfs drones boven het trainingsveld. Voortaan leefden we ook naast het terrein als echte profs. Bovendien kregen we na Londen een injectie van jongeren uit het BE Gold- talentenproject, zoals Arthur Van Doren ( intussen al tweemaal verkozen tot beste hockeyspeler ter wereld, nvdr).
‘Die stijgende lijn werd doorgetrokken op het EK in eigen land, in Boom. De bond wilde zo het hockey in België een impuls geven. En dat lukte: een prachtig toernooi, met een festivalzone naast het stadion, tijdens de matchen volle tribunes en een kippenvelsfeer, veel media-aandacht … En ook sportief succes: onze eerste finale op een groot kampioenschap. Opnieuw een clash met Duitsland, maar deze keer wel een nederlaag: 1-3, ondanks een vroege 1-0. Terecht, want de Duitsers waren toen gewoon beter. We konden dan ook tevreden terugblikken.’
WK 2014/EK 2015
‘Met medailleambities trokken we in 2014 naar het WK in Den Haag. In de beslissende poulematch tegen Engeland gaven we echter tweemaal een voorsprong uit handen: 2-3. Pijnlijk. In the heat of the moment gekraakt onder de druk. Ook omdat we geen echt team meer vormden. Na de hype van het EK 2013 begonnen sommigen immers te individualistisch te denken en te spelen.
‘Een probleem waar Marc Lammers geen vat op had gekregen en dat na dat WK nog groter werd, toen assistent Jeroen Delmée overnam als bondscoach. De groep raakte alsmaar meer verdeeld, en Delmée had niet het profiel om dat verhelpen. Als ex-topspeler/Nederlander was hij ook zeer kritisch en heel direct. ‘Ík heb het zó gedaan, nu moeten jullie het ook zo doen.’ Veel spelers konden daar moeilijk mee om. Als meestertacticus kon Delmée ook elke tegenstander perfect ontleden, maar hij legde er té veel nadruk op. We speelden daardoor in een keurslijf, zonder ruimte voor creativiteit.
‘Dat bleek ook op het EK 2015 in Londen: pas derde in de poule en uitgeschakeld na een 2-2 gelijkspel tegen Ierland. Ik heb dat toernooi gemist – het enige grote kampioenschap sinds 2007 – want Delmée had me niet geselecteerd. Nochtans had ik in Nederland met Oranje Zwart de nationale én de Europese titel gewonnen. Delmée wou echter ‘jongeren een kans geven’, terwijl hij ook voor goud ging. Een bizarre uitleg. Geen minuut heb ik toen van dat EK gezien, bewust ben ik met vakantie gegaan. De frustratie zou te groot geweest zijn.’
Olympische Spelen 2016
‘De oplossing: een ‘mensencoach’ in plaats van een tactisch brein. En dus verving Shane McLeod in oktober 2015 Jeroen Delmée. Een cruciale beslissing, amper tien maanden voor de Spelen van Rio. McLeods voordeel was dat hij al gecoacht had in België, en alle spelers dus perfect kende. Evenveel als op het veld, met een nieuw zonesysteem, werkte hij echter ook ernaast. Om weer een hechte ploeg te smeden. Of zoals Shane het verwoordde: ‘Wij zijn geen team van sterren, wij zijn een sterrentéám.’ ‘ Share the love!‘, beklemtoonde hij ook altijd. Wees even blij met een assist als met een doelpunt.
‘McLeod wilde vooral dat we elkaar beter leerden kennen. Dus installeerde hij een olympic room, waar we videoanalyses hielden, maar vooral samenleefden, konden práten. In zogenaamde circles of trust, kleine groepjes waarin iedereen zijn hart kon luchten, álles besproken werd. Van privésituaties, wat sommigen meegemaakt hadden tijdens hun jeugd, tot spanningen tussen spelers. Soms heel emotioneel en confronterend. Ik nam het enkele ploegmaats bijvoorbeeld kwalijk dat ze mij na mijn niet-selectie voor het EK geen berichtje gestuurd hadden. Dat lag lang op mijn maag, en heb ik toen voor het eerst gezegd.
‘Omdat iedereen zich toen kwetsbaar opstelde, is de groep daar veel sterker uitgekomen. Alle persoonlijke doelstellingen en mentale profielen werden ook op papier gezet en uitgehangen. Wie is introvert of extravert? Wie reageert goed op kritiek? Wie pak je beter zachter aan? Het vakmanschap van een topcoach: verschillende karakters op één lijn krijgen, zodat je samen een hoger doel kunt halen.
‘McLeods aanpak rendeerde al vlug: in december bereikten we de halve finale van de World League – een boost richting de Spelen in Rio, de volgende zomer. Daar vlogen we met tophockey richting de clash met grote rivaal Nederland in de halve finale. Nooit voorheen waren we voor een match zó gefocust, mede ook door de emotionele speech van McLeod. Hij sprak over zijn vrouw, die toen als cardiologe op alle kamers in het ziekenhuis gemerkt had hoe iedereen heel erg met ons meeleefde. Iets wat wij in het verre Rio moeilijk konden inschatten.
‘Volledig opgeladen speelden we toen een wereldmatch, met een persoonlijk topmoment toen ik twaalf minuten voor het einde de assist gaf voor de beslissende 3-1, naar Florent van Aubel, een van mijn beste maten. Een enorme ontlading, na al die jaren, eindelijk zeker van die olympische medaille. Zulke heftige emoties dat we in de finale tegen Argentinië niet meer met diezelfde scherpte speelden als tegen Nederland. En dus verloren, 2-4. Vandaar ook de tranen bij velen, ook mij, op het podium. Zilver was prachtig, maar het had nóg mooier kunnen zijn. En misschien wel móéten zijn, tegen Argentinië dat niet meer kwaliteiten had dan wij. Toch maakte die ontgoocheling rap plaats voor trots. En voor de gedrevenheid om te blijven streven naar die eerste grote mondiale titel.’
EK 2017/WK 2018
‘Men vaak zegt: je moet eerst finales verliezen, voor je er één kunt winnen. Zoals ook op het EK 2017 in Amstelveen, tegen Nederland. In de poulefase hadden we hen met 0-5 afgedroogd, en in de finale kwamen we 0-2 voor. Maar dan: een oranje tsunami, extra opgestuwd door dolenthousiaste Nederlandse supporters: 4-2. Pijnlijk, opnieuw. Weer een wijze les echter, hoe je ook in zulke omstandigheden kalm moet blijven.
‘Die ervaring, en die van in Rio, namen we mee naar het WK in India, eind 2018. Mijn eerste WK als kapitein, nadat McLeod me na de Spelen, wegens het sabatjaar van John-John Dohmen, tot aanvoerder benoemd had. Door mijn ervaring, maar ook omdat ik goed in de groep lig, als – zoals de coach dat noemt – the people’s captain. Ik heb dan ook aan sommige jongens gevraagd om tijdens de group huddle voor de match, tijdens pauzes of meetings ook zelf verbaal meer op de voorgrond te treden, met motiverende of tactische zaken. Zodat iederéén zich verantwoordelijk voelde en niet alles van mij, als aanvoerder, moest komen.
‘Toch heb ik ook mijn verantwoordelijkheid genomen, na de openingswedstrijd tegen Canada. 2-1 winst, maar een slechte match, waarna sommige spelers begonnen te klagen over speeltijd en wissels. Na de daaropvolgende training heb ik dan een emotionele speech gegeven, met tranen in de ogen. ‘Jongens, als we zo voortdoen, zullen we nooit iets winnen. Wie veel of weinig speelt, wat maakt het uit? We doen dit sámen. Binnen tien jaar zullen mensen zich niet herinneren wie gescoord heeft. Wél dat we wereldkampioen werden.’
‘Die speech heeft iets losgemaakt, veel jongens zeiden achteraf dat dat een van de sleutelmomenten van het toernooi was. Elke tegenslag hebben we daarna, als téám, perfect opgevangen: de ziekte en blessure van John-John Dohmen en Manu Stockbroekx, het overlijden vooral van de papa van Simon Gougnard, voor de halve finale tegen Engeland. Opnieuw zo’n emotioneel moment dat ons als groep nog dichter bij elkaar bracht. De 6-0 tegen de Engelsen, mét een goal van Simon, was een mooi eerbetoon. Dan besef je ook hoeveel je ervoor moet opgeven – op zo’n triest moment niet thuis bij je familie kunnen zijn -, om een sportieve droom te bereiken.
‘Met al die bagage in onze rugzak gingen we de finale tegen Nederland in. Zonder een greintje stress, maar vol zelfvertrouwen, iedereen in the zone. Na de halve finale had ik dan ook gezegd: ‘Gasten, we hebben nu níks, hé. We moeten de klus nog afmaken.’ En dat hebben we ook gedaan, vooral door mentaal sterk te zijn. Zeker in de shoot-outreeks, toen de beslissende shoot-out van Arthur De Sloover afgekeurd werd. Daarop stopte Vincent Vanasch de volgende van Nederland – ‘Ik ga hem pakken’, zei hij zelfs -, en Florent van Aubel – niet denkend aan wéér een tegenslag, maar aan alles wat hem gelukkig maakte – de laatste shoot-out binnenknalde.
‘Als je dan als kapitein, na al die emoties, de beker omhoog mag steken, van een Belgisch team dat voor het eerst goud verovert op een WK. Daar droomde ik al zo lang van. En als dat dan effectief werkelijkheid wordt … Zo’n fantastisch gevoel dat je het nog eens wil beleven. Straks op het EK voor eigen volk. En volgend jaar in Tokio. Dat zou het verhaal helemaal afmaken.’
EK-schema Red Lions
Vrijdag 16 augustus 20.30 uur: België – Spanje
Zondag 18 augustus 18.00 uur: België – Engeland
Dinsdag 20 augustus 20.30 uur: België – Wales
Donderdag 22 augustus 18.00 uur en 20.30 uur: halve finales (indien geplaatst)
Zaterdag 24 augustus: 20.30 uur finale (indien geplaatst)