Yves Vanden Auweele
‘Olympische Beweging moet zich heruitvinden in de 21ste eeuw’
Binnenkort gaat in Parijs de 33e editie van de moderne Olympische Spelen door. In de eerste plaats kennen we dit schouwspel als het grootste sportevenement ter wereld. Het gaat nochtans over veel meer dan sport en competitie alleen, schrijft Yves Vanden Auweele.
Binnenkort gaat in Parijs de 33e editie van de moderne Olympische Spelen door. In de eerste plaats kennen we dit schouwspel als het grootste sportevenement ter wereld. Het gaat nochtans over veel meer dan sport en competitie alleen.
Het is minder gekend dat De Coubertin, stichter van de moderne Olympische Spelen, via sport een universele sociale filosofie presenteerde die heel het leven omvat en niet enkel op elite atleten focust, op competitie, fysieke grenzen opzoeken, excelleren en winnen, maar ook op gelijkheid, eerlijkheid, rechtvaardigheid en respect voor personen, rationaliteit en begrip. Het Olympisme focust op iedereen omwille van haar potentie om wenselijke sociale vaardigheden te bevorderen tussen zeer diverse mensen om op die manier bij te dragen tot vreedzame co-existentie, contact en communicatie tussen culturen en landen.
Deze filosofie wordt gesymboliseerd door de Olympische vlam, de 5 ringen van de Olympische vlag (symboliserend de 5 continenten) en de Olympische eed waarbij atleten en juryleden sportiviteit, respect voor de tegenstrever en het zich houden aan de regels wordt beloofd.
Alhoewel Olympische waarden duidelijk de waarden zijn van het liberaal humanisme einde negentiende Eeuw hebben de illiberale samenlevingen in het verleden weinig moeite gehad om Olympische idealen op te nemen in hun algemene ideologische houding ten opzichte van sport.
Zijn de Olympische waarden als universele humane waarden nog geldig in de sport in de 21e eeuw?
Misschien zijn de Olympische waarden wel een mooi moreel ankerpunt, een ideaal, maar gaat het tegenwoordig in de (internationale) sport niet vooral om geld, macht, prestige en invloed?
De Olympische waarden staan tegenwoordig niet enkel onder druk van de liberale marktlogica (IOC), maar ook van de illiberale en autoritaire maatschappijvisies en de veranderde geopolitieke evenwichten die de Olympische waarden meer en meer beschouwen als een product van een postkoloniaal Europees imperialisme en arrogantie (EU-sportdiplomacy)
Dat die waardenverschuivingen opgemerkt worden, bewijzen recentelijk de internationale en lokale reacties op de organisatie van het WK en EK-voetbal. Dit was onder meer het geval in Qatar, naar aanleiding van de schending van mensenrechten bij de bouw van Stadiums en bij de uitsluiting van Russische deelname aan het EK en WKvoetbal in Duitsland vanwege de inval van Rusland in Oekraïne. In Brazilië waren er geweldadige protesten omwille van de corruptie, het gebrek aan transparantie en aandacht voor duurzaamheid en nut van de infrastructuurwerken en de veel te hoge kost van het geheel.
Taak voor de Olympische Beweging
Is het niet de taak van de Olympische Beweging om duidelijk te herformuleren, zowel op het niveau van ideeën als van de praktijk, wat haar Spelen, en bij uitbreiding wat de sport, in de samenleving kunnen betekenen in de 21e Eeuw? Moet het concept Olympisme om universeel geldig te blijven geen andere uitdrukking vinden in functie van de veranderde tijd, en context – net zoals de concepten democratie, kunst en religie dat doen?
Het Olympisch ideaal moet mijns inziens zowel de sportpraktijk ondersteunen, alsook de sport leiden naar een visie die helpt om om te gaan met de uitdagingen die zich in de huidige context aandienen: commercialisatie, globalisatie, geopolitieke on-evenwichten, migratie… In termen van het bevorderen van de doelstellingen van internationaal begrip zou de Olympische beweging moeten zoeken naar vernieuwd coherent universeel concept van Olympisme rekening houdend met de druk van het geld en de wedijver tussen de machtsblokken, waaraan elke natie zich oprecht kan verbinden en tegelijkertijd een uitdrukkingsvorm vindt die uniek is voor zichzelf, gegenereerd door haar eigen cultuur, locatie, geschiedenis, traditie en geprojecteerde toekomst.
Het zou mooi zijn als de Olympische beweging zou laten zien dat ze in staat is de commercialisatie te beteugelen waar deze op hol is geslagen, als ze zou kunnen blijven realiseren dat de sport ondanks polariserende ideologisch-culturele en geopolitieke divergenties, spanningen en oorlogen een forum kan zijn waar landen elkaar blijven ontmoeten.
De Olympische Beweging moet zich heruitvinden in de 21e-Eeuw.
Professor emeritus Yves Vanden Auweele is verbonden aan het Department of Kinesiology, Faculty of Movement and Rehabilitation Sciences, (KU Leuven). Hij is lid van de christelijk geïnspireerde denktank Logia.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier