Na ‘Het wonder van Rijsel’ kwalificeerden de Belgian Cats zich voor de kwartfinale van het olympisch basketbaltoernooi tegen Spanje, woensdag om 14.30 uur. Dankzij dat mirakel is de weg naar een medaille, zélfs de finale, weer geopend. Een antwoord op vijf vragen.
1. Hoeveel kans maakt België om te winnen tegen Spanje?
Als een van de beste derdes uit de poulefase konden de Belgian Cats na de zege met 27 punten verschil tegen Japan in Rijsel doorstoten naar de kwartfinales. Daarin komen ze, in de Bercy Arena in Parijs, uit tegen Spanje. Het iets minder fysieke spel van de Spaanse vrouwen moet Emma Meesseman en co op papier iets beter liggen dan als ze Frankrijk hadden geloot. Dan hadden ze ook tegen een fanatiek thuispubliek moeten opboksen.
België – Spanje is de herhaling van de finale van het EK vorig jaar, waarin de Cats met 64-58 wonnen en een historische Europese titel behaalden. De twee ploegen zijn echter niet meer helemaal vergelijkbaar: de Cats hebben wel dezelfde kern, maar missen de geblesseerde spelverdeelster Julie Allemand, terwijl Spanje met Cristina Ouviña en Silvia Dominguez ook twee point guards mist, en de geblesseerde forward Raquel Carrera zag afhaken.
Spanje heeft wel een aantal speelsters toegevoegd. De meest bepalende is Megan Gustafson, een Amerikaanse center die in aanloop naar de Spelen een Spaans paspoort kreeg, en in Rijsel al uitblonk in de poulewedstrijden.
Verder teert Spanje op de grote ervaring van het trio Laura Gil (32), Leonor Rodriguez (32) en Alba Torrens (34), al halen die niet meer het niveau van weleer. Forward Maria Conde was geblesseerd in de eerste twee groepswedstrijden en dat bleek op het terrein: Spanje won met het kleinste verschil van China en van Puerto Rico. Met Conde was Servië een makkelijkere prooi (70-62). Drie op drie dus, maar echt overtuigend was het niet. Spanje is echter een typische toernooiploeg, en groeit altijd in een kampioenschap.
Als de Belgian Cats niet met het mes tussen de tanden spelen, zoals in de eerste verloren groepswedstrijd tegen Duitsland, maken ze weinig kans. Maar kort na de euforie van de mirakelzege tegen Japan focusten ze bij aankomst in het hotel in Kortrijk al op de kwartfinale.
Halen ze weer hun niveau van de matchen tegen de VS en Japan, dan is een ticket voor de halve finale binnen bereik. Maar dan zullen de Cats op vier zaken moeten focussen:
1) Het reboundduel, aangezien Spanje meer lengte heeft onder de korf.
2) De driepunters beter afwerken dan in de groepsfase, want dat percentage was (veel) te laag, amper 27,5 procent. Ter vergelijking: op het EK vorig jaar was dat (een zeer hoge) 42 procent. Vooral het vizier van Julie Van Loo stond nog niet op scherp: ze nam 41 procent van de driepuntspogingen van de Cats, maar werkte af aan slechts 21,4 procent. Tegen de VS en tegen Japan shotte ze zelfs maar 2 van haar 20 pogingen van achter de driepuntlijn binnen. Elise Ramette shotte daarentegen aan 40 procent, maar nam slechts 10 driepuntspogingen in drie matchen. Een voordeel: Spanje deed met 23,2 procent nog slechter dan België.
3) De balverliezen binnen de perken houden (13,7 gemiddeld in de poulefase), maar tegelijkertijd, zelfs zonder Julie Allemand, hun kenmerkende snelle passingspel blijven spelen. Zoals tegen Japan, toen 30 van de 35 gelukte pogingen er kwamen na een assist.
4) Emma Meesseman blijven voeden in de aanval, want Spanje heeft niemand die haar individueel kan afstoppen.
2. Hoe uitzonderlijk was ‘mirakelvrouw’ Emma Meesseman?
Hoe onwaarschijnlijk het mirakel was tegen Japan, blijkt uit de belofte die Emma Meesseman deed aan haar teamgenotes als ze zich toch zouden plaatsen voor de kwartfinale: ze zou haar blonde haren verven. Meesseman, die niet houdt van franjes, twijfelde dus echt of het zou lukken. Maar ze zou wel op haar manier ‘all-out’ gaan. Dat deed ze ook. En hoe: 30 punten, 11 rebounds en 5 blocks.
Ze werd zo de eerste speelster sinds 2000 (toen de Poolse Malgorzata Dydek) die in één match van een olympisch toernooi goed was voor minstens 30 punten, 10 rebounds en 5 blocks. En samen met het olympische toernooi in Tokio werd ze zelfs de enige speelster in de héle olympische geschiedenis die zeven matchen op rij meer dan 20 punten kon scoren – gemiddeld zelfs 24 punten. De X (Twitter)-account van de Wereldbasketbalbond FIBA postte na de match tegen Japan zelfs ‘Best player of the world?’ – met vraagteken.
BEST PLAYER IN THE WORLD? 🔥
— FIBA (@FIBA) August 4, 2024
Emma Meesseman against Japan:
🔸 30 points
🔸 11 rebounds
🔸 4 assists
🔸 5 blocks
🔸 1 steal
🔸 40 efficiency #Paris2024 x #Basketball pic.twitter.com/QGGgXJghnZ
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Haar haar zal Meesseman nu nog niet blond verven – ‘Het brengt ongeluk om tijdens een toernooi je haar te veranderen’ – maar ze blijft zeer gefocust voor de match tegen Spanje. De Ieperse heeft al vele keren geschiedenis geschreven, met haar clubs en met de Cats. Een olympische medaille zou voor haar, als teamspeelster bij uitstek, de bekroning van haar carrière zijn.
3. Hoe uitzonderlijk zou de kwalificatie zijn voor de halve finale?
In Tokio 2021 strandden de Cats in de kwartfinale tegen Japan. Nu krijgen ze een nieuwe kans om geschiedenis te schrijven. Sinds de intrede van het profbasketbal op de Olympische Spelen van 1992 heeft slechts één kleiner land dan België, qua aantal inwoners, de halve finale gehaald: Servië, in de laatste twee edities, waarin het derde en vierde werd.
Met die kanttekening dat Servië, als ex-deelstaat van Joegoslavië, een decennialange basketbaltraditie heeft. Voor de rest waren de laatste vier plaatsen altijd voorbehouden voor grotere landen als de VS, China, Rusland, Brazilië, Australië, Frankrijk, Spanje, Japan, Zuid-Korea, Cuba en Oekraïne.
Met een halvefinaleplaats zou België ook het kleinste land in moderne basketbaltijden worden dat tot de laatste vier van het vrouwentoernooi heeft kunnen doorstoten op zowel een EK en een WK als de Olympische Spelen. Zelfs Servië kan dat niet voorleggen.
En niet te vergeten: België was al, naast Frankrijk (dat als thuisland rechtstreeks geplaatst was voor Parijs), een van de slechts twee Europese landen die zich konden kwalificeren voor het áchtste internationale kampioenschap op rij (na de EK’s van 2017, 2019, 2021 en 2023, de WK’s van 2018 en 2022 en de Olympische Spelen van 2021).
4. Hoe groot zijn de medaillekansen in een eventuele halve finale?
De Cats stonden aan de poorten van de hel en bij een onverwacht vroege uitschakeling in de groepsfase, maar klommen weer naar boven en kunnen zelfs nog in de hemel van de medailles terechtkomen. Door de mentale boost van ‘het wonder van Rijsel’ krijgen ze misschien zelfs een extra zetje.
Als de Cats de Spaanse vrouwen verslaan, komen ze vrijdag in de halve finale uit tegen de winnaar van het duel tussen Frankrijk en Duitsland. Aan Duitsland hebben ze, na de verrassende nederlaag in de eerste match van de poule, geen goede herinneringen. België speelde onder zijn niveau, maar dat was ook de verdienste van Duitsland, dat wel speelde op basis van zijn kwaliteiten. Zelfs als de Cats hun niveau opkrikken, is een zege niet vanzelfsprekend.
De andere mogelijke tegenstander, Frankrijk, versloegen de Belgian Cats in de halve finale van het EK 2023, met 67-63. Met de toevoeging van onder meer Gaby Williams en Marine Johannes, die vorig jaar nog in conflict lagen met de Franse federatie, heeft Frankrijk een stevige kwaliteitsinjectie gekregen. Bovendien zal het gesteund worden door een fanatiek thuispubliek. Het voordeel dat de Belgen in Rijsel hadden, met vele duizenden landgenoten op de tribune, valt dan weg.
Winnen de Cats ook de halve finale, dan wachten de VS wellicht in de finale van komende zondag. Bij verlies spelen ze dezelfde dag de match om het brons tegen meer dan waarschijnlijk Australië, of Servië.
5. Zullen de Belgische fans ook in Parijs massaal aanwezig zijn?
In Rijsel werden de Belgian Cats tijdens de drie groepsmatchen gesteund door de Belgische fans, die met vele duizenden waren afgezakt. Vooral de sfeer tegen de VS en Japan was overweldigend. In zoverre zelfs dat Emma Meesseman vertelde dat ze vooral dat voor de rest van haar leven zal onthouden van het ‘Mirakel van Rijsel’, nog meer dan de match op zich.
Of de Belgen dat voordeel ook in de kwartfinale, in de Bercy Arena van Parijs, zullen hebben, is nog af te wachten. Dat kan zelfs Koen Umans, de general manager van de Cats, niet inschatten. ‘Voor de groepsfase wilden we al 10.000 tickets reserveren met de bond. Ik heb daarvoor alle partijen aangesproken, maar pas in laatste instantie was dat mogelijk, toen het al veel te laat was. Voor de kwartfinales, halve finales en finale worden er sowieso geen tickets gereserveerd voor de landen die zijn gekwalificeerd. Alle tickets hebben Belgische fans op voorhand moeten kopen, maar hoeveel dat er zullen zijn? Allicht minder dan in Rijsel, wegens de verdere verplaatsing. Al vermoed ik dat de Belgische supporters, zeker voor de kwartfinale tegen Spanje, in de meerderheid zullen zijn.’
Olympische Spelen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier