‘De laatste grens der menselijkheid is overschreden’: het gijzeldrama van München, 52 jaar geleden
Nu de Olympische Spelen 2024 in Parijs in volle gang zijn, duiken we nog eens in ons rijk sportarchief. Lees hieronder de reportage over het gijzeldrama van München.
‘De Olympische Spelen zullen nooit meer dezelfde zijn.’ Dat was de simpele maar bikkelharde conclusie na The Munich Massacre, het gijzeldrama waarbij op 5/6 september 1972 elf Israëlische atleten en officials om het leven kwamen. 52 jaar later blijft het verhaal even onwaarschijnlijk als dramatisch.
Een sfeer die meer doet denken aan Hans en Grietje dan aan Hitler en Göring. ’ Zo omschrijft een Amerikaanse journalist de eerste week van de Olympische Spelen in München. Licht satirisch, maar de nagel op de kop. Het sportfestijn moet immers de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de nazispelen van 1936 in Berlijn definitief uitwissen. Als de Vrolijke Spelen, de Spelen van de Wiedergutmachung. Met West-Duitsland als democratische, moderne, vredelievende en welvarende gastnatie.
Van strenge veiligheidsmaatregelen is er dan ook geen sprake. De bewakers van het olympisch dorp zijn alleen uitgedost met een blauwe jas, wit overhemd, korte broek, een golfpetje en walkietalkie. Geen wapens dus. Ondanks de 26 mogelijke scenario’s van terroristische acties die forensisch psycholoog Georg Sieber heeft neergeschreven. Inclusief een aanval van een Palestijnse terreurgroep op het verblijf van de Israëlische delegatie, mét een gijzeling… Die onheilspellende vooruitzichten worden echter in de wind geslagen. ‘We zitten hier niet in een concentratiekamp, hé. ’
De tachtigduizend toeschouwers beginnen aan hun Oktoberfest. Niet vermoedend dat ze niet alleen met een kater wakker zullen worden.
Ook de Belgische atleten ondervinden hoe de deuren bijna letterlijk open staan. Achthonderdmeterloper Herman Mignon getuigt over hoe enkele van zijn supporters zonder probleem het olympisch dorp binnen en buiten kunnen wandelen om hem een bezoekje te brengen. Ook de coach van de zestienjarige zwemmer François De Ley, die op een camping logeert omdat hij geen officiële accreditatie heeft, kan zijn poulain probleemloos begeleiden bij zijn trainingen.
Een sportfeest wórden de Spelen aanvankelijk dan ook, opgeluisterd met historische prestaties. De 17-jarige Wit-Russische turnster Olga Korbut steelt alle harten met haar charisma, achterwaartse salto op de balk en oogverblindende stijl. In het zwembad zet Mark Spitz een recordreeks van zeven gouden plakken neer. En op de dag waarop de joodse Amerikaan zijn laatste titel verovert, maandag 4 september, stunt de pas 16-jarige West-Duitse Ulrike Meyfarth met goud in het hoogspringen. De tachtigduizend toeschouwers in het Olympisch Stadion van München beginnen dan al aan hun Oktoberfest. Nooit vermoedend dat ze niet alleen met een kater wakker zullen worden.
Geen avondje uit
Om halfvijf ’s ochtends denken ook enkele telefoonmonteurs dat acht atleten, gehuld in trainingspakken, een stapje in de wereld hebben gezet wanneer die over de afsluiting van het olympisch dorp kruipen. Geholpen door collega-atleten die ook zijn gaan feesten. Ze lachen om zoveel durf. En slaan dus geen alarm. Niet beseffend dat het om leden van de linkse Palestijnse terreurorganisatie Zwarte September gaat.
Met een lading machinegeweren en granaten in hun sporttassen stappen acht terroristen die vroege ochtend richting Connollystraße 31. Naar het appartementsblok waar de Israëlische atleten en officials verblijven. ‘Te afgezonderd van de rest van het dorp en allerminst veilig’ heeft delegatieleider Shmuel Lalkin de West-Duitse autoriteiten vooraf gewaarschuwd. Er werd extra bewaking beloofd, maar daarvan kwam niets in huis.
Nochtans heeft een Palestijnse informant uit Beiroet voor de Spelen op een ‘incident’ tijdens de Spelen gehint. Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken stuurde alle info door naar de geheime dienst, met het verzoek om extra maatregelen. Zonder gevolg. Volgens Israëlische inlichtingendiensten zou er ook een Arabisch commando vanuit Scandinavië Duitsland zijn binnengedrongen, om ‘iets te ondernemen’. Mogelijk het versturen van bombrieven of bompaketten naar Israëlische atleten. Zij mogen daarom geen pakjes of zware brieven openen, ook niet voor het joodse Nieuwjaar, op 8 september.
Dat terroristen zich echter tot in het hart van het olympisch dorp zouden begeven, zoals de forensisch psycholoog heeft neergepend? Een louter theoretisch scenario. Dácht men. Dat wel realiteit wordt wanneer de acht Zwarte Septemberleden het eerste, gelijkvloerse appartement van Team Israël binnendringen. Niet onopgemerkt, want worstelreferee Yossef Gutfreund wordt ervan wakker. Hij ziet de gemaskerde en gewapende mannen, gooit zijn 135 kg zware lijf tegen de deur en schreeuwt naar zijn slaapdronken collega’s. Zijn kamergenoot Tuvia Sokolovsky springt, op blote voeten en nog in zijn pyjama, door een inderhaast kapotgeslagen ruit. De kogels vliegen hem om de oren, maar hij ontsnapt.
Gutfreund kan de terroristen evenwel niet tegenhouden. Ook worstelcoach Moshe Weinberg biedt nog weerwerk, maar die krijgt een kogel door de kaak, met een bloederige vleeswond als gevolg. De Arabieren dwingen hem om hen naar het volgende appartement te leiden. Weinberg brengt vijf van hen naar het derde appartement, waar de gewichtheffers en worstelaars verblijven en hoopt dat die zich met hun sterke lijven zullen kunnen verdedigen. De vijf worden echter verrast in hun slaap en gevangengenomen.
Tot Weinberg weer in actie schiet: hij slaat een van de indringers de tanden uit zijn mond, en verwondt een andere met een schilmes. Via een trap kan worstelaar Gad Tsobari zo naar een ondergrondse parkeergarage vluchten, richting de vrijheid. Weinberg bekoopt zijn actie daarentegen met dodelijke kogels in de borst. Niet het einde van het verzet, want terug in het appartement van de coaches probeert ook worstelaar Yossef Romano een terrorist te overmeesteren. Ook tevergeefs. Ook met de dood als fatale afloop. Zijn lijk, waarvan de gijzelnemers de genitaliën afsnijden, zullen ze een hele dag voor de ogen van de negen overgebleven Israëlische gevangenen (van wie vijf officials en vier atleten) laten liggen, als waarschuwing.
Crisisoverleg
Intussen is snelwandelaar/dokter Shaul Ladany, die als jongetje het concentratiekamp van Bergen-Belsen heeft overleefd, uit het tweede appartement gevlucht – later gevolgd door vier andere atleten, de delegatieleider en twee dokters die zich eerst hebben verstopt. Hij springt van de tweede verdieping naar beneden en loopt naar het verblijf van de Amerikanen, waar hij atletiekcoach Bill Bowerman wakker maakt. Die waarschuwt op zijn beurt de politie.
Manfred Schreiber, het hoofd van de politie van München, laat meteen de zone rond de Israëlische appartementen afzetten. Niet veel later maken de leden van de Zwarte September hun eisen bekend, via twee papiertjes die ze richting een agent gooien. Israël moet 234 Palestijnse gevangenen vrijlaten. West-Duitsland moet hetzelfde doen met Andreas Baader en Ulrike Meinhof, leiders van de extreemlinkse en bevriende Rote Armee Fraktion.
Deadline: 9 uur. Daarna wordt er elk uur een gijzelaar gedood, tot de eisen zijn ingewilligd. Terwijl de Duitse media over de gijzeling beginnen te berichten, wordt in het hoofdkantoor van het olympisch dorp een crisisvergadering belegd. Zónder vertegenwoordigers van het leger, want dat mag in vredestijd niet meer binnen de landsgrenzen opereren. Wel aanwezig: politiechef Manfred Schreiber, Walter Tröger, de burgemeester van het olympisch dorp, Bruno Merk, de Beierse minister van Binnenlandse Zaken en Hans-Dietrich Genscher, de West-Duitse minister van Binnenlandse zaken, die vanuit Bonn is overgevlogen. Al vlug ontvangen zij een duidelijke boodschap van de Israëlische premier Golda Meïr: ze zal níét onderhandelen met terroristen. Haar aanbod om een speciale antiterreureenheid te sturen wordt afgewezen.
Tuvia Sokolovsky springt op blote voeten en nog in zijn pyjama door een kapot-geslagen ruit. De kogels vliegen hem om de oren.
Een kwartier voor de deadline van 9 uur proberen politiechef Schreiber, dorpburgemeester Tröger en A.D. Touny, een Egyptisch lid van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), meer tijd af te dwingen. Touny moet als Arabier het vertrouwen van de Palestijnen winnen, en vertelt dat de West-Duitse en Israëlische regeringen volop aan het vergaderen zijn. Issa, een terrorist met zwart geschilderd gezicht, gehuld in safarikledij, een hoed en zonnebril, herhaalt de eisen, mét granaat in de hand. ‘Als jullie me aanraken, vliegen we allemaal de lucht in.’ Hij verschuift de deadline wel naar 12 uur.
Intussen zijn ook de atleten in het olympisch dorp ontwaakt met het nieuws van de gijzeling. Al is voor hen, zoals voor de rest van de wereld, de situatie nog heel onduidelijk. De Belgische atleten, gehuisvest in het appartementsblok schuin tegenover dat van de Israëlische ploeg, zien vanop hun balkon wel gemaskerde Palestijnen buiten patrouilleren.
Olympiërs die niet in actie komen, moeten binnenblijven, voor anderen gaan de Spelen gewoon voort. Beelden van de volleybalmatch tussen West-Duitsland en Japan en van de paardendressuur worden op tv zelfs afgewisseld met beelden van de gijzeling. Pas om 16 uur zal Willy Daume, de voorzitter van het organisatiecomité, de competitie stopzetten, ‘ter ere van het offer en als teken van deelneming ten opzichte van de gijzelaars.’
Operatie Zonneschijn
De Duitsers, mede door bemiddelingspogingen van de Tunesische ambassadeur Mahmoud Mestiri, zijn er intussen wel in geslaagd om de deadline enkele keren te verlaten. Eerst tot 13 uur, dan tot 15 uur en 17 uur. Twintig minuten voor die laatste tijdsgrens bereikt de situatie echter weer een kookpunt: terrorist ‘Issa’, met Luttif Afif als echte naam, schreeuwt dat hij zich niet voor de gek laat houden. In vloeiend Duits, want hij heeft in Duitsland gestudeerd en is getrouwd met een Duitse. Met zijn kompaan Yussuf Nazzal heeft hij in aanloop naar de Spelen zelfs undercover als onderhoudsman in het olympisch dorp gewerkt, om hun actie voor te bereiden.
Issa stelt nieuwe eisen: hij en zijn kompanen willen naar Caïro, binnen het uur moeten twee vliegtuigen klaar staan. Politiechef Schreiber en co zijn radeloos, want Israël zal blijven weigeren. Er wordt een onbeperkte som geld aangeboden, minister van Buitenlandse Zaken Genscher wil zelfs de plek van de gegijzelden innemen. Zonder resultaat.
Uiteindelijk gaan de Duitse onderhandelaars akkoord met één vliegtuig, dat om 19 uur zal vertrekken. Op één voorwaarde: dat ze de gijzelaars mogen zien. Genscher en Walter Tröger, de burgemeester van het olympisch dorp, worden binnengelaten. Ze zien er met bloed besmeurde muren vol kogelgaten, het verminkte lijk van gewichtheffer Yossef Romano, en worstelreferee Yossef Gutfreund die samen met de acht andere gijzelaars vastgebonden is aan een stoel en twee bedden.
Genscher en Tröger zijn danig onder de indruk en besluiten met politiechef Schreiber een bevrijdingsactie te ondernemen. ‘Gewone’ agenten – West-Duitsland beschikt op dat moment niet over een speciale antiterreureenheid – moeten via het dak het appartementsblok binnendringen. Ze slagen erin om een rooster van een ventilatieschacht te openen en wachten op het codewoord ‘zonneschijn’. Tot Issa naar buiten stormt, en ermee dreigt twee gijzelaars te vermoorden als de agenten het dak niet verlaten. Hij heeft de actie immers live op tv kunnen volgen. Genscher en co hebben er niet bij stilgestaan dat cameralui op de dichtbij gelegen heuvelrug al de hele dag alles aan het filmen zijn. Een gigantische blunder. En het zal niet eens de grootste zijn.
Mislukte plannen
Toch willen de West-Duitse onderhandelaars een vertrek naar Caïro te allen prijze vermijden. Dan zijn de gijzelaars ten dode opgeschreven, klinkt het. Ook IOC-voorzitter Avery Brundage is duidelijk: out of the question. Aan Issa laten ze weten dat twee helikopters de Palestijnen en de negen Israëliërs naar het militaire vliegveld van Fürstenfeldbruck, ten noordwesten van München, zullen vliegen. Daar zal een Boeing 727 klaarstaan. Die ze evenwel nooit willen laten vertrekken, want er wordt op nieuwe plannen gebroed.
Plan A, de gijzelaars meteen bevrijden als ze het appartement via de ondergrondse parkeergarage verlaten en richting de helikopters wandelen, valt echter meteen in het water. Issa keert zich om en eist dat iedereen met een bus naar de helikopters wordt gebracht. Die vliegen hen om 22 uur naar Fürstenfeldbruck, vergezeld van een politiehelikopter.
Op de luchthaven moet plan B ontvouwd worden. Daar zullen agenten, verkleed als Lufthansapersoneel, de gijzelnemers bij het instappen proberen te overmeesteren. Ze vrezen echter dat dit een zelfmoordactie wordt en blazen na een onderlinge stemming het plan af. Plan C is de laatste hoop: de terroristen uitschakelen via scherpschutters. Maar ook dat hangt met haken en ogen aan elkaar: er zijn er slechts vijf, tegenover acht Palestijnen – drie meer dan de Duitse autoriteiten de hele dag hebben gedacht. De scherpschutters liggen bovendien in elkaars schootveld omdat de helikopters niet op de juiste plaats zijn geland. Ze hebben ook niet de juiste geweren om precies vanop grote afstand te schieten, hebben geen walkietalkies, geen infrarode nachtkijkers en geen kogelvrije vesten.
Zvi Zamir, het hoofd van de Israëlische inlichtingendienst die inderhaast naar München is gevlogen, kijkt naast minister Genscher met lede ogen toe in de controletoren van het vliegveld. Zijn vrees voor een drama wordt werkelijkheid. Wanneer twee terroristen, Issa en Yusuf Nazzal, na hun inspectie van de lege Boeing al schreeuwend teruglopen – ze beseffen dat er een hinderlaag wordt opgezet – beginnen de West-Duitse sluipschutters te schieten. Te vroeg. En onzuiver: ze treffen slechts twee Palestijnen. Daarna wordt in het wilde weg heen en weer geschoten. Zvi Zamir kan zoveel amateurisme niet meer aanzien. Samen met terroristenexpert Victor Cohen klimt hij het dak op. ‘Stop met schieten!’ schreeuwt Cohen in het Arabisch door een megafoon. ‘Het vliegtuig is er, zoals jullie vroegen!’ De terroristen antwoorden echter met een nieuw geweersalvo.
Na een vuurgevecht van ruim een uur arriveren even na middernacht eindelijk vier pantservoertuigen van politie – ze zaten vast in het verkeer buiten de luchthaven, waar veel nieuwsgierigen zich verzamelden. De leden van Zwarte September panikeren: een van hen (vermoedelijk Issa) schiet van dichtbij op de vier gijzelaars in een van de helikopters, trekt vervolgens een pin uit een handgranaat en gooit die erin. De helikopter zal helemaal uitbranden, met de gijzelaars erin. Een andere terrorist doorzeeft de tweede helikopter, waar de vijf andere gijzelaars vastgebonden zitten, met kogels. Hun doodskreten zijn tot in het hoofdgebouw van de vlieghaven te horen. In het daaropvolgende vuurgevecht zullen uiteindelijk vijf terroristen, onder wie Issa, en een Duitse agent omkomen. Drie Palestijnen overleven. Een andere, Yusuf Nazzal, ontsnapt, maar wordt na een klopjacht doodgeschoten.
Een helikopter brandt helemaal uit, de andere wordt doorzeeft. Alle gijzelaars overlijden.
(Geen) goed nieuws
Vreemd genoeg wordt de dramatische afloop eerst niet gecommuniceerd. Bij de hoofdingang van het vliegveld ontstaat immers grote verwarring. Een toeschouwer, met een officieel petje van de Spelen, verspreidt zelfs het nieuws dat de gijzelaars zijn bevrijd. De Beierse politie geeft het door aan het hoofdbureau en om halftwaalf, terwijl de gevechten nog volop aan de gang zijn, stuurt persbureau Reuters een telegram met het ‘goede nieuws’. De krant Münchner Merkur doet in een bijzondere nachteditie het verhaal van de succesvolle reddingsactie. En ook de Duitse tv verkondigt dat alle terroristen zijn gedood en de gijzelaars bevrijd. Ondanks andere, tegenstrijdige berichten blijven de Duitse autoriteiten en het IOC dat volhouden.
De buitenwereld denkt zo dat de gijzeling voorbij is. Inclusief de Israëlische premier Golda Meïr, die zelfs een toost uitbrengt op de goede afloop. Tot geheim agent Zvi Zamir om drie uur ’s nachts telefoneert. ‘Heel slecht nieuws. Ik kom net terug van het vliegveld… Geen Israëliër is nog in leven.’ Meïr gelooft hem niet, maar Zamir bevestigt: ‘Ik heb het met mijn eigen ogen gezien.’
Even later zal ook de Beierse minister van Binnenlandse Zaken, Bruno Merk, de pers inlichten met de juiste versie. Na eindeloos uitweiden over de moeilijkheden van de operatie geeft hij toe dat alle Israëliërs zijn omgekomen. Al zal de Duitse politie nog een hele dag beweren dat een van de Arabieren het eerste schot heeft gelost. De nasleep van een andere, verkeerd afgelopen gijzeling bij een bank een jaar eerder toen een Duitse gijzelaar omkwam door te vroeg geloste politiekogels.
In Israël is de woede over de afhandeling van de West-Duitsers bijzonder groot, net als de wraakgevoelens tegenover de Palestijnen. Bij de Zwarte Septembergroepering heerst… euforie, ondanks de gestorven broeders. ‘Niets had de wereld meer kunnen shockeren dan dit. Geen bom op het Witte Huis. Niet Mao’s dood. Geen aardbeving in Parijs.’
Toch is de Spelen stopzetten geen optie. Dat blijkt tijdens een herdenkingsplechtigheid woensdagmorgen in het olympisch stadion, in het bijzijn van zestigduizend toeschouwers en drieduizend atleten. Hoewel volgens Willy Daume, voorzitter van het organisatiecomité, ‘de laatste grens der menselijkheid is overschreden’, is de gedachte om de Spelen te staken ‘niet eens bij hem opgekomen’ – Duitse overheden hebben dan ook miljoenen marken in de organisatie gestopt.
Daume wordt bijgetreden door IOC-voorzitter Avery Brundage, met een historische speech: ‘We kunnen niet toestaan dat een handvol terroristen de olympische idee van broederlijkheid en vrede vernietigt. The Games must go on. ’ Van politieke inmenging heeft de autoritaire miljonair nooit moeten weten. Al toen hij in 1936 verhinderde dat de VS de Spelen van Hitler zouden boycotten. Brundage was toen olympisch delegatieleider én – o ironie – een antisemitische aanhanger van de pro-Duitse isolationistische beweging in de Amerika.
Ondanks zijn beweegredenen blijkt bij een enquête ook negentig procent van de Duitse ondervraagden voorstander van het hernemen van de competitie. Net als de overgrote meerderheid van de atleten, ook de Belgen. Vijf Nederlanders verlaten wel het olympisch dorp, onder wie atleet Jos Hermens. ‘Als een schutter op een feestje veel gasten vermoordt, dan sla je geen nieuw biervat open om door te gaan met het feest. Dan ga je naar huis.’
Voor de organisatoren en vele andere atleten, die in hun olympische cocon vooral bezig zijn met hun eigen prestaties, is het daarna business as usual. Het competitieschema wordt gewoon met een dag verschoven, weliswaar met nu wél strenge toegangscontroles. ‘Het klinkt luguber, maar de terroristen (en de gijzelaars) zijn dood, leve de Spelen’, schrijft journalist Bob Geuens met ironische ondertoon in Het Laatste Nieuws.
Zo kan Karel Lismont België nog een tweede medaille bezorgen – zilver op de marathon – nadat Miel Puttemans, nog voor de gijzeling, al tweede was geëindigd op de 10.000 meter. Van ‘Vrolijke Spelen’ is echter geen sprake meer. Zoals de Olympische Spelen ook daarna nooit meer dezelfde zullen zijn. Definitief ontdaan van de premisse die al in 1936 was geschonden. Dat de Spelen en politiek onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Nog voor de olympische sluitingsceremonie begint het op wraak beluste Israël dan ook met het bombarderen van Palestijnse vluchtelingenkampen, ‘vermoedelijke vluchtoorden van terroristen’.
Er vallen ruim 200 doden…
De Toorn van God
Al eind oktober 1972 laat West-Duitsland de drie Palestijnse terroristen die The Munich Massacre hebben overleefd vrij. Leden van Zwarte September hadden een Lufthansavliegtuig, op weg van Damascus naar Frankfurt, gekaapt en eisten hun vrijlating. Duitsland willigde de eisen zonder veel onderhandelen in. Nog die avond landen Jamal Al-Gashey, Adnan Al-Gashey en Mohammed Safady in Libië, waar ze als helden worden ontvangen.
De Israëlische premier Golda Meïr laat het daar niet bij: ze geeft de Mossad, de geheime dienst, de opdracht om elk lid van Zwarte September te vermoorden. Naast de vrijgelaten terroristen ook de leider Ali Hassan Salameh en het brein achter de gijzelingsactie in München, Abu Daoud.
Een speciale eenheid moet de operatie ‘Toorn van God’ uitvoeren. Die slaagt daar echter niet helemaal in. Hassan Salameh zal pas in 1979 omkomen door een autobom, nadat de Mossad een onschuldige Arabische kelner in Lillehammer heeft vermoord. Daoud en Al-Gashey overleven zelfs verschillende aanslagen. De eerste zou in 2010 sterven aan nierfalen, de tweede zou nog in leven zijn.