Ook stalen van Gevaert en co worden onderzocht
Kim Gevaert en co zullen nog even moeten wachten op de definitieve bevestiging dat zij, en niet hun Russische ex-collega’s, de echte winnaressen van de olympische 4×100 meter in Peking zijn.
Een van die Russische spurters, Joelia Tsjermosjanskaja, werd immers acht jaar na de olympiade betrapt op doping, na het opnieuw testen van urinestalen uit 2008. En dus kan/zal Rusland de gouden plak van de 4×100 meter allicht kwijtraken aan de Belgische meisjes. Allicht, want het IOC wacht nog met het definitief toewijzen van mogelijke nieuwe medaillewinnaars.
De reden daarvoor is tweeledig: het dopinglab van Lausanne zal op 31 mei en 1 juni nog de B-stalen van de in totaal 32 positief bevonden atleten testen, en dat zal het óók doen met de urinemonsters van de mogelijke nieuwe winnaars (m/v) van olympisch eremetaal, zoals Kim Gevaert, Elodie Ouedraogo, Hannah Mariën en Olivia Borlée. Kwestie van (relatief) zeker te zijn dat die wél clean presteerden.
Het eindpunt van een procedure die tijdens de Spelen wordt opgestart. De dopingonderzoekers verdelen dan de ongeveer vijfduizend urinestalen in A- en B-flesjes. B-stalen worden bijgehouden ingeval van een positief resultaat bij het A-staal, dat wordt getest in het dopinglab gelokaliseerd in de olympische stad. Daarna worden de overgebleven stalen in een gekoelde container per vliegtuig naar het dopinglab van Lausanne getransporteerd. Daar stokkeert men de flesjes in een goed beveiligde diepvriezer, bij min 20 tot min 80 graden.
Op basis van nieuwe regels kan het IOC die stalen tot tien jaar terug in de tijd testen – tot voor januari 2015 was dat ‘slechts’ acht jaar. Het geeft wetenschappers meer tijd om nieuwe technieken te ontwikkelen, om zo nieuwe producten of om nauwkeuriger bekende middelen op te sporen. Zo kunnen ze nu anabole steroïden of epo vinden die een atleet tot 28 dagen voor de dopingtest nam – in 2008 was dat amper een week.
Tijdens de Spelen van Peking leverden veertien sporters en zes paarden een positief staal af, een jaar later werden nog vijf sporters betrapt op CERA (zoals wielrenner Davide Rebellin, zilver in de wegrit). Opgeteld bij de 31 die nu tegen de lamp zijn gelopen, maken die 57 dopinggevallen van de olympiade van 2008 de meest ‘vuile’ ooit: 31 meer dan in Athene 2004 en 25 meer dan in Londen, aangezien een hertest van 256 stalen uit 2012 23 positieve plasjes extra opleverde. Daardoor staat de dopingteller van die Spelen nu op 32.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier