‘Er heerst hier geen Vettelregime’
Zondag vindt voor de 69e keer de GP van België plaats op het circuit van Spa-Francorchamps. Wij spraken met Sebastian Vettel, de drievoudige wereldkampioen die hier in 2011 won, over zijn voorbeeldfunctie, acteurs in de formule 1 en zijn beslissing om bij het team van Red Bull te blijven.
Op zijn 26e is de jongeman uit Heppenheim de officieuze patron van de F1-piloten. Zijn team gehoorzaamt hem en zijn tegenstanders zien doorgaans de achterkant van zijn bolide. Sebastian Vettel voert op de vooravond van de GP in Spa-Francorchamps alweer de WK-stand aan en hij heeft een boodschap voor de andere rijders: “Ik wil altijd en overal de snelste zijn.”
Om te beginnen: wie heeft het bij Red Bull eigenlijk voor het zeggen?
Sebastian Vettel: “Dat is vrij simpel bij ons. Op het circuit beslist teambaas Christian Horner, hij wordt geadviseerd door Helmut Marko (de motorsportdirecteur van Red Bull, nvdr) en op de achtergrond werkt Dietrich Mateschitz (de eigenaar van het team, nvdr).”
En welke rol speel jij als wereldkampioen daarbij?
“Wanneer het om de ontwikkeling van de wagen gaat, word ik er natuurlijk bij betrokken. Ik ga er ook van uit dat ze mij vragen wie er wat mij betreft als tweede rijder in aanmerking komt, maar beslissen doe ik daar niet over. Ik zit met niemand rond de tafel om te zeggen: ‘Zet hier uw handtekening maar.’ Dat is niet mijn taak, ik ben autocoureur. En als autocoureur is mijn eerste taak races rijden.”
Zijn jouw taken in de loop der jaren veranderd, ben je meer in een leidersrol gegroeid? “Uiteraard. Ik besef goed dat ik meer moet doen dan snel rijden. Ik heb invloed op de motivatie van het hele team, op de sfeer in de garage…”
Ben jij een strenge baas?
“Ik ben niet de baas, maar ik ben nu al vijf jaar bij dit team en iedereen weet wat ik verlang. Daar heeft niemand een probleem mee. Natuurlijk ben ik veeleisend, ik sta erop dat iedereen gedisciplineerd werkt en zijn job zo goed mogelijk uitvoert. Ik wil dat iedereen zich goed op zijn taken voorbereid, fit op het werk verschijnt, zich niet laat afleiden, en dat we hier niets aan het toeval overlaten. Wanneer er dan iets te vieren valt, mag de riem er ook weleens af, dan is dat verdiend. Er heerst hier geen ‘Vettelregime’, hemeltje neen! Ik verwacht gewoon dat iedereen zijn werk hier zo ernstig neemt als ik.”
Hoe leg jij die regels op? “Ik straal die voortdurend uit, ik wil zelf het voorbeeld geven. Veel gebeurt onbewust. Het komt zelden voor dat ik op mijn strepen sta en zeg: ‘Pas op, jij bent niet goed bezig, je zult moeten veranderen!’ Maar natuurlijk is zoiets wel een keer voorgevallen.”
In de formule 1 komt het erop aan alles voortdurend onder controle te houden. Hoe stresserend is zo’n seizoen?
“Mentaal is het zeer belastend. Ik probeer dan ook om na elk seizoen echt de stekker eruit te trekken en mij wat af te zonderen. Vroeger kon ik me dat helemaal niet voorstellen, toen dacht ik elke seconde van het jaar aan racen en draaiden zowat al mijn gedachten rond de formule 1, omdat het iets was wat ik absoluut wilde doen. Maar je kunt zo niet constant leven, anders geraak je wel een keer uitgeput door de druk en de stress. Iedere rijder in de formule 1 heeft heel veel talent – de ene wat meer, de andere wat minder – en op het eind bepaalt het kopje wie er wint. Dat is trouwens in elke sport zo.”
Vorig jaar probeerde Ferraririjder Fernando Alonso voortdurend om je te provoceren en je uit evenwicht te brengen. Kun je dat simpelweg negeren?
“Neen, ik krijg dat wel mee. Maar ik wil me er niet door laten beïnvloeden. Wie wat zegt, en of me dat bevalt of niet, dat is allemaal niet bepalend voor de uitkomst van het WK.”
Als rust en kalmte de weg naar het succes vormt, waarom redeneren de anderen dan niet precies zo? “Misschien denken ze dat ze op hun manier een voordeel kunnen halen, maar aan mij zijn dergelijke spelletjes niet besteed. Ik heb geen behoefte om daarop te reageren. Het zal me allemaal worst wezen, ik antwoord liever op het circuit. Voor mij is het van belang dat ik mezelf trouw blijf en de dingen doe zoals ik het juist acht – dat is een eenvoudig principe en tot nog toe heeft dat voor mij altijd goed gefunctioneerd. Als men een masker opzet, dan valt dat meestal toch snel weer af. Ik ben geen acteur.”
Eerlijkheid en oprechtheid, hoe belangrijk zijn die waarden voor jou?
“Heel belangrijk. Ik heb in mijn tijd in de formule 1 zeker al fouten gemaakt, maar ik ben altijd eerlijk geweest tegenover mezelf en mijn omgeving. Als ik een misser bega, dan heb ik er nooit een probleem mee om dat toe te geven. Integendeel: ik ben de mening toegedaan dat het zo hoort. Als ik in die racewagen stap, dan draag ik een grote verantwoordelijkheid: er zijn honderden medewerkers die allemaal naar mij kijken. Ik heb een voorbeeldfunctie, anderen spiegelen zich aan mij en die wil ik geen rad voor de ogen draaien. Natuurlijk is dat geen gemakkelijke situatie, het is soms moeilijk om in bepaalde gevallen voor de waarheid te gaan, om je eigen fouten toe te geven. Dingen ontkennen, de fouten op een ander steken, dat is altijd veel gemakkelijker. Maar voor mij kan daar geen sprake van zijn, dan zou ik mezelf niet meer zijn.”
In de formule 1 draait alles om macht, geld en succes. Hoe moeilijk is het om daaraan te weerstaan?
“Dat is een uitdaging. Natuurlijk streven veel mensen naar die zaken, sommigen baden er zelfs in. Ook ik streef naar succes, want ik geniet er natuurlijk van om op een podium te staan terwijl de mensen juichen. Dat maakt mij erg trots. Maar ik verwacht niet dat mensen anders met mij omgaan alleen maar omdat ik snel met een auto kan rijden. Er zijn mensen die elke dag veel belangrijkere dingen doen, zoals mensenlevens redden of dingen uitvinden. Ik hoef niet voortdurend in het centrum van de belangstelling te staan. Het was altijd mijn droom om ooit formule 1 te rijden, maar al die poespas eromheen is niets voor mij. Wanneer ik in die wagen zit, denk ik niet aan geld of macht, dan wil ik gewoon snel rijden.”
Doet het je helemaal niets? De wereldkampioen is tenslotte toch de meest invloedrijke coureur van het hele lot?
“Dat klopt, maar ik zou daar nooit misbruik van maken.”
Hoe komt jouw machtspositie tot stand? Door manoeuvres zoals in de GP van Maleisië, toen je jouw ploeggenoot Mark Webber inhaalde hoewel het team dat niet wilde?
“Dat had daar aanvankelijk niets mee te maken. Ik had de code over de radio eerst niet verstaan en daarna heb ik er niet meer aan gedacht. Maar als ik geweten had wat het team van mij verlangde, dan was ik toch tot hetzelfde besluit gekomen en had ik Mark toch ingehaald. Rekening houdend met wat er in de voorbije jaren gebeurd is, was het niet juist geweest om dat commando op te volgen. Maar ik wou het team in die situatie geen schade berokkenen of iemand te slim af zijn, dat is mijn stijl niet.”
Velen waar nadien verrast dat je je zo hard opstelde. Vond je die reacties vreemd? “De publieke opinie baseert haar beeld van iemand altijd op wat ze kent. En misschien ook wel op wat ze graag zou willen. Kimi (Räikkönen, nvdr) zou nooit wat zeggen en altijd ijzig kalm zijn, Mark zou een neiging tot controverse hebben en ik zou de lieve jongen zijn… Maar zo simpel is dat niet, dat is slechts een indruk die men op bepaalde momenten heeft. Het beeld dat men van ons ophangt is niet correct, omdat de meesten ons gewoon niet goed genoeg kennen. Daarom waren velen misschien verrast door mijn reactie, maar binnen het team keek niemand daarvan op.”
Hoe reageerden de medewerkers dan?
“De meesten vroegen zich af: wat is nu eigenlijk het probleem? Naar het motto: ik behandel jou zoals jij mij.”
Na het seizoen verlaat Webber het team. Hoe ziet jouw ideale nieuwe collega eruit?
“Ik heb op het circuit altijd veel respect gehad voor Mark. Dat we voor de rest weinig raakpunten hebben, is ook geen geheim. Dat is overigens ook niet noodzakelijk. Je moet samenwerken, samen de auto op punt helpen stellen, en je moet elkaar voor de rest niet dwarszitten – dat is het zowat. Voor mij maakt het niet zoveel uit wie erbij komt.”
Je bent drievoudig wereldkampioen en hebt 29 grands prix gewonnen, en toch heeft men soms de indruk dat sommigen je nog onderschatten. Zie jij dat ook zo?
“In zekere zin is dat best grappig, ja. Sommigen gunnen je het succes, anderen niet. Ondertussen begrijp ik sommige zaken, die ook Michael (Schumacher, nvdr) meegemaakt heeft, een beetje beter. Want de geschiedenis herhaalt zich. Sommige prestaties worden pas later naar waarde geschat, terwijl men op het moment zelf naar argumenten zoekt om ze te minimaliseren. Daar stoor ik me niet aan. Belangrijk is wat ik van mezelf vind. Ik ben zeker geen narcist, maar ik ben wel gelukkig met wat ik bereikt heb, waar ik op dit moment sta.”
Je voert de WK-stand aan met 142 punten, bijna 40 meer dan Räikkönen en Alonso. Die vierde wereldtitel lijkt nog slechts een kwestie van tijd.
“Eén keer wereldkampioen worden, dat was voor mij gewoonweg een droom. Van meerdere wereldtitels durfde ik zelfs niet te dromen, want de formule 1 was vroeger zo ver weg dat zulke gedachten gewoon waanzin zouden geweest zijn. Niettemin heb ik er altijd alles voor gedaan. Terwijl anderen aan het zwembad lagen en zich amuseerden, zat ik op een koersfiets te trainen. Wanneer anderen gingen fuiven, kroop ik onder de wol om de volgende ochtend uitgeslapen te zijn. Daar had ik zeker niet altijd zin in, maar ik wou iets bereiken. Als ik daar nu op terugkijk, weet ik dat die opofferingen resultaat gehad hebben. Dat ik destijds heb doorgezet, dat heeft het verschil gemaakt. Ik heb zelf voor mijn geluk gezorgd. Dat moet ik mezelf altijd voor ogen houden, dat ik niet vergeet hoe bijzonder dit allemaal is.”
En hoe gevaarlijk… Alleen al in Silverstone waren er dit jaar vijf klapbanden. Maak je je geen zorgen om de veiligheid in de formule 1?
“Op het circuit gaat het heel snel, we zoeken echt de grens op, daar moet iedereen zich bewust van zijn. Maar ik ga geen bocht in met de gedachte: gaan mijn banden het uithouden? We moeten ervan uitgaan dat er geen probleem zal zijn. Oké, in Silverstone kwamen er die toch, maar ik heb geen idee wat daar eigenlijk de oorzaken van waren. Eén ding moet wel duidelijk zijn: ze moeten altijd voor onze veiligheid kunnen zorgen, daar heb ik wat de banden betreft al weken geleden op gewezen.”
Je hebt je contract bij Red Bull tot 2015 verlengd. Waarom schrik je ervoor terug om van team te veranderen?
“Dat heeft niets met schrik te maken, er is momenteel gewoon geen reden toe. Volgend jaar met de nieuwe motoren (zescilinders in plaats van achtcilinders, nvdr) is het koffiedik kijken wat er gaat gebeuren. De krachtsverhoudingen kunnen compleet door elkaar gegooid worden. Het zal erg veel van ons vergen. Niettemin is dat een stap die ik met Red Bull wil zetten. Ik ben me ervan bewust dat het ook mis kan gaan, dat we opeens achteraan in het peloton kunnen rijden, maar ik ben gemotiveerd genoeg om er ook dan voor te zorgen dat we ons weer naar de top zullen hijsen. Dat is een kwestie van loyaliteit. Ik wil het team trouw blijven en bijstaan, en niet na het eerste slechte resultaat zeggen: goed, dat was het, salut!”
Maar zou het respect voor jou niet nog meer toenemen als je bewijst dat je ook bij een ander team successen kunt boeken? “Ik ga niet van team veranderen om aan de mensen iets te bewijzen. Voor mij telt alleen wat ik in de spiegel zie. Roem bestaat er voor mij niet uit naar een andere renstal te gaan en daar te tonen wat ik kan. Ik heb trouwens niet het gevoel dat ik iemand iets moet bewijzen, behalve mezelf dan.”
Michael Wittershagen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier