China en de Winterspelen: hoe het Eldorado van de sport steeds meer onder druk komt
De voorbije twintig jaar werd China het Eldorado voor westerse sportbonden en competities. Zorgen om de veiligheid van atleten op de Winterspelen in Peking, de zaak rond tennisster Peng Shuai en de mensenrechtenschendingen zetten de perceptie van het beloofde land echter steeds meer onder druk. Leidend tot een definitieve breuk? Of blijft het vele geld te aantrekkelijk?
Wie herinnert het zich niet? Hoe 2008 drummers op… 8 augustus 2008 de Olympische Zomerspelen van Peking openden met een sublieme opvoering, perfect synchroon slaand op de traditionele, vierkante fou-instrumenten. ‘ A great moment is forthcoming‘, klonk het op de achtergrond. Het vervolg van een openingsceremonie, met in totaal 15.000 acteurs, die de geschiedenis inging als de spectaculairste ooit, overgoten met een patriottisch sausje. Voor de Chinese bevolking zelfs nog aangedikt, want zij kregen op de staats-tv een andere versie dan diegene die hier op de buis verscheen.
De hele wereld was niettemin verbluft toen turner Li Ning schijnbaar al vliegend de olympische vlam ontstak, in een al even magisch Vogelneststadion dat speciaal voor de ceremonie was ontworpen. De show kostte liefst 350 miljoen dollar, maar dat had de Chinese regering ervoor over om zich als een bloeiende natie te presenteren. Niet alleen die avond, ook tijdens de rest van de Spelen, op sportief vlak. Met succes, want voor het eerst eindigde China bovenaan de medaillespiegel, dankzij 51 gouden plakken op in totaal 100 medailles. De grote investeringen in sport, weliswaar ten koste van veel menselijk leed, hadden gerendeerd.
De Winterspelen zijn voor China een nieuwe kans om zich als een ‘grootse, superieure’ natie te tonen.
Fast forward naar 4 februari 2022. Naar de openingsceremonie van de Olympische Winterspelen in datzelfde Bird’s Nest Stadium in Beijing, dat als eerste stad ooit beide edities mag organiseren. Nochtans vrij onverwacht, na een turbulent bidproces waarin Europese steden hadden afgehaakt. Al was de kandidatuur, ingediend in november 2013, niet toevallig. Ruim een half jaar immers na het aantreden van Xi Jinping als president van de Volksrepubliek China. Xi, een groot sportfan, benadrukte meteen het belang van sport in het realiseren van de Chinese droom, voor een welvarende, gezonde samenleving en een meer gedifferentieerde economie. Onderdeel van die missie, in 2016 ontvouwd in het 13e vijfjarenplan (2016/2020) van de Chinese Communistische Partij (CCP): tegen 2025 een binnenlandse sportindustrie met een omzet van 700 miljard euro creëren, de grootste ter wereld.
Naast de Asian Games (toegewezen in september 2015, aan Hangzhou, voorzien voor september 2022) en de World University Games (toegewezen in maart 2019, aan Chengdu, voorzien voor juni 2022) moesten de Winterspelen daarin een prominente rol spelen. Een katalysator voor een groeiende sneeuwsportbusiness, die Xi Jinping een extra boost wilde geven: richting 300 miljoen beoefenaars en een totale omzet van 150 miljard in 2025. Een doel dat nú al, begin 2022, zo goed als is bereikt, meldde onlangs het Chinese Nationale Bureau voor Statistiek. Inclusief de bouw van 803 skiresorts en zo’n 654 schaatsbanen.
Nochtans kreeg het algemene 2025-plan in 2020 een klap, toen de hele sportindustrie in China met 7,2 procent daalde, tot 380 miljard. Vooral door de afgelasting van (inter)nationale sportevents, wegens de strikte coronamaatregelen. Ondanks die terugval zijn de Chinezen ervan overtuigd dat ze, dankzij nieuwe initiatieven in het 14e vijfjarenplan (2021/2025), hun target voor 2025 zullen halen. Met als belangrijkste tussenstop dus de Winterspelen. Een nieuwe kans om zich als een ‘grootse, superieure’ natie te tonen, het vertrouwen van de bevolking in de Communistische Partij hoog te houden, en om de aandacht even af te leiden van een (naar Chinese normen) slabakkende economie, midscheeps getroffen door een vastgoedcrisis en de coronapandemie. Weliswaar na twee decennia van een gestage, sterke groei.
Geen Eldorado
Die gigantische markt van ruim een miljard inwoners, inbegrepen een steeds rijkere middenklasse, trok in de eerste helft van deze eeuw de aandacht van veel westerse sportbonden en competities. Een potentiële goudmijn, met lucratieve uitzendrechten, hosting fees en sponsorcontracten. In 2004 trokken de formule 1 en de Europese/Aziatische PGA Golf Tour voor het eerst naar China, met een grand prix en de Asian Open, in Shanghai. Datzelfde jaar speelde de NBA zijn eerste preseason games in China, met vedette Yao Ming van de Houston Rockets als magneet. Vijf jaar later gaf de ATP het tennistoernooi in Shanghai een Masters 1000-stempel (het niveau onder de grand slams). En in 2011 organiseerde de Internationale Wielerunie ook zijn eerste Chinese WorldTourrittenkoers, de Ronde van Peking. Ook de Chinese voetbalcompetitie, de Super League, bleek plots een droombestemming voor westerse vedetten. (zie kader onderaan)
Toch waren er ook risico’s: de mogelijke associatie met het ondoorzichtige, autocratische, communistische regime. Maar voor zowat alle westerse sportactoren dreven vooral de voordelen – het geld – boven. Ontwikkelingen in de voorbije twee jaar hebben echter een stevige knauw aan dat businessmodel gegeven. Steeds meer blijkt dat ook in het Chinese Eldorado het niet al goud is wat blinkt. Vooral de politieke en handelsrelaties tussen China en het Westen klonterden, mede door de alsmaar stijgende verontwaardiging over de mensenrechtenschendingen door het regime van Xi Jinping. China en de VS dreven, ook onder de huidig president Joe Biden, zo steeds verder uit elkaar.
Ook in Europa steeg het anti-Chinasentiment, aangewakkerd door de onduidelijkheid over de oorsprong van het coronavirus, in de Chinese stad Wuhan, begin december 2019. In mei 2020 omschreef het Europese parlement in een resolutie China als ‘een totalitaire bedreiging, een land waar de mensenrechtensituatie op een dieptepunt beland is sinds de slachting op het Tiananmenplein in 1989. ‘ De EU uitte haar grote zorgen over hoe de CCP de democratie hardhandig neerslaat in Hongkong, hoe ze een blijvende claim legt op Taiwan, en hoe ze minderheden onderdrukt. Onder meer in Tibet en de provincie Xinjiang, waar ruim een miljoen Oeigoeren vastgehouden worden in – wat China noemt – ‘heropvoedingskampen’.
Wat het Westen ook zegt: de Spelen in Peking moeten en zullen volgens de Chinese regels plaatsvinden.
Begin januari 2022 werden, in navolging van eerdere dissidenten, ook niet toevallig twee Chinese mensenrechtenactivisten aangehouden. Met het oog op de nakende Winterspelen én op het Nationale Congres van de Communistische Partij in de herfst van 2022, waar Xi Jinping aan een (uitzonderlijke) derde ambtstermijn wil beginnen. Die aanhoudingen zijn openlijke waarschuwingen voor andere critici binnen en buiten de communistische rangen. Plus ook een boodschap voor het Westen: dat China niet zal inbinden wat betreft mensenrechten, en dat niemand zich moet moeien.
Ook niet nadat onder meer Australië, Canada, de VS en het Verenigd Koninkrijk een diplomatieke boycot hebben ingesteld voor de Winterspelen. Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken bestempelde dat als vergeefse pogingen om die te politiseren, en waar die landen ‘een prijs voor zullen betalen’. Wat het Westen ook zegt: de Spelen in Peking moeten en zullen volgens de Chinese regels plaatsvinden. Inclusief draconische coronarestricties in een hermetisch afgesloten bubbel en mogelijke spionage van alle buitenlandse olympiërs via de app van de organisatie.
#WhereIsPengShuai
Het China dat in 2008 de sportwereld verwelkomde is duidelijk niet meer het China van 2022, gezien de grote verwevenheid tussen sport en het autocratische regime. De rel rond de Chinese tennisster Peng Shuai heeft die verhouding extra op scherp gezet. Zij beschuldigde in november op het internetplatform Weibo de Chinese ex-vicepremier Zhang Gaoli van seksuele aanranding. Die post werd meteen offline gehaald, waarna een storm van protest losbarstte: de hashtag #WhereIsPengShuai was wekenlang trending. Maar niet in China, want daar werd élke vermelding van de zaak gecensureerd op het internet. Ondanks schone schijnpogingen van het IOC, dat via een videocall sprak met Peng Shuai, is nog altijd niet duidelijk of de tennisster vrijuit kan spreken.
De zaak leidde wel tot een ongeziene beslissing van Steve Simon, CEO van de WTA. Die schrapte alle negen WTA-toernooien in China, omdat er geen onafhankelijk onderzoek naar de veiligheid van Shuai gevoerd kon worden. Een keuze voor het welzijn van atleten, bijgetreden en geprezen door huidige toppers als Novak Djokovic en Naomi Osaka, en ex-kampioenen als Billie Jean King, Martina Navratilova, Chris Evert. Maar ook door het WTA-bestuur, fans, managers, sponsors en opiniemakers in (westerse) media. Het verleidde Navratilova tot de cynische uitspraak: ‘In het verleden waren er drie ‘T’s’ taboe voor de Chinese regering: Tibet, Taiwan en Tiananmen. Voeg daar nu een vierde aan toe: tennis.’
Simons beslissing was opmerkelijk, omdat de WTA de voorbije jaren sterk had ingezet op China. Naast de organisatie van acht andere toernooien verhuisden in 2019 zo de WTA Finals van Singapore naar Shenzhen. Een deal van tien jaar die, inclusief de bouw van een nieuwe tennisarena, volgens Simon ongeveer een miljard dollar waard was. De CEO kreeg daarvoor kritiek omdat hij de ziel van het tennis zou hebben verkocht voor sfeerloze, kille toernooien met weinig toeschouwers. Hij argumenteerde echter dat Shenzhen een hotbed voor het vrouwentennis kon worden en dat de tienjarige deal de WTA (financiële) stabiliteit gaf, om zo een langetermijnvisie te ontwikkelen.
Bijna vier jaar later zijn veel dingen veranderd. Na het begin van de coronapandemie vielen alle toernooien weg in China. Bovendien dreven er ook donkere wolken boven de WTA Finals: Gemdale Corporation, de grootste geldschieter van het toernooi, bleek een van de slachtoffers in de Chinese vastgoedcrisis. Factoren, zeggen insiders, die ook hebben meegespeeld in Simons beslissing om weg te trekken uit China. Het WTA-merk (en dat van de speelsters) werd er niet eens door aangetast, aangezien de zaak-Peng Shuai wegens de censuur nooit een thema is geweest.
Het is onduidelijk hoelang de WTA China zal mijden. Veelbetekenend ook is de afwachtende houding van de ATP, in navolging van de zaak-Peng Shuai. Hoewel de organisator van het mannencircuit de WTA steunde, dreigde de ATP er zelf niet mee om zich uit China terug te trekken. Nochtans organiseerde de ATP er amper vier toernooien, op een totaal van 64. En die werden in 2020 en 2021 afgelast. Of ze dit jaar zullen doorgaan, is nog niet bekend. De ATP gaf tot dusver alleen een halve jaarkalender vrij. En alle Chinese toernooien, onder meer het Masters 1000-event in Shanghai, worden in het najaar afgewerkt.
Freedomtweet
Hoezeer een sportcompetitie verwikkeld kan raken in het web van het Chinese regime bleek ook in oktober 2019. Daryl Morey, toenmalig manager van NBA-club Houston Rockets, stuurde toen de simpele tweet: ‘ Fight for freedom, stand with Hongkong. ‘ Als steun voor de pro-democratiebetogingen, onderdrukt door de Chinese regering. Het leidde tot een hevig conflict tussen de NBA en China. Na nochtans een jarenlange vruchtbare relatie, gekiemd toen Yao Ming begin deze eeuw in de NBA debuteerde, bij de… Houston Rockets. Zo verlengde de NBA in 2019 zijn contract met streamingplatform Tencent, goed voor anderhalf miljard dollar over vijf jaar. Dochteronderneming NBA China is zelfs vijf miljard dollar waard.
Na de tweet van Morey stond dat allemaal op de helling: merchandising van de Rockets verdween uit de Chinese winkels, fans verbrandden hun truitjes op social media en de Chinese regering schrapte nagenoeg alle NBA-matchen in het uitzendmenu van China Central Television. De NBA had nochtans de schade (uiteindelijk zo’n 200 miljoen dollar) proberen te beperken met een heel voorzichtige reactie. NBA-baas Adam Silver vond het ‘betreurenswaardig’ dat Morey’s tweet ‘ our friends and fans in China‘ had beledigd. En benadrukte dat de NBA ‘groot respect had voor de Chinese geschiedenis en cultuur.’ Amerikaanse politici schilderden Silvers reactie af als een schandelijke knieval. ‘Een aanfluiting voor onze Amerikaanse waarden!’
De WTA predikt voorlopig als enige in de dorre Chinese mensenrechtenwoestijn. Andere sportbonden en organisaties blijven wél de zijderoute richting China bewandelen.
Opvallend in de hele saga was ook de oorverdovende stilte van ex-/huidige NBA-vedetten, zoals LeBron James en Michael Jordan, die zelf (onder meer via Nike) grote financiële belangen in China hebben. Terwijl zij, en vele andere NBA-spelers, opkwamen voor de Black Lives Matter-beweging, onthielden ze zich van elk commentaar. Alleen de vrijgevochten Enes KanterFreedom (zijn nieuwe, officiële naam) voert nog altijd openlijk campagne tegen China – hij noemde president Xi Jinping zelfs een ‘brutale dictator’. Maar ook dat heeft zijn prijs (voor de NBA): de matchen van zijn team, de Boston Celtics, worden niet meer getoond in China. Kanters strijd doet denken aan die van Mesut Özil, de Duitser van Turkse origine die in december 2019 de situatie van de Oeigoeren in China aanklaagde. Waarop Arsenal hem als een baksteen liet vallen.
De schrik voor mogelijke gevolgen van te felle uitspraken bleek ook in de nasleep van de zaak-Peng Shuai: hoewel veel tennissers (m/v) aan de alarmbel trokken, bleven Roger Federer en Rafael Nadal zeer vaag in hun reactie. En ook de grote sterren van de wintersporten hielden in aanloop naar de Spelen in Peking hun mond, uit schrik voor represailles en bedreigingen tijdens hun verblijf in China. Atletenverenigingen hebben de winterolympiërs zelfs opgeroepen om risico’s te vermijden, en in Peking te zwijgen.
Eenzame WTA?
Het valt dus te bezien hoe rimpelloos de Winterspelen zullen verlopen, ook wat betreft de aanpak van de haast onvermijdelijke omikronbesmettingen. Toch predikt de WTA voorlopig als enige in de dorre Chinese mensenrechtenwoestijn. Andere sportbonden en organisaties blijven immers wel de zijderoute richting China bewandelen. World Athleticsvoorzitter Sebastian Coe, niet toevallig ook IOC-lid, hekelde zelfs al openlijk de diplomatieke boycotten tegen de Winterspelen. Hij hield ook vast aan het WK halve marathon in Yangzhou (door de coronamaatregelen verschoven van maart naar november 2022), aan twee Diamond Leaguemeetings in Shanghai (30 juli) en Shenzhen (6 augustus) en aan het WK aflossingen in Guangzhou in 2023. Volgens Coe omdat sport ‘een krachtige aandrijver kan zijn voor integratie en verandering.’
Ook een aantal andere olympische sporten blijven voorlopig voet aan de grond houden in China. Liberty Media, de Amerikaanse eigenaar van de formule 1, heeft het land evenmin de rug toegekeerd: met de organisator van de GP van Shanghai werd het contract tot 2025 verlengd, ondanks de corona-afgelasting van die grand prix in 2020, 2021 én 2022. En nog belangrijker: met Zhou Guanyu (22) debuteert dit jaar de eerste Chinees in de F1, bij Alfa Romeo. Een nieuwe hefboom voor de boomende populariteit van de meest prestigieuze autosportcompetitie, die de miljoenen Chinese F1-fans met open armen zal ontvangen.
President Xi Jinping zal het graag zien gebeuren.
De Super League: niet meer zo super
Een van de pijlers van het grote Chinese sportplan was het voetbal. President Xi Jinping verklaarde in 2016 dat China tegen 2030 een grootmacht in Azië moest worden, en tegen 2050 in de wereld, gepaard aan een organisatie van de Wereldbeker. Ook de opwaardering van de Chinese Super League paste daarin. Met astronomische bedragen werden vedetten als Hulk, Carlos Tévez en Marouane Fellaini naar China gelokt.
Vandaag is de realiteit anders: elf van de zestien teams uit de Super League hadden vorig jaar problemen om hun spelers te betalen. Hun eigenaars, zoals Suning Holdings Group en vastgoedmaatschappij Evergrande, draaiden de geldkraan dicht, zelf getroffen door grote financiële problemen.
Ook de Premier League werd daarvan het slachtoffer, want streamingplatform PPTV, eigendom van Suning, kon zijn exclusieve rechtendeal niet meer betalen (700 miljoen dollar voor drie jaar, van 2019 tot 2022). Het Engelse hooggerechtshof velde onlangs een verdict dat Suning nog 213 miljoen dollar moet dokken, maar de vraag is of de Premier League dat geld ooit zal krijgen. Ook Inter Milaan, waarvan Suning in 2016 meerderheidsaandeelhouder werd, kwam daardoor in financieel troebel vaarwater.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier