Nafissatou Thiam heeft zich vrijdag op de Memorial Van Damme de beste getoond in het hoogspringen. De kersverse olympisch kampioene op de zevenkamp was de hele avond lang dé chouchou van de toeschouwers in het Koning Boudewijnstadion en stelde niet teleur. Ze haalde het met een sprong over 1m93, Hanne Van Hessche (1m80) werd zesde en laatste.
De organisatie van de Memorial had het hoogspringen speciaal voor ‘gouden Nafi’ aan het programma toegevoegd. Thiam begon foutloos op 1m80, ging ook van de eerste keer over 1m84 en 1m87 en had twee pogingen nodig om over 1m90 te wippen. Daarna lukte ook 1m93 in twee pogingen, 1m96 bleek te hog gegrepen.
“Sinds Rio heb ik helemaal niet veel getraind, dus dit doet deugd. Nu is het tijd voor rust, veel rust, en vakantie”, klonk het in een eerste reactie.
“Het is fantastisch om op deze manier een punt te kunnen zetten achter mijn seizoen”, vertelde de 22-jarige Thiam even later. “Ik heb een droomseizoen achter de rug”. Na de vakantie “moet ik me weer op mijn studies geografie concentreren.”
‘Minder op training’
“De laatste weken was het wat minder op training, dus had ik niet verwacht dat ik het zo goed zou doen. Maar ik heb nooit gepanikeerd tijdens de wedstrijd, mijn seizoen was sowieso al geslaagd. Voor het fantastische publiek hier in Brussel wou ik echter nog een keer alles uit de kast halen. Ik merk wel dat er sinds de Spelen veel veranderd is. Er was enorm veel sfeer in het stadion en bij elke sprong stond het publiek achter me.”
De tweede plaats op de Memorial was voor Levern Spencer uit Saint Lucia, zij wipte ook over 1m93 maar had daar drie pogingen voor nodig. De Amerikaanse Inika McPherson (1m93 in drie pogingen) werd derde. Thiam had zich in Rio de Janeiro met vijf persoonlijke records en drie zeges naar het eerste atletiekgoud voor België sinds de olympische hoogspringtitel van Tia Hellebaut in Peking 2008 geknokt. Ze won onder meer het hoogspringen met een sprong van 1m98, een wereldrecord in de zevenkamp. (Belga/NSK/RR))
