Wilfried Meert over 40 jaar evolutie in de topsport: ‘Minder amateurisme, maar ook minder toegankelijk’
Veertig jaar geleden was Wilfried Meert nog journalist, later werd hij de organisator van de Memorial Ivo Van Damme. Hoe kijkt hij terug op 40 jaar sport en sportverslaggeving?
‘Het amateurisme is er uit, uit de meeste sporten. De begeleiding is vandaag top, over bijna heel de wereld’, zegt Wilfried Meert, gevraagd naar zijn kijk op de evolutie van de topsportwereld in de voorbije veertig jaar. ‘Langs de andere kant is de toegankelijkheid voor een groot stuk verdwenen. Vandaag lees je in elke krant hetzelfde interview van dezelfde spelers.’
‘Wij belden de sporters rechtstreeks op, en werden vaak al ’s anderdaags bij hen thuis ontvangen’, gaat de Memorialorganisator verder. ‘Na om het even welke eersteklassewedstrijd ging je in de kleedkamer onder de douche met de naakte spelers praten. Iedereen was aanspreekbaar. In de Tour zocht je Eddy Merckxna elke rit in zijn hotelkamer op. Toen Rudi Pevenageeerst geel en later groen droeg in de Tour, moest ik elke dag op zijn kamer om een stuk te maken. Ik heb de laatste Tour met een Belgische winnaar, Lucien Van Impe, en de laatste Giro met een Belgische winnaar gevolgd. Johan Demuynckwas blij dat hij tussen al die Italianen eens met een Vlaming kon praten. Tijdens de wedstrijd reed je tussen de renners, je volgde Merckx terwijl hij een col op zwoegde. Nu rij je van de start via de snelweg naar de perszaal aan de aankomst.’
Is, na al die decennia als reporter en organisator, de verwondering gebleven? Wilfried Meert: ‘Ja. Ik kan nog altijd immens van alle topsport genieten zonder te denken: zou dit wel clean zijn? Zoals die zes meter zeventien onlangs van de Amerikaanse Zweedse polsstokspringer Armand Duplantis: fantastisch toch? Remco Evenepoelheb ik mateloos bewonderd eind vorig jaar toen hij in San Sebastian van iedereen wegreed. Op zo’n moment denk ik niet: klopt dit wel? Ik weiger me op zo’n moment andere vragen te stellen.’
Mondialer en vrouwelijker
Als organisator van de Memorial Van Damme manifesteert Wilfried Meert zich al langer in het debat over equal pay in de topsportwereld. ‘De atletiek doet al bijna 20 jaar’, legt hij uit. ‘Sinds de oprichtging van de Golden League is het prijzengeld voor mannen en vrouwen hetzelfde. Alleen het startgeld verschilt, dat hangt ook af van het charisma. Ik heb jarenlang Merlene Ottey, Jelena Isinbajevaof Jacky Joynerveel meer startgeld betaald dan veel mannelijke lopers omdat zij topresultaten garandeerden, charisma hadden en volk naar het stadion lokten.’
‘Het criterium voor mij is: top zijn in je sport. Drie jaar geleden speelden de Belgian Cats voor 40 man, nu drie dagen naeen voor 4500 toeschouwers. Die meisjes gaan basketten in Rusland, Amerika, Turkije. Welke vader liet zijn dochter dat 20 jaar geleden doen, naar Jekaterinenburg gaan?’
‘Vandaag is de topsport veel mondialer geworden, er zijn veel meer kansen voor iedereen’, besluit Meert. ‘Meisjes kregen die kans vroeger vaak niet. De eerste Olympische medaillewinnares van een Arabisch land, de Marokkaanse 400 meter loopster Nawal El Moutawakelwerd na haar zege op de OS van 1984 in haar eigen land uitgescholden. Een vrouw die in Los Angeles in korte broek durfde te lopen? Ongehoord, vond men dat toen.’
Lees het volledige interview met Wilfried Meert in onze Plus-zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 18 maart.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier