De kans dat we Jérôme D’Ambrosio dit seizoen nog eens in een GP te zien krijgen, is klein. Zo geeft althans Eric Boullier, teambaas van Lotus, mee.
Twee weken geleden mocht Jérôme D’Ambrosio invallen als reserve voor vaste Lotus-piloot Romain Grandjean. Die had in de GP van België immers een serieus aandeel in het ongeval waarbij Lewis Hamilton en Fernando Alonso betrokken raakten. De wedstrijdcommissie, en later de FIA, oordeelden dat Grandjean de grote verantwoordelijke was en schorsten hem voor één race.
Op het circuit van Monza kreeg D’Ambrosio, sinds begin dit seizoen de reservepiloot bij Lotus, daarom voor het eerst zijn kans. Hij deed het met een dertiende plaats behoorlijk en ook teambaas Eric Boullier toonde zich na afloop tevreden. “Rekening houdend met zijn gebrek aan ervaring, was dit een perfect weekend voor hem. Dat zijn KERS-systeem (een systeem dat ervoor zorgt dat de remenergie omgezet wordt in kracht om weer te versnellen, nvdr) zo snel uitviel, was pure pech. Maar hij heeft zijn talent bevestigd. Voor de teams die hem in de gaten houden, is dit niet onopgemerkt voorbij gegaan”, verklaarde de Fransman.
Opnieuw plaats maken voor Grandjean
Niets dan lof dus voor onze landgenoot. En toch neemt Romain Grandjean dit weekend weer gewoon zijn plek in achter het stuur van de Lotus-bolide bij de start van de Grote Prijs in Singapore. De kans dat we D’Ambrosio dit seizoen nog aan de start van een GP zien, is bijzonder klein geworden. Zelfs de testritten op vrijdagochtend zijn vrijwel uitgesloten. Getuige ook de uitspraken die teambaas Boullier gisteren deed: “Ik denk niet dat we nog moeten overwegen om hem op vrijdag te laten testen. Als het kan, zullen we het zeker doen, maar het kampioenschap is zo gesloten en spannend dat we alle mogelijkheden willen aanwenden om onze kansen op een titel te vrijwaren.”
Boullier doelt op de uitstekende resultaten van Kimi Raikkonen, die met 142 punten derde staat in het algemene klassement. Op 38 punten van WK-leider Fernando Alonso. (MS)
