Na goud op het WK indoor: kan Alexander Doom ook de olympische finale halen? (als hij dat wil)
De meest opvallende en onverwachte Belgische prestatie op het WK indoor atletiek in Glasgow is ongetwijfeld de wereldtitel van Alexander Doom (26) op de 400 meter, en hoe hij ook de Belgian Tornados naar goud loodste. Hoe moeten we zijn individuele gouden medaille inschatten? Een antwoord op vier vragen.
1. Hoe uitzonderlijk is de gouden medaille van Doom in de Belgische atletiekgeschiedenis?
De wereldtitel van Alexander Doom is een Belgische primeur. Sinds de eerste editie van het WK indoor, in 1985, had nog nooit een Belgische man goud veroverd op een individueel nummer. Dopingzondaar Mohammed Mourhit behaalde in 2001 zilver op de 3000 meter, Ronald Desruelles en Thomas Van der Plaetsen waren in 1985 en 2014 goed voor brons op respectievelijk de 60 meter en de zevenkamp.
Toch was het niet de eerste indoorwereldtitel voor Doom, want met de Belgische 4×400 meterploeg won hij al goud in 2022. En daar deed hij met de Belgian Tornados zondagavond nog een derde bovenop, met een nieuwe wereldtitel in de aflossing. De Belgische atletiekploeg veroverde zo voor het eerst drie gouden medailles op één WK indoor, nadat topfavoriete Noor Vidts afgelopen vrijdag haar titel op de vijfkamp verlengde. Dat leverde België een tweede plaats op in de medailleranking, na atletiekgrootmacht Verenigde Staten. Geen kleiner land, qua bevolkingsaantal, eindigde ooit zo hoog op de medailletabel van het WK indoor.
2. Hoe goed was zijn tijd?
Begin februari had Doom in Metz zijn persoonlijk indoorrecord op 45.89 gezet. In de halve finale van het WK dook hij daar 20 honderdsten onder (45.69) en in de finale deed hij er een nog grotere hap vanaf: 45.25. Een verbetering van 44 honderdsten, en zelfs 64 honderdsten in vergelijking met zijn tijd voor het WK, is op de 400 meter een zeer stevige progressie.
Dankzij onder meer de slimme tactiek om het spoor te volgen van favoriet Karsten Warholm, die van bij de start voluit ging. De West-Vlaming kon hem in de laatste hectometers voorbijsteken met zijn zeer sterke eindsprint. Dat bleek ook uit de splittijden: hij was in zijn tweede 200 meter, de slotronde, 20 honderdsten rapper dan de Noor.
Dooms nieuwe Belgische record van 45.25 is op een WK indoor een sterke chrono. In de twaalf edities van het wereldkampioenschap in deze eeuw hebben slechts drie goudenmedaillewinnaars een snellere tijd neergezet dan Doom: Trevor Richards met 45.00 in 2022, Pavel Maslak met 45.24 in 2014 en Nery Brenes met 45.11 in 2012.
In de alltimeranking is Alexander Doom met zijn 45.25 nu de 42e atleet, met de 73e beste tijd ooit. Weliswaar op een nummer dat vooral gedomineerd werd en wordt door zwarte Amerikanen en atleten uit de Caraïben. Filter je de ranking naar alleen Europese, blanke atleten, dan hebben alleen de Oost-Duitser Thomas Schönlebe (45.05, hoogstwaarschijnlijk een dopingrecord), Karsten Warholm (45.05) en Pavel Maslak (45.24) ooit rapper gelopen dan Doom.
Weliswaar met die nuance dat je tijden op een 400 meter indoor, zeker op een kampioenschap, niet altijd één op één kunt vergelijken. Er komt ook tactiek bij kijken, omdat je in het zog van concurrenten kunt lopen. Dat is niet het geval op de 400 meter outdoor, waar atleten in aparte banen hun race afwerken.
Doom bevestigde zijn bloedvorm door in de 4×400 meterfinale in Glasgow als slotloper een splittijd van 44.88 neer te zetten. Met voorsprong de snelste van alle atleten: liefst 44 honderdsten rapper dan de tweede snelste, de Amerikaan Chris Bailey die hij in de slotmeters, met weer een straffe eindsprint, voorbijstak.
— SportMedia (@SportNMedia) March 2, 2024
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
3. Hoe sterk was de tegenstand?
Van de top vijf van de drie halve finales op de 400 meter op het WK outdoor vorig jaar in Boedapest tekende in Glasgow niemand present, behalve… Doom. Op zich geen verrassende vaststelling, zeker niet in een olympisch jaar, waarin veel toppers het WK indoor doorgaans links laten liggen.
Anderzijds versloeg de Roeselarenaar wel Karsten Warholm, die outdoor meestal alleen uitkomt en uitblinkt op de 400 meter horden, het nummer waarop hij al drie keer wereldkampioen en éénmaal olympisch kampioen werd en het wereldrecord van bezit. Op de 400 meter zonder horden is hij indoor wel mede Europees recordhouder én tweevoudig Europees indoorkampioen (2019 en 2023). Voor de eerste keer greep de Noor zelfs géén goud op een internationaal kampioenschap. Warholm had voor dit WK indoor wel geen wedstrijd gelopen en zelfs pas op het laatste moment beslist om deel te nemen. Hij was dus niet optimaal voorbereid, al had Doom naar eigen zeggen ook niet speciaal getraind voor het WK.
De bronzenmedaillewinnaar in Glasgow was de Jamaicaanse veteraan Rusheen McDonald die outdoor nog nooit een finale haalde van een internationaal kampioenschap, maar met zijn nationale 4×400 meterploeg wel al vicewereldkampioen en vice-olympisch kampioen werd.
4. Wat zegt de gouden indoormedaille voor het outdoorseizoen?
Alexander Doom dook vorig jaar, in de reeksen op het WK outdoor in Boedapest, voor het eerst onder de 45 secondengrens op de 400 meter: 44.92, in ideale weersomstandigheden en vanuit een goeie baan. Dat was 36 honderdsten rapper dan zijn vorig persoonlijk record (45.28). Dat had hij in juli in Madrid gelopen, op grotere hoogte, maar in slecht weer. Zijn voorbereiding was de maanden ervoor wel verstoord door blessures. Mogelijk de reden waarom de West-Vlaming in de halve finale van het WK in Boedapest ruim boven de 45 seconden bleef (45.57) en zich niet kon plaatsen voor de finale.
Als Doom de komende maanden een voorbereiding zonder blessures kan afwerken, is de kans reëel dat hij op het EK in Rome en op de Olympische Spelen in Parijs weer onder de 45 seconden kan lopen en zijn persoonlijk record zelfs nog kan aanscherpen. In dat geval maakt hij kans op een Europese medaille en op een olympische finale.
De traagste tijd waarmee een atleet zich op de WK’s van 2023 en 2022 en de Spelen van Tokio in 2021 bij de laatste acht kon plaatsen was respectievelijk 44.94, 44.97 en 44.92. Zelfs als er een scherpere tijd nodig is voor een finale in Parijs, is dat voor Doom een haalbare kaart. Zijn 45.25 in de finale van het WK indoor in Glasgow (in twee ronden, met scherpere bochten) is outdoor (in één ronde van 400 meter) een tijd waard die op zijn minst sneller is dan zijn beste tijd van 44.92. Zijn 44.88 in de finale van de 4×400 meter (weliswaar met vliegende start) is minstens even sterk.
Het Belgische outdoorrecord van Jonathan Borlée staat op 44.43 (gelopen in de reeksen van de Spelen van 2012 ). Dat benaderen of verbeteren wordt allicht moeilijk. Al weet je nooit gezien de grote progressie die de 26-jarige Doom het laatste jaar zowel fysiek als mentaal heeft gemaakt. De nuchtere West-Vlaming is dan ook een laatbloeier. Als jonge twintiger primeerden zijn studie lichamelijke opvoeding. Bij de Belgian Tornados voelde hij zich aanvankelijk ook het vijfde wiel aan de wagen. Eind 2021 kreeg hij zelfs geen contract meer van Sport Vlaanderen, waarna de Belgische defensie hem een reddingsboei toewierp en Doom in dienst nam. De Roeselarenaar heeft zich dat nog niet beklaagd. Door zijn ervaringen met het leger krikte hij naar eigen zeggen zijn doorzettingsvermogen op.
Op de Spelen in Parijs zal zelfs een meer zelfverzekerde Doom wel de opeenvolging van wedstrijden moeten overleven zonder blessures. Het olympische atletiektoernooi start op vrijdag 2 augustus met de reeksen van de 4×400 meter mixed relay. Een dag later vindt de finale plaats, waarin het Belgische team medaillekansen heeft, zeker als Doom en Cynthia Bolingo, onze topper bij de vrouwen, er hun topniveau halen. Op zondag staan al de reeksen van de individuele 400 meter op het menu, en na een rustdag volgen de halve finale op dinsdag en de finale op woensdag. Twee en drie dagen later zijn de reeksen en de finale van de 4×400 meter geprogrammeerd.
Een moordend schema en dus zal Doom samen met de nationale aflossingscoaches keuzes moeten maken. Mogelijk door de reeksen van de aflossingen niet te lopen als dat de kwalificatiekansen van de Belgische ploegen tenminste niet in gevaar brengt.
De West-Vlaming gaf wel al eerder aan dat hij voorrang geeft aan de aflossingsteams en zijn kansen op de individuele 400 meter en een eventuele finaleplaats wil opofferen. Maar misschien denkt hij daar na zijn indoorwereldtitel en een mogelijke medaille op het EK in Rome (begin juni) anders over.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier