Fernando Muñoz, bondscoach van de Red Dragons: ‘Geloof in het proces is het belangrijkste’
Donderdag speelt België zijn eerste wedstrijd op het EK volleybal. Fernando Muñoz, de Spaanse bondscoach van de Red Dragons rekent op top acht: ‘Ons doel moet zijn om beter te doen dan op het vorige EK.’
De Spaanse trainer van onze nationale ploeg, het klinkt bekend in de oren. Onze gesprekspartner is evenwel niet Roberto Martínez, maar wel een man die graag eens van ideeën zou wisselen met de bondscoach van de Rode Duivels. ‘Hij kent mij niet en ik heb geen contactgegevens van Martínez, maar het lijkt mij bijzonder interessant om een keer met hem te praten. Voetbal en volleybal zijn dan wel verschillende sporten, maar er zijn ook raakpunten. Dan denk ik met name aan hoe je een groep topsporters leidt en begeleidt.’
Aan het woord is Fernando Muñoz (51), en wel op een Leuvens terrasje waar het, in vergelijking met de meeste dagen van deze natte Belgische zomer, best nog aangenaam vertoeven is. Negen jaar lang was Muñoz bondscoach van Spanje, tot hij in februari 2020 de leiding in handen nam bij de Red Dragons. Door de gekende omstandigheden kon hij pas dit jaar zijn inzichten beginnen overbrengen op de spelers. ‘Met enkel een European League op het programma hadden we vorig jaar meer tijd kunnen besteden aan de groepsdynamiek. Nu speelden andere factoren. We moesten sneller denken aan wedstrijdgericht trainen en spelers zaten in hun hoofd met al dan niet de selectie halen.’
Mijn spelers moeten er op de duur uit zichzelf van overtuigd geraken dat ze elke wedstrijd kunnen winnen.
Fernando Muñoz
Mikken op kwartfinale
In juni verloor België in de Final Four van de European Golden League als organiserend land zowel de halve finale (tegen Oekraïne) als de wedstrijd om het brons (tegen Estland) met 0-3. De verstoorde voorbereiding was een geldig excuus, maar dat neemt niet weg dat de resultaten tegenvielen. Wat heb je geleerd van het eerste luik van de zomer?
Fernando Muñoz: ‘Het klopt dat de laatste rechte lijn naar de Final Four verre van ideaal was. Door covidgevallen bij onze tegenstander konden we niet sparren tegen Venezuela. Daarna kreeg een van onze spelers corona en mochten we vier dagen niet trainen. Na de prestaties in de league round in Estland en Letland voelden we ons klaar om een goed resultaat neer te zetten in de finaleronde in eigen land. De ontgoocheling was dan ook groot, temeer omdat externe factoren aan de basis lagen. Toch was het een leerrijke periode. Vooral omdat het de eerste keer was dat we als groep konden samenwerken. Daarom riep ik een zo groot mogelijk aantal spelers op.’
Wat waren/zijn je bevindingen van deze groep?
Muñoz: ‘We beschikken over een goeie mix van ervaren spelers die nog een aantal jaar meekunnen en talentvolle jongeren van wie enkelen nu al aanspraak maken op een basisplaats. Het is natuurlijk niet gemakkelijk om op zo’n korte periode mijn filosofie en werkwijze volledig over te brengen, maar ik merk duidelijk progressie. Ik heb er vertrouwen in dat de groep stap voor stap groeit naar het punt waar ik ze wil krijgen, zowel qua dynamiek als op het terrein.’
Waar moet dat op dit EK toe leiden?
Muñoz: ‘Ons doel is om beter te doen dan op het vorige EK, toen de Red Dragons sneuvelden in de achtste finales. Dat wil dus zeggen dat we mikken op de kwartfinales. Daarvoor moeten we ons eerst bij de top vier scharen in de poulefase. Met Polen treffen we de wereldkampioen, met Servië de Europese kampioen en met Oekraïne een ploeg die de laatste jaren al vaker België wist te verslaan. Portugal en Griekenland zijn op papier minder sterk, maar ze hebben ook ervaring op EK’s en zullen zich net als wij willen verbeteren. Maar goed, die poulefase moeten we overleven. Hoe beter de positie daarin, hoe haalbaarder de tegenstander in theorie zal zijn in de volgende ronde. Vanaf dan geldt rechtstreekse uitschakeling en dan weet je nooit. Wie had gedacht dat Frankrijk olympisch kampioen zou worden en Argentinië brons mee naar huis zou nemen?’
Meerdere leiders
De groep groeit stap voor stap naar het punt waar je ze wil krijgen, zei je, ‘zowel qua dynamiek als op het terrein’. Wat is voor jou de juiste dynamiek?
Muñoz: ‘De spelers moeten weten dat ze een land vertegenwoordigen. Daar moeten ze trots op zijn en voor willen strijden. Die mentaliteit wil ik zien bij al mijn spelers zodat ze als een hechte groep aan hetzelfde zeel trekken. Net zoals bij alle groepen, privé of werkgerelateerd, zijn menselijke waarden de sleutel tot een goede samenwerking. Zij vormen voor mij dan ook de basis in hoe ik een volleybalteam wil leiden. Verder probeer ik mijn spelers elke dag te motiveren zodat ze er op den duur uit zichzelf van overtuigd geraken dat ze elke wedstrijd kunnen winnen, dat ze inzien: sommige ploegen zullen misschien beter volleyballen, maar als wij ons allerbeste niveau halen, dan kunnen we elke tegenstander verslaan.’
Waar leg je de accenten op het terrein?
Muñoz: ‘Ik wil geen enkel spelonderdeel discrimineren, want ze zijn allemaal belangrijk en kunnen elk op een bepaald ogenblik hét belangrijkste zijn. Momenteel leg ik veel nadruk op de service, meer dan op de aanval of op blok-verdediging. Aanvallend staan we immers sterk en ook de organisatie in blok-verdediging is goed, maar het rendement van onze opslag moet omhoog. Bij de absolute toplanden zie je dat er steviger én met minder fouten opgeslagen wordt. Daar willen we naartoe werken.’
Hoe doe je dat als bondscoach, iemand die z’n spelers uiteindelijk slechts beperkt onder zijn hoede heeft?
Muñoz: ‘Door die beperkte tijd zo goed mogelijk te gebruiken ( lachje), maar het is niet evident. Als bondscoach besef je bovendien dat de meeste spelers, in normale omstandigheden, voordat ze bij de nationale ploeg komen al een zwaar seizoen achter de rug hebben. Daarom moet je op zoek gaan naar een evenwicht tussen recuperatietijd, zodat de spelers over voldoende mentale en fysieke frisheid beschikken, en gerichte trainingsarbeid.’
In welke mate zijn de Red Dragons afhankelijk van hun beste speler, Sam Deroo?
Muñoz: ‘Hij behoort op zijn positie tot de beste spelers ter wereld, heeft tonnen ervaring en heeft zich altijd voor honderd procent geëngageerd voor de nationale ploeg. Sam is onze kapitein en een voorbeeld voor de anderen. Dus uiteraard is hij ontzettend belangrijk voor de Red Dragons, maar net als in elke groep heb je ook bij ons meerdere spelers die een sleutelrol vervullen. Sommigen doen dat door een voorbeeldige prof te zijn, anderen door hun ervaring te delen met de jongere spelers. Bij ons denk ik dan onder anderen aan Stijn D’Hulst, Hendrik Tuerlinckx en Bram Van den Dries. Op het veld zijn spelverdelers, in dit geval dus Stijn en Matthias Valkiers, dan weer een soort bindmiddel die vertrouwen moeten hebben ín en krijgen ván de aanvallers. Kortom, je hebt verschillende soorten leiders nodig in een volleybalteam.’
Combinatie nationale ploeg-club
In Spanje combineerde je de functie van bondscoach met die van clubcoach in Turkije en Griekenland. In een recent verleden kozen bij de Red Dragons ook Vital Heynen en Andrea Anastasi voor de combinatie nationale ploeg-club. Zij benadrukten telkens de voordelen daarvan. Waarom koos jij er nu voor om je enkel met de nationale ploeg bezig te houden?
Muñoz: ‘Zeker in de beginperiode wilde ik de Belgische spelers van zo dichtbij mogelijk volgen. Vooral de jongeren die ik nog niet zo goed kende, wilde ik met eigen ogen aan het werk zien, ook op training. Ook al ga je achteraf toch nog iedere speler via videobeelden opnieuw analyseren, het blijft een pluspunt wanneer je zelf in de zaal aanwezig bent. Maar ik volg mijn voorgangers: als je zeven, acht maanden als trainer niet op het terrein staat, verlies je een beetje het ritme. Mijn contract bij de bond biedt mij de mogelijkheid om ook als clubcoach te werken. De kans bestaat dat ik dat na het EK opnieuw doe, maar die club zal er dan mee akkoord moeten gaan dat ik even vaak als nu naar België kom voor vergaderingen en besprekingen. De Red Dragons zijn mijn topprioriteit.’
Toen ik op mijn twintigste mijn eigen club oprichtte, was ik voorzitter, secretaris, penningmeester en trainer tegelijk.
Fernando Muñoz
Met de Spaanse nationale ploeg pakte je twee medailles in de European League. Eerder werd Spanje één keer Europees kampioen, in 2007, maar verder kende het weinig volleybalsucces, niet in clubverband, evenmin met de nationale teams. Hoe valt dat te verklaren voor een land dat in andere ploegsporten zo hoog scoort?
Muñoz: ‘Inderdaad: in voetbal, basketbal, handbal en waterpolo hebben we een rits belangrijke internationale prijzen gewonnen, maar het volleybal blijft achterophinken. Waar dat voor andere sporten wel gold of geldt, bracht de Europese titel helaas niets in beweging – niet bij de bond, niet bij de clubs, niet bij de overheid. Alles bleef bij het oude en het volleybal groeide niet. Een gemiste kans. Tot 2012 konden we blijven teren op de sterke generatie. Daarna werd de economische toestand, meer nog dan in de meeste andere landen van Europa, erg penibel. Clubsponsors hielden de hand op de knip en ook de nationale ploeg zakte wat weg. Sinds 2017 is Spanje er na drie gemiste edities weer bij op het EK, maar om op het niveau te komen van andere ploegsporten zal er meer geïnvesteerd moeten worden. Als we willen dat talentvolle Spanjaarden – want die zijn er – met een grote gestalte kiezen voor volleybal en niet voor basketbal, dat er op clubniveau een fantastische structuur heeft, dan moet het anders.’
Die grote gestalte, met alle respect, miste jij om een topspeler te worden. Hoe slaagde je erin om wel een topcoach te worden?
Muñoz: ‘Op mijn achttiende, toen ik zelf nog volleybalde, begon ik als jeugdtrainer. Amper twee jaar later richtte ik mijn eigen club op in Móstoles, de gemeente waar ik woonde. Officieel waren er ook andere mensen bij betrokken, maar in de praktijk was ik voorzitter, secretaris, penningmeester en trainer tegelijk. Op vijf jaar tijd hadden we al negen ploegen in competitie in verschillende leeftijdscategorieën. In die periode volgde ik tal van nationale en internationale trainersopleidingen. In 1995 stelde de bond de Argentijn Raúl Lozano aan als coach van de nationale ploeg. Hij wilde de staf uitbreiden met meerdere assistenten, waarop mensen van de bond, die mij kenden van de opleidingen die ik volgde, mij contacteerden. Zo werd ik op mijn 25e assistent-bondscoach. Sindsdien ben ik fulltime professioneel coach, vanaf 1999 tot vorig jaar nagenoeg continu in de combinatie nationale ploeg-club.’
Olympische Spelen
Laten we tot slot ‘van het verleden terugkeren naar de toekomst’. Je hebt een contract tot 2024. Welke doelen heb je na het EK nog met de Red Dragons?
Muñoz: ‘Op de eerste dag dat we met de hele groep samenzaten – dat waren toen ruim 25 spelers – heb ik mijn visie en plan voor de langere termijn uitgelegd. We willen onze huidige ranking minstens consolideren en ons zo kwalificeren voor het WK van volgende zomer, om daar met de ambitie te starten beter te doen dan op het vorige WK ( waar België al op een historische tiende plaats eindigde, nvdr). Lukt dat, dan mikken we weer een stap hoger: kwalificatie voor de Olympische Spelen van Parijs. Nu, topsporters zijn per definitie resultaatgericht, maar we mogen ons daar in een eerste fase niet op blindstaren. Het voornaamste is dat er geloof is in het proces en dat iedereen er op die manier van overtuigd geraakt dat we van eender welke ploeg kunnen winnen.’
De wedstrijden in de eerste ronde, die België in Polen afwerkt
Donderdag 02/09 : 20u30 België-Servië
Vrijdag 03/09 : 17u30 België-Portugal
Zaterdag 04/09 : 17u30 België-Griekenland
Maandag 06/09 : 20u30 Polen-België
Dinsdag 07/09 : 20u30 Oekraïne-België
De 14 Red Dragons
De EK-selectie vanFernando Muñoz
Spelverdelers: Stijn D’Hulst, Matthias Valkiers
Hoofdaanvallers: Hendrik Tuerlinckx, Bram Van den Dries
Receptiehoekspelers: Sam Deroo, Mathijs Desmet, Thomas Rousseaux, Matthijs Verhanneman
Middenmannen: Wout D’Heer, Elias Thys, Arno Van de Velde, Lennert Van Elsen
Libero’s: Martin Perin, Jelle Ribbens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier