Basketbalster Emma Meesseman: ‘Behandel en aanvaard iedereen zoals hij of zij is. Zo moeilijk is dat toch niet?’

© Bas Bogaerts
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Emma Meesseman is, samen met jumpingruiter Jérôme Guéry, vlaggendrager op de openingsceremonie van de Olympische Spelen op vrijdag. De leidster van de Belgian Cats is niet alleen een van de beste basketbalspeelsters ter wereld. Ze spreekt zich, meer dan andere sporters, ook openlijk uit over maatschappelijke thema’s.

‘Emma Meesseman on equality.’ Het filmpje van zeven minuten op het kanaal van Basketball Belgium staat nog altijd op YouTube. De Ieperse spreekt zich daarin onbevangen uit voor gelijkheid en tegen discriminatie. Het dateert van drie jaar geleden, maar haar visie en openheid over die thema’s zijn nog niet veranderd. Al langer is het blikveld van de West-Vlaamse veel breder dan dat van een basketbalveld. ‘Van kindsbeen af heb ik die maatschappelijke betrokkenheid meegekregen’, vertelt Meesseman (31).

‘Mijn ouders hebben me dat niet ingepompt, dat is automatisch gegroeid. Wanneer we vroeger op reis gingen, lagen we niet op een strand. We leerden de plaatselijke cultuur kennen en praatten met de mensen. Belangrijk voor mij was de jamboree in Londen, een smeltkroes van culturen waar ik op mijn vijftiende met de scouts naartoe ging. Zo heb ik gaandeweg geleerd dat niet iedereen dezelfde huidskleur, geloofsovertuiging of geaardheid heeft, maar dat “andere” mensen daarom niet minderwaardig zijn. Ze zijn net zo doodnormaal als jij en ik. “Leven en laten leven” is mijn visie. Behandel en aanvaard ­iedereen zoals hij of zij is. Zo moeilijk is dat toch niet?’

U bent in 2013 op uw twintigste naar de WNBA in de VS vertrokken, waar u zeven seizoenen hebt gespeeld voor de Washington Mystics en Chicago Sky. Welke impact heeft die periode gehad op uw maatschappijvisie?

Meesseman: In België (bij de Blue Cats Ieper, nvdr) en in Frankrijk (bij Villeneuve-d’Ascq, nvdr) ben ik in mijn eerste jaren als profspeelster nooit rechtstreeks in aanraking gekomen met racisme of discriminatie. In Washington was het contrast groot. Daar zag ik wél hoe mijn zwarte teamgenotes eronder leden. Al tijdens mijn eerste seizoen verloor een andere nieuwkomer, Tierra Ruffin-Pratt, twee neven. Zonder reden doodgeschoten door de politie. Ik heb ook vaak racistische opmerkingen gehoord. Soms subtiele ‘Let op uw handtas’-zinnetjes als we in een winkel rondliepen. Tegenover sterren in de WNBA, hè. Als je als zwarte zoiets elke dag ondervindt, is dat zwaar om te dragen. Ook voor mij was het confronterend.

‘Iedereen aanvaarden zoals hij of zij is. Zo moeilijk is dat toch niet?’

U hebt bij Washington ook de Black Lives Matter-protesten meegemaakt. Hoe hebt u dat als blanke, Europese speelster ervaren?

Meesseman: Ik kon daardoor moeilijk zelf het voortouw nemen. Wel heb ik mijn ploeggenotes zo veel mogelijk ondersteund. Al in 2016 droegen we tijdens de opwarming voor een match met de hele ploeg T-shirts met een ‘Black Lives Matter’-opschrift, als protest tegen politiegeweld. Gewaagd, want eerder had de WNBA andere speelsters daarvoor al een boete gegeven. Dat hield mijn ploegmaats niet tegen, en mij ook niet.

In 2020 gingen we na de dood van George Floyd en de schietpartij waarbij Jacob Blake zwaargewond raakte nog een stap verder. We weigerden zelfs een match te spelen. Dat gaf veel stress, aangezien dat voor de WNBA financieel kwalijke gevolgen kon hebben. Toch zetten we door. Het was te belangrijk. We werden gesteund door het management van de Mystics en door onze coach, Mike Thibault, die menselijke waarden altijd sterk heeft benadrukt.

Op het terrein hebben we met de hele ploeg geknield. Deze keer met een wit T-shirt, met achteraan zeven zwarte stippen. Als symbool voor de zeven kogels die Jacob Blake in de rug hadden getroffen. We schoven speelster Ariel Atkins naar voren als woordvoerster. Zij was heel emotioneel en twijfelde over wat ze voor de camera’s zou vertellen. Nooit zal ik die twee zinnetjes vergeten: ‘What do I have to say? Stop killing us!’ Dat kwam zó hard binnen.

Belgian Cat Emma Meesseman, de normaalste
vedette ter wereld

Sindsdien spreekt u zich ook openlijk uit over maatschappelijke problemen als racisme en ongelijkheid.

Meesseman: Als jonge twintiger, terwijl je nog volwassen aan het worden bent, is dat moeilijker. Maar na al die protesten en groepsgesprekken met mijn ploeggenotes vond ik dat ik niet langer kon zwijgen. Een van mijn medespeelsters bij Washington, Natasha Cloud, heeft zelfs toespraken gehouden voor grote menigtes en een seizoen niet gespeeld, omdat ze tijd wilde vrijmaken voor de Black Lives Matter-beweging. Het minste wat ik kon doen, was mijn stem gebruiken om discriminatie aan te klagen.

Weinig Belgische sporters doen dat. Hoe komt dat?

Meesseman: Dat zit niet in onze volksaard, denk ik. Het is hier zelfs een taboe om te zeggen voor welke ­politieke partij je hebt gestemd. Weinig mensen hebben ook meegemaakt wat ik in de VS heb ervaren. Niet alleen ginder, maar ook in Rusland, waar ik negen seizoenen heb gespeeld (tot de start van de oorlog in Oekraïne, nvdr), en waar ik een andere cultuur heb leren kennen. Zonder die ervaringen had ik die stap misschien niet gezet.

© Bas Bogaerts

Sommigen vinden dat topsporters alleen moeten spreken over sport, niet over politiek of over de maatschappij. ‘Shut up and dribble’ zei een Amerikaanse presentatrice ooit tegen NBA-ster LeBron James…

Meesseman: Het is toch hallucinant dat wij onze mond zouden moeten houden omdat anderen dat niet verdragen? Wij dienen niet alleen als entertainment, we kunnen ook een verschil maken in de maatschappij. Hoe klein ook.

Topvoetballer Kylian Mbappé riep voor de Franse parlementsverkiezingen op om niet voor de ­extreme partijen te stemmen. Hebt u dat ook ooit overwogen?

Meesseman: Ik vond dat bijzonder moedig van ­Mbappé. Ik heb er ook even aan gedacht, maar heb het toch niet gedaan. Om dezelfde reden waarom ik op sociale media geen politieke boodschappen meer post, wat ik in mijn periode bij de Mystics wel deed. Veel van de reacties waren toen erg negatief, haatdragend zelfs. Daarom steek ik er geen energie meer in. Het helpt toch niet. De meeste mensen die mij volgen, hebben ­hetzelfde gedachtegoed als ik. De anderen, met een andere mening, bereik je niet, of zitten zo vast in hun wereldbeeld dat je hun mening niet kunt veranderen. Anoniem, van achter hun computerscherm, verspreiden ze in hun reacties alleen maar meer haat.

Liever dan met zo’n oproep op sociale media wil ik in een uitgebreid interview als dit de boodschap van gelijkheid verspreiden. Of door met de Belgian Cats equality-projecten op poten te zetten. In het verleden hebben we dat al gedaan, en er zitten er nog in de pijplijn. Ik heb dat altijd sterk aangemoedigd. Het is intussen een deel van de identiteit van de Cats geworden. Dat heeft een groter effect, zeker als we jongeren aanspreken. Hun visie kun je misschien wel bijstellen, op een ongedwongen manier. Door te tonen dat de wereld, zeker in het basketbal, niet zo ongelijk hoeft te zijn. Zelfs als hun ouders het anders zeggen.

Probeert u ook in persoonlijke gesprekken mensen te overtuigen?

Meesseman: Ja, vooral in mijn vriendenkring, om vooroordelen weg te werken. Bijvoorbeeld over Turkije (waar ze de voorbije twee seizoenen speelde voor Fenerbahçe, in Istanboel, nvdr). Hier leeft soms de perceptie dat dat een zeer conservatief moslimland is, waar president Recep Tayyip Erdogan de plak zwaait en vrouwen onderdrukt worden. Dat klopt niet. Mensen, ­vrouwen inbegrepen, zijn er vrijer en progressiever dan velen denken. Bij Fenerbahçe hebben zowel het ­management als de supporters geen problemen met zwarte speelsters of met lesbische koppels met kinderen. Als groep, ook met de Belgian Cats trouwens, proberen we uit te dragen dat zoiets perfect normaal is.

‘De post­olympische dip heb ik aan den lijve ondervonden. Ik zat thuis en had nergens zin in.’

Wat vindt u ervan dat het Vlaams Belang tijdens de jongste verkiezingen de grootste partij was in het kanton Ieper, uw thuisstad?

Meesseman: Ik was ontgoocheld. Een partij met zulke discriminerende standpunten, en gekant tegen mensen met een ‘andere’ huidskleur, religie, geaardheid… Ze wil zelfs abortusrechten weer afbouwen. Ik mag er niet aan denken dat het zover zou komen.

Anderzijds denk ik niet dat er in Ieper nu veel meer racisten zijn dan vroeger. De weinige keren dat ik thuis ben, merk ik daar alvast niets van – al zullen mensen er niet gauw voor uitkomen. Veel van die stemmen op het Vlaams Belang zijn antibeleidsstemmen, vermoed ik. Gericht tegen de manier waarop de ‘normale’ politieke partijen hebben geregeerd. Met politici die meer bezig waren met hun eigenbelang dan met het maatschappelijke belang. En dan krijg je zo’n verkiezingsresultaat. Jammer genoeg.

Hoe Emma Meesseman de Belgian Cats steeds hoger tilt: nooit was een ‘vedette’ zo gewoon

De komende Olympische Spelen in Parijs zullen politiek geladen zijn. Alleen enkele tientallen (Wit-)Russische atleten mogen meedoen onder een ‘neutrale status’, als ze geen lid zijn van het leger, en de oorlog in Oekraïne niet actief hebben gesteund. Hoe denkt u daarover?

Meesseman: Ik begrijp het Internationaal Olympisch Comité, omdat Vladimir Poetin medailles voor Rusland misschien politiek zal misbruiken. Tegelijk vind ik het bijzonder jammer voor bijvoorbeeld de Russische basketbalspeelsters, die onder geen enkele voorwaarde kunnen deelnemen – geen enkele Russische ploeg, trouwens. Zij steunen de oorlog niet, maar worden gestraft voor iets waar ze niets mee te maken hebben.

Bovendien beoordeelt het IOC niet elk land volgens dezelfde normen. In Gaza is een genocide aan gang en toch mogen Israëlische atleten deelnemen, zonder beperkingen. Ik zeg niet dat die ook voor hen moeten gelden, maar de verschillende aanpak stoort me. Sowieso is het een zeer moeilijke kwestie, waar ik niet graag over zou beslissen.

Op de Spelen verbiedt het IOC elke vorm van protest tijdens de podiumceremonies of in het stadion. Hebt u daar begrip voor?

Meesseman: Ik snap dat het IOC wil vermijden dat atleten politiek geladen boodschappen verkondigen die de geopolitieke verhoudingen meer op scherp zetten. Je moet ergens een lijn trekken. Maar waarom boodschappen verbieden die ijveren voor vrede en gelijkheid? Wat is daar mis mee?

© Bas Bogaerts

Toen turnkampioene Simone Biles zich op de vorige Spelen terugtrok, kwam er een voorheen weinig besproken probleem aan de oppervlakte: mentaal welzijn. Hebt u de indruk dat daar nu meer aandacht voor is?

Meesseman: Mental coaches waren toen niet nieuw. Die hadden we al bij Villeneuve d’Ascq. Bij de Washington Mystics moest ik zelfs verplicht sessies bijwonen. Eerst stond ik daar niet voor te springen, maar achteraf bekeken hadden ze zeker hun nut.

Het is wel zo dat het taboe is verdwenen als iemand in een mentale dip zit, of een burn-out heeft. En dat er in de hele sportwereld meer ingezet wordt op preventie. Op de Spelen in Parijs moet elke nationale delegatie zelfs een welfare officer meebrengen. Ook het Belgisch Olympisch Comité zet daar sterk op in, met onder meer een podcast over mentaal welzijn. Ik kan dat alleen maar toejuichen.

U hebt na de Spelen van Tokio, toen u met de Belgian Cats in de kwartfinale werd uitgeschakeld, zelf een moeilijke periode doorgemaakt. U postte een bericht op Instagram over hoe u worstelde met uw gevoelens. ‘Balancerend tussen frustratie, ontgoocheling, verdriet, trots en dankbaarheid.’

Meesseman: De beruchte postolympische dip heb ik aan den lijve ondervonden. De eerste twee weken zat ik thuis in Ieper. Normaal help ik mee in het huishouden, of ga ik met de fiets naar de markt of de winkel. Maar toen wilde ik niet naar buiten. Ik had nergens zin in. Gelukkig kreeg ik anderhalve maand vrijaf bij UMMC Ekaterinburg en kon ik een pauze inlassen. Zo ben ik, met de steun van vrienden, er weer bovenop geraakt en heb ik het spelplezier teruggevonden. Anderen moesten direct weer aan de slag, zoals Philip Mestdagh (ex-bondscoach van de Cats, nvdr) en Julie Allemand (medespeelster, nvdr). Zij liepen later tegen de muur, met een burn-out tot ­gevolg. Ze konden er openlijk over spreken, zonder schaamte, dat wel. Dat was vroeger anders.

U zei na afgelopen seizoen dat u een tweetal weken uw ‘sociale batterijen’ moest opladen. De les van Tokio?

Meesseman: Ja, maar deze keer niet uit ontgoocheling. Ik ben introvert van karakter, en dus moet ik af en toe op de rem staan. Op mijn beste vriendin, mijn metekindje en mijn familie na hoef ik dan niet veel mensen te zien. Ik houd er zelfs van om een tijdje alleen te zijn. Zeker na een heel druk seizoen en in het vooruitzicht van de Olympische Spelen, met veel sociale verplichtingen. Dan kan ik makkelijker de knop omdraaien als het zover is. Ik heb er geen moeite mee om dat toe te geven. Je moet altijd jezelf proberen te blijven.

‘Ik ben introvert van karakter, af en toe moet ik op de rem staan. Dan hoef ik niet veel mensen te zien.’

Uw introverte karakter staat uw rol als ambassadrice van de Belgian Cats en van het vrouwenbasketbal niet in de weg. Hebt u dat moeten overwinnen?

Meesseman: Ik ben altijd erg begaan geweest met de populariteit van mijn sport. Daarom heb ik geleerd om mezelf meer open te stellen. Voor interviews, die ik vroeger niet graag deed, en vooral voor fans en jongeren. Nooit zal ik een handtekening voor een kind weigeren. Omdat ik als klein meisje zelf erg blij was met een handtekening, en daardoor geïnspireerd werd.

Na de Spelen van Tokio en het pensioen van kapitein Ann Wauters stond u op als de leidster van de Belgian Cats. Bent u toen ook buiten uw comfortzone moeten treden?

Meesseman: Voor een stuk wel. Toen Ann, een meer natuurlijke leidster, nog kapitein was, kon ik in haar schaduw staan. Na Tokio was het logisch dat ik haar rol overnam, als de oudste speler met de meeste ervaring op topniveau. Leiding geven óp het terrein, in woorden en daden, daar had ik geen problemen mee. Dat ging vanzelf. Ik stimuleer dat ook bij de jongere Cats: ‘Verstop je niet, laat van je horen als er een probleem is.’

Wel moest ik wennen aan de peptalks in de kleedkamer voor een wedstrijd of tijdens de rust. Intussen ben ik daarin verbeterd. Als ik kort ervoor er even over nadenk, weet ik altijd wat te zeggen.

Uw speech van anderhalve minuut tijdens de rust van de EK-finale vorig jaar tegen Spanje ging zelfs viraal.

Meesseman: Dat was nochtans niet voorbereid, het kwam recht uit het hart. We hadden een slechte eerste helft gespeeld, met te weinig energie. Dus heb ik benadrukt dat we er spijt van zouden hebben als we zo zouden verliezen. En dat spijt het ergste gevoel is om mee te leven. Het heeft gelukkig geholpen. (De Cats werden voor het eerst Europees kampioen, nvdr)

Het heeft ook geholpen voor de aandacht voor het vrouwenbasketbal: bijna een miljoen kijkers zagen jullie op VRT1 de titel pakken.

Meesseman: Ik besef dat dat voor een deel komt door het sportieve succes. Tegelijk bewijst het dat mensen wel degelijk kijken naar vrouwensport als je het aanbiedt op het grootste platform: in primetime op VRT1, niet weggestopt op Ketnet. Hopelijk blijft dat zo.

Emma Meeseman

1993: Geboren in Ieper.

Speelt sinds 2022 voor Fenerbahçe SK.

Won met UMMC Ekaterinburg en

Fenerbahçe zes keer de Euroleague

Sky.

Behaalde met de Belgian Cats vorig jaar goud op het EK basketbal, en brons op de EK’s van 2017 en 2021.

Treedt met de Belgian Cats aan op het komende olympisch basketbaltoernooi.

Partner Content