Nooit kraken onder druk: hoe ‘Destiny’s Child’ Nafi Thiam haar lotsbestemming bereikte
Als Nafissatou – ‘kostbaar’ in het Arabisch – zag ze in 1994 het levenslicht, vernoemd naar haar strijdlustige Senegalese grootmoeder. Geen toeval dus dat Nafi Thiams lotsbestemming haar naar het pantheon van de atletiek bracht, als nu drievoudige olympische kampioene in de zevenkamp.
I’m a survivor
I’m not gon’ give up
I’m not gon’ stop
I’m gon’ work harder
I’m a survivor
Op de Spelen van Rio 2016 klinkt net voor het begin van het speerwerpen de hit van Destiny’s Child in het olympisch stadion, een lied over nooit opgeven, blijven werken en altijd overleven. Het is tot dan het belangrijkste moment in de carrière van Nafi Thiam.
Eén groot probleem echter: zes weken eerder heeft ze een scheurtje in de ligamenten van haar elleboog opgelopen. Thiams wereld stortte toen even in. Intensieve behandelingen brachten soelaas, maar hersteld is de elleboog allerminst, op die 13e augustus 2016. En dus wordt het alles-of-niets: geen worp in de opwarming, om de ligamenten te sparen. Ze zal alle krachten bundelen voor de eerste poging. In de wetenschap dat het véél pijn gaat doen.
Haar vriendin/collega Antoinette Nana-Djimou pept Thiam ervoor nog een laatste keer op. ‘Nafi, je hebt niets te verliezen. Smijt je arm kapot als het nodig is. Doe wat je moet doen om olympisch kampioen te worden.’
Om 21.17 uur legt Thiam aan. Met een schreeuw en grimas gooit ze de speer 53,13 meter ver, verder dan ooit. De doodsteek voor de concurrentie. Weliswaar met veel pijn, maar die schrik heeft ze overwonnen. ‘Ik heb daar en dan de kracht van mijn geest ontdekt’, vertelt ze later. Op Instagram post ze ook de foto van haar fameuze worp. Met als onderschrift: ‘Pain is an info, not a limit’.
Thiam lijkt dan al bijna zeker van olympisch goud. Er volgt wel nog een afsluitende 800 meter, maar ook daar blijft de Belgische ijzig kalm. Enkele maanden ervoor heeft ze in Götzis voor het eerst die dubbele baanronde ongeremd afgewerkt, met de durf om pijn te lijden. Een cruciaal mentaal kantelpunt, waardoor ze in Rio niet onder de druk bezwijkt.
Op haar 21e kroont ze zich tot olympisch kampioene. Veel vroeger dan iedereen, inclusief zijzelf, had verwacht. Onbewust lijkt de 21-jarige Thiam dan al te beseffen dat er nog vele hoogtepunten zullen volgen wanneer ze het felicitatietelefoontje met koning Filip afsluit met ‘Au revoir’, ‘Tot ziens’. Alsof ze wist wat haar lotsbestemming zou zijn. Destiny’s Child.
De arm en het hoofd
Toch durfde niemand, zelfs Thiam niet, dan te vermoeden dat ze acht jaar later, in 2024, zes Europese titels (indoor en outdoor), twee wereldtitels én vooral drie opeenvolgende olympische titels op haar palmares zou hebben. Dat laatste alleen al is een reeks die geen zevenkampster ooit heeft neergezet. In de héle geschiedenis van de vrouwenatletiek deed slechts één atlete – de Poolse hamerslingeraarster Anita Wlodarczyk – haar dat voor.
Thiam is dan ook gezegend met een lichaam dat ‘morfologisch en fysiologisch compleet uniek is’, zoals Johan Bellemans, het hoofd van de medische dienst van Team Belgium, het ooit verwoordde. Maar ook met een minstens even groot perfectionisme en doorzettingsvermogen dat in de aanloop naar en tijdens elk groot kampioenschap bovendrijft.
Zelfs wanneer Thiam het mentaal moeilijk heeft en ze bijna bezwijkt onder de druk, zoals op de Spelen van Tokio 2021, plooit maar breekt de ‘survivor’ in haar nooit. Dan slaat ze op de meest precaire, spannende momenten toe, wanneer het écht moet. Zoals in Rio 2016 in het speerwerpen, en zoals in Tokio 2021 én in Parijs in hetzelfde nummer, door respectievelijk de Nederlandse Anouk Vetter en de Britse Katarina Johnson-Thompson definitief op achterstand te zetten met een worp boven de 54 meter. ‘De arm’ van Thiam is intussen een begrip geworden. Net als haar betonnen hoofd, dat ook in de afsluitende 800 meter telkens standhoudt.
Doorzetter van jongs af
Dat doorzettingsvermogen en die winnaarsmentaliteit heeft Thiam met de paplepel meegekregen. Als derde kind van Bamba Thiam, een boomlange Senegalees die op zijn 19e naar België was gevlogen om een kunstopleiding te volgen, en Danièle Denisty, een Belgische lerares Frans-geschiedenis – let op het anagram in haar achternaam.
Bamba en Danièle gaan echter vroeg uit elkaar. Vader trekt terug naar Senegal, moeder verhuist met haar vier kinderen – naast Nafi ook Issa Mandela, Fama en Ibrahima – naar Rhisnes, een dorpje bij Namen. Op zoek naar meer groen en een goedkopere woonst, weg van het drukke en dure Brussel. Gemakkelijker wordt het leven er niet op. De vier kinderen zijn de eerste mulatjes in het dorp, en worden ‘zwarten’ genoemd op school. Tot verdriet van de kleine Nafi: ‘Ik ben niet zwart, ik ben bruin!’
Moeder Danièle moet bovendien met een bescheiden lerarensalaris vier kinderen onderhouden. Toch heeft Thiam naar eigen zeggen nooit iets gemist in haar jeugd. Zij en haar zus en twee broers worden zelfs vlug zelfstandig. Al in de lagere school smeren ze ’s morgens zelf hun lunchboterhammetjes, om mama tijd te besparen. In een groot huis wonen ze niet, want mama Danièle, zelf een zevenkampster én wereldkampioene bij de masters, geeft haar schaarse centen liever uit aan belangrijkere zaken: Nafi laten sporten, basketbal en uiteraard atletiek.
Eerst bij SMAC in Jambes, en wanneer haar dochter veel aanleg blijkt te hebben, bij FC Hannut, de club waar Thiam op haar elfde naartoe verhuist. Nafi amuseert zich van bij het begin te pletter. In haar eerste veldloopje wint ze potjes confituur, waar ze als zoetekauw verzot op is. Bovendien krijgt ze door sport een goed gevoel en meer zelfvertrouwen. Ze leert haar lange lichaam te beheersen, en zelfs om te gaan met haar articulatieproblemen.
Met de trein naar Luik
Omdat FC Hannut niet wil tegemoetkomen in de verplaatsingskosten en wil investeren in de omkadering van Thiam, besluit moeder Danièle een nieuwe coach te zoeken. Zo komt Nafi op haar veertiende terecht bij de dan 62-jarige Roger Lespagnard, vier keer Belgisch kampioen tienkamp en drievoudig olympiër.
Eén groot nadeel: daarvoor moet ze telkens, vanuit Rhisnes, bij Namen, naar Luik. Eerst met het nieuwe autootje van mama, vanaf het vijfde en zesde middelbaar met de trein. ’s Morgens met de sportzak naar het Koninklijk Atheneum in Namen, waar Nafi Latijn-wiskunde studeert, om na vier uur alleen naar Luik te sporen. En na de training, tot 20 uur, twee treinen terug te nemen, naar huis.
Wanneer ze daar rond 22 uur aankomt, heeft de plichtbewuste Nafi haar huiswerk al gemaakt, op de trein. Nog altijd bewondert Lespagnard, die haar telkens van en naar het station in Luik bracht, Thiam daar het meest voor.
De coach is nochtans niet vlug tevreden, net als zijn pupil. Zelfs wanneer Thiam keer op keer haar record in het hoogspringen verbetert, begint ze te huilen als ze daarna de hoger gelegde lat wel drie keer aantikt. Perfectionisme ingepompt door moeder Danièle, die voor de ogen van haar dochter zichzelf ook telkens afbeult op training. ‘Nafi, als je iets wilt bereiken moet je daar een prijs voor betalen, keihard werken en afzien. Dát zal je respect opleveren, niet door een vedette te zijn.’
Tegelijkertijd benadrukt Danièle het plezier. Het voornaamste doel van atletiek is zich amuseren. ‘Ik heb Nafi nooit ingeschreven bij een club zodat ze olympisch kampioene kon worden, maar zodat ze een sport kon beoefenen. Nafi is daarom altijd heel kalm geweest en heeft op de piste nooit een zenuwinzinking gekregen. Dat zou ik zelf niet hebben toegelaten’, aldus Danièle, nochtans zelf een zenuwpees.
Switchen van coach
Het is die mentaliteit die Thiam in 2016 naar de mondiale top bracht, en die haar daar de acht jaar erna ook deed blijven. Slechts één (!) groot kampioenschap heeft ze in die tijd verloren: het WK in 2019. Door de fysieke belasting – gezien de combinatie van zeven atletieknummers, met elk hun specifieke eigenheden – is dat al extreem moeilijk. En nog meer om al die trainingen, dat pijn lijden, ook mentaal zo lang vol te houden. Mede daarom besliste de dan tweevoudige olympische kampioen om in oktober 2022 van coach te wisselen, ondanks alle successen die ze met Roger Lespagnard had behaald.
Met pijn in het hart, maar Thiam had, op haar 28e, fysiek en mentaal een andere trainingsaanpak nodig. Ze verhuisde met haar nieuwe coach Michael Van der Plaetsen in de wintermaanden naar Zuid-Afrika, om daar in alle rust te trainen. En trok zich ook steeds meer terug in haar bubbel. De Waalse is, ondanks haar strijdershart op de piste, immers timide ernaast. Alle persaanvragen werden voortaan geweigerd, om haar geest en lichaam klaar te maken voor Parijs. Weg wat te veel is, geen stress of afleidingen meer aan haar lijf.
Dat bleek ook in de dagen voor de zevenkamp, waarin ze opvallend ontspannen rondliep, de sfeer van het olympische dorp zo veel mogelijk opsnoof. Dat had ze na de Spelen van Tokio ook zo besloten: voortaan zou ze meer ‘in het moment’ leven en genieten. Om niet het gevoel te hebben dat, zoals alle jaren ervoor, alles zo snel passeert.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Nog altijd de jonge Nafissatou
Van druk van buitenaf moest ze ook niet meer weten. ‘Ik hoef niets meer te bewijzen, ik doe dit alleen voor mezelf, en leg mezelf al genoeg druk op.’ In de eerste plaats niet om te winnen, maar om te vechten, zoals Thiam ooit de Britse triatlete Chrissie Wellington citeerde. Vechten tegen zichzelf, en als het moet tegen sterke concurrentes.
Zonder daarover te stressen, want hoe meer tegenstand ze krijgt, hoe beter ze presteert. En als haar dat in de recordtabellen zet, zoals nu met drie olympische titels, is dat wel mooi, maar de échte vreugde haalt Thiam daar niet uit. Wel uit het sporten zelf. ‘Als alles vlot verloopt, krijg je zo’n geweldig, diep gevoel… Dat kom je nergens anders tegen’, zei ze in 2022.
Ook nu houdt Thiam nog evenveel van haar sport als in haar eerste kinderjaren als atlete. In haar gedachten is ze nog altijd de kleine Nafissatou, het strijdlustige meisje dat na haar eerste crossjes dolblij naar huis ging met een potje confituur. Het enige verschil met later is dat aan het eind van een olympische regenboog al drie keer een pot met goud stond te wachten. En ze haar lotsbestemming, als ‘Destiny’s Child’, helemaal heeft bereikt.
Olympische Spelen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier