Koen Naert: ‘Toen ik naar Berlijn vertrok, zei ik tegen Elise: Ik ga winnen!’
Koen Naert is dé exponent van het beste Belgische sportjaar ooit: hij werd in augustus in Berlijn Europees kampioen marathon, won de Gouden Spike en is genomineerd voor de trofee van Sportman van het Jaar, terwijl niemand dat ooit in hem zag. Van goeie meeloper tot absolute topper: hoe doe je dat?
Together towards Tokyo 2020: op zijn wagen op de oprit van zijn woning in Oostkamp staat al het volgende grote doel uitgetekend. De Europese marathonkampioen 2018 is alleen thuis. Elise, zijn vrouw, is gaan werken, en Finn, zijn zoontje, is bij zijn schoonouders, vernemen we na de hartelijke begroeting. Pas sinds hij de eerste Belg is die er na Karel Lismont in 1971 in slaagde goud te pakken op het EK marathon ontdekte het grote publiek Koen Naert (29): de sympathieke, lang miskende West-Vlaamse langeafstandloper die als verpleegkundige in het brandwondencentrum van Neder-Over-Heembeek werkte. Daar ging hij na de aanslagen in Brussel nog vrijwillig helpen op een moment dat hij dankzij de steun van de Franse Gemeenschap alsnog prof was kunnen worden. Intussen won hij de Gouden Spike, de prijs voor de beste atleet van het land, en is hij genomineerd voor de trofee van Sportman van het Jaar. Alleen hijzelf is niet verrast door wat er op 12 augustus in Berlijn gebeurde.
Mijn vrouw en ik mediteren al zes jaar lang elke dag minstens één keer twintig minuten.
Koen Naert
KOEN NAERT: ‘Misschien toch een klein beetje. In mijn achterhoofd hield ik er wel rekening mee. Want mijn voorbereiding was heel goed geweest. Mijn lichaam was helemaal in orde en ook mentaal was ik helemaal in orde. De puzzel viel in elkaar. Alles was verlopen zoals ik wou. Het moest natuurlijk nog gebeuren de dag zelf, maar ik had enorm veel vertrouwen en geloofde echt in mijn winstkansen. Ik denk dat het vooral dat is wat die stap van meeloper naar topper mogelijk maakte. Als het tussen je oren mee wil, maakt dat een groot verschil.’
TWEE PAAR LONGEN
Je moeder zegt dat je haar al maanden op voorhand had verwittigd dat ze moest komen kijken, want dat het de moeite zou zijn. Wist je het toen al?
NAERT: ( lacht) ‘Misschien was dat een ingeving. Misschien was ik er toen al klaar voor. Ik maakte de keuze om in het voorjaar geen marathon te lopen, maar mij het WK halve marathon in Valencia tot doel te stellen. Daar liep ik 1:01,42, een verbetering van mijn persoonlijk record met bijna twee minuten. Ik was daarmee 22e, 3e Europeaan en 2e blanke. Toen had ik iets van: als ik die progressie kan doortrekken naar de volledige marathon en mijn voorbereiding verloopt naar wens, dan kan ik in augustus op het EK mooie dingen laten zien. Ik ga je zelfs nog iets straffers vertellen. Toen ik de vrijdag naar Berlijn vertrok, zei ik tegen Elise: ‘Ik ga winnen zondag.’ ( lacht)
Hoe wist je dat?
NAERT: ‘Iets in mij zei mij dat. Dat had ik ook al maandenlang mezelf wijsgemaakt door te visualiseren dat ik als eerste over de meet liep. Het begint met ‘ik kan winnen’ en het eindigt met ‘ik ga winnen’. Je legt het jezelf op, omdat je weet dat het nodig is, maar in het begin denk je: een beetje serieus zijn, hé, Koentje, dat kan bijna niet. Maar dat vervaagt en trekt uiteindelijk helemaal weg en maakt plaats voor het geloof en het gevoel dat het gaat gebeuren. Tien dagen voor Berlijn kreeg ik nog een klein kwaaltje en dan heb je even een dipje, maar in twee dagen loste mijn manuele therapeut dat op en dan krijg je nog een extra mentale boost. Elke dag ik dichter bij de wedstrijd kwam, had ik zoiets van: ik voel mij zó goed… Op training liepen mijn benen als vanzelf. Ik dacht: mja, Koentje…’ ( lacht)
Wanneer ben je begonnen met groot te dromen?
NAERT: ‘De Amerikanen speelden daar een belangrijke rol in. Sinds 2015 ben ik op hoogtestage in Flagstaff in Arizona in een kleine running community geïntegreerd geraakt en daar proppen ze je iedere training vol met motiverende woorden, quotes en speeches. Dat is wel leuk, omdat ik thuis meestal alleen train en dan weinig externe motivatie en feedback krijg. Elise zegt dan wel ‘amai, jij bent scherp’, en ‘amai, jij passeert hier snel’, maar dan denk ik: van haar is dat niet objectief hé! ( lacht) Zegt mijn trainer op zondag ‘daar zit snee op’, dan groei ik meteen twintig centimeter. In Amerika is het dag na dag ‘amai, dat heb ik hier nog nooit gezien’. Dat is hun mentaliteit en hun manier van coachen. Daar heb ik veel aan gehad. Ik leerde er ook om bij pijn en negatieve gedachten de focus te verleggen naar mijn motoriek en elke stap die ik zet op het ritme dat ik loop positief te bekrachtigen met bijvoorbeeld ‘push, push, push’. Daar kwam ik tot het besef dat de verschillende facetten van het mentale aspect nog belangrijker zijn dan ik dacht. Al was ik sinds 2012 ook al bezig met transcendente meditatie en tau-coaching.’
Wat is daarvan de impact geweest?
NAERT: ‘Tau-coaching werkt via kinesiologische spiertesten en is een manier om te communiceren met je onderbewustzijn. Het helpt onderbewuste stress te reduceren en blokkades in je zenuwstelsel te neutraliseren. In 2011 was ik een goeie meeloper, maar op kampioenschappen liet ik het doorgaans afweten. Ik zei toen ook wel tegen mezelf ‘je kunt het, je bent er klaar voor’, maar onderbewust zat er ergens stress die ervoor zorgde dat op het moment dat het moest gebeuren mijn benen blokkeerden. Door meditatie en tau-coaching is dat beetje bij beetje beginnen oplossen. Daar ben ik mee begonnen door mijn schoonmama. Intussen mediteren Elise en ik al zes jaar lang elke dag minstens één keer twintig minuten.’
Zo consequent?
NAERT: ‘Ja, zo ben ik wel. Ik gaf bijvoorbeeld ook nog nooit op in een wedstrijd, tenzij ik door een blessure niet anders kan. In het begin twijfelde ik om met mediteren te beginnen, maar Elise zei: ‘Probeer het eens, zie het als een investering in je leven.’ Andermaal kreeg mijn vrouwtje gelijk! Als ik twijfel, weet ik dat ik bij haar moet zijn. Zij heeft een heel sterke intuïtie. Het is echt een fantastisch vrouwtje! In mijn werk en in mijn sport ben ik een maniakaal perfectionistje, alles moet tot in de kleinste details verlopen zoals het uitgekiend en gepland is, maar in het dagelijks leven ben ik vrij chaotisch. Daar vertrouw ik op Elise. Zij neemt veel ballast voor mij weg en zorgt er zo voor dat ik thuis niet gefocust moet zijn en honderd procent voor mijn lopen kan gaan.’
Weet je ook wát jou onderbewust blokkeerde?
NAERT: ‘In tau-coaching keer je terug in de tijd en worden oude emoties opgeruimd. Maar wat gebeurt er vanaf de conceptie niet allemaal in een mensenleven dat je emotioneel in meer of mindere mate onbewust kunt blijven meedragen? Een beetje speciaal in mijn verhaal is dat mijn ouders uit elkaar gingen toen ik 2,5 jaar was en dat minder dan een jaar voor mijn geboorte mijn broertje Dieter stierf aan wiegendood. Mijn mama wou meteen een nieuw kindje en dus kwam ik in de plaats van dat manneke. Zij zegt altijd: ‘Je hebt twee paar longen, die van jou en die van Dieter.’
‘Een belangrijk moment in mijn jeugd is zeker ook geweest toen ik op mijn zestiende eens van een fuif ben thuisgekomen met een glas te veel op. Sindsdien dronk ik nooit meer alcohol.’
Je was toen al ambitieus?
NAERT: ‘Ja, al van bij de kleintjes eigenlijk.’
Je moeder zegt dat je móést lopen, want dat ze je anders het ADHD-medicijn Relatine hadden moeten geven.
NAERT: ‘Misschien is dat wat snel gezegd van haar. Maar het klopt dat ik vroeger een bom energie was, een lastpost voor iedereen in de familie. Tijdens oudercontacten op school kreeg ze altijd te horen dat ik een brave, voorbeeldige leerling was, maar thuis was ik een monster. ( lacht) Ik kon niet stilzitten, maakte dingen kapot, trok aan de haren van mijn zus. In de klas roerde ik niet, maar op de speelplaats was ik een wervelwind. Als we voetbalden, liep ik overal waar de bal was.’
Energie voor de top, maar nog niet gekanaliseerd?
NAERT: ‘Ik denk het. Daarom was de vorming die ik thuis kreeg zo belangrijk. Tot mijn zestiende voerde mijn stiefvader mij overal in België rond, maar toen vond hij dat ik groot genoeg was om mijn plan te trekken. Dat vond ik niet leuk, maar zo leerde ik zelfstandig te zijn en werd ik snel matuur. Mijn trainer zegt nog altijd dat hij het straf vindt dat ik destijds met de fiets naar het station in Roeselare moest rijden en daarna twee treinen moest nemen om bij hem te kunnen gaan trainen. Maar voor mij was dat normaal, omdat ik zo gevormd was. Mijn emotionele kant leerde ik ontwikkelen bij Elise en haar ouders. Ik kon geen emoties benoemen en nog altijd vind ik het moeilijk om te zeggen hoe ik mij voel, maar ik ben daar al enorm in gegroeid. Ik ben opener geworden voor gevoelens en weet intussen heel goed hoe onderbewuste stress aanvoelt. Dat hielp mij niet alleen in de sport, het veranderde ook mijn leven. Toen we in Aalst woonden en ik in het brandwondencentrum in Neder-Over-Heembeek werkte, raakte ik door het verkeer soms zo gefrustreerd dat ik wel mijn stuur uit mijn dashboard kon trekken. Na twee weken mediteren was dat gevoel helemaal weg. Echt zot! Ik sta nu veel positiever in het leven en in wedstrijden voel ik alleen nog de tinteling van de positieve stress. Een voor mij op mentaal vlak heel belangrijk moment was ook mijn Belgische titel in het veldlopen in 2013, omdat ik voorheen altijd zei dat ik niet in de modder kon lopen.’
VERBEELDINGSKRACHT
Hoe werkt die transcendente meditatie?
NAERT: ‘Je zit met de ogen dicht, een mantra triggert je zenuwstelsel en brengt je in een nog diepere rust dan slapen. Je ademhaling vertraagt en uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat je hersenactiviteit daalt tot bijna flatline. Wat er dan binnenin jou precies allemaal gebeurt, weet ik ook niet. Maar na twintig minuten voel ik mij als herboren.’
Hoe combineer je het met visualisatie?
NAERT: ‘Door eerst te visualiseren en dat beeld dan mee te nemen in mijn meditatie.’
Welk beeld?
NAERT: ‘Dat verandert en dat evolueert. Die Amerikaanse coach zei een keer: ‘Denk eens dat die BMW-finishboog in Berlijn een magneet is.’ Toen ben ik naar die boog beginnen kijken, drukte ik hem af en hing ik hem op mijn prikbord. Met dat beeld ga je dan aan de slag en vul je gaandeweg alles verder in. Na een tijdje verving ik die magneet door een chrono met een tijd op. Ik zocht de EK-medailles op en sloeg die in mijn gsm op. Uiteindelijk hield ik alleen nog de gouden medaille over en keek ik er iedere dag naar. Zo van: jij gaat in mijn kast liggen.’
Je praatte ertegen?
NAERT: ‘Ja. ‘Nu op mijn telefoon, sebiet in mijn kast.’ ( lacht) Je moet weten: als we vroeger met drie weg waren, zei ik altijd tegen mezelf: ‘ Yes, ik heb een medaille!’ Daar was ik dan content mee. Als dat nu nog eens in een milliseconde in mijn hoofd komt, corrigeer ik dat meteen.’
Je creëert in gedachten met je verbeeldingskracht een scenario naar wens en beleeft het als echt?
NAERT: ‘Ja, al gaat dat ‘beleven als echt’, het inbrengen van gevoelens tijdens de visualisatie, de ene dag beter dan de andere. Maar uiteindelijk ben je er dagelijks mee bezig en gaat het op de duur je hele leven beheersen.’
En op het einde loop je in Berlijn over de finish zoals je het in je brein programmeerde?
NAERT: ‘ Crazy hé?! Ik visualiseerde dat ik met een Belgische vlag in mijn rechterhand over de meet liep en op 200 meter voor de finish dacht ik: moet ik nu al aan een vlag zien te geraken of is het nog te vroeg? Ik besloot nog te wachten. Ik zie niet zo goed, ik draag lenzen, en op het einde van een marathon zie ik nog veel minder goed, maar op zo’n 50 meter van de finish zag ik opeens een blondje met een roze T-shirt staan, middenin de wel tien rijen dikke massa, als een engel die uit de hemel was neergedaald: Elise met een Belgische vlag! Werkelijk alles liep perfect. ( lacht)
‘Eigenlijk was het de hele marathon genieten. Vol vertrouwen, niet bezig met tussentijden, zintuigen open om de wedstrijd optimaal te kunnen lezen en de juiste beslissingen te kunnen nemen. Alleen op twee kilometer van de aankomst kreeg ik een beetje pijn. Maar ik bleef genieten, omdat ik dan hoorde: ‘Je hebt een minuut voorsprong!’ Ik schrok: een minuut, dat kan niet?! Omdat ik daar helemaal niet mee bezig was. Ik hoorde ook pas na de aankomst dat ik een championship record gelopen had. Van het startschot tot 200 meter voor het einde ben ik gefocust gebleven als nooit voorheen. Toen had ik iets van: nu is het binnen. Op dat moment was het precies alsof er in mij een bom van emoties ontplofte.’
En toen wist je waarom alles de moeite waard was geweest?
NAERT: ‘Ja. In functie daarvan is alles wat vooraf is gegaan sinds ik op mijn zesde begon te lopen perfect geweest, maar in de moeilijke momenten weet je natuurlijk niet dat je op een dag Europees kampioen gaat worden. Financieel is het zeker niet altijd gemakkelijk geweest. Maar je kiest dan ook niet voor het geld maar voor wat je graag doet en nu weet ik inderdaad waarom.’
WAALSE STEUN
Hoe kijk je terug op eind 2014, toen je topsportcarrière aan een draadje hing, nadat Bloso, het huidige Sport Vlaanderen, je geen contract meer waard vond en daarna ook negatief adviseerde voor je aanvraag om in het militair hospitaal in Neder-Over-Heembeek het statuut van topsporter bij Defensie te krijgen?
NAERT: ‘Dat was een heel grote ontgoocheling. Zij vonden dat ik niks kon betekenen op de lange afstanden omdat die gedomineerd worden door de Afrikanen, terwijl ik zeker wist dat ik gemaakt was voor de marathon en nog een hele grote groeimarge had. Ik ben toen weer gaan werken, vier vijfden, in het brandwondencentrum. Het klopt dat 2015 een heel belangrijk jaar was voor mij. Ik was toen van de 5000 en de 10.000 meter overgestapt naar de marathon en stel dat ik op die afstand één of twee keer was geflopt, dan was ik wel blijven lopen, maar niet meer op een niveau dat ik er heel mijn leven voor overhoop moet halen. Gelukkig was mijn eerste marathon één van de snelste debuutmarathons in België ooit. Afbouwen werd meteen pas plan Z. Een kindje maken, stelden we uit tot na de Olympische Spelen in Rio.’ ( lacht)
Haalde je extra motivatie uit die afwijzing door Bloso?
NAERT: ‘Neen. Ik deed voort voor mezelf. Het onderste uit de kan willen halen, zit in mijn karakter. Ook op mijn werk was dat zo.’
Jouw coach, Raymond Van Paemel, zegt dat ze jou kleineerden: volgens hen kon je het gewoon niet.
NAERT: ‘Mja, als ze je zeggen ‘denk jij nu echt dat je tussen de Afrikanen iets gaat voorstellen?!’, dan hoor je dat als beloftevol atleet niet graag natuurlijk. Om eerlijk te zijn: ik was nog zó groot toen ik daar buitenkwam ( toont met duim en wijsvinger ongeveer een centimeter, nvdr).’
Neem je het algemeen directeur Paul Rowe kwalijk?
NAERT: ‘Neen. Misschien kon de boodschap inderdaad op een andere manier gebracht worden, maar ik ben nooit rancuneus. Alles gebeurt met een reden. Uiteindelijk ben ik daardoor een jaar later bij de Waalse federatie terechtgekomen en achteraf bekeken, was dat wat er moest gebeuren.’
Waarom?
NAERT: ‘Ik ben een atleet die vertrouwen en vrijheid nodig heeft en daar kreeg ik dat. Dat zorgde ervoor dat ik ben beginnen boomen. Bij Sport Vlaanderen had ik het gevoel dat ik kort aan het lijntje werd gehouden met een opgeheven vingertje: je mag al blij zijn dat je een contract kreeg en pas maar op, want als je volgend jaar de doelstelling niet haalt… Bij mij werkt dat averechts. Ik voelde mij wat bekrompen. Bij de Waalse federatie kreeg ik meteen heel veel respect, het gevoel dat ze blij waren met mij en dat ik voor hen een aanwinst was.’
BELGISCH RECORD
Wat ga je op oudejaarsavond doen?
NAERT: ‘Lopen. ( lacht) Een eindejaarscorrida in Nederland of Duitsland.’
En in 2019 het 23 jaar oude Belgische record van Vincent Rousseau verbeteren?
NAERT: ‘Ik begrijp de vraag, nu ik tweede sta op de Belgische ranglijst aller tijden. Op een dag wordt dat wel een doel, maar zover ben ik nog niet. Momenteel ben ik dat record nog niet aan het visualiseren.’ ( lacht)
‘Mijn vrouw verdiende meer dan ik’
Verdien je beter nu je Europees kampioen bent?
KOEN NAERT: ‘Ja, toch wel, omdat de startpremies en het prijzengeld omhoog zijn gegaan. Mijn vrouw verdiende meer dan ik en nu is dat aan het veranderen. Maar het is ook niet zo dat wij ooit één boterham minder moesten eten omdat ik per se van mijn hobby mijn beroep wilde maken. Als topsporter had ik ook altijd zelf een loon. Ik ben begonnen met 1500 euro, dankzij mijn diploma in het hoger onderwijs. Het was wel minder was dan ik als verpleegkundige in het brandwondencentrum van Neder-Over-Heembeek verdiende, maar het was toch een vast maandinkomen. Door de anciënniteit is het nu al wat meer. Wij verdienen geen pakken geld zoals in sommige andere sporten, maar ik klaag niet. Ik ben heel gelukkig met mijn leven en met de mensen rond mij.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier